Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR49742
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR49742/2
Regeling vervallen per 10-10-2012
Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en ontheffingen voor het parkeren
Geldend van 16-07-2009 t/m 09-10-2012
Intitulé
Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en ontheffingen voor het parkeren.Afdeling I Begripsomschrijvingen
Artikel A
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Het RVV 1990: Het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459;
b. Motorvoertuig: Hetgeen dat daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;
c. Parkeren: Het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig,
anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijke in- of
uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen
de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten,
waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
d. Houder: Degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden
beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het
krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van
opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het
motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was
ingeschreven;
Met een kentekenhouder wordt gelijkgesteld: "degene die krachtens een leasecontract of
een huurcontract, afgesloten met een beroepsmatig danwel bedrijfsmatig werkend lease-/
verhuurbedrijf gebruiksgerechtigde is van een motorvoertuig voor een periode van tenminste
één kalenderkwartaal";
e. Parkeerapparatuur: Parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van
verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder
parkeerapparatuur wordt verstaan;
f. Parkeerapparatuurplaats: Een parkeerplaats behorende bij parkeerapparatuur;
g. Belanghebbendenplaats: Een parkeerplaats die:
1. Is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, of
2. Gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990
met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;
h. Vergunning: Een door Burgemeester en Wethouders verleende vergunning, krachtens welke
het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen
belanghebbendenplaatsen;
i. Ontheffing: Een door Burgemeester en Wethouders verleende ontheffing, krachtens welke
het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen
parkeer(apparatuur)plaatsen;
j. Tijdsgebonden ontheffing: Een door Burgemeester en Wethouders verleende ontheffing,
krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op de daartoe aangewezen
parkeer(apparatuur)plaatsen op door het College nader te bepalen tijdstippen.
k. Dagvergunning: Een door Burgemeester en Wethouders verleende vergunning die de
vergunninghouder het recht geeft gedurende één dag te parkeren op een van te voren
gereserveerde parkeer(apparatuur)plaats.
l. Vergunninghouder: De natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning of ontheffing is
verleend.
m. Straatgedeelten: Een straat, plein, terrein of zone.
Afdeling II Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en ontheffingen
Artikel B Aanwijzingen weggedeelten
-
1 Burgemeester en Wethouders kunnen bij openbaar te maken besluit weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren voor vergunninghouders.
-
2 Burgemeester en wethouders kunnen daarbij:
a. de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren aan vergunninghouders is
toegestaan;
b. het maximum aantal uit te geven vergunningen en ontheffingen per straatgedeelte
aangeven;
c. aangeven voor welk(e) straatgedeelte(n) er sprake is van een gegarandeerde
parkeerplaats door middel van een slagboom of een parkeerbeugel.
Artikel C Vergunningverlening
-
1 Burgemeester en Wethouders kunnen op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning of ontheffing verlenen voor het parkeren op een belanghebbendenplaats of een parkeerapparatuurplaats.
-
2 Een vergunning of ontheffing kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze:
a. woont in een gebied waar belanghebbendenparkeerplaatsen en/of mede door
vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn;
b. een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar
belanghebbendenparkeerplaatsen en/of mede door vergunninghouders te
gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en
aantoont dat het in het belang van zijn beroeps- of bedrijfsuitoefening
noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren;
-
3 Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere gevallen een vergunning of ontheffing verlenen aan eigenaren of houders van motorvoertuigen die niet voldoen aan één of meer van de in het tweede lid genoemde voorwaarden.
-
4 De eigenaar of houder van een motorvoertuig die voldoet aan twee of meer in het tweede lid gestelde voorwaarden wordt, voor wat betreft de eerste aangevraagde vergunning of ontheffing, geacht te beantwoorden aan de onder a genoemde voorwaarde.
-
5 Burgemeester en wethouders kunnen op daartoe strekkende aanvraag een dagvergunning verlenen.
-
6 Burgemeester en Wethouders kunnen op een, door hen nader te bepalen terrein, aan marktkooplieden een vergunning of ontheffing verlenen voor het parkeren van hun motorvoertuig op één marktdag per week respectievelijk twee marktdagen per week.
Artikel D Beperkingen aan vergunningverlening
-
1 Aan de vergunning of ontheffing kunnen zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen als met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning of ontheffing van kracht is.
-
2 Burgemeester en wethouders kunnen aan een vergunning of ontheffing ook andere voorschriften en beperkingen verbinden. Deze beperkingen mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.
-
3 Burgemeester en wethouders kunnen dagen aanwijzen waarop de vergunninghouder/ontheffingshouders geen gebruik kunnen maken van de parkeerplaatsen.
Artikel E Vergunning- en ontheffingaanvraag
-
1 Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden van dit artikel, bij openbaar besluit regels geven omtrent:
a. het aanvragen en verlenen van een vergunning of ontheffing;
b. de eisen waaraan een aanvrager van een vergunning of ontheffing aan moet
voldoen;
c. het aantal per adres te verlenen vergunningen of ontheffingen, alsmede het aantal of
vergunningen of ontheffingen te vermelden kentekens;
d. het aantal per beroep of bedrijf uit te geven vergunningen of ontheffingen, als
bedoeld in artikel c, lid 2, sub b;
e. de wijze waarop het belang van het gebruik voor uitoefening van het beroep of bedrijf
door aanvrager moet aangetoond;
f. de behandeling of afhandeling van aanvragen van een vergunning c.q. ontheffing;
g. de berekening van de verschuldigde parkeerbelasting voor
vergunningen/ontheffingen welke in de loop van een jaar, dan wel voor een deel van
een jaar worden aangevraagd;
h. de uitgifte van vergunningen/ontheffingen in bijzondere gevallen.
-
2 Burgemeester en wethouders beslissen binnen 8 weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunningen/ontheffing.
-
3 Burgemeester en wethouders kunnen de in het tweede lid genoemde termijn met ten hoogste 8 weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.
Artikel F Voorschriften voor vergunningen/ontheffingen
-
1 Een vergunning/ontheffing wordt verleend voor de duur van:
a. 26 weken
b. 52 weken
c. 3 kalenderjaren
d. 1 dag
e. 5 opeenvolgende dagen
f. 21 opeenvolgende werkdagen
-
2 Een vergunning/ontheffing bevat in ieder geval de volgende gegevens:
a. de periode waarvoor de vergunning of ontheffing geldt;
b. het gebied waarvoor de vergunning of ontheffing geldt;
c. de naam van de vergunninghouder of het kenteken van het motorvoertuig
waarvoor de vergunning/ontheffing is verleend.
Artikel G Intrekking of wijziging
-
1 Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning of ontheffing intrekken of wijzigen;
a. op verzoek van de vergunninghouder;
b. wanneer de vergunninghouder het gebied, waarvoor de vergunning/ontheffing is
verleend, verlaat of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt;
c. wanneer er zich een wijziging voordoet in één van de omstandigheden die relevant
waren voor het verlenen van de vergunning/ontheffing;
d. wanneer in het betreffende gebied het stelsel van vergunningen of ontheffingen
komt te vervallen;
e. wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning of
ontheffing verbonden voorschriften;
f. wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning/ontheffing onjuiste gegevens
zijn verstrekt;
g. om redenen van openbaar belang.
-
2 Een besluit tot intrekken van of wijzigen van een vergunning of ontheffing is met redenen omkleed. De betrokkenen worden van het intrekken of wijzigen van de vergunning of ontheffing schriftelijk in kennis gesteld.
Afdeling III Verbodsbepalingen
Artikel H
-
1 Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig te plaatsen of te laten staan:
a. op een parkeerapparatuurplaats;
b. op een belanghebbendenplaats.
-
2 Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd.
-
3 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.
Artikel I
Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere betaalmiddelen dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.
Artikel J
-
1 Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:
a. zonder vergunning;
b. zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de vergunning;
c. in strijd met de aan de vergunning verbonden voorwaarden.
-
2 Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.
Afdeling IV Strafbepaling
Artikel K
Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.
Afdeling V Overgangs- en slotbepalingen
Artikel L
Met de opsporing van overtredingen van deze verordening zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafverordening genoemde opsporingsambtenaren, de door de burgemeester en wethouders aangewezen buitengewone opsporingsambtenaren, als bedoeld in artikel 142 van het Wetboek van Strafverordening, belast.
Artikel M
Deze verordening kan aangehaald worden als: “Parkeerverordening Aalten 2005”;
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van bekendmaking.
Ondertekening
Vastgesteld door de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 18 oktober 2005.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl