Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR50489
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR50489/1
Parkeerverordening Gemeente Druten 2008
Geldend van 30-10-2008 t/m heden
Intitulé
Parkeerverordening Gemeente Druten 2008Geconsolideerde tekst van de regeling
De Raad van de gemeente Druten,
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994,
gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en wethouders van 17 juni 2008;
Besluit: Vast te stellen de volgende verordening: Parkeerverordening Gemeente Druten 2008
Afdeling 1 Definities en begripsomschrijvingen
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459;
b. motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;
c. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
d. houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
e. belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die
1. is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of
2. gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;
f. vergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;
g. vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend.
Afdeling 2 Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen
Artikel 2
-
1 Het college van Burgemeester en wethouders kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders.
-
2 Het college van Burgemeester en wethouders kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen door vergunninghouders is toegestaan.
-
3 Het college van Burgemeester en wethouders kan, bij openbaar te maken besluit, beleidsregels vaststellen o.a. wie als vergunninghouder op welke locatie in aanmerking komt en voor welke termijn vergunningen worden verleend.
-
4 Het college van Burgemeester en wethouders kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen.
Artikel 3
-
1 Het college van Burgemeester en wethouders beslist binnen 6 weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning.
-
2 Het college van Burgemeester en wethouders kan de in het tweede lid genoemde termijn met ten hoogste 2 weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.
Artikel 4
-
1 1. De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens: a. de periode waarvoor de vergunning geldt, voor zover van toepassing; b. het gebied waarvoor de vergunning geldt; c. het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend.
Artikel 5
Het college van Burgemeester en wethouders kan een vergunning intrekken of wijzigen:
a. op verzoek van de vergunninghouder;
b. bij overlijden van de vergunninghouder c.q. het in liquidatie gaan of in staat van faillissement geraken, indien deze een rechtspersoon is;
c. wanneer de vergunninghouder het gebied, waarvoor de vergunning is verleend, metterwoon verlaat of geen deel meer uitmaakt van de doelgroepen welke zijn vastgesteld in het besluit of beleidsregels op basis waarvan de vergunning is toegekend;
d. wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;
e. wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;
f. wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;
g. wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;
h. om redenen van openbaar belang;
i. indien de parkeerbelasting niet, niet tijdig of niet volledig is voldaan;
j. wanneer overige bepalingen in het besluit of beleidsregels op basis waarvan de vergunning is toegekend daartoe aanleiding geven.
Artikel 6
-
1 De vergunning kan niet worden overgeschreven op naam van een andere natuurlijke of rechtspersoon zonder haar geldigheid te verliezen;
-
2 Indien vergunninghouder het motorvoertuig vervangt door een ander gelijksoortig motorvoertuig, kan het college op verzoek de vergunning aanpassen;
-
3 Bij alle wijzigingen die betrekking hebben op de vergunning of gegevens van de vergunninghouder, zijn leges verschuldigd.
Afdeling 3 Verbodsbepalingen
Artikel 7
-
1 Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig te plaatsen of te laten staan op of bij een belanghebbendenplaats of in de vergunninghouderszone, dat daardoor een normaal gebruik van een belanghebbendenplaats wordt belemmerd of verhinderd.
-
2 Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze op of bij een belanghebbendenplaats te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd.
-
3 Het college van Burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.
Artikel 8
-
1 Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:
a. zonder vergunning;
b. zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de vergunning, geplaatst achter de voorruit;
c. in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;
d. indien het kenteken of een van de kentekens op de vergunning niet gelijk is aan het kenteken van het motorvoertuig;
-
2 Het college van Burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.
Afdeling 4 Strafbepaling
Artikel 9
Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.
Afdeling 5 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 10
-
1 Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening is belast: de politie;
-
2 Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de door burgemeester en wethouders aangewezen personen.
Artikel 11
Deze verordening kan worden aangehaald als: 'Parkeerverordening Gemeente Druten 2008'.
Artikel 12
Deze verordening treedt in werking op een door het college van Burgemeester en wethouders bij openbaar besluit bekend te maken datum;
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl