Regeling vervallen per 09-01-2012

Verordening winkeltijden Baarn 1996

Geldend van 08-10-2010 t/m 08-01-2012

Intitulé

Verordening winkeltijden Baarn 1996

VERORDENING WINKELTIJDEN BAARN 1996

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, eerste kerstdag en tweede kerstdag;

  • c.

    winkelgebied Wintertuin c.a.

    het gebied dat wordt omsloten door de Bestevaerweg, de Willem Barentszlaan, de Abel Tasmanlaan, de Piet Heinlaan, de Zuiderstraat, de Noorderstraat, de Faas Eliaslaan, de Kerkstraat, de Johannes Vermeerlaan, een lijn die wordt getrokken haaks op de Johannes Vermeerlaan naar de Weteringstraat ter hoogte van de Vincent van Goghstraat, de Weteringstraat, de Israëlsstraat, de Groen van Prinstererlaan, de Goeman Borgesiuslaan, de de Geerenweg en de Eemweg tot de Bestevaerweg

  • d.

    winkelgebied Noordschil c.a.

    het gebied dat wordt omsloten door de de Geerenweg, de Drakenburgerweg, de Amsterdamsestraatweg, de Wakkerendijk, de autosnelweg Amsterdam-Amersfoort (A1) en de Eemweg tot de de Geerenweg

  • e.

    overige winkelgebieden:

    de winkelgebieden in de gemeente Baarn, niet vallende binnen de winkelgebieden Wintertuin c.a. en Noordschil c.a.

Artikel 2 Beslistermijn

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een ontheffing binnen vier weken.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

  • 1. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van burgemeester en wethouders.

  • 2. In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen de ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling

  • 1. De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid onder a en b van de wet, gelden niet:

    • a.

      op ten hoogste twaalf, door burgemeester en wethouders aan te wijzen, zon- en feestdagen per kalenderjaar voor wat betreft het winkelgebieden Wintertuin c.a.;

    • b.

      op ten hoogste twaalf, door burgemeester en wethouders aan te wijzen, zon- en feestdagen per kalenderjaar voor wat betreft het winkelgebieden Noordschil c.a.;

    • c.

      op ten hoogste tien, door burgemeester en wethouders aan te wijzen, zon- en feestdagen per kalenderjaar voor wat betreft de overige winkelgebieden.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor ieder winkelgebied afzonderlijk.

Artikel 6 Openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid onder a en b van de wet vervatte verboden ten behoeve van winkels, die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde zon- en feestdagen tussen 00.00 en 16.00 uur.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen voor ten hoogste één winkel ontheffing verlenen.

  • 3. De ontheffing wordt slechts verleend indien:

    • a.

      de winkel is gesloten tussen 00.00 uur en 16.00 uur;

    • b.

      er uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden

      verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in

      artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet;

    • c.

      de winkel een verkoopvloeroppervlakte heeft van maximaal

      150 m2.

  • 4. De ontheffing kan worden geweigerd als de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 7 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag alsmede eerste en/of tweede kerstdag, ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen, exposities, shows en beurzen.

  • 3. De in het eerste lid genoemde ontheffingen kunnen per ondernemer per kalenderjaar voor ten hoogste twee van de in dat lid genoemde dagen worden verleend.

  • 4. Ontheffingen als genoemd in het eerste lid kunnen per kalenderjaar ten hoogste voor twee van de in dat lid genoemde dagen op een en dezelfde locatie betrekking hebben.

    Voor zover de locatie een besloten ruimte betreft worden de daarbij behorende open aanhorigheden daar mede toe gerekend.

Artikel 8 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.

  • 2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 9 Toerisme

1.Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag een ontheffing verlenen van de verboden, vervat in artikel 2, eerste lid van de wet, in verband met de toeristische aantrekkingskracht van de hierna in de leden 2 tot en met 5 genoemde lokaties.

2. Een ontheffing kan worden verleend voor de verkoop van eet- en drinkwaren (waaronder zwakalcoholische dranken) en badartikelen vanuit een kiosk gelegen op het terrein van het bosbad "De Vuursche", zulks uitsluitend gedurende de uren waarop het zwembad is geopend voor het publiek.

  • 3.

    Een ontheffing kan worden verleend ten behoeve van de verkoop in een winkel op een kampeerterrein van 10.00 uur tot 12.30 uur op:

    • a.

      zondag

    • b.

      nieuwjaarsdag

    • c.

      tweede paasdag

    • d.

      hemelvaartsdag

    • e.

      tweede pinksterdag

    • f.

      eerste en/of tweede kerstdag.

  • 4.

    Een ontheffing kan worden verleend ten behoeve van de verkoop in een winkel in de bebouwde kom van Lage Vuursche, zoals deze kom ingevolge het bepaalde in artikel 27 van de Wegenwet door Gedeputeerde Staten is vastgesteld, van 11.00 uur tot 17.00 uur op:

    • a.

      zondag

    • b.

      nieuwjaarsdag

    • c.

      tweede paasdag

    • d.

      hemelvaartsdag

    • e.

      tweede pinksterdag

    • f.

      eerste en/of tweede kerstdag.

  • 5.

    Een ontheffing kan worden verleend ten behoeve van de

    verkoop in een winkel die is gelegen binnen vijfhonderd meter

    van de rand van het park rond Kasteel Groeneveld, van 11.00

    uur tot 17.00 uur op:

    • a.

      zondag

    • b.

      nieuwjaarsdag

    • c.

      tweede paasdag

    • d.

      hemelvaartsdag

    • e.

      tweede pinksterdag

    • f.

      eerste en/of tweede kerstdag.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een ontheffing voorschriften verbinden.

Artikel 10 In werking treden/overgangsbepaling

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juni 1996.

  • 2. De Verordening winkelsluiting Baarn 1994 wordt met ingang van die datum ingetrokken.

  • 3. De ontheffingen en besluiten, die zijn verleend dan wel genomen krachtens de in het vorige lid genoemde verordening blijven van kracht totdat de tijd, waarvoor zij werden verleend, is verstreken, of totdat zij worden ingetrokken.

  • 4. De ontheffingen en besluiten, die zijn verleend dan wel genomen krachtens de Verordening winkeltijden Baarn 1996 voor de tweede wijziging blijven van kracht totdat de tijd, waarvoor zij werden verleend, is verstreken, of totdat zij worden ingetrokken.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening winkeltijden Baarn 1996".

Artikelsgewijze toelichting op de Verordening winkeltijden Baarn 1996

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de wet. Koninginnedag is in de wet niet meer aangemerkt als een feestdag.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

De bepaling bindt overdracht van de ontheffing aan de toestemming van burgemeester en wethouders. Deze tussenkomst geeft burgemeester en wethouders de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger.

Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling

Op maximaal twaalf zon- en feestdagen kan afgeweken worden van het sluitingsgebod. Burgemeester en wethouders hebben deze bevoegdheid gedelegeerd gekregen van de gemeenteraad. Voor de toepassing van het artikel kan de gemeente in afzonderlijke delen worden gesplitst.

Artikel 6 Openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen

Het afwijkende openstellingsregime op zon- en feestdagen maakt het noodzakelijk voor winkels die op werkdagen tot 22.00 uur, of met ontheffing tot latere tijdstippen geopend zijn en waar hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden verkocht een afzonderlijke regeling in de verordening op te nemen. Met deze regeling wordt het mogelijk dat deze beperkte groep avondwinkels ook op zondagavond en de avond van een feestdag open kan zijn.

Artikel 7 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties

Het artikel is gebaseerd op artikel 4 van de wet. Het stellen van voorschriften en beperkingen is mogelijk. Met betrekking tot het aantal ontheffingen per ondernemer en/of per locatie zijn die beperkingen verwoord in de leden 3 en 4.

In het derde lid is het aantal ontheffingen per ondernemer (ongeacht de soort van activiteiten dat hij zij zal houden) aan een maximum van twee gebonden. Het betreft hier alle ontheffingen die een ondernemer per kalenderjaar kan verkrijgen, dus niet het aantal ontheffingen per soort van activiteit.

Met het vierde lid is beoogd cumulatie van activiteiten op een locatie tegen te gaan door het aantal ontheffingen per locatie (ongeacht de soort van activiteiten dat er zal plaatsvinden) te beperken tot maximaal twee per kalenderjaar.

Artikel 8 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 uur en 06.00 uur

Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid de openingstijden op werkdagen tussen 22.00 uur en 6.00 uur te reguleren. Dat kan door gebieden aan te wijzen waarin het verbod niet geldt of door vormen van detailhandel aan te wijzen waarvoor het verbod niet geldt. Ook kan in afzonderlijke gevallen ontheffing worden verleend.

De modelverordening gaat ervan uit dat voor de nachtelijke openstelling de ontheffing het belangrijkste instrument is. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met de belangen van de woon- en leefomgeving en de openbare orde.

De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend.

In het Vrijstellingenbesluit is voor een aantal overige vormen van detailhandel alleen de openstelling op zon- en feestdagen geregeld. De openstelling van deze vormen van detailhandel op de uren tussen tien uur 's avonds en zes uur in de ochtend op werkdagen wordt door de verordeningsbepaling geregeld.

Artikel 9 Toerisme

De grondslag van dit artikel is artikel 3, derde lid onder a van de wet. De wet laat de keuze tussen het verlenen van vrijstelling door de raad of het op basis van de verordening verlenen van ontheffing door burgemeester en wethouders.

Omdat dit artikel op meerdere incidentele gevallen betrekking heeft is gekozen voor het verlenen van ontheffing door burgemeester en wethouders.

De voorschriften die aan de ontheffing kunnen worden verbonden kunnen onder meer betrekking hebben op de periode van het jaar waarvoor de ontheffing geldt, de dagen en tijden waarvoor de ontheffing geldt alsmede het assortiment dat op grond van de ontheffing mag worden gevoerd.

De wetgever heeft uitdrukkelijk niet de bedoeling gehad om vrijstelling of ontheffing mogelijk te maken voor verkoopactiviteiten die niet voortvloeien uit de toeristische aantrekkingskracht (artikel 3, lid 3 onder a van de wet).

Delen van dit artikel zijn overgenomen uit de Verordening winkelsluiting Baarn 1994, die was gebaseerd op de Winkelsluitingswet 1976.

Artikel 10 In werking treden/overgangsbepaling

De wet kent geen overgangsregeling. In de verordening is een dergelijke regeling wèl opgenomen. De regelingen op grond van de Winkelsluitingswet 1976 en die op grond van de Winkeltijdenwet zijn voor onderwerpen waarvoor overgangsrecht geldt niet veranderd. De overgangsbepaling regelt dan ook dat ontheffingen die op grond van de oude regeling zijn verleend, geacht worden ontheffingen te zijn op grond van de nieuwe verordening. Betrokkenen hoeven dan geen nieuwe ontheffing aan te vragen en de gemeente kent minder bestuurslasten en ontheffingen.

Voor de zondag in juni 1996 die op grond van de regeling in de "oude" Verordening winkelsluiting Baarn 1994 is aangewezen door burgemeester en wethouders geldt een soortgelijke overgangsregeling doordat het woord "besluiten" in de overgangsbepaling is opgenomen.

De datum van in werking treden van de verordening zal om de bestaande ontheffingen te kunnen laten doorlopen gelijk moeten zijn aan het tijdstip van in werking treden van de wet, dus (met terugwerkende kracht) 1 juni 1996.