Beleidsregels in verband met de uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Geldend van 01-10-2010 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels in verband met de uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel;

gelet op het bepaalde in:

  • -

    artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; 

b e s l u i t e n :

de volgende beleidsregels vast te stellen:

Beleidsregels in verband met de uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    activiteit: activiteit als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

  • b.

    wet: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    reguliere omgevingsvergunning: omgevingsvergunning die is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als bedoeld in § 3.2 van de wet;

  • d.

    uitgebreide omgevingsvergunning: omgevingsvergunning die is voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als bedoeld in § 3.3 van de wet.

Hoofdstuk 2. Administratieve bepalingen

Artikel 2.1 Verlengen beslistermijn aanvraag reguliere omgevingsvergunning

Voorzover ten behoeve van de beoordeling van de aanvraag op grond van een wettelijk voorschrift een advies van een externe adviseur of adviescommissie is vereist, wordt de termijn, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid van de wet, verlengd met zes weken.

Hoofdstuk 3. Bepalingen ten aanzien van activiteiten

(Gereserveerd)

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 4.1 Inwerkingtreding

De beleidsregels treden in werking met ingang van 1 oktober 2010.

Artikel 4.2 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels omgevingsrecht Boxtel.

Ondertekening

Boxtel, 28 september 2010.
Burgemeester en wethouders van Boxtel,
de secretaris,
de burgemeester,

Toelichting Beleidsregels in verband met de uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Algemene toelichting

Hoofdstuk 3 van de beleidsregels is gereserveerd om hier in de toekomst nadere beleidsregels op te nemen ten behoeve van verschillende activiteiten. Hierbij kan gedacht worden aan beleidsregels inzake afwijken van het bestemmingsplan voor aan- en bijgebouwen, erkers, et cetera.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2.1

De termijn waarbinnen beslist dient te worden op een aanvraag omgevingsvergunning waarop de reguliere procedure van toepassing is, bedraagt acht weken. Indien niet tijdig wordt beslist is de vergunning van rechtswege verleend. Of de reguliere procedure van toepassing is, wordt o.a. bepaald door de activiteiten waarvoor de omgevingsvergunning wordt aangevraagd. Zo is met betrekking het wijzigen/verstoren van een gemeentelijk monument en het uitvoeren van werkzaamheden en werken, geen bouwwerken zijnde, de reguliere procedure van toepassing. De erfgoedverordening schrijft verplicht een advies voor van de gemeentelijke monumentencommissie. In het bestemmingsplan Buitengebied 2006 is in een aantal gevallen een advies van de WUBBB vereist. Deze commissies vergaderen slechts eenmaal per maand. In verband hiermee en om te voorkomen dat vergunningen van rechtswege ontstaan, is het – in ieder geval – in die gevallen noodzakelijk dat de beslistermijn wordt verlengd. Artikel 3.9, tweede lid van de wet maakt dat mogelijk, tot een maximum van zes weken. De bepaling in artikel 2.1, eerste lid is algemeen geformuleerd zodat deze ook ten aanzien van andere commissies, zoals de Agrarische adviescommissie, en adviseurs, zoals de seniorarcheoloog van de gemeente 's-Hertogenbosch, kan worden toegepast.