Landsbesluit van de Gouverneur van Sint Maarten houdende regels omtrent regeling van de inrichting en organisatie van het secretariaat van de Integriteitskamer, alsmede tot vaststelling van de geldelijke voorzieningen van de leden en plaatsvervangend leden van de Integriteitskamer en de remuneratie van de leden en plaatsvervangend leden van de Raad van Toezicht van de Integriteitskamer Uitvoeringslandsbesluit Integriteitskamer

Ondertekening

Bijlage 1 bij het Uitvoeringslandsbesluit Integriteitskamer

Bijlage 1 functieboek Secretariaat Integriteitskamer

Bijlage 2 bij het Uitvoeringslandsbesluit Integriteitskamer

Bijlage 2 overzicht vertrouwensfuncties Integriteitskamer

Nota van toelichting

Algemeen deel

Op grond van de Landsverordening Integriteitskamer is de regering gehouden nadere regels te stellen over de inrichting en organisatie van het secretariaat van de Integriteitskamer, over de geldelijke voorzieningen voor de voorzitter, overige leden en eventuele plaatsvervangend leden van de Integriteitskamer, alsmede over de remuneratie voor de voorzitter, overige leden en eventuele plaatsvervangend leden van de Raad van Toezicht van de Integriteitskamer. Deze verplichting wordt met het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen, gestand gedaan. De wetgever heeft de behoefte gevoeld om de ondersteunende organisatie voor de Integriteitskamer middels een landsbesluit, houdende algemene maatregelen, een wettelijke status te geven en de inrichting van dit orgaan in wetgeving te verankeren. Op deze manier wordt het onafhankelijk functioneren van het secretariaat van de Integriteitskamer zo veel mogelijk gegarandeerd.

Het functiehandboek voor het secretariaat van de Integriteitskamer, welke op grond van artikel 2 als bijlage 1 bij dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt vastgesteld, behelst een overzicht van de verschillende functies binnen het secretariaat, voorzien van een functieomschrijving en bijbehorende functiewaardering waarvoor op dit laatste punt aansluiting is gezocht bij de bestaande functiewaarderingen voor ambtenaren op grond van de Bezoldigingsregeling ambtenaren. Ook bevat het functiehandboek een formatieplan voor het secretariaat. Het functiehandboek is in concept voorbereid door de kwartiermakers die, op grond van het Protocol tussen Nederland en Sint Maarten strekkende tot samenwerking door middel van een onderlinge regeling op grond van artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, in verband met de instelling, inrichting, het functioneren en de bekostiging van een Integriteitkamer op Sint Maarten, door Sint Maarten en Nederland zijn aangewezen. De kwartiermakers hebben in dat kader nauw overleg gevoerd met Personeel & Organisatie en Juridische Zaken & Wetgeving. Gezien het feit dat de Integriteitskamer een geheel nieuwe entiteit is binnen het Koninkrijk der Nederlanden, heeft de regering het wenselijk geacht zich over het tot stand brengen van dit functiehandboek door deze experts te laten adviseren.

Ten behoeve van de geldelijke voorzieningen voor de voorzitter en overige leden van de Integriteitskamer wordt uitgegaan van een functie die in deeltijd kan worden uitgevoerd, waardoor het merendeel van de feitelijke werkzaamheden van de Integriteitskamer bij het secretariaat komt te berusten. Dit heeft uiteraard een weerslag op het vastgestelde formatieplan van het secretariaat. Ten opzichte van de plaatsvervangende leden, waartoe een bevoegdheid en geen verplichting tot benoeming bestaat, wordt opgemerkt dat deze, in geval van benoeming, slechts worden betaald voor de daadwerkelijk uitgevoerde werkzaamheden. De vaststelling van gewerkte uren is daarbij in handen gelegd van de Integriteitskamer en valt onder de controlebevoegdheid van de Raad van Toezicht van de Integriteitskamer. De reden voor deze keuze is gelegen in het feit dat de Landsverordening Integriteitskamer geen regels stelt ten aanzien van de interne werkwijze van de Integriteitskamer. Het is aan de Integriteitskamer zelf overgelaten om diens werkwijze al dan niet vast te leggen. Dit zelfstandige bestuursorgaan is dan ook bij uitstek zelf geschikt om eventuele werkzaamheden van plaatsvervangend leden te doen inschatten en vaststellen.

Ten aanzien van de Raad van Toezicht is een jaarlijkse remuneratie vastgesteld, welke maandelijks in gelijke delen wordt uitgekeerd. De hoogte van deze remuneratie is vastgesteld op advies van voornoemde kwartiermakers, die hebben voorzien in een inschatting van werkzaamheden voor de uitvoering van deze functie. Voor de plaatsvervangend leden van de Raad van Toezicht geldt eenzelfde wijze van bezoldiging als voor de plaatsvervangend leden van de Integriteitskamer, met dien verstande dat de daadwerkelijk gewerkte uren door de Raad van Toezicht van de Integriteitskamer wordt vastgesteld.

Financiële paragraaf

In de financiële paragraaf van de memorie van toelichting behorende bij de Landsverordening Integriteitskamer is uitgelegd, dat aangezien de werkverdeling tussen de leden van de Integriteitskamer, de Raad van Toezicht en het secretariaat nog bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, moet worden vastgesteld, niet duidelijker kan worden aangegeven hoe groot de daadwerkelijke kosten worden die ten laste komen van de Landsbegroting. De regering heeft aansluiting gezocht bij hetgeen is vastgesteld voor de Hoge Colleges van Staat en de Sociaal-Economische Raad. Gezien het vergelijkbare takenpakket, ligt het in de rede om de bepalingen voor de Integriteitskamer op vergelijkbare vorm te geven. De kosten zullen dan ook vergelijkbaar zijn met die van deze publiekrechtelijke adviesorganen, en jaarlijks tussen circa NAf 1.5 miljoen en NAf 2 miljoen bedragen. Deze kosten betreffen in ieder geval de loon- en andere kosten van de leden van de Integriteitskamer en van de leden van de Raad van Toezicht, de loonkosten van het personeel van het secretariaat, de kosten voor huisvesting en inrichting van de Integriteitskamer en diens secretariaat. Nederland heeft een toezegging gedaan aan de regering van Sint Maarten dat de financiering van deze kosten van de Integriteitskamer gedurende de eerste twee jaren gedaan zullen worden vanuit het Wederopbouwfonds.

De regering staat hier stil bij het advies van de Raad van Advies, in het bijzonder de verwijzing naar het protocol van 2015 waarin Nederland en Sint Maarten hadden afgesproken de Integriteitskamer gezamenlijk te zullen financieren voor de jaren 2015 tot en met 2018. De Raad acht het in de rede liggen dat Nederland en Sint Maarten in gesprek treden over de praktische invulling van de afspraak over de termijn van financiering die de jaren 2015 tot en met 2018 dekt, maar vanwege de actuele datum niet in de huidige vorm kan worden nagekomen.

Het is een feit van algemene bekendheid dat door de omvangrijke schade die Sint Maarten heeft geleden ten gevolge van orkaan Irma sprake is van veranderde omstandigheden, die hebben geleid tot nieuwe afspraken tussen Nederland en Sint Maarten over de financiering van de Integriteitskamer. Deze nieuwe afspraken, die weliswaar niet in het/een protocol zijn opgenomen, zijn enerzijds gegrond op het feit dat Sint Maarten niet in staat is om de financiering thans mede te dragen, en anderzijds op de door Nederland geëiste spoedige instelling van de Integriteitskamer als voorwaarde voor het verstrekken van gelden uit het Wederopbouwfonds. Sint Maarten zal daarna de financiering overnemen. Deze afspraken wijken noodzakelijkerwijs af van het protocol. De regering zal in ieder geval de regering van Nederland benaderen over het betreffende advies van de Raad, en wel in hoeverre het formeel noodzakelijk is alsnog de nieuwe financieringsafspraken tussen Nederland en Sint Maarten, die afwijken van het protocol, in het/een protocol vast te stellen.

Het voorgaande beantwoordt ook de vraag van de Raad van Advies, wat de fondsen die bestemd zijn voor wederopbouw te maken hebben met het opstellen en inrichten van de Integriteitskamer. De instelling van de Integriteitskamer was immers een voorwaarde voor het verkrijgen van deze gelden, maar niet dat de Integriteitskamer daaruit gefinancierd zou worden. De Raad heeft de regering gevraagd in de toelichting te verantwoorden waarom geld dat bedoeld en hard nodig is voor de wederopbouw van een land na een verwoestende orkaan, nu besteed wordt aan een instelling die zich bezighoudt met zaken die niet direct gerelateerd zijn aan de wederopbouw. De regering kan moeilijk voor Nederland bepalen hoe Nederland de afgesproken financiering van de Integriteitskamer zal uitvoeren, ook als dat uit het Wederopbouwfonds moet geschieden. Het betreft immers een eenzijdig besluit van Nederland, waarop Sint Maarten geen invloed had.

Artikelsgewijs deel

Artikel 1

Dit artikel bevat de definitiebepaling. De meeste begrippen, die hier zijn gedefinieerd, zijn al bekend van de Landsverordening Integriteitskamer. Nieuw is het begrip belanghebbende, dat verband houdt met de in het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen, geregelde veiligheidsonderzoeken.

Artikel 2

Dit artikel regelt de inrichting en organisatie van het secretariaat. In het algemeen deel is kort stil gestaan bij dit onderwerp, met een verwijzing naar bijlage 1. In deze bijlage is het functieboek van de Integriteitskamer opgenomen. Een functieboek bevat de kwantitatieve en kwalitatieve bezetting van de formatie en de waardering van de functies conform FUWASXM, het functiewaarderings-, en beschrijvingssysteem van Sint Maarten. Zoals hiervoor reeds vermeld is het fenomeen Integriteitskamer nieuw. Ook is de werkwijze nog niet geheel uitgekristalliseerd. Bij het opstellen van het functieboek is dan ook getracht de nodige flexibiliteit in de functiebeschrijvingen op te nemen.

Artikel 3

Dit artikel regelt de jaarlijkse planning van werkzaamheden voor het secretariaat voor het komende begrotingsjaar. Het wordt opgesteld door de secretaris in overleg met de Integriteitskamer. Dit houdt in dat zowel de voorzitter als de overige leden hierbij zijn betrokken. De door de Integriteitskamer te verrichten onderzoeken en uit te brengen adviezen maken deel uit van deze planning. Het kan vooral in de eerste jaren na de oprichting betrekkelijk lastig kan zijn voor de Integriteitskamer om een betrouwbare planning op te stellen op al deze punten. Het aantal onderzoeken zal immers onder meer afhangen van de hoeveelheid meldingen van misstanden, die per jaar kunnen verschillen. Ook wat betreft de gevraagde adviezen lijkt het lastig om het aantal hiervan van tevoren voor een jaar in te schatten. De Integriteitskamer en de secretaris dienen dan ook vanaf de feitelijke oprichting een plan van aanpak op te stellen voor de realisering van de jaarlijkse planning in de toekomst.

De kwartiermakers van Nederland en van Sint Maarten hebben de regering aangeraden om de voorschriften, die het functioneren van de Integriteitskamer regelen, zodanig in te stellen dat de Integriteitskamer zoveel mogelijk steeds als een eenheid optreedt, zowel intern als extern. Alle leden dienen betrokken te zijn bij de besluitvorming van en binnen de Integriteitskamer. Er wordt dan ook van uitgegaan, dat er feitelijk niet veel verschil zal zijn of behoren te zijn tussen de werkzaamheden van de voorzitter en die van de overige twee leden. Dit heeft tot gevolg dat alle leden van de Integriteitskamer een gelijke geldelijke voorziening hebben. Het geldt ook ten aanzien van de leden van de Raad van Toezicht.

Artikel 4

Dit artikel regelt de geldelijke voorzieningen van de voorzitter en de overige leden van de Integriteitskamer, waaronder de vergoeding voor diens dienstreizen en voor diens kosten van internationale telefoongesprekken gemaakt in het kader van hun werkzaamheden. De voorzitter en de overige leden ontvangen een gelijke vaste vergoeding per maand, die afgeleid wordt van de salarisschaal 17 op trede 20, met een deeltijdfactor 50%, zoals bepaald in het eerste lid. Er is gekozen voor een andere methodiek dan voor de bepaling van de remuneratie dan bij andere hoge colleges. Dit is ingegeven door het feit dat er vanuit wordt gegaan dat werkzaamheid van de Kamer anders is dan bij die andere colleges. De leden van de Kamer zijn veel actiever betrokken bij de uitvoering van de werkzaamheden van het Secretariaat. Het is hierbij de verwachting dat de leden gemiddeld 20 uur per week actief zullen zijn. In het onderhavige ontwerp is gekozen voor een systeem waarin de leden van de Integriteitskamer gezamenlijk optreden om de ‘interne eenheid’ van de Integriteitskamer zoveel mogelijk te garanderen. Het feit dat sommige leden in Nederland woonachtig zijn kan het bij gelegenheid nodig zijn dat ook andere leden dan de voorzitter bij gelegenheid namens de Kamer optreden. Dit is in overeenstemming met het advies van de kwartiermakers van Nederland en Sint Maarten naar de regering toe. De regering heeft hierom het advies van de Raad van Advies om een hogere vergoeding aan de voorzitter toe te kennen dan de andere leden niet overgenomen.

Gezien de samenstelling van de Kamer lijkt het evident dat er veel gereisd zal worden tussen Nederland en Sint Maarten. Het derde lid voorziet in de vergoeding van noodzakelijke reiskosten.

De geldelijke voorziening voor de plaatsvervangende leden van de Integriteitskamer is geregeld in het vierde lid. Zij zullen worden betaald voor de daadwerkelijke gewerkte uren welke zij als vervangers van de leden hebben opgetreden. Voor de hoogte van het bedrag per uur wordt de remuneratie van de leden van de kamer als grondslag gehanteerd.

Artikel 5

Dit artikel regelt de remuneratie van de voorzitter en de overige leden van de Raad van Toezicht, alsook van diens plaatsvervangers. Het bedraagt NAf 24.000,- per jaar, en het wordt, vermeerderd met een geldelijke voorziening op basis van de daadwerkelijke arbeidsduur. Ook hier wordt voor de hoogte van het bedrag per uur aansluiting gezocht bij de remuneratie van de leden van de Kamer.

Artikel 6 en 7

Dit artikel regelt het veiligheidsonderzoek van de belanghebbenden. Dezen zijn de voorzitter en overige leden en de plaatsvervangende leden van de Integriteitskamer, de voorzitter en overige leden en plaatsvervangende leden van de Raad van Toezicht en het personeel van het secretariaat. Ingevolge artikel 1, onder i, van de Landsverordening Veiligheidsdienst (hierna: LVD) zijn vertrouwensfuncties functies bij het Land, of elders in Sint Maarten, die de mogelijkheid bieden de nationale veiligheid te schaden. Vóór de vervulling van vertrouwensfuncties, moet een veiligheidsonderzoek worden ingesteld (artikel 1, onder h). Op grond van artikel 44, eerste lid, van de LVD is het verboden een persoon met een vertrouwensfunctie te belasten, tenzij de Minister van Algemene Zaken tevoren op grond van een door de Veiligheidsdienst ingesteld veiligheidsonderzoek heeft verklaard dat tegen vervulling van die functie door betrokkene uit het oogpunt van het voortbestaan van de democratische rechtsorde, de integriteit van het openbaar bestuur of veiligheid of andere gewichtige belangen van Sint Maarten geen bezwaar bestaat.

Op grond van artikel 43 van de LVD worden de vertrouwensfuncties aangewezen bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te weten het Landsbesluit aanwijzing vertrouwensfunctie en uitvoering van veiligheidsonderzoeken (hierna: LaVV). De vertrouwensfuncties waarvoor een veiligheidsonderzoek moet worden uitgevoerd, zijn opgenomen in de bijlage behorende bij het LaVV.

De functies van de Integriteitskamer waarvoor een veiligheidsonderzoek wordt ingesteld, zijn in bijlage 2 bij dit landsbesluit opgenomen. Deze bijlage vormt integraal onderdeel van dit landsbesluit. Conform het LaVV is bij de aanwijzing van deze vertrouwensfuncties een drietal aanwijzingsgronden gehanteerd, namelijk:

• 1.

  Functies waarin structureel kennis moet of kan worden genomen van staatsgeheim;

• 2.

  Functies die van vitaal belang zijn voor de instandhouding van het maatschappelijk leven; en,

• 3.

  Functies waarin door integriteitsaantastingen de nationale veiligheid in het geding kan zijn.

Overeenkomstig het LaVV is bij de aanwijzing van de vertrouwensfuncties, bedoeld in het bij dit landsbesluit gevoegde bijlage 2, tevens een onderverdeling gemaakt in categorieën, namelijk in vertrouwensfuncties A en B. Deze indeling komt enerzijds overeen met de kwetsbaarheid van de desbetreffende functie, waarbij A de meest kwetsbare functie is, en anderzijds met de aard en intensiteit van de te verrichten veiligheidsonderzoek. Bij het indelen van de vertrouwensfuncties is rekening gehouden met het proportionaliteitsbeginsel, waarbij de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zo beperkt mogelijk dient te blijven. Bij deze afweging staat de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer in verhouding tot de toe te brengen schade aan de nationale veiligheid. De onderhavige onderverdeling in categorieën heeft plaatsgehad in overleg met de Veiligheidsdienst.

Artikel 8

Dit artikel regelt de citeertitel van het onderhavige ontwerp.

Artikel 9

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van het ontwerp. Gekozen is om dit ontwerp op hetzelfde tijdstip als de Landsverordening Integriteitskamer in werking te laten treden middels een landsbesluit.

De Minister van Algemene Zaken