Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Waalre houdende regels voor de verpachting van kermisstandplaatsen Verordening, regelende de voorwaarden voor de verpachting van kermisstandplaatsen

Geldend van 02-02-1994 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Waalre houdende regels voor de verpachting van kermisstandplaatsen Verordening, regelende de voorwaarden voor de verpachting van kermisstandplaatsen

VERORDENING REGELENDE DE VOORWAARDEN VOOR DE VERPACHTING VAN KERMISSTANDPLAATSEN

DE RAAD VAN DE GEMEENTE WAALRE

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 januari 1994 nr. 2;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht

BESLUIT:

vast te stellen de Verordening regelende de voorwaarden voor de verpachting van kermisstandplaatsen.

Afdeling I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuursorgaan : het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    pachter : degene die een standplaats pacht op een door de gemeente aangewezen kermisterrein;

  • c.

    inrichting : de op een standplaats aanwezige ruimte(n)n en/of installaties;

  • d.

    inschrijving : het in een lijst opnemen van verzoeken om in aanmerking te komen voor toewijzing van een standplaats.

Afdeling II Kermissen

Artikel 2

In de gemeente worden jaarlijks twee kermissen gehouden.

Artikel 3

De in artikel 2 genoemde kermissen worden gehouden:- in kerkdorp Aalst, vanaf de eerste zondag in juli tot en met de daarop volgende woensdag en- in kerkdorp Waalre, vanaf de eerste zondag na 15 augustus tot en met de daarop volgende woensdag.

Artikel 4

De opening van de in artikel 3 genoemde kermissen geschiedt op de aan genoemde zondagen direct voorafgaande zaterdagen om 14.00 uur.

Afdeling III Aanbod

Artikel 5

  • 1. Het bestuursorgaan maakt de mogelijkheid van inschrijving bekend in één of meer vakblad(en).

  • 2. Bij de bekendmaking kan het bestuursorgaan meedelen voor welke inrichtingen geen inschrijving zal plaats vinden.

  • 3. Het bestuursorgaan vermeldt in de bekendmaking de eventueel door hem vastgestelde maximale ritprijs, toegangsprijs of inworp die op de kermis mag worden gehanteerd.

Artikel 6

Het bestuursorgaan is gehouden zijn aanbod gestand te doen wat betreft soort, aantal en kwaliteit van de kermisattracties waarvoor de inschrijving werd opengesteld.

Afdeling IV Inschrijving

Artikel 7

  • 1. Inschrijving dient te geschieden op daartoe door het bestuursorgaan vastgestelde en ter beschikking gestelde formulieren. Bij dit formulier wordt een exemplaar van deze voorwaarden ter hand gesteld.

  • 2. Op één inschrijfformulier mag slechts voor één inrichting worden ingeschreven. Inschrijvingen voor een combinatie van twee of meer inrichtingen worden niet in behandeling genomen.

  • 3. Inschrijvingen, bevattende concurrentiebedingen die tot doel hebben andere inrichtingen dan waarvoor wordt ingeschreven, te weren of slechts om bepaalde personen toe te laten, worden niet in behandeling genomen.

  • 4. In afwijking van het eerste lid kan het bestuursorgaan besluiten tot onderhandse inschrijving.

Artikel 8

  • 1. De inschrijfformulieren moeten vóór een door het bestuursorgaan bepaalde datum zijn ontvangen. Inschrijvingen die na deze datum zijn ontvangen, worden niet in behandeling genomen.

  • 2. Als het inschrijvingsformulier niet volledig is ingevuld, krijgt de pachter van het bestuursorgaan gedurende twee dagen na een desbetreffende mededeling de gelegenheid de ontbrekende gegevens aan te vullen.

  • 3. Een besluit om een inschrijving niet in behandeling te nemen wordt aan de pachter bekendgemaakt binnen één week na de in het eerste lid bedoelde datum. In de in het tweede lid bedoelde geval geschiedt deze bekendmaking binnen vier weken nadat de in dat lid bedoelde termijn ongebruikt is verstreken of de ontbrekende gegevens onvoldoende zijn verstrekt.

Afdeling V Toewijzing standplaatsen

Artikel 9

  • 1. Het bestuursorgaan besluit binnen vier weken na de in artikel 8, eerste lid, bedoelde datum over de toewijzing van de standplaatsen.

  • 2. Het bestuursorgaan maakt het besluit bekend door toezending aan de pachters.

Artikel 10

Met inschrijving voor bepaalde standplaats wordt, indien die mogelijkheid door het bestuursorgaan wordt geboden, bij de toewijzing zoveel mogelijk rekening gehouden.

Artikel 11

De standplaatsen worden door de marktmeester aangewezen volgens een door het bestuursorgaan goedgekeurd plan.

Afdeling VI Verpachting

Artikel 12

De standplaatsen worden verpacht door het bestuursorgaan.

Artikel 13

  • 1. De pachtsom moet in twee gelijke termijnen worden betaald:

    • a.

      de eerste termijn binnen twee weken na dagtekening van de toewijzing van de standplaats;

    • b.

      de tweede termijn twee weken vóór de aanvang van de kermis.

  • 2. Als de pachtsom niet is betaald binnen de in het eerste lid genoemde termijnen, wordt de pacht ontbonden door een schriftelijke verklaring van het bestuursorgaan aan de pachter.

Artikel 14

  • 1. Wanneer de kermis door een niet aan de gemeente toe te rekenen oorzaak niet doorgaat of wordt onderbroken, wordt de pachtsom geheel gerestitueerd, dan wel gedeeltelijk naar rato van het aantal dagen, waarop de standplaatsen niet kunnen worden gebruikt.

  • 2. De pachter vrijwaart de gemeente voor aansprakelijkheid wegens geleden schade als gevolg van het niet doorgaan of ophouden van de kermis als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Wanneer door een niet aan de pachter toe te rekenen oorzaak de toegewezen standplaats niet kan worden ingenomen, wordt de pachtsom, dan wel het betaalde gedeelte, gerestitueerd.

Afdeling VII Innemen standplaats

Artikel 15

  • 1. De pachter is verplicht de hem toegewezen standplaats in te nemen.

  • 2. Afstand, overdracht of ruiling van standplaatsen is niet geoorloofd, tenzij met toestemming van het bestuursorgaan.

Artikel 16

  • 1. Een standplaats moet uiterlijk om 10.00 uur op de dag, voorafgaande aan de aanvang van de kermis, door de pachter zijn ingenomen.

  • 2. Als de pachter niet aan het in het eerste lid bepaalde voldoet, verliest hij het recht op de standplaats.

Artikel 17

  • 1. Met het opbouwen van de inrichtingen mag eerst worden begonnen vanaf 12.00 uur op de woensdag voorafgaande aan de aanvang van de kermis en nadat de marktmeester daarvoor toestemming heeft gegeven.

  • 2. Na de aanvang van de kermis mag niet meer worden gebouwd. Met het afbreken van de inrichtingen mag niet worden begonnen vóór het sluitingsuur.

  • 3. Gedurende de kermis mogen, anders dan met voorafgaande toestemming van de marktmeester, op het kermisterrein geen woon- en pakwagens staan.

  • 4. Het bestuursorgaan draagt er zorg voor dat het kerkgebouw aan de Markt te Waalre-dorp te allen tijde onbelemmerd bereikbaar is voor rouw- en/of trouwstoeten.

Afdeling VIII erplichtingen van de gemeente

Artikel 18

  • 1. De gemeente zorgt voor voldoende wateraftappunten en stroomtoevoerscontacten op het kermisterrein en op het terrein voor de woonwagens.

  • 2. De gemeente zorgt tijdens de kermis voor politietoezicht.

  • 3. De gemeente zorgt tijdens en na afloop van de kermis voor de reiniging van het kermisterrein en het terrein voor de woonwagens.

Afdeling IX Orde en veiligheid

Artikel 19

  • 1. De pachter is verplicht in zijn inrichting toe te laten:

    • a.

      ambtenaren van de politie;

    • b.

      ambtenaren van bouw- en woningtoezicht;

    • c.

      de brandweer;

    • d.

      andere vertegenwoordigers van de gemeente.

  • 2. De pachter is verplicht de aanwijzingen op te volgen die in het eerste lid genoemde personen geven in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid en/of goede zeden.

  • 3. De pachter is voor de kermisinrichting gebonden aan de door NV PNEM te ’s-Hertogenbosch gestelde voorwaarden (m.n. aan de “veiligheidsvoorschriften voor laagspanningsinstallaties” NEM 1010 laatste versie).

Artikel 20

Het is verboden:

  • a.

    muziek ten gehore te brengen buiten de openingsuren, behoudens voor het afstellen en testen van geluidsinstallaties.

  • b.

    gebruik te maken van sirenes, hoorns - anders dan in een draaizaak om het begin en einde van een rit aan te geven – anders dan in een draaizaak om het begin en einde van een rit aan te geven – en/of andere overmatig lawaaimakende apparaten;

  • c.

    in verkoopzaken gebruik te maken van versterkers;

  • d.

    in vermaakzaken consumptie-artikelen of andere voorwerpen te verkopen;

  • e.

    vóór het sluitingsuur van de kermis inrichtingen te sluiten, of onverlicht te laten.

Afdeling X Aansprakelijkheid

Artikel 21

  • 1. De pachter is verplicht het risico van aansprakelijkheid wegens geleden schade die ontstaat ten gevolge van het aanvoeren, plaatsen, hebben, gebruiken en afbreken van zijn inrichting te verzekeren.

  • 2. De pachter vrijwaart de gemeente voor alle in het eerste lid bedoelde aansprakelijkheid wegens geleden schade.

  • 3. De gemeente is aansprakelijk voor de in het eerste lid bedoelde schade, als deze het gevolg is van door de gemeente voor de samenstelling van de kermis genomen of voorgeschreven maatregelen.

Afdeling XI Sancties

Artikel 22

De pachter verbeurt in de volgende gevallen aan de gemeente een boete van 50% de pachtsom met een minimum van f 500,-:

  • a.

    als een hogere ritprijs, toegangsprijs of inworp wordt gevraagd dan de door het bestuursorgaan vastgestelde maxima;

  • b.

    bij overtreding van de bepalingen genoemd in de artikelen 15, 17, 19 en 20.

Artikel 23

  • 1. De gemeente Waalre is aangesloten bij de “Inlichtingendienst nalatige kermisexploitanten” van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Het bestuursorgaan houdt zich het recht voor om bij niet-naleving van de in deze voorwaarden gestelde voorschriften of de daaruit voortvloeiende maatregelen hiervan mededeling te doen bij deze vereniging. Zij geven hiervan tegelijkertijd kennis aan de betrokken pachter, onder mededeling dat hij zich tot een organisatie van kermisexploitanten kan wenden, teneinde zijn belangen bij genoemde vereniging te doen behartigen.

  • 2. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft het recht om de in het eerste lid bedoelde mededeling ter kennis te brengen van de daarvoor in aanmerking komende gemeentebesturen. Zij gaat hiertoe niet over dan nadat de kalendermaand volgende op die waarin de mededeling van het bestuursorgaan is ontvangen, is verstreken.

Afdeling XII Citeertitel

Artikel 24

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening, regelende de voorwaarden voor de verpachting van kermisstandplaatsen”.

Afdeling XIII Inwerkingtreding

Artikel 25

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die, waarop zij is bekend gemaakt.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 25 januari 1994.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE WAALRE,de secretaris, de voorzitter,

1 AFWIJKENDE BEPALINGEN TEN OPZICHTE VAN DE ALGEMENE WET BESTUURSRECHT

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 7.Dit artikel bepaalt dat inschrijving geschiedt middels een inschrijvingsformulier, indien niet wordt besloten tot onderhandse inschrijving. Op dit formulier staat welke gegevens moeten worden ingevuld. Dit kunnen onder meer zijn:

  • a.

    naam- en adres;

  • b.

    bank- en/of gironummer;

  • c.

    naam en omschrijving inrichting;

  • d.

    afmetingen van de inrichting;

  • e.

    aantal woon- en pakwagens;

  • f.

    aanduiding van het verlangde terrein;

  • g.

    de geboden pachtsom.

Ingevolge artikel art 6:234 van het Burgerlijk Wetboek (BW) moeten de algemene voorwaarden door de gemeente aan de wederpartij ter hand worden gesteld.

Artikel 8.De regeling met betrekking tot de ontvangst van de formulieren is analoog aan het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 13.Als de pachter nalatig blijft de pachtsom te betalen, heeft de gemeente de keuze tussen opschorting van haar verplichtingen (art. 6:52 BW) en ontbinding (art. 6:265 BW). Opschorting is weinig zinvol, omdat daarmee de standplaats niet wordt bezet, wat nu juist het doel van de kermis is. Daarom is gekozen voor ontbinding. Daarvoor is een schriftelijke verklaring nodig: art. 6:267 BW.

Artikel 14.Dit artikel regelt de gehele of gedeeltelijke restitutie van de pachtsom in geval van niet aan de gemeente c.q. de pachter toe te rekenen oorzaken. Zie voor dit criterium de artikelen 6:75 – 6:80 BW.Verder bevat dit artikel een vrijwaring voor schade die voor de pachter voortvloeit uit het niet-doorgaan van de kermis. Bedingen die een bevrijding inhouden van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding, worden ingevolge artikel 6:237 onder f BW vermoed onredelijk te zijn (“grijs beding”). De gemeente moet aantonen dat het beding redelijk is. Het beroep op overmacht is in het algemeen een redelijke grond van vrijwaring.

Artikel 21.Dit artikel bevat eveneens een exoneratieclausule. De gemeente kan in dit geval de redelijkheid van de exoneratie aantonen door erop te wijzen dat de exploitanten van kermisactiviteiten tegen de in dit artikel genoemde schade verzekerd behoren te zijn. Het eerste lid verplicht overigens de exploitanten die verzekering te sluiten.

Artikel 22.Dit artikel verplicht de pachter tot betaling van een geldsom bij niet-nakoming van een aantal bepalingen. Boetebedingen moeten voldoen aan de bepalingen van de artikelen 6:91 – 6:98 BW. Éen van die bepalingen is dat de schuldeister (i.c. de gemeente) geen nakoming van het boetebeding kan vorderen als de tekortkoming niet aan de schuldenaar (i.c. de pachter) kan worden toegerekend.