Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR48823
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR48823/1
Regeling vervallen per 07-01-2011
Verordening op de heffing en de invordering van begrafenisrechten
Geldend van 18-12-2009 t/m 06-01-2011
De raad der gemeente Gaasterlân-Sleat;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 oktober 2009, nr. 5 resp. 19 november 2009, nr. 24;
gelet op artikel 229 aanhef, eerste lid, onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende:
"Verordening op de heffing en de invordering van begrafenisrechten".
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
begraafplaats: de algemene, bij de gemeente in beheer zijnde begraafplaatsen te Balk, Mirns, Nijemirdum en Sloten;
- b.
een grafruimte: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- -
het doen begraven en begraven houden van lijken;
- -
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- -
- c.
urnenbewaarplaats: een bewaarplaats als bedoeld in artikel 62, lid 1 van de Wet op de lijkbezorging, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het (uitsluitend) recht is verleend tot het doen bijzetten of bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- d.
asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
- e.
urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;
- f.
gedenkteken: een grafsteen, grafzerk, gedenkplat of ander daarmee te vergelijke grafmonument.
Artikel 2 Belastbaar feit
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
Artikel 3 Belastingplicht
-
1. De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
-
2. Het recht genoemd in artikel 4.5 van de bij deze verordening behorende tabel is verschuldigd door de bloed- en aanverwanten, die krachtens de artikel 392 t/m artikel 396 van Boek I van het Burgerlijk Wetboek tot onderhoud van de overledene verplicht zouden zijn geweest.
-
3. Bij ontstentenis van bloed- of aanverwanten genoemd in lid 2 dient het recht genoemd in artikel 1 van de bij deze verordening behorende tabel te worden voldaan uit de nalatenschap van de overledene.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
-
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 5 Wijze van heffing
De rechten worden geheven bij gedagtekende kennisgeving.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld
De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 7 Vrijstelling
Geen recht wordt geheven voor het begraven van een lijk van een dood- of pasgeboren kind, dat tegelijk met de bij of kort na de bevalling overleden moeder in dezelfde grafruimte wordt begraven of in een urnenbewaarplaats wordt bijgezet.
Artikel 8 Vermindering
Voor het overbrengen van een lijk naar een andere grafruimte op één der algemene begraafplaatsen in de gemeente wordt ingevolge de paragrafen 1.1, 2.1 en 4.1.1 van de bij deze verordening behorende tabel eventueel verschuldigde rechten in mindering gebracht het bedrag der reeds ingevolge paragraaf 1.1. van deze tabel voor de oorspronkelijke grafruimte betaalde rechten, mits van de door die betaling verworven rechten afstand wordt gedaan ten behoeve van de gemeente. Het vorenstaande is eveneens van toepassing wanneer het betreft het overbrengen van een urn naar een andere urnenbewaarplaats.
Artikel 9 Termijnen van betaling
-
1. De rechten moeten worden betaald binnen 1 maand na de schriftelijke kennisgeving.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op in het eerste lid van dit artikel gestelde termijnen.
Artikel 10 Kwijtschelding
Bij de invordering van de begrafenisrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11 Nadere regels door college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de begrafenisrechten.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De Verordening Begrafenisrechten 2009, vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 16 november 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
-
3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.
-
4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.
-
5. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Begrafenisrechten 2010".
Ondertekening
Aldus besloten door de raad voornoemd in zijn
openbare vergadering van 3 november 2009 resp. 1 december 2009,
, voorzitter.
, griffier.
Tarieventabel behorende bij de begrafenisrechten 2010
Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten
1.1 |
Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een graf c.q. op een urnenbewaarplaats op één der algemene begraafplaatsen bedraagt het recht: |
|||
|
1.1.1 indien het recht wordt verkregen voor 40 jaar |
€ |
1.630,50 |
|
|
1.1.2 indien het recht wordt verkregen voor 20 jaar |
€ |
1.071,50 |
|
|
1.1.3 indien het recht bij verlenging wordt verkregen voor 10 jaar |
€ |
569,50 |
|
|
1.1.4 voor elk jaar, indien het uitsluitend recht bij verlening wordt verleend voor een kortere periode dan 10 jaar |
€ |
60,50 |
|
|
|
|
|
|
1.2 |
Het tarief bedraagt 50% van de onder 1.1 genoemde rechten, indien de te begraven overledene is een kind in de leeftijd tot 12 jaar en wordt begraven op een daartoe aangewezen gedeelte van een begraafplaats |
|||
|
|
|
|
|
1.3 |
Naast het recht genoemd in paragraaf 1.1 bedraagt het recht voor het stichten van een grafkelder of een gemetseld of uit beton vervaardigd graf of urnenbewaarplaats per grafruimte dan wel per urnenbewaarplaats of gedeelte daarvan |
€ |
973,00 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl