Regeling vervallen per 16-12-1935

Instructie Gemeentesecretaris

Geldend van 01-07-1923 t/m 15-12-1935

Intitulé

Instructie Gemeentesecretaris

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 1923 Nr. 34

Instructie Gemeentesecretaris

(Huish. verordeningen en instructiën

Besluit

vast te stellen de volgende:

INSTRUCTIE

voor den Secretaris der

Gemeente Utrecht.

Artikel 1

De Secretaris is den Raad, Burgemeester en Wethouders, den Burgemeester en Commissiën van den Raad in alles, wat het hun opgedragen bestuur en hunne werkzaamheden aangaat, behulpzaam.

Voor de toepassing van het Ambtenarenreglement 1919 ia hij als het hoofd van den diensttak “de Secretarie, inspectie Onderwijs en Wijken” te beschouwen.

Artikel 2

Hij woont alle vergaderingen, zoo van den Raad als van Burgemeester en Wethouders, bij.

Artikel 3

Hij houdt in die vergaderingen aanteekening van de plaats hebbende stemmingen en doet op uitnodiging van den Voorzitter voorlezing der stukken.

Hij draagt zorg voor het opmaken der notulen van de raadsvergaderingen en houdt in de vergadering van Burgemeester en Wethouders aanteekening van de daar genomen beslissingen.

Artikel 4

Hij is belast met het toezicht op de gemeentesecretarie.

In het bijzonder zoet hij toe, dat de ambtenaren op de daarvoor bepaalde uren op de bureaux aanwezig zijn en aan de hun opgedragen verplichtingen voldoen.

Artikel 5

Hij regelt onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders de werkzaamheden tusschen de verschillende afdeelingen.

Artikel 6

Hij zorgt voor den geregelden gang der werkzaamheden ter secretarie en voor het behoorlijk houden der vereischten registers en agenda’s.

Artikel 7

Door hem worden alle stukken, die van den Raad of van Burgemeester en Wethouders uitgaan, mede onderteekend.

Uittreksels en afschriften en stukken ten behoeve van bijzondere personen, met machtiging van Burgemeester en Wethouders afgegeven, worden alleen door hem geteekend.

Artikel 8

Hij zorgt dat alle stukken, aan commissiën uit den Raad of aan Burgemeester en Wethouders ter behandeling opgedragen, aan deze geworden en dat zij eveneens ontvangen alle stukken uit het archief, die zij te hunner inlichting nodig achten. Hij verleent aan deze commissiën bijstand, zoo deze het verlangen, of draagt aan den Burgemeester een der ambtenaren van de secretarie voor teneinde hem daarbij te vervangen.

Artikel 9

Hij zorgt, dat aan ieder lid van den Raad inzage wordt gegeven van de door deze verlangde stukken uit het archief, mits die niet buiten het Stadhuis worden verplaatst.

Artikel 10

Hij geeft op last van den Burgemeester van elk ingezetene der gemeente, die dit vraagt, ter secretarie inzage van de besluiten van den Raad, zooverre daaromtrent, volgens artikel 43 der gemeentewet, geene geheimhouding is opgelegd.

Op gelijken last geeft hij daarvan afschriften tegen het daarvoor vastgestelde tarief.

Artikel 11

Hij is belast met het beheer van dat gedeelte van het gemeentearchief, dat dagteekent van het jaar 1813 en later – het zoogenaamd nieuw-archief – met uitzondering van dat gedeelte daarvan, dat volgens besluit van Burgemeester en Wethouders naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats is overgebracht; in het bijzonder draagt hij zorg dat dit nieuw-archief behoorlijk geordend en voor het gebruik geschikt wordt gehouden.

Artikel 12

Hij verleent toegang tot het nieuw-archief aan hen, die dit vragen, voorzoover daartegen geen bezwaar bestaat.

Artikel 13

Hij vergezelt, wanneer dit gewenscht wordt, Burgemeester en Wethouders of hunne gecommitteerden, of den Burgemeester, wanneer zij zich in of wegens hunne betrekking verplaatsen, en houdt voorzooveel nodig aanteekening van het verhandelde.

Artikel 14

De ter secretarie geheven wordende leges verantwoordt hij om de 3 maanden aan Burgemeester en Wethouders, en stort ze in de gemeentekas.

Artikel 15

Hij bewaart het Zegel der stad.

Artikel 16

Ingeval van brand binnen een kring van 300 m van het Stadhuis, van oproerige beweging, van samenscholing of andere stoornis der openbare orde, begeeft hij zich ten spoedigste naar het Stadhuis, tenzij zijn eigen woning of die zijner naaste betrekkingen mocht worden bedreigd.

Hij overtuigt zich, dat alle daartoe verplichte ambtenaren alsdan mede aldaar aanwezig zijn.

Artikel 17

Hij geniet een jaarlijksch verlof van 24 werkdagen.

Artikel 18

Ingeval hij tengevolge van ziekte of andere redenen verhinderd is zijne werkzaamheden te verrichten, geeft hij daarvan zoo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen 12 uur, kennis aan den Burgemeester.

Artikel 19

Bij ontstentenis of verhindering wordt hij vervangen door een daartoe door Burgemeester en Wethouders aangewezen ambtnaar.

Artikel 20

Deze instructie treedt in werking op een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen dag.

Alsdan vervalt de instructie voor den Secretaris der Stad Utrecht van 13 November 1851, laatstelijk gewijzigd den 26sten September 1918.

  • Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van den Raad, gehouden 22 Juni 1923.

  • De secretaris, De burgemeester,

  • J. de Lange, L.S. Fockema Andreae