Organisatiebesluit gemeente Vlissingen 2017

Geldend van 05-04-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 12-12-2017

Intitulé

Organisatiebesluit gemeente Vlissingen 2017

Organisatiebesluit gemeente Vlissingen 2017

Het college van de gemeente Vlissingen;

Gelet op:

  • ·

    Het bepaalde in de artikelen 103 en 160 van de Gemeentewet;

  • ·

    Het advies van de Ondernemingsraad van de gemeente Vlissingen d.d. 20 november 2017 (nr. OR 2017/09);

B E S L U I T vast te stellen:

ORGANISATIEBESLUIT GEMEENTE VLISSINGEN 2017

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • ·

    Algemeen directeur: de algemeen directeur/gemeentesecretaris

  • ·

    Directeur: de leidinggevende van een directie.

  • ·

    Teamleider: de leidinggevende van een team binnen een directie.

  • ·

    Directieteam: het team bestaande uit de drie directeuren onder leiding van de algemeen directeur.

Artikel 2 Inrichting van de ambtelijke organisatie

  • 1. De ambtelijke organisatie van de gemeente Vlissingen is opgebouwd volgens het directiemodel en bestaat uit drie directies en teams binnen de directies.

  • 2. Het College mandateert de algemeen directeur om de detailstructuur van de organisatie vast te stellen of te wijzigen binnen het kader van de door het college vastgestelde hoofdstructuur.

  • 3. De algemeen directeur deelt taken toe aan directies.

Artikel 3 Taken van de algemeen directeur

De algemeen directeur:

  • a)

    Geeft leiding aan de organisatie en is eindverantwoordelijk voor de aansturing van de gehele organisatie;

  • b)

    Is bestuurder in het kader van de Wet op de Ondernemingsraden;

  • c)

    Is voorzitter van het Directieteam (DT);

  • d)

    Is aanspreekpunt voor directeuren en de staffunctionarissen;

  • e)

    Bevordert en bewaakt in samenspraak met het DT het functioneren en de kwaliteit van de ambtelijke organisatie als geheel;

  • f)

    Agendeert stukken voor het College;

  • g)

    Zorgt voor eenheid van leiding in samenspraak en samenwerking met het college en het DT;

  • h)

    Onderhoudt actieve en communicatieve werkrelaties met bestuur en ambtelijke organisatie;

  • i)

    Stimuleert de onderlinge samenwerking tussen directies;

  • j)

    Richt tijdelijke projecten of programma’s in.

  • k)

    Legt de bedrijfsvoering vast door het ontwikkelen en vaststellen van concernrichtlijnen op middelengebied en het bewaken van de uitvoering daarvan;

  • l)

    Zorgt ervoor dat de directeuren over de noodzakelijke middelen en ondersteuning beschikken om de van hen gevraagde prestaties te kunnen leveren;

  • m)

    Beheert (control) de activiteiten in de organisatie op basis van tussentijdse informatie over de voortgang, bijsturen van activiteiten, resultaten en middelen.

Artikel 4 Integrale advisering

De algemeen directeur:

  • a)

    Is eerste adviseur van het college en de burgemeester;

  • b)

    Is secretaris van het college;

  • c)

    Zorgt ervoor dat het bestuur tijdige en integrale informatie en adviezen krijgt;

  • d)

    Is samen met de directeuren sparringpartner voor het college op gebied van brede maatschappelijke trends en het strategisch beleid van de gemeente;

  • e)

    Ontwikkelt in samenspraak met het DT de strategische visie en doelen voor de ambtelijke organisatie.

  • f)

    Geeft leiding aan de directeuren en de staf en is voorzitter van het Directieteam.

  • g)

    De directeuren adviseren de algemeen directeur; de algemeen directeur besluit.

Artikel 5 Het Directieteam (DT)

De algemeen directeur vormt tezamen met de drie directeuren het Directieteam. Het DT heeft de volgende taken en verantwoordelijkheden:

  • a)

    Het DT is verantwoordelijk voor de integrale beleidsontwikkeling, de bedrijfsvoering en het functioneren van de organisatie als geheel;

  • b)

    De vergaderingen van het DT worden benut voor coördinatie, integratie en afstemming tussen algemeen directeur en directeuren en tussen directeuren onderling;

  • c)

    Het DT draagt zorg voor de realisatie van door het bestuur opgelegde taakstellingen;

  • d)

    Het DT zorgt voor doeltreffende coördinatie van activiteiten, de samenhang tussen de directies onderling en de samenhang tussen de organisatie en het bestuur.

Artikel 6 Directeuren

Iedere directie heeft een directeur. De directeur heeft de volgende taken en verantwoordelijkheden:

  • a)

    De directeur is verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling, bedrijfsvoering en het functioneren van een directie;

  • b)

    Geeft leiding aan de teamleiders;

  • c)

    Is verantwoordelijk voor de – integraliteit van – de resultaten van de directie.

  • d)

    Het goed laten verlopen van de P&C-cyclus en de HR-cyclus.

Artikel 7 Teamleiders

De teamleider heeft de volgende taken en verantwoordelijkheden:

  • a)

    Geeft dagelijks leiding aan de medewerkers van het team.

  • b)

    Zorgt voor een adequate bedrijfsvoering van het team.

  • c)

    Het goed laten verlopen van de P&C-cyclus en de HR-cyclus.

Artikel 8 Uitgangspunt voor leidinggeven

Voor alle leidinggevenden in de organisatie geldt, ieder op hun eigen niveau, dat hun primaire taak is dat medewerkers hun inhoudelijke taak optimaal kunnen uitvoeren. De leidinggevende coacht en zorgt er voor dat medewerkers:

  • a)

    Vakinhoudelijk bekwaam zijn;

  • b)

    De noodzakelijke professionele vaardigheden, houding en gedrag hebben en/of ontwikkelen (taakvolwassen zijn);

  • c)

    Over de bij hun taak en functieprofiel passende basiscompetenties beschikken.

  • d)

    Bij hem terecht kunnen om over een onderwerp te kunnen sparren en brainstormen;

  • e)

    Aangesproken worden op resultaten, houding en gedrag;

  • f)

    Weten hoe zij functioneren en worden beoordeeld.

Artikel 9 Plaatsvervanging

  • a) Het college van burgemeester en wethouders wijst, met toepassing van artikel 106 Gemeentewet, alle directeuren aan als plaatsvervanger van de gemeentesecretaris.

  • b) De algemeen directeur wijst bij zijn afwezigheid één van de directeuren aan als zijn vervanger. Die vervanger is dan tevens loco-gemeentesecretaris en de aangewezen plaatsvervanger is bevoegd te tekenen als loco-gemeentesecretaris en als waarnemend algemeen directeur.

  • c) Vervanging van directieleden vindt horizontaal plaats op basis van daarover in het DT te maken afspraken.

  • d) Vervanging van teamleiders vindt horizontaal plaats door vervanging door een teamleider uit dezelfde directie.

Artikel 10 Ingangsdatum en slotbepalingen.

  • a)

    Dit organisatiebesluit treedt in werking met ingang van 12 december 2017 en werkt terug tot 1 september 2017.

  • b)

    Het “Directiestatuut gemeente Vlissingen 2009”, vastgesteld op 14 januari 2010 door de algemeen directeur, wordt door de algemeen directeur per 1 september 2017 ingetrokken.

  • c)

    Het “Organisatiebesluit gemeente Vlissingen 2009”, vastgesteld op 14 januari 2010 door burgemeester en wethouders van Vlissingen, wordt per 1 september 2017 ingetrokken door het College van burgemeesters en wethouders van Vlissingen.

  • d)

    Dit besluit wordt aangehaald als “Organisatiebesluit gemeente Vlissingen 2017”.

Vlissingen,

Burgemeester en wethouders van Vlissingen,

De secretaris, De burgemeester,

Mr.drs.ing. M. van Vliet drs. A.R.B. van den Tillaar

Collegebesluit d.d. 12 december 2017, nummer 813173