Beleidsregels kinderopvang voor medewerkers van gesubsidieerde instellingen en onderwijsinstellingen

Geldend van 05-07-2007 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels kinderopvang voor medewerkers van gesubsidieerde instellingen en onderwijsinstellingen

Print deze pagina

Beleidsregels kinderopvang voor medewerkers van gesubsidieerde instellingen en onderwijsinstellingen

Beleidsregel  

Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,

overwegende dat het wenselijk is om in een regeling vast te leggen wie in aanmerking komt voor kinderopvang voor medewerkers van gesubsidieerde instellingen en onderwijs en welke procedure hiervoor geldt;

gelet op de bepalingen in de Algemene Wet Bestuursrecht;

besluiten vast te stellen de:

BELEIDSREGELS KINDEROPVANG VOOR MEDEWERKERS VAN GESUBSIDIEERDE INSTELLINGEN EN ONDERWIJSINSTELLINGEN.

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze regeling wordt verstaan onder: a. Gesubsidieerde instellingen Gesubsidieerde instellingen die voorkomen op de bij deze regeling behorende, door de gemeente vastgestelde lijst van gesubsidieerde instellingen. b. Onderwijsinstellingen Onderwijsinstellingen die voorkomen op de bij deze regeling behorende, door de gemeente vastgestelde lijst van onderwijsinstellingen. c. Kinderopvang Kinderopvang in een kinderdagverblijf van de Stichting Kinderopvang Amersfoort (SKA), een instelling voor buitenschoolse opvang waarvan de wachtlijst beheerd wordt door de SKA, of bij een gastouder via het Gastouderbureau Amersfoort (GOB). d. Landelijke regeling Regeling kinderopvang voor onderwijspersoneel van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen d.d. 7 april 1992, kenmerk AB-92019551.

Artikel 2 Doelgroepen

1. In aanmerking voor kinderopvang komen medewerkers van gesubsidieerde instellingen en onderwijsinstellingen: a. die een vast of tijdelijk dienstverband hebben met een van de instellingen als bedoeld in artikel 1; het aantal dagdelen kinderopvang bedraagt maximaal de omvang van de aanstelling; b. die als ouder of verzorger belast zijn met de feitelijke verzorging van een kind/kinderen tussen 0 en 12 jaar; c. die, voor zover het medewerkers van onderwijsinstellingen en opvang voor 0-4 jarigen betreft, kunnen aantonen dat zij zijn ingeschreven bij De Stichting Utrechtse Kinderopvang voor de landelijke regeling en dat binnen een termijn van vier maanden vanaf de datum van inschrijving geen kinderopvang mogelijk is in het kader van de landelijke regeling. Voor deze groep vervalt het recht op kinderopvang op grond van deze beleidsregels zodra de medewerker in het kader van de landelijke regeling in aanmerking komt voor kinderopvang. 2. Het in lid 1 bedoelde recht op kinderopvang geldt alleen voor zover: a. door de gemeente middelen beschikbaar zijn gesteld voor bedrijfsplaatsen voor medewerkers van gesubsidieerde instellingen en onderwijsinstellingen; b. er plaats beschikbaar is volgens de toelatings- en wachtlijstprocedure voor bedrijfsplaatsen, zoals gehanteerd door de SKA, respektievelijk het GOB. 3. Het recht op kinderopvang eindigt met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de da-tum waarop het dienstverband met de gesusidieerde instelling of onderwijsinstelling is geëindigd, tenzij direct aansluitend een nieuw dienstverband wordt aangegaan met een gesubsidieerde instelling of onderwijsinstelling.

Artikel 3 Aanmelding en bijdrage

1. Voor opvang in een kinderdagverblijf of instelling voor buitenschoolse opvang meldt de werkgever het kind aan bij de Stichting Kinderdagverblijven Amersfoort, voor gastouderopvang bij het Gastouderbureau Amersfoort. 2. Voor kinderdagverblijfopvang en buitenschoolse opvang geldt de door de gemeente vastgestelde ouderbijdrageregeling. Voor gastouderopvang geldt de ouderbijdrageregeling van het GOB.

Artikel 4 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling, die kan worden aangehaald als Beleidsregels kinderopvang voor medewerkers van gesubsidieerde instellingen en onderwijsinstellingen, treedt in werking met ingang van de achtste dag na die waarop zij bekend gemaakt is.

Vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort op 11 juni 2001.

De secretaris,                                                                                  De burgemeester,

PUBLICATIEDATUM: 27 juni 2001