Regeling vervallen per 10-12-2010

Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften

Geldend van 31-03-1995 t/m 09-12-2010

Intitulé

Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Albrandswaard,

ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 februari 1995 (voorstel nr. BZ 95/062);

 

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

 

overwegende dat het wenselijk is om regels te stellen voor de wijze waarop bezwaar- en beroepschriften worden behandeld;

 

b e s l u i t e n :

 

vast te stellen de volgende Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften.  

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    beroepsorgaan: gemeentelijke bestuursorgaan dat dient te beslissen op een beroepschrift;

  • b.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • c.

    commissie: commissie voor de bezwaar- en beroepschriften;

  • d.

    wet: wet van 4 juni 1992 (Stbl. 1992, 315) houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht).

Hoofdstuk 2 Behandeling van de bezwaar- en beroepschriften

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1 Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren en ingestelde administratieve beroepen als bedoeld in artikel 1:5 van de wet. 

  • 2 De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaar- en beroepschriften welke behoren tot de competentie van het indicatieorgaan als bedoeld in artikel 9a Algemene wet bijzondere ziektekosten. 

  • 3 Naast het bepaalde in het vorige lid is de commissie eveneens niet bevoegd ten aanzien van bezwaar- en beroepschriften, gericht tegen:

    • a.

      besluiten, betreffende de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen, als bedoeld in de Gemeentewet;

    • b.

      besluiten, betreffende onder andere de toekenning, wijziging en intrekking van uitkeringen in het kader van de sociale wetgeving;

    • c.

      besluiten, betreffende de waardebepaling van onroerende zaken als bedoeld in de Wet Waardering Onroerende Zaken.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1 De commissie bestaat uit kamers. 

  • 2 Burgemeester en wethouders bepalen het aantal kamers en stellen voor elke kamer vast welke categorie of categorieën bezwaar- of beroepschriften door haar zullen worden behandeld. 

  • 3 Elke kamer bestaat uit een voorzitter en twee leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door de gemeenteraad op voorstel van burgemeester en wethouders. 

  • 4 De gemeenteraad benoemt overeenkomstig het derde lid per kamer een plaatsvervangend voorzitter en een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden. Indien zowel voorzitter als de plaatsvervangend voorzitter niet ter zitting aanwezig kunnen zijn, kunnen de (plaatsvervangende) leden uit hun midden een plaatsvervangend voorzitter aanwijzen. 

  • 5 De (plaatsvervangend) voorzitters en de (plaatsvervangende) leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan. 

Artikel 4 Secretaris

Burgemeester en wethouders wijzen voor elke kamer een secretaris of één of meer plaatsvervangers aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1 De voorzitters en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad. 

  • 2 De voorzitters en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen. Zij delen dit schriftelijk mede aan de gemeenteraad. 

  • 3 De aftredende voorzitters en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien. 

Paragraaf 2 Procedure

Artikel 6 Ingediend bezwaar- of beroepschrift

  • 1 Op het ingediende bezwaar- of beroepschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend. 

  • 2 Het bezwaar- of beroepschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld. 

  • 3 Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar of beroep zal adviseren. 

Artikel 7 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen- 2:1, tweede lid,- 6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld,- 6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie,- 7:4, tweede lid,- 7:6, vierde lid,- 7:18, tweede en zesde lid, en- 7:20, vierde lid,van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de commissie. 

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1 De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaar- of beroepschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen. 

  • 2 De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen.Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1 De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2 De voorzitter beslist over de toepassing van de artikelen 7:3 en 7:17 van de wet.

  • 3 Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemde artikelen besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan:

    • a.

      de belanghebbenden;

    • b.

      het verwerend orgaan en,

    • c.

      in geval van behandeling van een beroepschrift, het beroepsorgaan.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1 De voorzitter deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste drie weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens een zitting.

  • 2 Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3 De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden, het verwerend orgaan en in het geval van behandeling van een beroepschrift, aan het beroepsorgaan meegedeeld.

  • 4 De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 11 Quorum

  • 1 Voor het houden van een zitting als bedoeld in artikel 9 is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

  • 2 Van het bepaalde in het vorige lid kan worden afgeweken op grond van het daarover bepaalde in de wet.

Artikel 12 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaar- of beroepschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1 De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2 De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3 Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1 Het verslag als bedoeld in de artikelen 7:7 en 7:21 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2 Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3 Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4 Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5 Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1 Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2 De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3 De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4 Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1 De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3 Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaar- of beroepschrift.

  • 4 Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies

  • 1 Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaar- of beroepschrift dient te beslissen.

  • 2 Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, of artikel 7:24, tweede lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3 Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie, de belanghebbenden en in het geval van behandeling van een beroepschrift het verwerend orgaan, een afschrift.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt. Te zelfder tijd vervalt de Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften ingevolge de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften Albrandswaard.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Albrandswaard in zijn openbare vergadering van 27 maart 1995.De secretaris,                    De voorzitter,Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Albrandswaard in hun vergadering van 07 maart 1995 Burgemeester en wethouders van Albrandswaard,De secretaris,                            De burgemeester,Aldus vastgesteld door de burgemeester van Albrandswaard op 07 maart 1995De burgemeester van Albrandswaard,