Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening Wet Inburgering 2009

Geldend van 16-12-2009 t/m 31-12-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2009

Intitulé

Verordening Wet Inburgering 2009

De raad van de gemeente Druten;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.;

gelet op de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, en 35 van de Wet inburgering;

gelet op de wetswijzigingen n.a.v. het Deltaplan Inburgering 2007

Overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen, het aanbieden van een inburgeringsvoorziening aan bijzondere groepen inburgeringsplichtigen en –behoeftigen, de rechten en plichten van de inburgeraar voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld, alsmede dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening wet inburgering 2009

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

    a. het college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Druten;

    b. de wet: de Wet inburgering;

  • 2 De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen en inburgeringsbehoeftigen

  • 1 Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen en inburgerings-behoeftigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen.

  • 2 Het college maakt bij de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen en inburgeringsbehoeftigen in ieder geval gebruik van de volgende middelen:

    a. het verstrekken van schriftelijk voorlichtingsmateriaal;

    b. het inrichten van een gemeentelijke informatie- en adviesfunctie;

    c. het beschikbaar stellen van informatie via de digitale weg of via de website van de gemeente.

  • 3 Het college beoordeelt tenminste eens in de 4 jaren de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen en inburgeringsbehoeftigen en rapporteert daarover aan de raad.

Hoofdstuk 2 Doelgroepen en samenstelling van de inburgerings-voorziening

Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen

  • 1 Het college biedt aan de navolgende personen een inburgeringsvoorziening aan:

    a. de inburgeringsplichtige die houder is van een verblijfsvergunning als bedoeld in art 28 of 33 van de Vreemdelingenwet 2000;

    b. de inburgeringsplichtige die geestelijk bedienaar is.

  • 2 Het college kan bij voorrang een inburgeringsvoorziening aanbieden aan:

    a. Inburgeringsplichtige nieuwkomers (gezinsvormers en –herenigers);

    b. Inburgeringsplichtige oudkomers (zonder NL. paspoort), die niet aan de criteria van de WI voldoen;

    c. Inburgeringsbehoeftige oudkomers (met NL paspoort);

    d. Inburgeringsbehoeftige nieuwkomers (uit EU-landen, VS of Japan).Voor nadere specificaties van de doelgroepen en de prioriteitsstelling wordt verwezen naar de bijlage van deze verordening.

Artikel 4 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening

  • 1 Het college stemt de inburgeringsvoorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige of inburgeringsbehoeftige.

  • 2 Indien de inburgeringsplichtige of inburgeringsbehoeftige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd. 

  • 3 Een inburgeringsvoorziening kan, naast datgene dat in de wet is geregeld, een of meer van de volgende onderdelen bevatten:

    a. een voorziening zoals bedoeld in de Re-integratieverordening voor de Wet werk en bijstand;

    b. overige voorzieningen die leiden naar arbeid of zorg/opvoedingsondersteuning.

Artikel 5 De inning van de eigen bijdrage

  • 1 De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet, wordt in ten hoogste 12 termijnen betaald.

  • 2 Het college legt in de beschikking tot toekenning van een inburgeringsvoorziening de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd.

  • 3 In geval van vrijwillige inburgering wordt geen eigen bijdrage geheven, maar geldt een systeem van boeteheffing bij ongeoorloofd verzuim, zoals beschreven in artikel 6 van deze verordening.

Artikel 6 Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeringsplichtige of inburgeringsbehoeftige bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

a. het deelnemen aan de aangeboden inburgeringcursus;

b. het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;

c. het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

d. voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringexamen op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;

e. het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan;

f. voor de inburgeringsbehoeftige wordt een bepaling opgenomen in de inburgeringbeschikking dat bij het niet afronden van de inburgeringsvoorziening een boete kan worden opgelegd van ten hoogste € 5,00 per gemist uur, tenzij op gronden van redelijkheid en billijkheid het verzuim geoorloofd is. Omdat de voorziening op basis van vrijwilligheid is geaccepteerd, zijn de maatregelen beschreven in art. 9 en art. 10 niet van toepassing op de inburgeringsbehoeftige, omdat de wettelijke inburgeringplicht voor deze personen ontbreekt.

Hoofdstuk 3 Het aanbod van een inburgeringsvoorziening

Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod

  • 1 Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige of inburgeringsbehoeftige in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 2 In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringsvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan de inburgeringsvoorziening worden verbonden.

  • 3 De inburgeringsplichtige of inburgeringsbehoeftige aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen 2 weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt.

  • 4 Wanneer de inburgeringsplichtige of inburgeringsbehoeftige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen 2 weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot toekenning van de inburgeringsvoorziening, overeenkomstig het gedane aanbod.

Artikel 8 De inhoud van de beschikking

Het besluit tot toekenning van een inburgeringsvoorziening bevat in ieder geval:

a. een beschrijving van de inburgeringsvoorziening;

b. een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige of inburgeringsbehoeftige;

c. de datum waarop het inburgeringsexamen door de inburgeringsplichtige moet zijn behaald;

d. de termijnen en wijze van betaling; en

e. ingeval van een inburgeringsplichtige: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.

Hoofdstuk 4 De bestuurlijke boete

Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

  • 1 De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 150,- indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet.

  • 2 De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250,- indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening.

  • 3 De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 10 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

  • 1 De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, eerste lid, bedraagt ten hoogste € 150,- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 2 De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, tweede lid, bedraagt ten hoogste € 250,- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 3 De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

  • 4 De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2009.

  • 2 De Verordening Wet Inburgering 2007 wordt ingetrokken.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet inburgering 2009.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 10 december 2009;
De raad voornoemd,de griffier (plv.),                           de voorzitter,
 
mr. J.J.M.C. Voncken                 drs. L.J.E.M. van Riswijk