Regeling vervallen per 21-07-2023

Beleidsregels individuele bijzondere bijstand 2016 Werk en Inkomen Lekstroom

Geldend van 03-05-2018 t/m 20-07-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Beleidsregels individuele bijzondere bijstand 2016 Werk en Inkomen Lekstroom

Houten

IJsselstein

Lopik

Nieuwegein

Vianen

Gewijzigd per 1 januari 2018

Algemene bepalingen

Vooraf

In de Participatiewet (Pw) worden regels gegeven voor de bijstandsverlening in de algemene en bijzondere kosten van het bestaan. De algemene bijstand is de periodieke normbijstand, die voorziet in de algemene noodzakelijke kosten van het bestaan (artikel 11 Pw).

Belanghebbende of het gezin heeft recht op bijzondere bijstand voor zover de belanghebbende of het gezin niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan en de draagkracht van belanghebbende te boven gaan (artikel 35 Pw).

Voor de verlening van bijzondere bijstand is het geen vereiste dat men algemene periodieke bijstand ontvangt. Ook belanghebbenden met een andersoortig inkomen kunnen een beroep doen op bijzondere bijstand.

In deze beleidsregels is vastgesteld welke regels gelden voor individuele bijzondere bijstand die wordt uitgevoerd door Werk en Inkomen Lekstroom, in opdracht van de gemeenten Houten, IJsselstein, Lopik, Nieuwegein en Vianen. Deze beleidsregels vormen de grondslag voor te nemen besluiten.

Dit document bestaat uit drie delen. In deel I staan de basisvoorwaarden, die voor alle Lekstroomgemeenten gelden. In deel II staat een aantal specifieke kostensoorten en eventuele afwijkende bepalingen. In deel III staat een aantal nader uitgewerkte werkinstructies.

De specifieke kostensoorten zijn opgenomen omdat daarvoor veelvuldig bijzondere bijstand wordt aangevraagd. Het is geen limitatieve lijst. Andere kostensoorten kunnen ook in aanmerking komen voor bijzondere bijstand. Uiteraard mits voldaan wordt aan de voorwaarden.

Artikel 1 begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    De wet: Participatiewet (Pw)

  • b.

    Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom.

  • c.

    Belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

  • d.

    Bijzondere bijstand: de bijstand, bedoeld in artikel 35, eerste lid Pw.

  • e.

    Draagkracht: het gedeelte van het inkomen of vermogen dat aangewend dient te worden voor bijzondere kosten.

  • f.

    Draagkrachtperiode: de periode waarover de financiële draagkracht van een belanghebbende wordt vastgesteld.

  • g.

    Wht: Wet op de huurtoeslag.

  • h.

    WIL: Werk en Inkomen Lekstroom.

  • i.

    Gezin: de definitie zoals bedoeld in art. 4 lid 1 onder c Pw.

In deze beleidsregels worden, tenzij anders vermeld, dezelfde begripsbepalingen gebruikt als in de wet.

Artikel 2 Geldend beleid

De beleidsregels, zoals opgenomen in dit document, gelden met ingang van 1 januari 2016. Alle aanvragen die op of na deze datum zijn ontvangen worden behandeld conform deze beleidsregels.

Deel I Basisvoorwaarden

Artikel 3 Aard van de kosten

  • 1. Bijzondere bijstand wordt verstrekt als bijzondere omstandigheden in het individuele geval leiden tot noodzakelijke kosten van het bestaan, waarin het inkomen niet voorziet, die niet gedekt worden door voorliggende voorzieningen en die niet uit de draagkracht kunnen worden voldaan.

  • 2. Bijzondere bijstand is maatwerk op het gebied van noodzakelijke kosten. Niet de aard van de kosten, maar de individuele omstandigheden van belanghebbenden bepalen de bijzonderheid van de kosten.

Artikel 4 De wijze en het tijdstip van aanvragen

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt het recht op bijzondere bijstand op schriftelijke aanvraag vast.

  • 2. De bijzondere bijstand wordt door de gehuwden gezamenlijk aangevraagd, dan wel door één van hen met schriftelijke toestemming van de ander.

  • 3. Bijzondere bijstand moet worden aangevraagd voordat de kosten zijn voldaan.

  • 4. Een aanvraag voor bijzondere bijstand moet worden ingediend binnen 3 maanden nadat de kosten zijn opgekomen.

  • 5. In afwijking van lid 4 moet een aanvraag voor bijzondere bijstand worden ingediend vóórdat de kosten zijn opgekomen, in geval van tandheelkundige kosten, kosten van orthodontie, medische kosten, woonkostentoeslag en kosten die verband houden met het geheel of gedeeltelijk inrichten van een woning.

Artikel 5 Draagkracht (inkomen)

  • 1. Bijzondere bijstand wordt verleend met inachtneming van de draagkracht op grond van het inkomen van belanghebbende en zijn gezin.

  • 2. De draagkracht wordt berekend over het netto inkomen, waarover belanghebbende beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, te weten:

    • a.

      Netto loon/uitkering inclusief vakantiegeld;

    • b.

      Alle heffingskortingen van de Belastingdienst waar de belanghebbende recht op heeft;

    • c.

      Pensioen (verminderd met de pensioenvrijlating, zoals bedoeld in artikel 33 lid 5 van de wet);

    • d.

      Partner-/kinderalimentatie

    • e.

      Eindejaarsuitkering

    • f.

      Overige inkomsten conform artikel 32 en 33 van de wet.

  • 3. De individuele inkomenstoeslag en de individuele studietoeslag worden buiten beschouwing gelaten.

  • 4. Voor de vaststelling van de draagkracht wordt het gedeelte van het inkomen dat meer bedraagt dan het inkomen boven de vastgestelde inkomensgrens van de gemeente waar belanghebbende woont in aanmerking genomen. Het draagkrachtpercentage is 35%.

  • 5. In geval van verstrekking van bijzondere bijstand voor vervanging van duurzame gebruiksgoederen en woonkostentoeslag is, in afwijking van lid 4, het draagkrachtpercentage 100% van het inkomen.

Artikel 6 Draagkracht (vermogen)

  • 1. Bijzondere bijstand wordt verleend met inachtneming van de draagkracht op grond van het vermogen van belanghebbende en zijn gezin.

  • 2. Er geldt een vermogensvrijlating gelijk 1 aan het bedrag, zoals bedoeld in artikel 34 van de wet. Het gedeelte dat meer bedraagt dan dat bedrag wordt in aanmerking genomen als draagkracht.

  • 3. De vrijlating van het vermogen dat gebonden is in een woning, zoals bedoeld in artikel 34 lid 2 onder d van de wet geldt onverkort.

Artikel 7 Draagkracht (periode)

  • 1. De draagkracht wordt vastgesteld voor een periode van een jaar, vanaf de eerste dag van de maand waarin de aanvraag voor bijzondere bijstand wordt ingediend, of waarop de bijstandsverlening betrekking heeft.

  • 2. De belanghebbende die ten tijde van de aanvraag een bijstandsuitkering ontvangt op grond van de Participatiewet, wordt verondersteld in het draagkrachtjaar geen draagkracht te hebben, op grond van inkomen (als bedoeld in artikel 5).

  • 3. Voor de vaststelling van de draagkracht als bedoeld in het eerste lid wordt de draagkracht die is vastgesteld per maand toegerekend naar een periode van een jaar.

  • 4. De vastgestelde draagkracht als bedoeld in het eerste lid wordt in geval van incidentele bijzondere bijstand in één keer in mindering gebracht op de verstrekking.

  • 5. In geval van periodieke verstrekking van bijzondere bijstand wordt de draagkracht verspreid over de maanden waarover de bijzondere bijstand wordt verstrekt en naar evenredigheid in mindering gebracht.

  • 6. Bij elke volgende aanvraag voor bijzondere bijstand in het draagkrachtjaar wordt rekening gehouden met de toepassing van de draagkracht, zoals bedoeld in het derde en vierde lid.

  • 7. Een nieuwe aanvraag voor bijzondere bijstand binnen het draagkrachtjaar leidt tot het opnieuw vaststellen van de draagkracht en het draagkrachtjaar, wanneer een wijziging van het inkomen, het vermogen en/of de woon- en gezinssituatie hiertoe aanleiding geeft.

Artikel 8 Drempelbedrag

Er wordt een drempelbedrag gehanteerd van € 25,00 per aanvraag.

Artikel 9 Voorliggende voorziening: collectieve aanvullende zorgverzekering

  • 1. De collectieve aanvullende zorgverzekering is een voorliggende voorziening, waarbij het uitgangspunt de aanvullende polis GarantVerzorgd 2 2 en de aanvullende tandverzekering TandVerzorgd 2 3 is.

  • 2. Een belanghebbende kan bijzondere bijstand ontvangen, wanneer hij nog geen gebruik maakt van de collectieve aanvullende zorgverzekering. De verstrekking is dan gemaximeerd tot het bedrag dat de collectieve aanvullende zorgverzekering zou vergoeden, voor de desbetreffende kosten.

  • 3. De belanghebbende wordt aangeboden met ingang van het eerstvolgende kalenderjaar gebruik te maken van de collectieve aanvullende zorgverzekering. Met ingang van het nieuwe kalenderjaar kan geen bijzondere bijstand meer verstrekt worden voor kosten die vergoed zouden worden op basis van de collectieve aanvullende zorgverzekering.

Artikel 10 Afstemming

  • 1. Wanneer er sprake is van ongenoegzaam besef van verantwoordelijkheid, dat te wijten is aan belanghebbende en/of zijn gezin, kan de bijzondere bijstand worden afgestemd, met inachtneming van artikel 18 van de wet.

Artikel 11 Vormen van bijstand

  • 1. Bij de vaststelling van de hoogte van de bijzondere bijstand wordt uitgegaan van de goedkoopst mogelijke adequate voorziening.

  • 2. Bijzondere bijstand wordt in beginsel verstrekt om niet, tenzij deze regeling anders vermeldt.

  • 3. Bijzondere bijstand voor kosten die noodzakelijk en gebruikelijk zijn worden in beginsel in de vorm van een lening verstrekt.

  • 4. Wanneer er sprake is van kosten die ontstaan zijn door verwijtbaar gedrag van belanghebbende, kan de bijzondere bijstand worden verstrekt in de vorm van een lening.

Artikel 12 Reserveringsruimte

  • 1. Belanghebbenden met een inkomen dat hoger is dan de gemeentelijk vastgestelde inkomensgrens worden in beginsel geacht reserveringsruimte te hebben.

  • 2. De reserveringsruimte als bedoeld in het eerste lid is 35% van het inkomen dat hoger ligt dan het inkomen boven de gemeentelijk vastgestelde inkomensgrens.

  • 3. Het ontbreken van (voldoende) reserveringsruimte, in verband met vrijwillige aflossing van schulden, wordt niet aangemerkt als een bijzondere omstandigheid, op grond waarvan bijzondere bijstand kan worden verstrekt.

Artikel 13 Terugbetalen lening

  • 1. Bijzondere bijstand die wordt verstrekt in de vorm van een lening moet worden terugbetaald.

  • 2. De hoogte van het aflossingsbedrag is gelijk aan 6% van de toepasselijke netto uitkeringsnorm.

  • 3. De termijn waarbinnen verstrekte bijstand in de vorm van een lening dient te worden terugbetaald is 36 maanden.

  • 4. Zodra belanghebbende 36 maanden op de juiste wijze heeft terugbetaald, kan het restant worden kwijtgescholden. Ook wanneer belanghebbende een bedrag betaalt, dat gelijk staat aan 36 maandelijkse terugbetalingen, kan het restant worden kwijtgescholden.

Artikel 14 Terugvordering

  • 1. Wanneer de verplichting tot terugbetaling niet of onvoldoende wordt nagekomen, zoals bedoeld in artikel 13, wordt de leenbijstand teruggevorderd, op grond van artikel 58 lid 2 van de wet.

  • 2. Voor de wijze van terugvordering en de bepaling van de aflossingsbedragen wordt aangesloten bij hetgeen bepaald is in de Beleidsregels terugvordering, verhaal en invordering WIL.

Artikel 15 Bevordering van participatie

Bijzondere bijstand is in beginsel bedoeld voor noodzakelijke kosten die voortkomen uit bijzondere omstandigheden.

  • 1.

    Bijzondere bijstand kan daarnaast worden aangewend om de participatie van belanghebbende en/of zijn gezin:

    • a.

      te bevorderen;

    • b.

      in stand te houden;

    • c.

      uit te breiden.  

  • 2.

    Het is alleen mogelijk bijzondere bijstand aan te wenden, ten behoeve van de participatie in individuele bijzondere situaties. Deze situaties worden aan WIL voorgelegd vanuit een multidisciplinair overleg 4 . De besluitvorming ter zake ligt exclusief bij WIL.

  • 3.

    Er kunnen individueel bepaalde verplichtingen worden verbonden aan de verstrekking van bijzondere bijstand ten behoeve van de participatie.

Artikel 16 Hardheidsclausule

  • 1. In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het dagelijks bestuur.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan in zeer uitzonderlijke gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

Artikel 17 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “beleidsregels bijzondere bijstand WIL 2016”.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2016.

Bijlage 1

Deel II

Specifieke kostensoorten en afwijkende bepalingen

Inhoudsopgave

Onderwerp 1 Inkomensgrens

Onderwerp 2 Financiële ruimte in combinatie met schulden

Onderwerp 3 Woonkostentoeslag

Onderwerp 4 Incidentele woonkosten

Onderwerp 5  Kosten voor complete woninginrichting

Onderwerp 6 Kosten voor een gedeeltelijke woninginrichting

Onderwerp 7 Vervanging duurzame gebruiksgoederen

Onderwerp 8 Legeskosten

Onderwerp 9 Medische kosten

Onderwerp 10 Kosten van tandheelkundige behandelingen

Onderwerp 11 Reiskosten- en fietsvergoeding voor statushouders

Onderwerp 12A Schoolkosten (alleen voor IJsselstein)

Onderwerp 12B Bijzondere kosten voor personen vanaf de pensioengerechtigde leeftijd en/of personen met een chronische ziekte of beperking (alleen voor Nieuwegein)

Onderwerp 13  Kosten van een babyuitzet

Onderwerp 14 Uitvaartkosten

Onderwerp 15 Doorbetaling vaste lasten bij verblijf in een inrichting of detentie

Onderwerp 16 Opstartkosten nieuwkomers

Onderwerp 17 Opstartkosten uit crisissituatie

Onderwerp 1

Inkomensgrenzen

De gemeenten hebben als volgt vastgesteld, vanaf welk inkomen de draagkracht berekend wordt:

Houten 100% van de toepasselijke bijstandsnorm

Nieuwegein 100%

Lopik 100%

Vianen 105%

IJsselstein 110%

Deze bedragen vormen de uitgangspunten voor de berekening van de draagkracht, zoals bedoeld in de artikelen 5, 6 en 7.

Onderwerp 2

Financiële ruimte in combinatie met schulden

Onder dit onderwerp wordt uiteengezet hoe we omgaan met belanghebbenden die schulden hebben. In beginsel houden we geen rekening met de afbetaling van schulden, bij de berekening van de financiële draagkracht of de reserveringsruimte. Hierop zijn vier uitzonderingen mogelijk.

Beslaglegging

Wanneer op (een deel van) het inkomen executoriaal beslag is gelegd kan belanghebbende feitelijk niet beschikken over dat deel van zijn inkomen. Het deel van het inkomen waarop beslag is gelegd, mag niet worden meegenomen in de berekening van de draagkracht noch de reserveringsruimte.

WSNP-traject

Wanneer belanghebbende een schuldsaneringsregeling heeft, op grond van de WSNP, mogen alleen de middelen worden gebruikt bij de berekening van de draagkracht, of de reserveringsruimte, waarover belanghebbende feitelijk beschikt. In de praktijk zal dit er vaak toe leiden dat er geen draagkracht of reserveringsruimte is. De belanghebbende wordt in die gevallen wel de verplichting opgelegd om de bewindvoerder tot een grotere vrijlating van inkomsten te bewegen of andere stappen te zetten om dit te realiseren.

Minnelijk traject schuldhulpverlening

Wanneer belanghebbende zich meldt bij schuldhulpverlening gaat hij een minnelijk traject aan, waarbij hij 3 jaar gaat afbetalen. Hij heeft daardoor niet de beschikking over zijn hele inkomen. Er kan slechts rekening worden gehouden met de middelen waarover belanghebbende feitelijk beschikt.

Bronheffing Zorgverzekering

Een bronheffing bestaat uit twee onderdelen. Enerzijds de premiebetaling en anderzijds een boete. Wanneer het CAK een bronheffing laat toepassen op het inkomen van belanghebbende, heeft dat invloed op het inkomen van belanghebbende. Slechts het boetegedeelte van de bronheffing dat wordt betaald aan het CAK mag niet worden meegenomen in de berekening van de draagkracht, noch de reserveringsruimte.

Onderwerp 3

Woonkostentoeslag

Woonkosten vallen onder de gebruikelijke kosten van het bestaan. In beginsel kan hiervoor geen bijzondere bijstand worden verstrekt. In bijzondere individuele omstandigheden kan hierop een uitzondering worden gemaakt. Bijzondere bijstand voor woonkostentoeslag kan onder voorwaarden worden verleend. Het gaat om situaties waarin zich een verandering heeft voorgedaan in de financiële situatie van belanghebbende (onverwachte inkomensdaling), waardoor er problemen ontstaan bij het voldoen van de woonkosten.

Woonkostentoeslag kan worden verstrekt wanneer belanghebbende een eigen woning of huurwoning bewoont, waarbij geen aanspraak kan worden gemaakt op een bijdrage op grond van de Wht.

Afwijkende bepalingen omtrent de draagkracht.

De draagkracht in geval van woonkostentoeslag is niet 35% (zoals in artikel 5), maar 100%.

Bijzondere bijstand voor woonkostentoeslag wordt niet met terugwerkende kracht verleend.

Bijzondere bijstand voor woonkostentoeslag wordt in beginsel voor een periode van 6 maanden verstrekt. Deze periode kan eenmalig worden verlengd met een periode van opnieuw 6 maanden.

Om in aanmerking te komen voor bijzondere bijstand in de vorm van een woonkostentoeslag, moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    Belanghebbende staat ingeschreven als woningzoekende bij Woningnet.

  • b.

    Belanghebbende dient tenminste 3x per maand te reageren op een woonruimte die voor hem financieel passend is.

  • c.

    Belanghebbende kan verplicht worden urgentie aan te vragen.

  • d.

    Er geldt een verhuisplicht voor belanghebbende, naar een woning die financieel passend is en past bij de gezinsgrootte.

Heeft belanghebbende een te koop staande koopwoning, dan gelden deze aanvullende verplichtingen:

  • e.

    Belanghebbende vraagt een reële en marktconforme prijs voor zijn woning;

  • f.

    Belanghebbende verricht concrete en aantoonbare inspanningen om de woning te verkopen en/of de verkoop van de woning te versnellen.

 

Vorm van bijstand:

  • -

    Verstrekking om niet

  • -

    Verstrekking als lening (bij verwijtbaarheid, of bij een tekoopstaande woning)

 

Onderwerp 4

Incidentele woonkosten

Er wordt in beginsel geen bijzondere bijstand verstrekt voor incidentele woonkosten. Uitgangspunt is dat dergelijke kosten behoren tot de incidentele algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Deze kosten worden geacht door belanghebbende zelf te worden voldaan, hetzij door directe betaling, hetzij door reservering vooraf, hetzij door gespreide betaling achteraf.

 

Met incidentele woonkosten wordt bedoeld: transportkosten vanwege verhuizing, dubbele huur en administratiekosten. De kosten voor borg komen niet in aanmerking voor bijzondere bijstand.

 

Hoogte bijzondere bijstand.

Indien door bijzondere omstandigheden in individuele situaties bijzondere bijstand wordt verstrekt voor incidentele woonkosten, is de hoogte van de transportkosten vastgesteld op € 150. Zijn de daadwerkelijke kosten lager dan het vastgestelde maximum, dan wordt bijzondere bijstand verstrekt ter hoogte van de daadwerkelijke kosten. Wanneer er sprake is van dubbele huur, wordt uitgegaan van de goedkoopste huur, minus eventueel recht op huurtoeslag.

 

Vorm van bijstand:

  • -

    Verstrekking om niet

Onderwerp 5

Kosten voor complete woninginrichting

Het inrichten van een woning wordt gezien als algemeen gebruikelijk. In beginsel kan hiervoor geen bijzondere bijstand worden verstrekt. In individuele bijzondere omstandigheden hiervan worden afgeweken.

 

Onder deze regeling worden in beginsel niet verstaan:

  • -

    Belanghebbenden die zich voor het eerst zelfstandig huisvesten. Zij worden geacht hiervoor te reserveren. Als de belanghebbende onvoldoende heeft gereserveerd zal de zelfstandige huisvesting uitgesteld moeten worden. Dit geldt zowel voor belanghebbenden die het ouderlijk huis verlaten als voor belanghebbenden die een andere niet-zelfstandige woonvorm verlaten.

  • -

    Belanghebbenden die een woning aanvaarden waarvan de huur boven de huurtoeslaggrens ligt.

  • -

    Belanghebbenden die een woning aanvaarden die geen wezenlijke oplossing biedt voor hun medische of sociale problematiek.

  • -

    Verhuizingen die plaatsvinden als gevolg van leeftijdsgebonden problematiek. Immers, verhuizingen vanwege leeftijd zijn te voorzien.

  • -

    Verhuizingen naar tijdelijke woonruimte.

  • -

    Verhuizingen die niet plaatsvinden onder individueel bijzondere omstandigheden.

 

Volgorde vormen van bijstand:

  • -

    Geldlening

  • -

    Verstrekking om niet

 

Hoogte bijzondere bijstand

De hoogte van de bijzondere bijstand voor een complete woninginrichting is vastgesteld op 60% van de normen, zoals gehanteerd door Nibud. Hierbij is rekening gehouden met de mogelijkheid om sommige spullen tweedehands aan te schaffen. Zijn de daadwerkelijke kosten lager dan het vastgestelde maximum, dan wordt bijzondere bijstand verstrekt ter hoogte van de daadwerkelijke kosten.

 

Onderwerp 6

Kosten voor een gedeeltelijke woninginrichting

Het (gedeeltelijk) inrichten van een woning wordt gezien als algemeen gebruikelijk. In beginsel wordt hiervoor geen bijzondere bijstand verstrekt. In individuele bijzondere omstandigheden kan hiervan worden afgeweken, waardoor bijzondere bijstand mogelijk is voor een gedeeltelijke woninginrichting.

 

Het gaat om situaties waarin een belanghebbende een woning moet inrichten, maar een gedeelte van de woninginrichting reeds in zijn bezit heeft. Bijzondere bijstand wordt verstrekt voor de goederen die nog aangeschaft moeten worden. De aanvrager moet zelf een overzicht verstrekken waarop staat welke spullen nodig zijn.

 

Hoogte bijzondere bijstand

De hoogte van de bijzondere bijstand voor een gedeeltelijke woninginrichting is vastgesteld op 60% van de normen, zoals gehanteerd door Nibud. Hierbij is rekening gehouden met de mogelijkheid om sommige spullen tweedehands aan te schaffen. Zijn de daadwerkelijke kosten lager dan het vastgestelde maximum, dan wordt bijzondere bijstand verstrekt ter hoogte van de daadwerkelijke kosten. Voor deze regeling gelden dezelfde voorwaarden als voor de regeling “kosten voor complete woninginrichting” met dien verstande dat een gedeelte van de woninginrichting reeds aanwezig is.

 

Onderwerp 7

Vervanging duurzame gebruiksgoederen

Het vervangen van duurzame gebruiksgoederen valt onder de incidentele gebruikelijke kosten van het bestaan. In individuele situaties kan bijzondere bijstand worden verstrekt, wanneer er sprake is van bijzondere omstandigheden waaruit noodzakelijke kosten voortkomen.

 

Hoogte bijzondere bijstand

De hoogte van de bijzondere bijstand voor duurzame (noodzakelijke) gebruiksgoederen is vastgesteld op 60% van de normen, zoals gehanteerd door Nibud. Zijn de daadwerkelijke kosten lager dan het vastgestelde maximum, dan wordt bijzondere bijstand verstrekt ter hoogte van de daadwerkelijke kosten. De vervanging van deze gebruiksgoederen komt in aanmerking voor bijzondere bijstand:

Koelkast (tafelmodel met vriesvak voor alleenstaanden, koelvriescombinatie voor gezinnen)

Wasmachine

Kookplaat (gas of elektrisch)

Eettafel met stoelen

Bed met lattenbodem

Matras (1 per persoon)

 

In geval van witgoed (koelkast, wasmachine, kookplaat) en een matras wordt afgeweken van de norm van 60%. Alleen in geval van deze vier goederen geldt de afwijkende regel dat 100% van de Nibud-norm van toepassing is, op voorwaarde dat belanghebbende deze nieuw aanschaft.  

 

Voor duurzame gebruiksgoederen geldt het principe dat een normaal gebruik een normale levensduur oplevert. Bijzondere bijstand kan niet worden verstrekt wanneer duurzame gebruiksgoederen verwijtbaar de gebruikelijke levensduur niet hebben behaald.

 

Vervanging kan slechts plaatsvinden wanneer reparatie niet mogelijk is en/of duurder is dan nieuwe aanschaf. De financiële afspraken en verhoudingen binnen een huishouden ten aanzien van de duurzame gebruiksgoederen spelen geen rol in de afweging in het kader van een aanvraag (denk aan kostendelersnorm).

 

Afwijkende bepalingen omtrent de draagkracht.

De draagkracht in geval van bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen is niet 35% maar 100% van het inkomen, conform artikel 5 lid 5 van deze regeling.

 

Onderwerp 8

Legeskosten

Voor de afgifte van urgentieverklaringen aan woningzoekenden worden legeskosten in rekening gebracht. Deze kosten worden gezien als algemene incidentele kosten. De gemeenten IJsselstein, Lopik, Nieuwegein en Vianen bieden de mogelijkheid om voor deze kosten bijzondere bijstand aan te vragen.

 

Bijzondere bijstand kan worden verstrekt voor de legeskosten die verschuldigd zijn bij de aanvraag van een urgentie op grond van een medische reden. De volledige kosten komen in aanmerking voor bijzondere bijstand. Er wordt uitsluitend bijzondere bijstand verstrekt wanneer er een urgentie is toegekend. Afgewezen urgenties met bijbehorende legeskosten komen niet in aanmerking. Bij toekenning wordt de bijzondere bijstand verstrekt om niet.

     

Onderwerp 9

Medische kosten

Conform artikel 9 van deze regeling is de collectieve aanvullende zorgverzekering de voorliggende voorziening (die geacht wordt passend en toereikend te zijn), voor medische kosten. Er wordt daarom in beginsel geen bijzondere bijstand verstrekt voor medische kosten.

 

Hiervan kan worden afgeweken:

  • a.

    Wanneer er sprake is van een zeer uitzonderlijke situatie (bijzondere omstandigheden), of

  • b.

    Wanneer belanghebbende om medische redenen niet kan overstappen naar de collectieve aanvullende verzekering.

 

In bijzondere individuele gevallen kan de collectieve aanvullende zorgverzekering ontoereikend zijn, zoals bedoeld onder a. en b. Het gaat dan om situaties waarin door ziekte of beperking meer kosten gemaakt worden. De vergoeding van de zorgverzekering is dusdanig dat er in die situaties een aanzienlijke eigen bijdrage overblijft. Deze eigen bijdrage kan in voorkomende gevallen in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in het kader van de bijzondere bijstand. In alle gevallen is er sprake van incidenteel (hoge) medische kosten. Heeft een belanghebbende structureel hogere medische kosten, dan wordt hij verwezen naar een uitgebreider pakket van de collectieve zorgverzekering.

 

Voorwaarden

  • -

    De gekozen behandeling is de goedkoopste en meest adequate oplossing.

  • -

    Het gaat om medisch noodzakelijke behandelingen.

  • -

    Het gaat niet om esthetische behandelingen.

  • -

    De aanvrager moet een pro-formanota inleveren.

 

Hoogte bijzondere bijstand

Er kan in voorkomende gevallen bijzondere bijstand worden verstrekt, voor de eigen bijdrage in het kader van medische kosten. In bovengenoemde gevallen gaat de bijzondere bijstand het bedrag van € 300 per kalenderjaar per gezinslid 5 voor de belanghebbende en zijn gezin niet te boven.

 

Onderwerp 10

Kosten van tandheelkundige behandelingen

Conform artikel 9 van deze regeling is de collectieve aanvullende zorgverzekering de voorliggende voorziening (die geacht wordt passend en toereikend te zijn), voor medische kosten. Daaronder vallen ook de tandheelkundige behandelingen. Er wordt daarom in beginsel geen bijzondere bijstand verstrekt voor tandheelkundige behandelingen.

 

Hiervan kan worden afgeweken indien:

  • a.

    Wanneer er sprake is van een zeer uitzonderlijke situatie (bijzondere omstandigheden), of

  • b.

    Wanneer belanghebbende om medische redenen niet kan overstappen naar de collectieve aanvullende verzekering.

 

In bijzondere individuele gevallen kan de collectieve aanvullende zorgverzekering ontoereikend zijn, zoals bedoeld onder a. en b. De vergoeding van de zorgverzekering is dusdanig dat er in die situaties een aanzienlijke eigen bijdrage overblijft. Deze eigen bijdrage kan in voorkomende gevallen in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in het kader van de bijzondere bijstand. In alle gevallen is er sprake van incidenteel (hoge) tandheelkundige kosten. Heeft een belanghebbende structureel hogere tandheelkundige kosten, dan wordt hij verwezen naar een uitgebreider pakket van de collectieve zorgverzekering.

 

Voorwaarden

  • -

    De gekozen behandeling is de goedkoopste en meest adequate oplossing.

  • -

    Het gaat om medisch noodzakelijke behandelingen, die acuut zijn en niet uitstelbaar.

  • -

    Het gaat niet om esthetische behandelingen.

  • -

    De aanvrager moet een pro-formanota inleveren.

 

Hoogte bijzondere bijstand

Er kan in voorkomende gevallen bijzondere bijstand worden verstrekt, voor de eigen bijdrage in het kader van tandheelkundige behandelingen. In bovengenoemde gevallen gaat de bijzondere bijstand het bedrag van € 300 per kalenderjaar per gezinslid 6 voor de belanghebbende en zijn gezin niet te boven.

 

Onderwerp 11

Reiskosten- en fietsvergoeding voor statushouders

Dit is slechts een samenvattende tekst van de Beleidsregels reiskosten- en fietsvergoeding statushouders. Voor de volledige tekst wordt verwezen naar de desbetreffende beleidsregels.

 

Doelgroep

Deze regeling geldt voor statushouders, met een uitkering op grond van de Pw, of met een minimuminkomen. De inkomensgrenzen zijn:

 

Houten  100% van de toepasselijke bijstandsnorm

Nieuwegein 100%

Lopik 100%

Vianen 110%

IJsselstein 110%

 

Overige inburgeringsplichtigen en belanghebbenden die een BOL-opleiding volgen komen niet in aanmerking.

 

Voorwaarden van de reiskostenvergoeding

  • 1.

    De reiskosten worden vergoed wanneer de reisafstand tussen het woonadres en de onderwijsinstelling tussen de 2 en 10 kilometer is.

  • 2.

    Bij een reisafstand van minder dan 2 km wordt de belanghebbende geacht deze afstand lopend te kunnen afleggen en is er geen reiskostenvergoeding mogelijk.

  • 3.

    Een reiskostenvergoeding wordt maximaal 6 maanden verstrekt. Na 6 maanden wordt belanghebbende geacht te kunnen fietsen en daarom gebruik te kunnen maken van een fiets als vervoersmiddel.

  • 4.

    Als belanghebbende medisch aantoonbaar niet kan fietsen kan de reiskostenvergoeding maximaal 3 jaar worden verstrekt.

  • 5.

    Als de reisafstand tussen het woonadres en de onderwijsinstelling meer dan 10 km is worden de daadwerkelijke reiskosten vergoed gedurende de gehele scholingsperiode, maar niet langer dan 3 jaar.

  • 6.

    Volgt belanghebbende een taalscholing in deeltijd, dan worden de reiskosten vergoed op basis van het gemiddeld aantal scholingsdagen per week.

  • 7.

    De vergoeding wordt maandelijks uitgekeerd

  • 8.

    De vergoeding wordt berekend op basis van de goedkoopste manier van reizen met het OV.

  • 9.

    Belanghebbende is zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van de reiskosten en moet een overzicht overleggen, wanneer daar om wordt gevraagd. De controle vindt steekproefsgewijs plaats.

 

Voorwaarden van de fietsvergoeding

  • 1.

    Als de reisafstand tussen het woonadres en de onderwijsinstelling tussen de 2 km en 10 km is, kan aan belanghebbende een fietsvergoeding worden verstrekt.

  • 2.

    Er is geen fietsvergoeding mogelijk als belanghebbende niet behoort tot de doelgroep van deze regeling.

  • 3.

    Uitbetaling van de vergoeding vindt plaats na het overleggen na het overleggen van een nota van een fiets.

  • 4.

    De vergoeding voor een fiets, inclusief slot en verlichting is maximaal € 150,-.

  • 5.

    De vergoeding wordt verstrekt om niet.

 

Onderwerp 12A

Schoolkosten (alleen voor IJsselstein)

Voor kinderen die deelnemen aan het voortgezet onderwijs is het mogelijk bijzondere bijstand te verstrekken tot maximaal € 100,- per kind voor onder meer de volgende schoolkosten:

  • -

    excursies, schoolkampen of schoolreisjes

  • -

    (sport)kleding

  • -

    schoolbenodigdheden zoals schrijfartikelen, schooltas, agenda, etc.

 

De schoolkosten mogen geen kosten bevatten die kunnen worden vergoed uit voorliggende voorzieningen. Alleen werkelijk gemaakte kosten worden vergoed.

 

Onderwerp 12B

Bijzondere kosten voor personen vanaf de pensioengerechtigde leeftijd en / of personen met een chronische ziekte of beperking (alleen voor Nieuwegein)

Belanghebbenden met een chronische ziekte of beperking en ouderen vanaf de pensioenleeftijd kunnen meerkosten hebben als gevolg van hun ziekte of beperking, of als gevolg van hun leeftijd (en lichamelijke gebreken die het gevolg zijn van een hogere leeftijd). Hieronder wordt toegelicht bij welke meerkosten belanghebbenden met een chronische ziekte of beperking en ouderen vanaf de pensioenleeftijd in aanmerking kunnen komen voor bijzondere bijstand.

 

Voor onderstaande kostensoorten gelden de volgende algemene voorwaarden:

  • -

    Er wordt altijd per individueel geval beoordeeld of de extra kosten noodzakelijk en bijzonder zijn.

  • -

    De belanghebbende kan aantonen dat de kosten waarvoor bijzondere bijstand aanvraagt ook daadwerkelijk zijn gemaakt.

 

Er wordt voorondersteld dat ouderen vanaf de pensioenleeftijd, chronisch zieken en mensen met een beperking te maken kunnen hebben met de volgende meerkosten:

 

Extra stookkosten

In beginsel behoren de stookkosten tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan, waarvoor geen bijzondere bijstand wordt verleend.

 

Mensen met een chronische ziekte, beperking of mensen vanaf de pensioenleeftijd kunnen vanwege hun medische situatie aangewezen zijn op extra warmte. Dit brengt extra stookkosten met zich mee. Dit is in elk geval zo, wanneer er sprake is van een medische noodzaak voor het maken van deze kosten. In deze gevallen kan bijzondere bijstand worden verstrekt. Een medische indicatie is vereist.

 

De medische noodzaak moet worden aangetoond door een verklaring van een (huis)arts of specialist. Is er een medische noodzaak dan kan dit betrekking hebben op:

  • het woonvertrek in de koude maanden

  • het woon- en slaapvertrek in de koude maanden

  • het woonvertrek gedurende het hele jaar

  • het woon- en slaapvertrek gedurende het hele jaar.

 

Hoogte bijzondere bijstand

Voor de bepaling van de hoogte worden de daadwerkelijke kosten afgezet tegen de bedragen, zoals Nibud die hanteert. Zijn de kosten hoger, dan komt het verschil in aanmerking voor bijzondere bijstand.

 

Extra bewassingskosten en kledingslijtage

Kosten van bewassing en daardoor ontstane kledingslijtage behoren tot de algemeen gebruikelijke kosten, waarvoor geen bijzondere bijstand wordt verstrekt.

 

In individueel bijzondere situaties kan bijzondere bijstand worden verstrekt voor deze kosten. Hiervan is in ieder geval sprake in de volgende situaties:

  • Meer dan normale kledingslijtage als gevolg van lichamelijke gebreken (bijv. het gebruik van een rolstoel)

  • Het extra wassen van kleding als gevolg van het noodzakelijk gebruik van zalf of als gevolg van incontinentie

 

Hoogte bijzondere bijstand

Voor de bepaling van de hoogte worden de daadwerkelijke kosten afgezet tegen de bedragen, zoals Nibud die hanteert. Zijn de kosten hoger, dan komt het verschil in aanmerking voor bijzondere bijstand. Er dient in elk geval een medische verklaring te worden overgelegd van een (huis)arts of specialist, waaruit de bijzondere situatie blijkt.

 

Meerkosten voor maaltijdvoorziening

Alleen noodzakelijk gebruik van een warme maaltijdvoorziening kan voor bijzondere bijstand in aanmerking komen. Een medische indicatie of een sociale indicatie is in deze vereist.

 

Voor het vaststellen van de hoogte van de vergoeding voor de maaltijdvoorziening hanteert WIL de normen voor de kosten van voeding op basis van de Nibud-Prijslijst. WIL vergoedt alleen de meerkosten voor de maaltijdvoorziening

 

Onderwerp 13

Kosten van een babyuitzet

De kosten van een babyuitzet worden in beginsel gezien als incidentele gebruikelijke en voorzienbare kosten. De belanghebbende moet zelf voorzien in de kosten door reservering vooraf, dan wel door (gespreide) betaling achteraf. In (uitzonderlijke) individuele situaties kan bijzondere bijstand worden verstrekt, wanneer er sprake is van bijzondere omstandigheden waaruit noodzakelijke kosten voortkomen.

 

Voorwaarden:

  • -

    Het gaat om het eerste kind.

  • -

    De aanvraag kan worden ingediend vanaf de 6de maand van de zwangerschap en niet later dan 3 maanden na de bevalling.

  • -

    Er dient een zwangerschapsverklaring worden overgelegd.

 

Hoogte bijzondere bijstand

De hoogte van de bijzondere bijstand voor de babyuitzet is vastgesteld op maximaal € 500. Hierbij is rekening gehouden met de mogelijkheid om sommige spullen tweedehands aan te schaffen.

 

Vorm van bijstand

  • -

    Bijstand om niet

 

Onderwerp 14

Uitvaartkosten

In geval van uitvaartkosten geldt een aanwezige uitvaartverzekering als voorliggende voorziening. Tevens wordt het laatste maandinkomen (en eventueel “overlijdensuitkering”) en de financiële tegoeden van de overledene gezien als voorliggende voorziening.

 

De erfgenamen zijn verantwoordelijk voor de kosten van een uitvaart. De berekening van de draagkracht wordt dan ook toegepast op het inkomen en het vermogen van de nabestaanden. De berekening van de draagkracht wordt gedaan per individuele nabestaande.

 

In aanmerking te nemen kosten voor bijzondere bijstand

Deze kosten komen in aanmerking voor verstrekking van bijzondere bijstand.

 

Algemene kosten

  • -

    Akte van overlijden

  • -

    Basistarief uitvaartverzorger

  • -

    Overbrengen overledene naar rouwcentrum of woonhuis

  • -

    Laatste verzorging van de overledene

  • -

    Kist

  • -

    Opbaren in rouwcentrum, inclusief condoleancebezoek of

  • -

    Opbaren thuis, inclusief dagelijkse controle en koeling

  • -

    Een rouwauto

 

Begrafeniskosten

  • -

    Kosten algemeen graf (10 jaar) inclusief openen en sluiten graf (ma-vr), dienst in aula en condoleanceruimte.

 

Crematiekosten

  • -

    Crematie, dienst in aula, condoleanceruimte

 

Hoogte bijzondere bijstand

De hoogte van de bijzondere bijstand voor een begrafenis of crematie is vastgesteld op 60% van de normen, zoals gehanteerd door Nibud. Hierbij is rekening gehouden met een respectvolle, maar sobere uitvaart. Ook wordt ermee rekening gehouden dat nabestaanden de nalatenschap zullen moeten gebruiken om de kosten te voldoen. Bijzondere bijstand wordt alleen verleend voor de kosten, zoals hierboven staan opgesomd.

 

Vormen van bijstand

  • -

    Bijstand om niet

 

Onderwerp 15

Doorbetaling vaste lasten bij verblijf in een inrichting of detentie

Vaste lasten voor het aanhouden van een woning vallen onder de gebruikelijke kosten van het bestaan, waarvoor geen bijzondere bijstand wordt verstrekt. Personen die in detentie verblijven hebben daarnaast ook geen recht op bijstand (art. 13 Pw). Het behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van de belanghebbende om de doorbetaling van zijn vaste lasten te regelen.

 

Wanneer het wenselijk is dat de belanghebbende tijdens detentie zijn woning aanhoudt zijn er verschillende mogelijkheden:

  • -

    De woonlasten worden betaald met eigen geld van de belanghebbende, al dan niet met spaargeld;

  • -

    De woning wordt tijdelijk onderverhuurd.

 

Uitzondering noodsituatie

In bijzondere (nood)situaties is het voor belanghebbende niet mogelijk een adequate regeling te treffen. Er kan daardoor een noodsituatie ontstaan. Als blijkt dat de woning van belanghebbende door de betalingsachterstand niet dreigt te worden ontruimd, is er geen sprake van een noodsituatie.

 

Er kan sprake zijn van een noodsituatie wanneer het verlies van de woning leidt tot ernstige consequenties voor de psychische en/of lichamelijke gezondheid van belanghebbende. In die gevallen is bijzondere bijstand mogelijk.

 

Uitzondering maatschappelijk belang detentie

Het verlies van de woning tijdens kortdurende detentie kan grotere maatschappelijke consequenties met zich meebrengen. Vanzelfsprekend wordt eerst gekeken naar de mogelijkheden van belanghebbende om zelf de kosten van zijn woning te voldoen. Als die mogelijkheden er niet zijn, kan bij wijze van uitzondering bijzondere bijstand worden verstrekt.

 

Hoogte en duur detentie

Bijzondere bijstand voor de doorbetaling van vaste lasten is mogelijk, wanneer er sprake van een kortdurend verblijf in detentie, van maximaal 3 maanden. Alleen de kosten van huur (minus eventueel recht op huurtoeslag) en het vastrecht van de elektra en gas en de doorlopende kosten van bewindvoering komen in aanmerking.

 

Bijzondere bijstand wordt verstrekt voor de duur van de detentie, maar nooit langer dan 3 maanden. De bijzondere bijstand wordt verstrekt om niet. Bijzondere bijstand wordt uitsluitend uitbetaald aan de debiteur (dat is: verhuurder en/of nutsbedrijf) en niet aan de belanghebbende.

 

Geen recht:

Wanneer belanghebbende (evt. via automatische incasso) of derden de nota reeds betaald hebben, is er geen recht op bijzondere bijstand. Ook wanneer belanghebbende zelf voldoende heeft gereserveerd, of wanneer de woning wordt onderverhuurd, is er geen recht.

 

Uitzondering verblijf in een inrichting

Bijzondere bijstand voor de doorbetaling van vaste lasten is mogelijk, wanneer er sprake is van een kortdurend verblijf in een inrichting. Alleen de kosten van huur (minus eventueel recht op huurtoeslag) en het vastrecht van de elektra en gas en de doorlopende kosten van bewindvoering komen in aanmerking.

 

Bijzondere bijstand wordt verstrekt voor de duur van het verblijf in een inrichting, maar niet langer dan 3 maanden. In bijzondere situaties kan deze periode eenmalig verlengd worden met 3 maanden. Bijzondere bijstand wordt verstrekt om niet. De bijzondere bijstand wordt uitsluitend uitbetaald aan de debiteur (dat is verhuurder en/of nutsbedrijf) en niet aan de belanghebbende.

   

Geen recht:

Wanneer belanghebbende (evt. via automatische incasso) of derden de nota reeds betaald hebben, is er geen recht op bijzondere bijstand. Ook wanneer belanghebbende zelf voldoende heeft gereserveerd, of wanneer de woning wordt onderverhuurd, is er geen recht.

 

Onderwerp 16

Opstartkosten nieuwkomers

Belanghebbenden die vanuit een asielzoekerscentrum of een aanverwante opvanglocatie komen wonen in de Lekstroomregio, hebben recht op bijzondere bijstand voor de opstartkosten. Hiermee worden zij ondersteund bij het zich vestigen in hun nieuwe woonplaats. De bijzondere bijstand bestaat uit een aantal onderdelen.

 

Doelgroep

Belanghebbende:

  • -

    is via taakstelling in de Lekstroomregio komen wonen, of

  • -

    is een statushouder die in de Lekstroomregio komt wonen, of

  • -

    is een uitgenodigde vluchteling.

  • -

    vestigt zich definitief in de Lekstroomregio. Tijdelijke opvang is uitgesloten van deze regeling.

 

Eerste huur

De belanghebbenden die vallen onder deze doelgroep ontvangen bijzondere bijstand voor de eerste huur en de administratiekosten. Dat wil zeggen de huur van de eerste (gebroken) maand waarin zij hun woning krijgen en de huur van de daaropvolgende eerste volledige kalendermaand. Voor de eerstvolgende volledige kalendermaand geldt, dat het recht op huurtoeslag hierop in mindering wordt gebracht. Deze wordt berekend via toeslagen.nl. De gehele nota wordt betaald, dus inclusief eventueel algemene kosten.

De bijzondere bijstand wordt verstrekt om niet. Bijzondere bijstand voor de borg wordt als leenbijstand verstrekt, waarbij voor de terugbetaling de beslagvrije voet niet van toepassing is.

 

Deze bijzondere bijstand wordt uitbetaald aan de klant of aan de woningcorporatie (afhankelijk van de afspraken die gemaakt zijn per woningcorporatie). Deze bijzondere bijstand wordt verstrekt om niet.

 

Tabel met een aantal voorbeelddatums

Ingangsdatum huur

Verstrekking

1ste van de maand

Eerste maand minus huurtoeslag, tweede maand minus huurtoeslag

5de, 10de, 15de, 23ste, enz. van de maand

Eerste maand geheel, tweede maand minus huurtoeslag

 

Overbruggingsuitkering

De belanghebbenden die vallen onder deze doelgroep hebben recht op een overbruggingsuitkering, wanneer hij een bijstandsuitkering aanvraagt. Dat is bijzondere bijstand die bedoeld is om de periode te overbruggen tot aan de eerstvolgende betaling van de algemene bijstand. De reden van deze verstrekking is gelegen in het feit dat belanghebbenden uit deze doelgroep geen mogelijkheid hebben gehad om te reserveren. Deze bijzondere bijstand wordt verstrekt om niet.

    

De hoogte van de overbruggingsuitkering wordt als volgt berekend:

1 persoon

€ 500

2 personen

€ 700

3 personen of meer

€ 900

Af:

Minus eventuele inkomsten, conform artikel 5 van deze beleidsregels

 

Het aantal personen van een gezinssituatie wordt geteld, ongeacht de leeftijd. Op basis daarvan wordt de overbruggingsuitkering berekend.

 

Woninginrichting

De belanghebbenden die vallen onder deze groepen kunnen vaak aanspraak maken op bijzondere bijstand voor de inrichting van hun woning. Afhankelijk van de feitelijke situatie gelden de voorwaarden, zoals vermeld onder onderwerp 5 of onderwerp 6.

 

Terugbetaling leenbijstand

De belanghebbenden die vallen onder deze doelgroep ontvangen vaak bijzondere bijstand in de vorm van een lening. Bij wijze van uitzondering hoeven deze belanghebbenden niet direct af te lossen. De eerste aflossing wordt gedaan met ingang van de 3de hele kalendermaand na de maand waarin de belanghebbende in zijn woonplaats is komen te wonen.

 

Onderwerp 17

Opstartkosten uit crisissituaties

Belanghebbenden die zich vanuit een crisissituatie vestigen in een gemeente in de Lekstroomregio, kunnen onder voorwaarden bijzondere bijstand ontvangen voor de opstartkosten. Hiermee worden zij ondersteund bij het zich vestigen in hun nieuwe woonplaats.

 

Doelgroep:

  • -

    Degene die vanuit een situatie van dakloosheid zich vestigt

  • -

    Degene die uit een blijf-van-mijn-lijfhuis of soortgelijke opvang zich vestigt

  • -

    Degene die zich vanuit langdurige detentie vestigt (niet bedoeld: onderwerp 14)

  • -

    Degene die vanuit een crisissituatie terugkeert in zijn eigen woning valt niet onder deze regeling.

 

Eerste huur

De belanghebbenden die vallen onder deze doelgroep ontvangen bijzondere bijstand voor de eerste huur en de administratiekosten. Dat wil zeggen de huur van de eerste gebroken maand waarin zij hun woning krijgen en de huur van de daaropvolgende eerste volledige kalendermaand. Voor de eerstvolgende volledige kalendermaand geldt, dat het recht op huurtoeslag hierop in mindering wordt gebracht. Deze wordt berekend via toeslagen.nl. De gehele nota wordt betaald, dus inclusief eventueel algemene kosten.

De bijzondere bijstand wordt verstrekt om niet. Bijzondere bijstand voor de borg wordt als leenbijstand verstrekt, waarbij voor de terugbetaling de beslagvrije voet niet van toepassing is.

 

Tabel met een aantal voorbeelddatums

Ingangsdatum huur

Verstrekking

1ste van de maand

Eerste maand minus huurtoeslag, tweede maand minus huurtoeslag

5de, 10de, 15de, 23ste, enz. van de maand

Eerste maand geheel, tweede maand minus huurtoeslag

 

Let op: degene die dubbele huur moet betalen

Indien een belanghebbende zich vestigt, kan er sprake zijn van dubbele huur. Hier geldt dat de goedkoopste huur in aanmerking komt voor bijzondere bijstand.

 

Let op: degene die zich vanuit langdurige detentie vestigt

Daar waar bijzondere bijstand wordt verstrekt, op grond van hetgeen is vermeld onder onderwerp 15, is geen bijzondere bijstand mogelijk in het kader van de eerste huur, zoals bedoeld in deze regeling.

 

Overbruggingsuitkering

De belanghebbenden die onder deze doelgroep vallen hebben recht op een overbruggingsuitkering, wanneer hij een bijstandsuitkering aanvraagt. Dit is bijzondere bijstand die bedoeld is om de periode te overbruggen tot aan de eerstvolgende betaling van de algemene bijstand. De reden van deze verstrekking is gelegen in het feit dat belanghebbenden uit deze doelgroep geen mogelijkheid hebben gehad om te reserveren. Deze bijzondere bijstand wordt verstrekt om niet.

 

De hoogte van de overbruggingsuitkering wordt als volgt berekend:

1 persoon

€ 500

2 personen

€ 700

3 personen of meer

€ 900

Af:

Minus eventuele inkomsten, conform artikel 5 van deze beleidsregels

 

Woninginrichting

De belanghebbenden die vallen onder deze groepen kunnen onder individuele omstandigheden aanspraak maken op bijzondere bijstand voor de inrichting van hun woning. Afhankelijk van de feitelijke situatie gelden de voorwaarden, zoals vermeld onder onderwerp 5 of onderwerp 6.

 

Terugbetaling leenbijstand

De belanghebbenden die vallen onder deze doelgroep dienen bijzondere bijstand in de vorm van een lening terug te betalen, zoals in deze beleidsregels is vervat.

Bijlage 2

DEEL III

Werkinstructies

De werkinstructies worden binnen WIL vastgesteld en zijn voor intern gebruik.


Noot
1

Besluit tot wijziging van 50% naar 100% van de vermogensgrens is genomen: Lopik op 7 feb. 2017 met ingang van 1-7-2016; IJsselstein op 10 januari 2017 met ingang van 1-1-2017; Vianen op 31 januari 2017 met ingang van 1-1-2017; Houten op 31 januari 2017 met ingang van 1-1-2017, Nieuwegein op 29 november 2016 met ingang van 1-7-2016.

Noot
2

Met ingang van 1 januari 2015 is dit de polis Menzis GarantVerzorgd 2. Wanneer de overeenkomst met Menzis wijzigt of eindigt wordt uitgegaan van een vergelijkbaar pakket, waarvoor dan een overeenkomst bestaat.

Noot
3

Met ingang van 1 januari 2015 is dit de polis Menzis TandVerzorgd 2. De bepaling is gelijk aan hetgeen onder voetnoot 1 is vermeld.

Noot
4

Hierbij kan worden gedacht aan de sociale teams. In de verschillende Lekstroomgemeenten hebben de sociale teams e.d. diverse benamingen. Elke gemeente heeft een dergelijk team, waarin multiprobleemcasussen worden besproken en ondersteund. Onder “sociale teams” moet worden

gelezen: alle vergelijkbare verbanden die binnen de Lekstroomregio actief zijn en als zodanig bedoeld zijn.

Noot
5

Hier wordt bedoeld de belanghebbende zelf, (eventuele) partner en minderjarige ten laste komende kinderen.

Noot
6

Zelfde als onder voetnoot 4.