Inspraakverordening 2006

Geldend van 01-11-2010 t/m heden

Intitulé

Inspraakverordening 2006

De raad van de gemeente Maasdriel;

gezien het voorstel van het college van 8 november 2005;

gelet op artikel 150 van de Gemeentewet en artikel 1a van de Wet voorzieningen gehandicapten;

besluit:

vast te stellen de volgende:

Inspraakverordening 2006

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

  • b.

    inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • c.

    beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid;

  • d.

    lokaal platform: het platform gehandicaptenbeleid, samengesteld uit vertegenwoordigers van de organisaties van gehandicapten, ouderen en chronisch zieken.

Artikel 2 Faciliteiten voor het lokaal platform

Het lokaal platform ontvangt jaarlijks een subsidie voor de bestrijding van de noodzakelijkerwijs te maken onkosten.

Artikel 3 Onderwerp van inspraak

  • 1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.

  • 2. Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 3. Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 4 Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan:

  • a.

    ingezetenen en belanghebbenden

  • b.

    het lokaal platform, voor zover de inspraak betrekking heeft het op gemeentelijk gehandicaptenbeleid.

Artikel 5 Inspraakprocedure

  • 1. Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2. Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.

Artikel 6 Eindverslag

  • 1. Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2. Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand na de dag van bekendmaking.

  • 2. Op dat tijdstip vervalt de Inspraakverordening, vastgesteld op 21 december 2000.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening 2006.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 december 2005.

De raad voornoemd,

De griffier

drs. J.F. van Zutphen

de voorzitter

drs. J.M.L.N. Mikkers