Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR52088
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR52088/1
Regeling vervallen per 21-07-2016
Beleidsregel subsidieverstrekking restauratie monumenten.
Geldend van 01-01-2003 t/m 20-07-2016
Intitulé
Beleidsregel subsidieverstrekking restauratie monumenten.Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst
Beleidsregelsubsidieverstrekkingrestauratiemonumenten.
(collegebesluit van 17 december 2002)
Burgemeester en wethouders van Utrecht;
overwegende dat zij krachtens de Algemene subsidieverordening 2002
bevoegd zijn tot de verstrekking van subsidies;
dat het gewenst is ter invulling van hun beleidsruimte een beleidsregel vast te stellen betreffende de verstrekking en de normering van de hoogte van subsidies in het kader van restauratie van monumenten;
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en op de Algemene subsidieverordening 2002;
BESLUITEN:
vast te stellen de navolgende
BELEIDSREGEL subsidieverstrekking restauratie monumenten
Hoofdstuk 1 Algemeen
Artikel 1 Doel van de subsidie
Het doel van de subsidieverstrekking op basis van deze beleidsregel is eigenaren van een monument, zoals bedoeld in deze beleidsregel, subsidie verlenen ten aanzien van de kosten die gemoeid zijn met voorzieningen in het kader van restauratie van monumenten.
Artikel 2 Doelgroep
- 1.
Op de subsidie ten behoeve van restauratie van monumenten kan een beroep gedaan worden door:
- a.
natuurlijke personen die eigenaar zijn van een monument;
- b.
rechtspersonen, die al dan niet het oogmerk hebben tot het maken van winst, die eigenaar zijn van een monument.
- a.
- 2.
In afwijking van het bepaalde in artikel 2.1, tweede lid van de Algemene subsidieverordening kan op basis van deze beleidsregel subsidie worden verstrekt aan rechtspersonen met het oogmerk tot het maken van winst op grondslag van kosten.
Artikel 3 Vaststelling en reservering van het budget
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.5 van de Algemene subsidieverordening 2002 wordt op grond van artikel 2.4 van de Algemene subsidieverordening in samenhang met de beleidsregel Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing jaarlijks het subsidieplafond per deelbudget vastgesteld inzake subsidiëring van monumenten.
Artikel 4 Subsidietermijn en -grondslag
- 1.
De subsidie wordt verstrekt voor een project.
- 2.
De subsidie wordt verstrekt op grond van door het college vastgestelde kosten.
Artikel 5 Afwijkingen ten aanzien van algemene subsidieverordening
2002
- 1.
In afwijking van het bepaalde in artikel 3.4.3 eerste lid van de Algemene subsidieverordening 2002 wordt de hoogte van de subsidie vastgesteld op basis van een raming van kosten van de voorzieningen.
- 2.
Ingeval van strijdigheid tussen deze beleidsregel en de Algemene subsidieverordening 2002 gaat het bepaalde in deze beleidsregel voor.
- 3.
Het bepaalde in de artikelen 2.6 en 2.7 alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.7 van de Algemene subsidieverordening zijn niet van toepassing op deze beleidsregel.
Hoofdstuk 2 Restauratie monumenten
Artikel 6 Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
- a.
verordening: De Algemene Subsidieverordening 2002, vastgesteld door de raad van de gemeente Utrecht op 4 juli 2002; Gemeenteblad van Utrecht 2002, Nr. 13.
- b.
monument: 1. gemeentelijk monument:
Een object dat is opgenomen in het monumentenregister als bedoeld in artikel 3, negende lid van de Monumentenverordening Utrecht
1998.
2.beeldbepalend pand:
Een object, niet vallend onder 1., dat een kenmerkend onderdeel vormt van een stadsof dorpsgezicht dat is vastgesteld conform artikel 35 van de Monumentenwet 1988 of conform artikel 16 van de gemeentelijke Monumentenverordening Utrecht
1998.
- c.
restaureren: Het treffen van voorzieningen tot het opheffen van (bouwtechnische) gebreken -waarbij sprake is van meer dan normaal onderhouddie noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarde van het monument en conform het door burgemeester en wethouders vastgestelde programma van eisen voor restauraties van monumenten.
- d.
kosten van voorzieningen: De geraamde en door burgemeester en wethouders goedgekeurde:
- 1.
de aanneemsom;
- 2.
de risicoverrekening van loonen materiaalprijsstijgingen
- 3.
de kosten van de architect overeenkomstig de SR 1997 en van de constructeur overeenkomstig de R.V.O.I.
- 1.
1998, voor zover inschakeling hiervan noodzakelijk is;
- 4.
de aanvraag om monumentenvergunning (leges);
- 5.
de verschuldigde BTW, voor zover deze niet kan worden verrekend;
- 6.
de bouwhistorische opname, gericht op de restauratie;
- 7.
de kosten van opstelling van het onderhoudsplan;
- 8.
een reservering voor noodzakelijk meerwerk, dat ten tijde van de raming van de hierboven genoemde kosten redelijkerwijs niet was te voorzien, tot een maximum van 5% van de aanneemsom.
- e.
onderhoudsplan: Een door burgemeester en wethouders goedgekeurd overzicht van onderhoudswerkzaamheden en kosten die gedurende vijftien jaar nodig worden geacht om het kwaliteitsniveau dat met de restauratie wordt bereikt te handhaven.
- f.
eigenaar: Een (rechts)persoon -als bedoeld in artikel
- e.
1.1. van de verordeningdie op het object waarop de aanvraag om subsidie betrekking heeft een zakelijk recht heeft in de zin van:
- 1.
het eigendom
- 2.
het recht van erfpacht;
- 3.
een appartementsrecht;
- 4.
een deelnemingsof lidmaatschaprecht op gebruik van een woning;
- 5.
onder eigenaar wordt tevens verstaan een (rechts)persoon die in het bezit is van een voorlopig koopcontract.
- g.
verlenen van subsidie: Het besluit van burgemeester en wethouders dat aan de eigenaar van een monument een opschortende voorwaardelijke aanspraak verschaft op een subsidie in de kosten van voorzieningen als bedoeld onder punt d. van dit artikel.
- h.
vaststellen van subsidie: Het besluit van burgemeester en wethouders, nadat de voorzieningen als bedoeld in punt d. van dit artikel zijn getroffen, waarbij de hoogte van het subsidie wordt vastgesteld.
- g.
Toelichting:
De beleidsregel is gericht op gemeentelijke monumenten en op beeldbepalende panden die niet de status van beschermd monument hebben. Bij de subsidiëring van beeldbepalende panden komen objecten die tevens de status van rijksmonument hebben dus niet in aanmerking voor subsidie. Restauratiewerkzaamheden die in zelfwerkzaamheid worden uitgevoerd zijn in het kader van deze beleidsregel niet subsidiabel.
Om milieuvriendelijk restaureren te bevorderen is door de gemeente Utrecht een milieuchecklist opgesteld. De extra restauratiekosten bij uitvoering van deze lijst worden, binnen door burgemeester en wethouders te bepalen grenzen, betrokken bij de kosten van voorzieningen als bedoeld in artikel 1d van de beleidsregel.
De reservering als bedoeld in lid d.8. dient als stelpost die eventueel tijdens de restauratie wordt ingevuld als gevolg van onvoorzien meerwerk. Deze invulling gebeurt na overleg met de sectie Monumenten van de gemeente Utrecht.
Voor de opstelling van het onderhoudsplan als bedoeld in lid e. stellen burgemeester en wethouders een model beschikbaar. In principe dient het onderhoudsplan betrekking te hebben op het gehele monument. Hiervan kan door burgemeester en wethouders worden afgeweken indien de restauratie slechts een specifiek onderdeel van het monument betreft.
Artikel 7 Grondslag en werkingssfeer.
- 1.
Op grond van de verordening artikel 3.2., vierde lid, kunnen burgemeester en wethouders een projectsubsidie verlenen voor de kosten van het treffen van voorzieningen ten behoeve van de restauratie van monumenten.
- 2.
Het subsidie wordt berekend over de kosten van voorzieningen met uitzondering van de kosten waarvoor op grond van enige andere -door burgemeester en wethouders aan te wijzenregeling subsidie in de kosten van de voorzieningen kan worden verkregen.
- 3.
Ingeval van brandschade, stormschade et cetera, worden de kosten berekend aan de hand van de kosten van de te treffen voorzieningen minus de bij voldoende dekking uit te keren verzekeringspenningen.
- 4.
Het vastgestelde subsidie wordt verleend aan de eigenaar van het monument waaraan de voorzieningen worden getroffen.
- 5.
Het subsidie wordt -naar keuze van de eigenaarverleend en vastgesteld als een subsidie ineens of een subsidie-op-termijn.
- 6.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dienen de kosten van voorzieningen ten minste EUR 2.270,00 te bedragen.
- 7.
De subsidiabele kosten voor voorzieningen bedragen maximaal EUR
- 227.
000,00. Kosten die dit bedrag te boven gaan komen niet in aanmerking voor subsidie.
- 8.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van de in deze beleidsregel genoemde bedragen af te wijken indien dat in een bijzonder geval in het belang van de monumentenzorg is.
Toelichting:
Op basis van het eerste lid is het mogelijk een bijdrage te verkrijgen voor de restauratie van het casco, mits hiervoor voldoende middelen beschikbaar zijn
(begrotingsvoorbehoud op grond van de verordening artikel 2.5). Het subsi dieplafond van de regeling wordt jaarlijks gepubliceerd.
Onder casco -zijnde een zelfstandige bouwkundige eenheidwordt in ieder geval verstaan de bouwkundige hoofdstructuur bestaande uit gevels, bouwmuren, balklagen, kappen inclusief goten en hemelwaterafvoeren -, kelders, monumentale trappen of de restanten daarvan.
Ten aanzien van het derde lid wordt er vanuit gegaan dat een eigenaar van een object dit in voldoende mate heeft verzekerd.
De voor subsidie in aanmerking komende kosten van voorzieningen, waaronder tevens begrepen de restauratie van schouwen, wandschilderingen en dergelijke, worden bepaald conform de richtlijnen voor de vaststelling van subsidiabele kosten van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Hieronder vallen in ieder geval ook de volgende voorzieningen:
a . herstellen of vervangen van rook(gas)en ventilatiekanalen;
b . herstellen of vervangen van de rioleringen tot en met de aansluiting op het gemeenteriool;
c . herstellen of vervangen van gasen (loden) waterleidingen;
d . herstellen of vervangen van elektrische installaties in de bestaande omvang of, indien daartoe genoodzaakt door de voorschriften van de REMU, uitbreiding tot het vereiste minimumniveau;
e . herstellen of aanbrengen van een bliksembeveiliging;
f . het aanbrengen van voorzieningen die nodig zijn voor een periodieke inspectie van het monument.
In het tweede lid wordt dubbele subsidiëring van voorzieningen aan het casco voorkomen.
In het vierde lid is de eigendomssituatie op het moment van vaststelling van het subsidie bepalend. Het subsidie wordt vastgesteld in de definitieve beschikking met verrekening van meeren minderwerk als bedoeld in artikel
6., onder d., achtste lid van deze beleidsregel. Een en ander overeenkomstig artikel 5.11 van de verordening.
Het vijfde lid biedt de aanvrager een optimale keuzemogelijkheid met betrekking tot de vorm waarin het subsidie beschikbaar wordt gesteld.
Om voor een subsidie in aanmerking te komen dienen de restauratiekosten minimaal EUR 2.270,00 te bedragen. Het maximum bedrag aan goedgekeur de kosten waarover subsidie kan worden toegekend bedraagt EUR
227.000,00. Over het meerdere wordt geen subsidie verleend en vastgesteld. In uitzonderlijke gevallen kunnen burgemeester en wethouders besluiten van de genoemde bedragen af te wijken.
Artikel 8 Subsidie ineens
Het subsidie bedraagt 40% van de bij verlening en vaststelling van het subsidie goedgekeurde kosten van voorzieningen.
Toelichting:
Op grond van dit artikel is, afhankelijk van de kosten van voorzieningen, minimaal een subsidie mogelijk van EUR 908,00 en een maximaal subsidie van EUR 90.800,00.
Artikel 9 Subsidie op termijn
- 1.
Het subsidie op termijn bedraagt 100% van de goedgekeurde kosten van voorzieningen en wordt betaalbaar gesteld aan het eind van de lopende maand van het jaar gelegen vijftien jaar na de vaststelling, mits is voldaan aan de voorwaarden en bepalingen in dit artikel.
- 2.
De hoogte van het voorschot ex artikel 5.11 van de verordening is afhankelijk van het rentepercentage dat de gemeente hanteert op het moment van het verstrekken van het subsidie en is als volgt bepaald:
- -
tot 6,5% rente: 100% van de kosten van voorzieningen, waarvan 0% voorschot;
- -
6,5% tot 7,5% rente: 100% van de kosten van voorzieningen, waarvan 5% voorschot;
- -
7,5% tot 8,5% rente: 100% van de kosten van voorzieningen, waarvan 15% voorschot;
- -
8,5% tot 9,5% rente: 100% van de kosten van voorzieningen, waarvan 20% voorschot;
- -
9,5% tot 10,5% rente: 100% van de kosten van voorzieningen, waarvan 25% voorschot;
- -
10,5% rente en hoger: 100% van de kosten van voorzieningen, waarvan 30% voorschot.
- -
Hierbij wordt voor de kosten van voorzieningen een maximum gehanteerd van EUR 227.000,00.
- 3.
Het in het tweede lid genoemde rentepercentage is gelijk aan de standaardrente zoals dat in overleg tussen de gemeente en de Stichting Nationaal Restauratiefonds is gedefinieerd en door de stichting periodiek aan de gemeente wordt doorgegeven.
- 4.
Een voorschot als bedoeld in het tweede lid wordt op de betalingen ingevolge het eerste lid in mindering gebracht. Dit voorschot wordt uitbetaald bij het vaststellen van het subsidie.
- 5.
Het voorschot, als bedoeld in het tweede lid, wordt voor restaurerende instellingen met 10% verhoogd.
Toelichting:
Het subsidie bedraagt 100% van de door burgemeester en wethouders goedgekeurde kosten van voorzieningen en wordt na vijftien jaar beschikbaar gesteld. Het uiteindelijke subsidiebedrag is afhankelijk van de subsidievoor waarden, waarbij het onderhouden van het monument op basis van het onderhoudsplan een zeer belangrijke is.
De hoogte van het voorschot is afhankelijk van de rentestand op het moment van het verlenen van het subsidie
Een restaurerende instelling is een rechtspersoon die als zodanig door burge meester en wethouders is aangemerkt en die op grond van haar statuten als doelstelling heeft het zonder winstoogmerk restaureren van panden en die tevens als eigenaarverhuurder fiscaal is vrijgesteld.
Artikel 10 Tussentijdse vervreemding
- 1.
Als de eigenaar het monument binnen vijftien jaar na vaststelling van het subsidie vervreemdt, stellen burgemeester en wethouders het subsidie op termijn opnieuw vast volgens de in het tweede lid genoemde tabel, mits aan de voorwaarden en bepalingen in deze beleidsregel is voldaan.
- 2.
De hoogte van het subsidie als bedoeld in het eerste lid bedraagt:
- -
binnen één jaar 40,0% - na acht jaar 65,0%
- -
na één jaar 40,0% - na negen jaar 70.0%
- -
na twee jaar 40,0% - na tien jaar 75,0%
- -
na drie jaar 50,0% - na elf jaar 80,0%
- -
na vier jaar 52,5% - na twaalf jaar 85,0%
- -
na vijf jaar 55,0% - na dertien jaar 90,0%
- -
na zes jaar 57,5% - na veertien jaar 95,0%
- -
na zeven jaar 60,0%
- -
Toelichting
In geval van een eigendomsoverdracht wordt het subsidie op termijn 'afgerekend' met de eigenaar mits deze heeft voldaan aan de voorwaarden en bepalingen in deze beleidsregel. Op het vastgestelde subsidiebedrag op grond van het tweede lid wordt het eventuele voorschot, als bedoeld in artikel 9, tweede lid in mindering gebracht.
Artikel 11 Aanvraag en beschikking.
- 1.
In afwijking van artikel 5.2, tweede lid, van de verordening kan een aanvraag om subsidie minder dan zeventien weken voor de aanvang van het te subsidiëren project worden ingediend.
- 2.
Een aanvraag om subsidie dient door de eigenaar van het monument ondertekend te worden en ingediend bij burgemeester en wethouders op een daarvoor beschikbaar gesteld formulier en dient in ieder geval vergezeld te gaan van de daarbij vermelde gegevens.
- 3.
Indien niet wordt voldaan aan het gestelde in het eerste lid stellen burgemeester en wethouders de aanvrager in de gelegenheid binnen twee weken de door hen aan te leveren ontbrekende gegevens te verstrekken.
Toelichting
De afwijking van artikel 5.2, tweede lid, van de verordening is gebaseerd op het gegeven dat een subsidieaanvraag in veel gevallen binnen de in dat artikel genoemde termijn van zeventien weken kan worden behandeld. Overigens blijft met deze bepaling -wanneer zich alsnog problemen voordoende behandeltermijn zoals aangegeven in artikel 5.6 van de verorde ning gehandhaafd.
De bepalingen in artikel 5.3, tweede lid van de verordening zijn voor de aan vraag om een restauratiesubsidie niet relevant. Uitgangspunt is het technisch
herstel van het monument. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen rechtspersonen en natuurlijke personen.
Indien de ingediende gegevens -ook na een verzoek om ontbrekende gege vensonvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag kunnen burgemeester en wethouders besluiten de aanvraag niet ontvankelijk te verklaren
(niet in behandeling te nemen).
Artikel 12 Weigeringsgronden
- 1.
Burgemeester en wethouders verlenen geen subsidie indien;
- a.
met het treffen van de voorzieningen het belang van monumentenzorg niet of onvoldoende wordt gediend;
- b.
de kosten van voorzieningen niet in een redelijke verhouding staan tot het te bereiken resultaat;
- c.
met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat de aanvrager een subsidiebeschikking heeft ontvangen;
- d.
voor de betreffende voorzieningen binnen een termijn van vijftien jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag wordt ingediend reeds eerder subsidie is verleend;
- e.
voor de te treffen voorzieningen een monumentenvergunning is vereist en deze (nog) niet is verleend.
- a.
- 2.
In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het gestelde in het eerste lid onder c. en d.
Toelichting
De bepaling onder c. is opgenomen om de bouwtechnische kwaliteit van de te restaureren onderdelen vooraf vast te kunnen stellen ten behoeve van de bepaling van de kosten van voorzieningen.
Via de bepalingen onder d. wordt een relatie gelegd met de duur van het op grond van artikel 14 van deze beleidsregel vereiste onderhoudsplan.
Artikel 13 Subsidievoorwaarden
- 1.
Subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat;
- a.
het werk wordt aanbesteed overeenkomstig door burgemeester en wethouders nader te stellen eisen;
- b.
de aanvang van het werk tenminste twee weken van tevoren wordt gemeld bij burgemeester en wethouders;
- c.
met de uitvoering van de werkzaamheden is begonnen is begonnen binnen 26 weken na de datum van verlening van subsidie;
- d.
binnen 130 weken na verlening van subsidie moeten de werkzaamheden zijn voltooid en de gereedmelding als bedoeld in artikel 15 zijn ingediend.
- e.
aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen:
- a.
- 1.
toegang wordt verleend tot het monument waarvoor het subsidie is verleend.
- 2.
inzage wordt verleend in de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in het eerste lid en daarnaast in het belang van het monument aanvullende voorwaarden verbinden aan het verlenen van subsidie.
Toelichting
De aanbesteding dient plaats te vinden volgens het Uniform
Aanbestedingsreglement (UAR 2001).
De termijn van 130 weken in lid d. is gelet op de aard van een restauratieproject vastgesteld in afwijking van artikel 5.7 van de verordening.
De sectie Monumenten van de gemeente Utrecht dient te worden betrokken bij de uitvoering van de subsidievoorwaarden. Hier dient ook conform het tweede lid, onder b de aanvang van het werk te worden gemeld.
Artikel 9 Onderhoudsvoorwaarden
- 1.
Subsidie wordt verleend en vastgesteld onder de voorwaarde dat de eigenaar het monument conform het onderhoudsplan zal onderhouden.
- 2.
De voorwaarden in dit artikel gelden gedurende een periode van vijftien jaar na de vaststelling van het subsidie.
- 3.
Als onderdeel van de voorwaarde in het eerste lid dient de eigenaar een maal per twee jaar een bouwkundig inspectierapport te overleggen, opgesteld door een naar het oordeel van burgemeester en wethouders deskundige partij; onder de verplichting om de in het rapport geconstateerde bouwtechnische gebreken te herstellen. Burgemeester en wethouders kunnen een termijn stellen waarbinnen deze gebreken dienen te zijn hersteld.
- 4.
De eigenaar is verplicht het object waarvoor subsidie is verleend voldoende te verzekeren.
Toelichting
Op grond van artikel 4.38 van de Algemene Wet Bestuursrecht kunnen burgemeester en wethouders bij verlening van een subsidie doelgerichte ver plichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van het subsidie. In dit geval gericht op de instandhouding van het bereikte kwaliteitsniveau van het monument na restauratie gedurende een periode van tenminste vijftien jaar.
De in het eerste lid genoemde beheersvoorwaarde met betrekking tot het onderhoud na restauratie geldt zowel voor een subsidie ineens als voor een subsidie-op-termijn. Aan overtreding van deze voorwaarde zullen burgemeester en wethouders op grond van artikel 16 van deze beleidsregel sancties verbinden.
Als deskundige partij voor het opstellen van een inspectierapport wordt in ieder geval de Monumentenwacht aangemerkt. De interval tussen de te leve ren onderhoudsrapporten is gebaseerd op het beleid van de Monumentenwacht ten aanzien van de gemiddelde inspectietermijn voor woonhuismonumenten.
Het vierde lid is de invulling van artikel 6.3, tweede lid van de verordening betreffende verzekering van onroerende zaken bij subsidiëring van een res tauratieproject.
Artikel 15 Gereedmelding en vaststelling subsidie
- 1.
Vaststelling van het subsidie vindt plaats nadat:
- a.
de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden bij burgemeester en wethouders zijn gereedgemeld, gecontroleerd en akkoord bevonden;
- b.
een overzicht is overgelegd van de gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde voorzieningen en de daarop betrekking hebbende kosten;
- c.
een overzicht is overgelegd van het uitgevoerde meeren minderwerk, alsmede over de invulling van de reservering als bedoeld in artikel 6.d. onder 8.
- a.
- 2.
De hoogte van het vast te stellen subsidie wordt berekend op basis van de bij de verlening aanvaarde kosten van voorzieningen of de werkelijke kosten van de voorzieningen als deze hoger dan wel lager zijn.
- 3.
De gereedmelding als bedoeld in het eerste lid bevat: a. een volledig ingevuld gereedmeldingsformulier; b. een kostenoverzicht;
- c.
alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden.
- c.
- 4.
Burgemeester en wethouders kunnen er mee instemmen dat de aanvrager in plaats van rekeningen en betalingsbewijzen een verklaring van een registeraccountant overlegt waaruit blijkt dat het overgelegde kostenoverzicht juist en volledig is.
Toelichting
De uiterste datum van indiening van de geldelijke verantwoording is aange geven in artikel 13, onder d. In het kader van de vaststelling van het subsidie vindt een controle van het uitgevoerde werk plaats door toetsing aan het door burgemeester en wethouders goedgekeurde restauratieplan (zie ook artikel 12).
Voor de indiening van de geldelijke verantwoording wordt door burgemeester en wethouders conform artikel 5.6 van de verordening een model ter beschikking gesteld.
Artikel 16 Intrekking van subsidie
- 1.
In geval van niet naleving van één van de voorwaarden als bedoeld in de verordening en deze beleidsregel zullen burgemeester en wethouders al naar gelang de ernst van de overtreding;
- a.
een besluit tot verlening en/of vaststelling van subsidie geheel of gedeeltelijk intrekken en niet of niet geheel tot uitbetaling van het subsidie overgaan;
- b.
reeds betaalde subsidie (waaronder mede begrepen een eventueel voorschot op het subsidie-op-termijn) geheel of gedeeltelijk terugvorderen.
- a.
- 2.
In het geval de niet naleving van de voorwaarden als bedoeld in de verordening en deze beleidsregel de eigenaar niet verwijtbaar is, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de in het eerste lid genoemde sancties geheel of gedeeltelijk niet te treffen.
Artikel 17 Slotbepalingen
- 1.
Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel subsidieverstrekking restauratie monumenten.
- 2.
De beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2003. Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeesters en wethouders van Utrecht, gehouden op 17 december 2002.
De secretaris, De burgemeester,
Drs. M.J.C. Heeremans Mr. A.H. Brouwer-Korf
Bekendmaking is geschied op 2 januari 2003.
Deze beleidsregel is in werking getreden op 1 januari 2003.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl