regeling inzake het verstrekken van ambtelijke bijstand aan de leden van de gemeenteraad

Geldend van 22-02-1994 t/m heden

Intitulé

regeling inzake het verstrekken van ambtelijke bijstand aan de leden van de gemeenteraad

De raad der gemeente Stede Broec;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 januari 1994;

Gelet op artikel 33 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende regeling inzake het verstrekken van ambtelijke bijstand aan de leden van de gemeenteraad.

Paragraaf 1 Begripsomschrijvingen.

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • A.

    informatie: gegevens neergelegd in schriftelijke stukken en ander materiaal dat gegevens bevat;

  • B.

    Advies: het kenbaar maken van een deskundig oordeel;

  • C.

    Bijstand: het verzamelen en verwerken van informatie en het verlenen van hulp bij redactionele vormgeving van voorstellen, amendementen en moties.

Paragraaf 2 Informatie en advies.

Artikel 2

  • 1.

    Een raadslid, dat informatie of advies wenst, kan zich daarvoor rechtstreeks wenden tot de gemeentesecretaris of door hem aan te wijzen ambtenaren.

  • 2.

    Van deze aanwijzing wordt aan de leden van de gemeenteraad mededeling gedaan.

Paragraaf 3 Ambtelijke bijstand

Artikel 3

Ambtelijke bijstand moet worden gevraagd aan de gemeentesecretaris, die zorg draagt voor de verlening van de bijstand. Hij kan één of meer ambtenaren aanwijzen, die de gevraagde bijstand verlenen.

Artikel 4

Ambtelijke bijstand wordt verleend tenzij:

  • a.

    het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt, dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

  • b.

    de taakuitoefening van de betreffende functionarissen hierdoor aanmerkelijk zou worden belemmerd en de bijstand niet tot geringere, meer aanvaardbare proporties kan worden teruggebracht.

Artikel 5

Wanneer de gemeentesecretaris van mening is, dat zich een geval voordoet, waarin géén ambtelijke bijstand kan of behoort te worden verleend, legt hij het verzoek voor aan burgemeester en wethouders en doet hij daarvan mededeling aan de aanvrager. Burgemeester en wethouders beslissen zo spoedig mogelijk.

Paragraaf 4 Algemene bepalingen

Artikel 6

  • 1.

    Wanneer een raadslid niet (geheel) tevreden is over de verschafte informatie, advies of bijstand, kan hij, indien het betreft door of namens de secretaris verleende informatie, advies of bijstand, de zaak voorleggen aan burgemeester en wethouders;

  • 2.

    Indien het betreft informatie of advies verleend door een ander, kan het raadslid zich tot de secretaris wenden, die de zaak vervolgens met die ander bespreekt; mocht dit overleg voor het raadslid geen bevredigend resultaat hebben, dan legt de secretaris de zaak voor aan burgemeester en wethouders.

Artikel 7

De secretaris of de aangewezen ambtenaren geven van de door hen mondeling of schriftelijk verstrekte informatie, advies of bijstand kennis aan de betreffende portefeuillehouder in het college van burgemeester en wethouders, indien zij moeten of kunnen vermoeden dat zulks in het belang is van een goede bestuursvoering.

Artikel 8

Bij het vragen van informatie, advies of bijstand mag degene die deze hulp verleent, niet tot geheimhouding verplicht worden.

Paragraaf 5 Slotbepalingen.

Artikel 9

Voor zover er behoefte bestaat aan andere hulp dan die welke valt onder de definitie van de begrippen informatie, advies en bijstand moet deze via raad en/of commissies worden gevraagd.

Artikel 10

Deze regeling treedt in werking met ingang van de achtste dag na te zijn bekend gemaakt.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Stede Broec, gehouden op 3 februari 1994.

De secretaris, De voorzitter,