Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR4989
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR4989/1
Verordening op de heffing en invordering van een baatbelasting
Geldend van 01-01-2002 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van een baatbelastingNr. 4/42644, 2e afdeling
In deze tekst zijn de wijzigingen 1 t/m 4 van latere data verwerkt.
De raad der gemeente Tiel;
gelezen het voorstel d.d. 7 maart 1980 van burgemeester en wethouders, 2e afdeling;
gelet op de artikelen 269, 270, 272 en 273a van de gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de volgende:
“Verordening op de heffing en invordering van een baatbelasting”.
Artikel 1 Aard van de heffing
Als billijke bijdrage in de kosten van de van gemeentewege aangebrachte riolering fase II in Kapel-Avezaath, wordt onder de naam “baatbelasting riolering fase II Kapel-Avezaath” een belasting geheven van onroerende zaken, welke op de bij deze verordening gevoegde en als zodanig gewaarmerkte tekening door middel van een kleur zijn aangeduid en welke zijn gebaat door de van gemeentewege tot stand gebrachte riolering fase II in Kapel-Avezaath, overeenkomstig de navolgende bepalingen.
Artikel 2 Belastingplicht
-
1. De belasting wordt geheven vaan degene, die van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.
-
2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene, die op het tijdstip van ingang van de heffing dan wel, indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting, bij de aanvang van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt, dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
-
3. Indien bij de toepassing van dit artikel met betrekking tot eenzelfde onroerend goed meer dan één belastingplichtige kan worden aangewezen, wordt de aanslag ten name van één van hen gesteld, met toevoeging van de afkorting c.s.
Artikel 3 Begripsomschrijving
Deze verordening verstaat onder een onroerende zaak:
- 1.
een gebouwd eigendom;
- 2.
een gedeelte van de onder 1 bedoeld eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
- 3.
een samenstel van twee of meer van de onder 1 bedoelde eigendommen of onder 2 bedoelde gedeelten daarvan die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar horen.
Artikel 4 Heffingsgrondslag
De heffingsgrondslag voor de belasting als bedoeld in artikel1, is het aantal gebouwde eigendommen, dat is of kan worden aangesloten op de tot stand gebrachte riolering.
Artikel 5 Tarief
De belasting bedraagt € 113,45 per jaar per gebouwd eigendom, als bedoeld in artikel 4.
Artikel 6 Tijdsduur van de heffing
De belasting wordt, behoudens het geval van heffing ineens, als bedoeld in artikel 7, geheven over een termijn van 30 achtereenvolgende jaren.
Artikel 7 Heffing ineens
-
1. Op verzoek van de belastingplichtige wordt de belasting ineens geheven naar een bedrag, dat gelijk is aan de contante waarde van de belastingjaren, welke geheven zouden zijn – beoordeeld naar de omstandigheid bij het begin van het belastingjaar, waarin het verzoek wordt gedaan – voor elk van de nog aan te vangen belastingjaren.
-
2. De contante waarde, bedoeld in het eerste lid, wordt berekend naar een rentevoet, gelijk aan het alsdan geldende rentepercentage voor langlopende leningen bij de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten te ’s-Gravenhage.
-
3. Een verzoek, als bedoeld in het eerste lid, moet vóór 1 juni van het belastingjaar schriftelijk worden ingediend bij het college van burgmeester en wethouders.
Artikel 8 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 9 Wijze van heffing
De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de baatbelasting.
Artikel 11 Citeerartikel
De verordening kan worden aangehaald als de “Verordening baatbelasting riolering fase II Kapel-Avezaath 1980”.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die, waarin de Koninklijk goedkeuring is verleend, met dien verstande, daat de belasting als bedoeld in artikel 1 wordt geheven met ingang van het belastingjaar, dat op 1 januari 1981 aanvangt.
-
2. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de verordening baatbelasting riolering fase II Kapel-Avezaath, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 juni 1979, nummer 41/28397, 2e afdeling.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van 19 maart 1980,
de secretaris, de voorzitter,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl