Marktreglement Utrecht 1997

1. De vergunninghouder van een vaste standplaats dient deze plaats minimaal dertig minuten voor de aanvang van de markt te hebben bezet.

2. Voldoet de vergunninghouder niet aan de verplichting, omschreven in het eerste lid, wordt de vaste standplaats voor een dagplaats gehouden en als zodanig uitgegeven.

3. De marktmeester kan van het gestelde in het tweede lid afwijken, indien de vergunninghouder minimaal dertig minuten voor de aanvang van de markt, onder opgave van een geldige reden, welke hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de standplaats vrij te houden.

1. Het is niet toegestaan meer dan twee uren voor de aanvang van de markt goederen, zaken, waren en/of verkoopmiddelen op de markt aan te voeren.

2. De aanvoer van goederen, zaken, waren en/of verkoopmiddelen dient een half uur voor de aanvang van de markt te zijn beëindigd.

3. Alle vervoermiddelen van vergunninghouders en/of andere aanvoermiddelen dienen voor het aanvangstijdstip van de markt van het marktterrein te zijn verwijderd.

4. Ingeval van bijzondere omstandigheden, zulks ter beoordeling van de marktmeester, kan toestemming worden verleend van de verplichtingen, neergelegd in het tweede lid en/of derde lid, af te wijken.

1. Het is de vergunninghouder niet toegestaan goederen, zaken, waren en/of verkoopmiddelen af te voeren voor de sluitingstijd van de markt.

2. Het afvoeren dient te zijn beëindigd en de voertuigen dienen te zijn verwijderd uiterlijk één uur na de sluitingstijd van de markt.

1. Het is niet toegestaan, gedurende de markttijd, de tijd van opbouw of verwijdering van de kramen en van het schoonmaken van de markt, enig voertuig of voorwerp te plaatsen of geplaatst te houden, dat geen relatie heeft met de markt.

2. Indien er in strijd wordt gehandeld met het bepaalde in het eerste lid, kan het voertuig of voorwerp, op kosten van de overtreder, van gemeentewege worden verwijderd.

1. Het is niet toegestaan tijdens de marktijd op het marktterrein met goederen of waren ter verkoop rond te lopen of te rijden.

2. De marktmeester kan toestemming verlenen van het bepaalde in het eerste lid af te wijken, indien het verkoop betreft van alcoholvrije dranken en geringe eetwaren, uitsluitend ten behoeve van vergunninghouders.

1. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot sluitingstijd van de markt in te nemen.

2. Ingeval van bijzondere omstandigheden, zulks ter beoordeling van de marktmeester, kan toestemming worden verleend van de verplichting, neergelegd in het eerste lid, af te wijken.

3. Het is de vergunninghouder niet toegestaan, zonder toestemming van de marktmeester, de standplaats langer dan dertig minuten per marktdag te verlaten.

1. De vergunninghouder is verplicht:

• a.

  er zorg voor te dragen dat de standplaats een goed verzorgd aanzien biedt;

• b.

  tijdens de markt het door hem geproduceerde afval in te zamelen en te deponeren in de door de marktmeester aangewezen marktcontainers;

• c.

  indien op de betreffende markt het afval gescheiden wordt ingezameld, mee te werken aan gescheiden afvalinzameling;

• d.

  alvorens het marktterrein te verlaten de standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren, zulks ter beoordeling van de marktmeester;

• e.

  visafval zelf af te voeren;

• f.

  geen ander afval in de marktcontainers te storten dan marktafval;

• g.

  een tweetal afvalbakken van voldoende afmeting, zulks ter beoordeling van de marktmeester, voor de standplaats te plaatsen, indien de standplaats is ingericht om eet- en drinkwaren voor directe consumptie te verkopen.

2. Indien de verplichting, zoals genoemd in het eerste lid onder d., niet wordt nagekomen kan dit van gemeentewege, doch op kosten van de vergunninghouder geschieden.

3. Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat de vergunninghouder het afval zelf dient af te voeren.

1. Het is de vergunninghouder niet toegestaan;

• a.

  geluidsdragers op de standplaats aanwezig te hebben, anders dan ter verkoop;

• b.

  gebruik te maken van geluidsdragers ter versterking van geluid.

2. De marktmeester kan in bijzondere gevallen en onder door hem te stellen voorwaarden toestemming geven van het gestelde in het eerste lid af te wijken.

1. Het is de vergunninghouder niet toegestaan verwarmingstoestellen op de standplaats te gebruiken.

2. De marktmeester kan, onder door hem te stellen voorwaarden, toestemming verlenen van het in het eerste lid gestelde af te wijken.

1. Het is niet toegestaan waren, die krachtens een wettelijk voorschrift niet op een markt verhandeld mogen worden, op de markt in voorraad te houden of uit te stallen.

2. Indien het in het eerste lid gestelde niet wordt nagekomen, is de marktmeester bevoegd de waren van de markt te laten verwijderen.

1. Vergunninghouders van vaste standplaatsen, die wegens ziekte verhinderd zijn hun standplaats in te nemen, alsmede degenen die op de in artike113, eerste lid, bedoelde lijst zijn geplaatst en die zich om dezelfde reden niet op de markt kunnen melden, dienen burgemeester en wethouders daarvan schriftelijk in kennis te stellen.

2. Deze schriftelijk mededeling dient vóór de betreffende marktdag door burgemeester en wethouders te zijn ontvangen. Bij plotselinge verhindering moet de marktmeester telefonisch of anderszins mondeling worden ingelicht, gevolgd door een schriftelijke bevestiging aan burgemeester en wethouders.

3. Bij langdurige afwezigheid van een vergunninghouder wegens ziekte dient, ten bewijze van deze reden van verhindering, iedere drie maanden een geneeskundige verklaring te worden overgelegd.

4. Vervanging wegens ziekte kan geschieden voor een periode van ten hoogste twee jaren, gerekend vanaf de eerste dag van afwezigheid.

5. De standplaatshouder kan zich wegens ziekte uitsluitend laten vervangen door:

• a.

  de relatiepartner;

• b.

  een bloed- of aanverwant in de eerste graad;

• c.

  een persoon die bij de vergunninghouder in loondienst is.

6. Voorafgaande aan de vervanging dient de vervanger te bewijzen dat hij één van de in het vijfde lid genoemde status bezit door overlegging van:

• a.

  een uittreksel uit het bevolkingsregister;

• b.

  een uittreksel uit het geboorteregister;

• c.

  een werkgeversverklaring.

1. Vergunninghouders van vaste standplaatsen die wegens vakantie hun standplaats niet innemende, alsmede degenen die op de in artikel 13, eerste lid bedoelde lijst zijn geplaatst en zich om dezelfde redenen niet op de markt melden, dienen daarvan tijdig schriftelijk kennis te geven aan burgemeester en wethouders, onder opgave van de duur van de vakantie.

2. Artikel 12, eerste lid, onder d. en artikel 14, eerste lid, onder d. van de Marktverordening Utrecht 1997 blijven, indien is voldaan aan het eerste lid van dit artikel, voor ten hoogste zes marktdagen per kalenderjaar buiten werking.

3. De standplaatshouder kan zich wegens vakantie uitsluitend laten vervangen door:

• a.

  de relatiepartner;

• b.

  een bloed- of aanverwant in de eerste graad;

• c.

  een persoon die bij de vergunninghouder in loondienst is.

4. Voorafgaande aan de vervanging dient de vervanger te bewijzen dat hij in het bezit is van een status, zoals bedoeld in het derde lid van dit artikel, zulks door middel van overlegging van:

• a.

  een uittreksel uit het bevolkingsregister;

• b.

  een uittreksel uit het geboorteregister;

• c.

  een werkgeversverklaring.