Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nederweert houdende regels omtrent subsidie Algemene Subsidieverordening Nederweert 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nederweert houdende regels omtrent subsidie Algemene Subsidieverordening Nederweert 2019

De raad van de gemeente Nederweert;

Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010;

dat maatschappelijke ontwikkelingen aanleiding zijn geweest om het bestaande beleid in een interactief proces met verenigingen in heroverweging te nemen;

dat er in 2017 een doelmatigheidsonderzoek is gehouden naar de subsidieverstrekking door de gemeente Nederweert, met daarin een aantal aanbevelingen;

dat op 27 februari 2018 een bijeenkomst heeft plaatsgevonden met verenigingen waarin in hoofdlijnen het nieuwe beleid is toegelicht en dat dit kon rekenen op een grote mate van instemming;

dat wij in de vergadering van 5 juni 2018 de notitie ‘Nieuw subsidiebeleid gemeente Nederweert 2019’ hebben vastgesteld, waarin ondermeer is aan gegeven dat er een nieuwe Algemene subsidieverordening wordt opgesteld;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 juli 2018;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de Algemene Subsidieverordening Nederweert 2019, luidend als volgt:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    activiteit: iedere vorm van menselijk handelen, voor zover het gemeentebestuur dit wil bevorderen;

  • b.

    directe subsidievaststelling: het vaststellen van de subsidie voor de aanvang van het subsidietijdvak, zonder dat er voorafgaand een subsidieverlening plaatsvindt;

  • c.

    egalisatiereserve: reserve als bedoeld in artikel 4:72 Algemene wet bestuursrecht (Awb) om de negatieve verschillen tussen de subsidie en de kosten van de gesubsidieerde activiteiten op te vangen;

  • d.

    subsidie: hetgeen daaronder verstaan wordt in artikel 4:21, eerste lid, van de Awb;

  • e.

    subsidieplafond: hetgeen daaronder verstaan wordt in artikel 4:22 van de Awb;

  • f.

    subsidievaststelling: de beschikking waarin definitief wordt beslist dat de aanvrager subsidie ontvangt ter hoogte van een bepaald bedrag, hetgeen het gemeentebestuur tot uitbetaling verplicht;

  • g.

    uitvoeringsbesluit: een door burgemeester en wethouders vastgestelde nadere regeling met betrekking tot subsidies voor bepaalde activiteiten, waarin subsidiegrondslagen en –criteria en verdeelregels zijn opgenomen;

  • h.

    verleningsbeschikking: de beschikking met een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend en waarin het subsidiebedrag wordt vermeld, dan wel de wijze waarop wordt aangegeven waarop dit bedrag wordt bepaald, alsmede de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen.

Artikel 2. Reikwijdte

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders en in het bijzonder subsidies op de volgende beleidsterreinen: welzijn, cultuur, zorg, leefbaarheid, gezondheidszorg, evenementen, sport en recreatie, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Awb (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is).

  • 2. Ten aanzien van subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.

Artikel 3. Uitvoeringsbesluiten

Burgemeester en wethouders kunnen bij nadere regeling vaststellen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.

Artikel 4. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1. De raad kan subsidieplafonds vaststellen.

  • 2. In dat geval bepalen burgemeester en wethouders bij uitvoeringsbesluit de wijze van verdeling van de betrokken subsidie.

  • 3. De raad kan een subsidieplafond verlagen als:

    • a.

      het wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd; danwel

    • b.

      de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.

  • 4. Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 5. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

Artikel 5. Aanvraag

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders. Als hiervoor een aanvraagformulier is vastgesteld geschiedt dit met gebruikmaking daarvan.

  • 2. Bij de aanvraag legt de aanvrager – afhankelijk van welke subsidievorm gebruik wordt gemaakt – gegevens over die noodzakelijk zijn om de aanvraag te toetsen, zoals opgenomen in het door burgemeester en wethouders op te stellen uitvoeringsbesluit.

  • 3. Een rechtspersoon die voor de eerste maal subsidie aanvraagt, voegt een exemplaar van de oprichtingsakte of de statuten, en indien voorhanden het jaarverslag, de jaarrekening of de balans van het voorgaande jaar toe aan de aanvraag.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, wordt ingediend uiterlijk 1 juni voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. Andere aanvragen om subsidie worden ingediend tussen 6 en 2 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 3. Bij uitvoeringsbesluit kunnen door burgemeester en wethouders andere termijnen worden gesteld dat die in voorgaande leden zijn opgenomen.

Artikel 7. Beslistermijn

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

  • 2. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 6, tweede en derde lid, binnen 4 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

  • 3. Bij uitvoeringsbesluit kunnen andere termijnen worden gesteld.

Artikel 8. Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie weigeren:

    • a.

      als de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;

    • b.

      als niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;

    • c.

      als de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;

    • d.

      als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;

    • e.

      als de aanvrager voor het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft met een functionaris een bezoldiging als bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector overeenkomt of is overeengekomen die hoger is dan het bedrag, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van die wet;

    • f.

      in de bij het uitvoeringsbesluit bepaalde gevallen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie in ieder geval intrekken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

  • 3. Burgemeester en wethouders vorderen een subsidie met rente terug als dit nodig is ter uitvoering van een terugvorderingsbesluit of een onherroepelijke rechterlijke uitspraak.

Artikel 9. Verantwoording

Voor zover dit niet is bepaald bij uitvoeringsbesluit wordt bij de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.

Artikel 10. Algemene verplichtingen van subsidieontvanger

  • 1. Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat zo spoedig mogelijk schriftelijk aan burgemeester en wethouders.

  • 2. Een subsidieontvanger informeert burgemeester en wethouders tijdig schriftelijk over:

    • a.

      beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet, niet tijdig of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon en het doel van de rechtspersoon.

Artikel 11. Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen

  • 1. Bij subsidies hoger dan € 40.000,- verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar verlangd.

  • 2. Bij uitvoeringsbesluit of verleningsbeschikking kunnen aan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid van de Awb worden opgelegd, voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 3. Bij uitvoeringsbesluit kunnen verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie aan de subsidie worden verbonden, voor zover deze verplichtingen betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.

  • 4. Bij uitvoeringsbesluit of verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidieontvanger, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor aan burgemeester en wethouders een vergoeding verschuldigd is als zich een gebeurtenis als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de Awb voordoet. Daarbij wordt tevens aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald.

Artikel 12. Egalisatiereserve

  • 1. Bij verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidieontvanger van een per kalender- of boekjaar verstrekte subsidie die meer dan € 40.000,- bedraagt een egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72, eerste lid, van de Awb vormt.

  • 2. De ontvanger van een andere subsidie dan bedoeld in het eerste lid kan burgemeester en wethouders verzoeken een egalisatiereserve te mogen vormen. In dat geval is artikel 4:72 van de Awb van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13. Wijze van verstrekken en eindverantwoording subsidies tot en met € 5.000,-

  • 1. Subsidies tot en met € 5.000,- kunnen door burgemeester en wethouders direct worden verleend en vastgesteld, behoudens toepassing van het volgende lid.

  • 2. Als bij verleningsbeschikking de subsidieontvanger wordt verplicht om op de daarbij aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen vindt de vaststelling plaats binnen 8 weken nadat de gevraagde inlichtingen zijn verstrekt.

  • 3. In geval van verlening van een subsidie van ten hoogste € 5.000,- wordt een voorschot verstrekt ter hoogte van de verleende subsidie.

Artikel 14. Eindverantwoording subsidies tussen € 5.000,- en € 40.000,-

  • 1. Bij subsidies van meer dan € 5.000,- doch ten hoogste € 40.000,- dient de subsidieontvanger uiterlijk 8 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in.

  • 2. De aanvraag bevat een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan.

  • 3. Bij uitvoeringsbesluit kan worden bepaald dat op een andere manier wordt aangetoond in hoeverre de activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan.

Artikel 15. Eindverantwoording subsidies van meer dan € 40.000,-

  • 1. Bij subsidies van meer dan € 40.000,- dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in:

    • a.

      in geval van een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, uiterlijk op 1 april van het jaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar;

    • b.

      in geval van een subsidie die per boekjaar wordt verstrekt, uiterlijk 12 weken na afloop van het betrokken boekjaar;

    • c.

      in andere gevallen uiterlijk 8 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht.

  • 2. De aanvraag bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

    • b.

      een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c.

      een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop; en

    • d.

      een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant.

  • 3. Bij uitvoeringsbesluit kunnen andere termijnen worden vastgesteld of andere gegevens worden verlangd.

Artikel 16. Subsidievaststelling subsidies van meer dan € 5.000,-

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen een subsidie van meer dan € 5.000,- vast binnen 13 weken na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling, tenzij bij uitvoeringsregeling anders is bepaald.

  • 2. Deze termijn kan eenmaal voor ten hoogste 8 weken worden verdaagd.

  • 3. Bij uitvoeringsbesluit kunnen categorieën subsidieontvangers worden aangewezen waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat een aanvraag tot subsidievaststelling hoeft te worden ingediend.

  • 4. Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in de artikelen 14, eerste lid en 15, eerste lid, aanhef en onder a, b of c, is ingediend, kunnen burgemeester en wethouders de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend dan kunnen zij overgaan tot ambtshalve vaststelling.

Artikel 17. Hardheidsclausule

  • 1. Als een bij of krachtens deze verordening gestelde termijn voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen, kunnen burgemeester en wethouders een andere termijn vaststellen.

  • 2. In een uitvoeringsbesluit kan worden bepaald dat door burgemeester en wethouders van een of meer bepaalde artikelen of artikelleden van die regeling kan worden afgeweken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.

  • 3. Toepassing van de vorige leden wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

Artikel 18. Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet of niet voldoende voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 19. Slotbepalingen

  • 1. De Algemene Subsidieverordening Nederweert 2010 wordt ingetrokken per 31 december 2018.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2019.

  • 3. Op aanvragen om subsidie die zijn ingediend vóór 1 januari 2019 zijn de bepalingen van de Algemene Subsidieverordening Nederweert 2010 van toepassing, behoudens de aanvragen die in 2018 zijn ingediend voor activiteiten die in 2019 worden uitgevoerd alsmede voor de jaarlijks terugkerende waarderingssubsidie die in 2018 is ingediend ten behoeve van het subsidiejaar 2019.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene Subsidieverordening Nederweert 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad in de openbare vergadering van 4 september 2018.
de griffier, de voorzitter,
E.G. Schrier H.F.M. Evers

Nota-toelichting

toelichting