Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR51851
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR51851/1
Regeling vervallen per 01-01-2012
verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2010
Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2011
De raad van de gemeente Bolsward,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 november 2009;
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet
gelet op het bepaalde in de Parkeerverordening Bolsward;
besluit:
vast te stellen de:
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VANPARKEERBELASTINGEN 2010
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
- b.
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
- c.
parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:
- a.
een belasting terzake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;
- b.
een belasting terzake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.
Artikel 3 Belastingplicht
-
1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.
-
2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
- a.
degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;
- b.
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:
1e indien een voor ten hoogste 3 maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;
2e indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.
- a.
-
3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig gebruik heeft gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
-
4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.
Artikel 4 Maatstaf van heffing belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld
-
1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.
-
2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.
Artikel 6 Wijze van heffing en termijn van betaling
-
1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven door middel van parkeerapparatuur en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren.
-
2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.
-
3. Een naheffingsaanslag moet binnen 30 dagen na dagtekening van het aanslagbiljet worden betaald.
Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door burgemeester en wethouders bij openbaar bekend te maken besluit.
Artikel 8 Kosten
De kosten van de naheffingsaanslag terzake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 51,00.
Artikel 9 Kwijtschelding
Bij de invordering van de parkeerbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van parkeerbelastingen.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De "Verordening parkeerbelastingen 2009" vastgesteld 9 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.
-
4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening parkeerbelastingen 2010".
Tarieventabel
Behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2010.
1. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt:
Straat |
Maximale duur |
Tarief voor de eerste 15 minuten |
Tarief voor elke volgende eenheid van 7 minuten |
Bargefenne |
1½ uur |
€ 0,20 |
€ 0,10 |
Broereplein |
1½ uur |
€ 0,20 |
€ 0,10 |
Dijkstraat |
1½ uur |
€ 0,20 |
€ 0,10 |
Nieuwmarkt |
1½ uur |
€ 0,20 |
€ 0,10 |
Raadhuisplein |
2 uur |
€ 0,20 |
€ 0,10 |
Skilwyk |
1½ uur |
€ 0,20 |
€ 0,10 |
Snekerpoort |
1½ uur |
€ 0,20 |
€ 0,10 |
Straat |
Maximale duur |
Tarief voor de eerste 8 minuten |
Tarief voor de volgende eenheid van 7 minuten |
Marktstraat |
15 minuten |
€ 0,50 |
€ 0,50 |
2. Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:
- a.
voor de eigenaar of houder van een motorvoertuig (voertuig) voor zolang deze voor de uitoefening van zijn beroep of bedrijf werkzaam is in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en aannemelijk maken dat het voor de duur van de uitvoering van die werkzaamheden noodzakelijk is dat deze in dat gebied een (motor)voertuig parkeert:
* voor een dag € 6,50;
* voor een week € 32,50;
* voor een maand € 130,00;
- b.
voor de eigenaar of houder van een motorvoertuig (voertuig) voor zolang deze in het gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn een huisartsenpraktijk uitoefent en aannemelijk maakt dat het in het belang van zijn beroepsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een (motor)voertuig te parkeren:
* voor een jaar € 235,00.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl