Regeling vervallen per 14-05-2019

Instellingsbesluit commissie naamgeving

Geldend van 08-04-2016 t/m 13-05-2019

Intitulé

Instellingsbesluit commissie naamgeving

Burgemeester en wethouders van Aalsmeer;

gelezen het voorstel met registratienummer 2010/8810;

overwegende dat:

burgemeester en wethouders bevoegd zijn nadere uitvoeringsvoorschriften vast te stellen overeenkomstig Artikel 7 van de "Verordening naamgeving en nummering Aalsmeer 2010"

gelet op 149 van de Gemeentewet;

besluiten:

vast te stellen de volgende uitvoeringsvoorschriften

  • 1.

    "Instellingsbesluit commissie naamgeving" met toelichting;

  • 2.

    Bijlage 1: Technische uitvoeringsvoorschriften met toelichting;

  • 3.

    Bijlage 2: Administratieve uitvoeringsvoorschriften met toelichting.

Artikel 1 De commissie

Er is een commissie die adviseert aan het college over de naamgeving van de openbare ruimte, hierna te noemen: de Commissie.

Artikel 2 Taak

De Commissie brengt, indachtig de door het college vastgestelde beleidsregels, gevraagd en ongevraagd schriftelijk advies uit aan het college over:

  • a.

    het vaststellen van grenzen van woonplaatsen en het daaraan toekennen van namen;

  • b.

    de verdeling van de woonplaatsen in wijken en buurten en zonodig aangevuld met nummers, letters of namen;

  • c.

    het toekennen van namen aan delen van de openbare ruimte en zonodig aan gemeentelijke bouwwerken.

Artikel 3 Samenstelling en lidmaatschap

  • 1. De Commissie bestaat ten minste uit:

    • a.

      een lid van het college of een daartoe aangewezen persoon namens het college;

    • b.

      een vertegenwoordiger van de Stichting Oud Aalsmeer;

    • c.

      een ingezetene van de gemeente Aalsmeer met een aardrijkskundige/geschiedkundige achtergrond;

    • d.

      een gemeentearchivaris;

    • e.

      een beheerder/plaatsvervangende beheerder of gegevensbeheerder van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen van gemeente Aalsmeer.

  • 2. Het college wijst desgewenst plaatsvervangende leden aan.

  • 3. De leden en plaatsvervangend leden worden door het college benoemd.

  • 4. Het lid dat de hoedanigheid verliest op grond waarvan het lid van de Commissie is, treedt op dat moment af als commissielid.

  • 5. De leden kunnen tussentijds ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de voorzitter van de Commissie, die maatregelen treft om in de vacature te voorzien.

Artikel 4 Voorzitter

  • 1. De Commissie benoemt uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter.

  • 2. De voorzitter heeft in de Commissie stemrecht.

Artikel 5 Secretaris

  • 1. Het college wijst de ambtelijke secretaris en de plaatsvervangend ambtelijk secretaris van de Commissie aan.

  • 2. De secretaris is geen lid van de Commissie.

  • 3. De secretaris dient de Commissie desgevraagd van advies.

Artikel 6 Tekenen van stukken

De stukken van de Commissie worden ondertekend door de voorzitter.

Artikel 7 Deskundigen

De voorzitter is bevoegd ambtenaren en andere deskundigen uit te nodigen tot het deelnemen aan de vergaderingen van de Commissie.

Artikel 8 Werkwijze

  • 1. De Commissie komt bijeen:

    • a.

      wanneer de voorzitter dit nodig acht;

    • b.

      op verzoek van het college.

  • 2. De voorzitter roept de leden schriftelijk op voor de vergadering, onder opgaaf van de punten die zullen worden behandeld. De agenda en vergaderstukken worden twee weken voor de vergadering aan de leden toegezonden.

  • 3. De Commissie vergadert slechts als ten minste 3 leden, onder wie de voorzitter of de plaatsvervangende voorzitter, aanwezig zijn. Wanneer het vereiste aantal leden niet aanwezig is, belegt de voorzitter binnen één week een nieuwe vergadering en stelt de leden daarvan terstond schriftelijk in kennis. In deze laatste vergadering kunnen besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden.

  • 4. Besluiten van de Commissie worden genomen bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken, beslist de voorzitter. De secretaris heeft een adviserende stem.

  • 5. De Commissie vergadert en besluit in het openbaar.

  • 6. Het advies van de Commissie aan het college bevat voorzover relevant de zienswijzen van de leden van de Commissie.

Artikel 9 Slotbepalingen

In gevallen waarin dit instellingsbesluit niet voorziet, beslist de voorzitter van de Commissie.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 september 2010.
De secretaris
De burgemeester

Bijlage 1 Technische uitvoeringsvoorschriften naamgeving en nummering Aalsmeer 2010

Artikel 1 Systeem voor toekenning van nummeraanduidingen

  • 1.

    De wijze van toekenning van nummeraanduidingen gebeurt in overeenstemming met systeem A uit de Nederlandse norm NEN 1773, uitgave 1983. Het centrale punt ten behoeve van de toekenning van nummeraanduidingen binnen dit systeem is het Oude Raadhuis aan de Dorpsstraat 9 te Aalsmeer.

  • 2.

    Het college is bevoegd om van systeem A af te wijken, indien toepassing van dit systeem leidt tot een onduidelijke nummering binnen de bestaande adressering.

Artikel 2 Plaatsing van de nummerdragers

Nummerdragers worden aangebracht in overeenstemming met het gestelde in de Nederlandse norm NEN 1773, uitgave 1983.

Artikel 3 Afmetingen en vormgeving nummerdragers

  • 1.

    Nummerdragers moeten voldoen aan het gestelde betreffende afmetingen en vormgeving in de Nederlandse norm NEN 1774, uitgave 1959.

  • 2.

    Indien niet kan worden voldaan aan het voorschrift van het eerste lid, hebben de nummerdragers een mate van leesbaarheid die ten minste gelijkwaardig is aan wat wordt beoogd met het eerste lid.

Artikel 4 Materiaalkeuze voorde nummerdragers

Het materiaal dat wordt toegepast voor de vervaardiging van al dan niet te verlichten nummerdragers, is in overeenstemming met het over de uitvoering van de dragers gestelde in de Nederlandse norm NEN 1774, uitgave 1959.

Artikel 5 Voeren oude en nieuwe nummeraanduidingen

Bij het gedurende een jaar naast elkaar gebruiken van de oude naam of de oude nummeraanduiding naast de nieuwe naam of de nieuwe nummeraanduiding wordt de oude naam met een streep en de oude nummeraanduiding met een kruis doorgehaald.

Artikel 6 Naamdragers

De naamdragers moeten voldoen aan de gestelde functionele eisen ten aanzien van de afmetingen, de uitvoering, de constructie, de kleursoorten en de lichttechnische eigenschappen van de toegepaste materialen en de plaatsing van naamborden en naamverwijsborden, zoals vervat in de Nederlandse norm NEN 1772, uitgave 1992.

Artikelsgewijze toelichting behorende bij de technischeuitvoeringsvoorschriften

Artikel 1

Lid 1.

Het verdient de aanbeveling om ook voor nieuwe wijken en buurten een systeem van toekenning van nummeraanduidingen te kiezen dat zo veel mogelijk aansluit bij het systeem dat van oudsher in de gemeente gangbaar is. In de Nederlandse norm NEN 1773 (uitgave 1983) hoofdstuk 3 zijn de in gemeenten gangbare systemen van nummering nader gedefinieerd:

  • ·

    Systeem A: de hoofdregel van dit systeem houdt in dat de nummers oplopen, gerekend vanuit het centrum van de gemeente (of vanaf het (oude) gemeentehuis).

  • ·

    Systeem B: de hoofdregel van dit systeem houdt in dat de nummers oplopen, gerekend van noord naar zuid en van west naar oost.

  • ·

    Systeem C: de nummering vindt in dit systeem plaats gerekend vanaf hoofdwegen naar het einde van (doodlopende) zijwegen of woonerven.

Voor elk systeem bevat de norm detailregels voor situaties waarin de hoofdregels niet onverkort toepasbaar zijn, evenals nadere regels over etagewoningen en dergelijke. Tevens zijn toelichtende tekeningen opgenomen.

In de uitvoeringsregels van de gemeente Aalsmeer is al en wordt gekozen voor systeem A. Het centrale punt ten behoeve van de toekenning van nummeraanduidingen binnen dit systeem is het "Oude Raadhuis" in de Dorsstraat 9 te Aalsmeer.

Lid 2.

De mogelijkheid bestaat dat toepassing van systeem A de eenduidigheid van adressering niet overal ten goede komt. Te denken valt hierbij aan bijv. 2 nummers '1' van verschillende straten naast elkaar.

In voorkomende gevallen is het college bevoegd om voor een nummering te kiezen die afwijkt van systeem A. De voorkeur heeft dit echter niet.

Artikel 2

Met het oog op de zichtbaarheid vanaf de openbare weg bevat de Nederlandse norm NEN 1773, hoofdstuk 4, maatvoorschriften voor de plaats van de nummerdragers, gerekend vanaf het maaiveld en de bijbehorende voordeur. Tevens worden regels gegeven voor de verzamel- en verwijsbordjes die nodig zijn bij de ligging van meer dan één woning (of bedrijf) in hetzelfde gebouw, respectievelijk bij de ligging binnen een complex of op grote afstand van de weg.

Artikel 3

Lid 1.

In de Nederlandse norm NEN 1774 zijn tekeningen voor nummerdragers opgenomen met volledige maatvoering. Uitgegaan is van een hoogte van de cijfers van 88 millimeter. De breedte van de nummerdragers varieert, afhankelijk van het aantal cijfers waaruit een bepaald nummer bestaat. Het opgenomen cijferontwerp is van een schreefloos, op grote afstand leesbaar type.

Lid 2.

Bij de beoordeling van een gelijkwaardige leesbaarheid verdient het in elk geval aanbeveling om geen cijfers van een geringere hoogte dan circa 9 cm te accepteren.

Artikel 4

De overigens globaal omschreven uitvoeringseisen in de Nederlandse norm NEN 1774, uitgave 1959, zijn gericht op de keuze van materialen die duurzaam bestand zijn tegen weersinvloeden. Te verlichten nummerdragers bestaan in de regel uit zogenaamde transparanten, waarachter bij duisternis een lampje brandt.

Artikel 5

Met het met een streep doorhalen van de oude naam en met een kruis doorhalen van de oude nummeraanduiding wordt voor eenieder die zoekt op de oude naam of het oude nummer duidelijk dat er een wijziging in de naam of nummer is opgetreden.

Artikel 6

Dit artikel regelt de functionele eisen voor naamborden en naamverwijsborden.

Bijlage 2 Administratieve uitvoeringsvoorschriften naamgeving en nummering Aalsmeer 2010

Administratieve uitvoeringsvoorschriften als bedoeld in artikel 7:

Artikel 1 Naamgeving van woonplaatsen en van delen van de openbare ruimte

  • 1.

    Bij de naamgeving van woonplaatsen en van delen van de openbare ruimte wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de historie van de betreffende locaties.

  • 2.

    Bij de naamgeving van nieuwbouwlocaties, bedrijventerreinen e.d. wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de betreffende gebiedstyperende locatie omstandigheden.

Artikel 2 De indeling van wijken en buurten

Voor wat betreft de onderverdeling van het gemeentelijke grondgebied in wijken en buurten worden de volgende notities van het Centraal Bureau voor de Statistiek als uitgangspunt genomen:

  • 1.

    Kwaliteitsverbetering van de wijk- en buurtindeling, publicatie VNG en CBS, kenmerk BVI/U200700194 d.d. 19 maart 2007.

  • 2.

    VNG publicatie "Benoemen , nummeren en begrenzen", uitgebracht in de Vastgoedreeks door de VNG Uitgeverij.

Artikel 3 Het tijdstip van naamgeving en nummering van objecten

  • 1.

    Besluitvorming betreffende naamgevingen aan openbare ruimten vindt plaats nadat de indeling van de openbare ruimten een definitieve status heeft bereikt.

  • 2.

    Besluitvorming betreffende nummeraanduidingen vindt plaats, nadat de bouwvergunning van het betreffende pand met één of meerdere verblijfsobjecten is verleend.

Artikel 4 Registratie van besluiten betreffende naamgeving en nummering van objecten

  • 1.

    Een besluit betreffende een of meer naamgevingen aan openbare ruimten wordt vastgelegd in een naambesluit met bijbehorende situatietekening. In het verleden vastgestelde naamgevingen aan openbare ruimten worden conform de geldende ministeriele regelgeving geformaliseerd. De wijze van opmaak van een naambesluit gebeurt in overeenstemming met bijlage 3.

  • 2.

    Een besluit betreffende een of meer nummeraanduidingen wordt vastgelegd in een adresbeschikking met bijbehorende situatietekening. In het verleden uitgegeven nummeraanduidingen worden conform de geldende ministeriele regelgeving geformaliseerd. Indien het voor de eenduidige registratie van nummeraanduidingen noodzakelijk is, zal de situatietekening uitgebreid worden met een gevelschets en/of een situatietekening per etage. De wijze van opmaak van een adresbeschikking gebeurt overeenkomstig de VNG modellen.

Artikel 5 Compensatieregeling

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders neemt compenserende maatregelen indien een nummer of naam gewijzigd wordt.

  • 2.

    Onder compenserende maatregelen wordt verstaan: het verstrekken van een financiële vergoeding a€ 150,- per adres metals peildatum 1 januari 2010.

Artikelsgewijze toelichting behorende bij de adminstratieve uitvoeringsvoorschriften.

Artikel 1

De naamgeving en de daarbij behorende geometrie van een woonplaats in combinatie met een door de beheerder van de landelijke woonplaatstabel uitgegeven woonplaatscode maakt onderdeel uit van het adresgegeven. In de gemeente Aalsmeer wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij historische gegevens van de betreffende locaties. Daarnaast worden nieuwe gebieden die in ontwikkeling zijn voor diverse uiteenlopende doeleinden voorzien van gebiedsbenaming die aansluit bij het doel, dan wel de historie, van het betreffende gebied.

Artikel 2

De CBS wijk- en buurtindeling binnen gemeentelijke grenzen maakt een belangrijk onderdeel uit van de landelijke statistische gegevens. Van tijd tot tijd dienen deze gebieden te worden aangepast, afhankelijk van de bouwactiviteiten welke plaatsvinden binnen de gemeentegrenzen. De mogelijkheden om de wijk- en buurtindeling te actualiseren worden aan de hand van diverse notities van het CBS en de VNG onder de aandacht gebracht. Hiermede beogen het CBS en de VNG de kwaliteit van de wijk- en buurtindelingen te verbeteren, waardoor vanuit het oogpunt van de landelijke coördinatie een landelijke uniforme buurt indeling tot stand gebracht wordt en gehouden kan worden.

Artikel 3

Het is niet verstandig om al in een vroegtijdig stadium besluitvorming omtrent naamgeving(en) en nummeraanduiding(en) te laten plaatsvinden. De ervaring leert dat in de ontwikkelingsfase van uitbreidingsplannen/bouw- en verbouwplannen er nog diverse mutaties kunnen plaatsvinden die van invloed kunnen zijn op de naamgeving en/of nummering van verblijfsobjecten, stand- en ligplaatsen.

  • 1.

    Bij nieuwbouw zal de besluitvorming met betrekking tot naamgeving van de openbare ruimte in principe pas plaatsvinden nadat de ruimtelijke indeling door middel van een stedenbouwkundig plan een definitieve status heeft bereikt.

  • 2.

    Bij nieuwbouw zal de besluitvorming met betrekking tot nummeraanduidingen pas plaatsvinden nadat de bouwvergunning verleend is.

Artikel 4

Op 22 januari 2009 heeft de Eerste Kamer de wet voor de Basisregistraties voor Adressen en Gebouwen (BAG) aangenomen. In het wet wordt geregeld dat gemeenten een beperkte set basisgegevens over gebouwen en adressen bij moeten houden in een geautomatiseerde registratie.

Deze gegevens dienen vervolgens door alle overheidsorganen verplicht gebruikt te worden bij de uitoefening van hun publiekrechtelijke taken. De BAG, als onderdeel van een stelsel van basisregistraties, draagt bij aan een verbeterde informatiehuishouding van de overheid ten behoeve van onder meer de verbetering van dienstverlening aan burgers en bedrijven, de openbare orde en veiligheid en adequate informatie voor beleidsvorming en fraudebestrijding.

In "De grondslagen voor de basisregistraties adressen en gebouwen" zijn de uitgangspunten van deze wetgeving gevormd.

De registratie van besluiten betreffende naamgeving en nummering van objecten evenals de wijze waarop de registratie van bestaande objecten administratief en geografisch moeten worden vastgelegd is beschreven in de Regeling Basis Registratie Adressen.

Zowel alle nieuwe als bestaande naamgevingen en nummeringen worden overeenkomstig de nieuwe wetgeving geregistreerd, conform de ter beschikking gestelde regelgeving en documenten.

Artikel 5

Het is te doen gebruikelijk om bewoners tegemoet te komen in de kosten van het wijzigen van hun adres. In uitzonderlijke gevallen kan het vermeldde bedrag aangepast worden, indien bijvoorbeeld sprake is van een bedrijfsvestiging.

Toelichting instellingsbesluit commissie naamgeving

Toelichting op het instellingsbesluit commissie naamgeving

A. Algemeen

  • 1.

    Namen toekennen aan delen van de openbare ruimte is om verschillende redenen van belang. Zo maakt de indeling van een gemeente in straten het mogelijk dat enerzijds burgers en anderzijds dienstverlenende instanties als politie, brandweer, ambulance en posterijen zich snel kunnen oriënteren in een gemeente. Ook is de indeling van een gemeente in straten voor de gemeente zelf van belang. In vrijwel alle gemeentelijke registraties komen immers namen voor en wordt gesorteerd op de alfanumerieke volgorde van namen.

  • 2.

    Namen voor de openbare ruimte ontstaan echter niet zomaar. Namen moeten immers worden toegekend; er moeten namen worden bedacht. Daarbij dienen deze namen aan allerlei eisen te voldoen. Zo moeten de namen bijvoorbeeld bruikbaar zijn in de spreektaal en uniek in de desbetreffende gemeente. Ook is een bepaalde systematiek bij het geven van namen onontbeerlijk. Gelet op het belang van goede naamgeving en de ingewikkeldheid daarvan verdient de aanbeveling de naamgeving op te dragen aan een gemeentelijke commissie en wel de Commissie naamgeving.

  • 3.

    De Commissie is gehouden aan de beleidsregels die het college ten aanzien van de naamgeving en nummering heeft vastgesteld (zie hiervoor paragraaf 10 van de algemene toelichting op de Modelverordening naamgeving en nummering).

  • 4.

    De Commissie dient tevens rekening te houden met de afspraken die zijn vastgelegd in het op 11 mei 2006 afgesloten convenant tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het ministerie van VROM en TNT Post (Stcrt. 2006, nr. 218, blz. 27-28), waarin is afgesproken in verband met de binnen Nederland gehanteerde postcodesystematiek terughoudend om te gaan met het veranderen van de benaming en begrenzing van woonplaatsen. Er is tevens afgesproken dat gemeenten niet nodeloos wijzigingen in de naamgeving aanbrengen die tot wijzigingen in het postcodesysteem noodzaken. Hiervan was bijvoorbeeld sprake toen een Friese gemeente besloot de namen van straten en woonplaatsen in het Fries om te zetten. Indien een gemeente zich niet aan de afspraak houdt om de naamgeving niet nodeloos te wijzigen, worden de kosten die PTT Post als gevolg hiervan moet maken bij het gemeentebestuur in rekening gebracht. Ook is afgesproken dat een gemeentebestuur zo spoedig mogelijk overleg met PTT Post pleegt over zijn voornemen om wijzigingen aan te brengen in de naamgeving, die gevolgen hebben voor het postcodesysteem (zie verder over dit onderwerp het VNG-handboek 'Benoemen, nummeren en begrenzen' en het algemeen deel van de toelichting op de Modelverordening naamgeving en nummering).

  • 5.

    De bevoegdheid tot het toekennen van namen aan de openbare ruimte berust bij het college van burgemeester en wethouders. Op basis van artikel 48 van de Gemeentewet kan het college de Commissie naamgeving instellen, die het college ten behoeve van deze taak adviseert. De Commissie naamgeving kan naar eigen inzicht en op basis van de eerder door het college vastgestelde beleidsregels namen bedenken voor delen van de openbare ruimte. Op dit gebied bestaan immers geen voorschriften of richtlijnen van hogere overheden.

B. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

De Commissie naamgeving geeft niet alleen namen aan woonplaatsen, wijken en buurten. Ook het toekennen van namen aan delen van de openbare ruimte en zonodig aan gemeentelijke bouwwerken behoort tot haar taak.

Artikel 3

In het kader van de dualisering kunnen sinds 7 maart 2002 in de Commissie naamgeving geen raadsleden meer plaatsnemen (zie artikel 84, tweede lid, juncto artikel 83, tweede lid van de Gemeentewet). De beheerder van de authentieke Basisregistratie Adressen opnemen als lid van de Commissie was voorheen niet gebruikelijk, maar door de voortschrijdende informatisering is dat noodzakelijk geworden.

Artikel 4

De Commissie naamgeving is een commissie van advies aan het college. Hierdoor verdient het aanbeveling om het commissielid dat lid is van het college van burgemeester en wethouders, of een daartoe aangewezen persoon namens het college, te benoemen als voorzitter van de Commissie.

Artikel 5

De secretaris en de plaatsvervangende secretaris worden aangewezen door het college. Zij zijn geen lid van de Commissie. Het verdient aanbeveling dat deze personen uit het ambtelijke apparaat (bij voorkeur uit het bouw- en woningtoezicht) afkomstig zijn. Zodoende kan een deskundige worden aangewezen voor de functie van secretaris en die van plaatsvervangend secretaris. Ook van de plaatsvervangende secretaris wordt immers verwacht dat hij de Commissie desgevraagd van advies dient.

Artikel 7

Indien de secretaris en plaatsvervangend secretaris afkomstig zijn uit het ambtelijke apparaat of het bouw- en woningtoezicht, is doorgaans al zoveel deskundigheid in de commissievergaderingen bijeengebracht dat het uitnodigen van andere deskundigen kan worden beperkt.

Artikel 8

De Commissie wordt in ieder geval door de voorzitter of op verzoek van het college bijeengeroepen wanneer nieuwe namen moeten worden toegekend of namen herzien. Herziening van namen kan onder andere wenselijk zijn als gevolg van een gewijzigde verkeerssituatie, waardoor de bestaande naamgeving of de vindbaarheid van panden bemoeilijkt is.