Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR484354
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR484354/2
Regeling vervallen per 01-07-2024
Besluit van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Meppel, Staphorst en Westerveld houdende regels omtrent de Gemeenschappelijke regels Reestmond (Gemeenschappelijke regeling Reestmond)
Geldend van 01-01-2021 t/m 30-06-2024
Intitulé
Besluit van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Meppel, Staphorst en Westerveld houdende regels omtrent de Gemeenschappelijke regels Reestmond (Gemeenschappelijke regeling Reestmond)Overwegende:
Het advies van het dagelijks bestuur dat door de wijziging van de regeling de verdeling van de kosten van Reestmond eerlijker wordt verdeeld tussen de drie deelnemende gemeenten.
besluit:
vast te stellen dat de gewijzigde gemeenschappelijke regeling ingaat met ingang van 1 januari 2021.
HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN
Artikel 1. Definities
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
- a.
de regeling: deze gemeenschappelijke regeling.
- b.
Algemeen Bestuur: het Algemeen Bestuur als bedoeld in artikel 12 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
- c.
Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur als bedoeld in artikel 12 van de Wet gemeenschappelijk regelingen.
- d.
voorzitter; de voorzitter als bedoeld in artikel 12 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
- e.
Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe.
- f.
werknemers: degenen, die ingevolge de Wet in een dienstbetrekking tot het Werkvoorzieningschap staan.
- g.
personeel: het door of namens het openbaar lichaam aangesteld, op detacheringbasis ingehuurd, of in dienst genomen ambtelijk personeel.
- h.
Uitvoeringsorganisatie: de uitvoeringsorganisatie Werkvoorziening-schap Reestmond
- i.
Directeur: de persoon die is belast met de dagelijkse leiding van de uitvoeringsorganisatie
- j.
SE (= Standaard Eenheid): de eenheid die overeenkomt met een arbeidsplaats van 36 uur voor een werknemer die op grond van de (her)indicatie is ingedeeld in arbeidshandicapcategorie matig
HOOFDSTUK 2. HET OPENBAAR LICHAAM
Artikel 2. Openbaar lichaam
-
1. Er is een openbaar lichaam, genaamd Reestmond.
-
2. Het openbaar lichaam is rechtspersoon als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wet gemeenschappelijk regelingen en is gevestigd te Meppel.
-
3. Het werkgebied van het openbaar lichaam omvat het grondgebied van de aan deze regeling deelnemende gemeenten.
Artikel 3. Taken, activiteiten en bevoegdheden
-
1. De colleges van de gemeenten dragen de volledige uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening voor wat betreft de tot de doelgroep van de Wet sociale werkvoorziening behorende ingezeten die werkzaam zijn bij het openbaar lichaam Reestmond over, met uitzondering van:
- a.
Tot de doelgroep van de Wet sociale werkvoorziening behorende ingezeten van de gemeenten die op 31 december 2014 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst waren bij het openbaar lichaam Reestmond voor het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden;
- b.
Tot de doelgroep van de Wet sociale werkvoorziening behorende ingezeten van de gemeenten, die door het college een arbeidsovereenkomst naar Burgerlijk Recht krijgen aangeboden voor het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden, en deze werknemers daartoe een passende arbeidsplaats aanbiedt.
- a.
-
2. Tevens heeft het openbaar lichaam Reestmond de mogelijkheid om haar aanwezige infrastructuur ter beschikking te stellen ten behoeve van het in opdracht van of in samenwerking met de gemeenten en/of andere organisaties verrichten van bepaalde diensten en activiteiten voor andere vormen van gesubsidieerde arbeid, met dien verstande dat de taken genoemd in lid 1 op geen enkele wijze in gedrang mogen komen of mogen worden geschaad.
-
3. Het openbaar lichaam heeft de mogelijkheid tot het oprichten van of het deelnemen in privaatrechtelijke rechtspersonen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang.
HOOFDSTUK 3. ALGEMEEN BESTUUR
Artikel 4. Samenstelling
De colleges van de deelnemende gemeenten wijzen elk twee leden aan voor het Algemeen Bestuur.
Artikel 5. Stemrecht
Elk lid van het Algemeen Bestuur heeft stemrecht.
Artikel 6. Reglement van orde
Het Algemeen Bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast.
Artikel 7. Informatie- en verantwoordingsplicht
De regels uit het reglement van orde van de betreffende gemeenteraad zijn op de verantwoordingsplicht van een lid van het Algemeen Bestuur aan de raad van toepassing.
Artikel 8. Beraadslaging en stemming
-
1. Elk lid van het Algemeen Bestuur heeft stemrecht.
-
2. Voor het tot stand komen van een besluit is vereist dat:
- a.
minimaal twee gemeenten instemmen met het besluit, en;
- b.
er sprake is van een meerderheid van stemmen. Er wordt een stemverdeling toegepast waarbij het gewicht van de stem van een lid van het Algemeen Bestuur voor de helft wordt bepaald door het inwoneraantal van de deelnemende gemeente en voor de andere helft wordt bepaald naar rato van het aantal plaatsen op grond van de Wsw uitgedrukt in arbeidsjaren, dat een gemeente heeft ondergebracht bij de uitvoeringsorganisatie (peildatum 1 januari van het betreffende jaar).
- a.
-
3. Alleen de aanwezige leden of hun plaatsvervangers kunnen aan een stemming deelnemen.
-
4. De directeur heeft een adviserende stem.
HOOFDSTUK 4. DAGELIJKS BESTUUR
Artikel 9. Samenstelling
-
1. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit:
-
a. drie leden, waaronder de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de secretaris, allen afkomstig uit een van de deelnemende gemeenten
-
2. Het Algemeen Bestuur benoemt op voordracht van het Dagelijks Bestuur een secretaris, een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.
-
3. De secretaris is tevens secretaris van het Algemeen Bestuur.
-
4. De leden van het Dagelijks Bestuur worden aangewezen in de eerste vergadering van het Algemeen Bestuur in de nieuwe samenstelling.
Artikel 10. Aanwijzing leden en tussentijdse vacatures
-
1. Indien tussentijds een plaats in het Dagelijks Bestuur openvalt, wijst het Algemeen Bestuur binnen twee maanden een nieuw lid aan.
-
2. Gaat het openvallen van een plaats in het Dagelijks Bestuur gepaard met het openvallen van een plaats in het Algemeen Bestuur, dan vindt aanwijzing eerst plaats nadat de plaats in het Algemeen Bestuur opnieuw is bezet, tenzij deze benoeming meer dan drie maanden zou uitblijven.
-
3. Indien langdurige verhindering of ontstentenis van een lid van het Dagelijks Bestuur verwacht wordt, kan het Algemeen Bestuur op voorstel van het Dagelijks Bestuur in diens tijdelijke vervanging voorzien.
-
4. Het tijdelijke benoemde lid treedt als zodanig af, zodra degene die hij vervangt, de uitoefening van zijn taak hervat.
-
5. De leden van het Dagelijks Bestuur treden af op de dag van aftreding van het Algemeen Bestuur.
Artikel 11. Vergadering Dagelijks Bestuur
-
1. Het Dagelijks Bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden van dit bestuur dit nodig achten.
-
2. De artikelen 22 en 56 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 12. Reglement van orde
Het Dagelijks Bestuur stelt een reglement van orde vast voor zijn vergaderingen.
Artikel 13. Beraadslaging en stemming
-
1. Elk lid van het Dagelijks Bestuur heeft stemrecht.
-
2. Voor het tot stand komen van een besluit is vereist dat:
- a.
minimaal twee gemeenten instemmen met het besluit, en;
- b.
er sprake is van een meerderheid van stemmen. Er wordt een stemverdeling toegepast waarbij het gewicht van de stem van een lid van het Dagelijks Bestuur voor de helft wordt bepaald door het inwoneraantal van de deelnemende gemeente en voor de andere helft wordt bepaald naar rato van het aantal plaatsen op grond van de Wsw uitgedrukt in arbeidsjaren, dat een gemeente heeft ondergebracht bij de uitvoeringsorganisatie (peildatum 1 januari van het betreffende jaar).
- a.
-
3. Alleen de aanwezige leden of hun plaatsvervangers kunnen aan een stemming deelnemen.
-
4. De directeur heeft een adviserende stem.
Artikel 14. Ondertekening stukken
De stukken, die van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur uitgaan, worden door de voorzitter en secretaris ondertekend.
HOOFDSTUK 5. DE VOORZITTER
Artikel 15. Algemene bepalingen
-
1. Het Algemeen Bestuur wijst in de eerste vergadering van elke zittingsperiode uit zijn midden, op voordracht van het Dagelijks Bestuur, de voorzitter aan. Hetzelfde geldt met betrekking tot de plaatsvervangend voorzitter en de secretaris.
-
2. Het voorzitterschap rouleert tussen de deelnemende gemeenten.
-
3. De artikelen 40 en 41 van de Gemeentewet zijn ten aanzien van de voorzitter van overeenkomstige toepassing.
-
4. Bij verhindering of ontstentenis wordt de voorzitter vervangen door de plaatsvervangend voorzitter en bij diens verhindering of ontstentenis het hiertoe door het Algemeen Bestuur aan te wijzen lid van het Dagelijks Bestuur, dat door en uit het midden van het Bestuur aangewezen is.
Artikel 16. Informatie- en verantwoordingsplicht
-
1. De voorzitter is aan het Algemeen Bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hem gevoerde beleid.
-
2. Hij geeft het Algemeen Bestuur, mondeling of schriftelijk, de door één of meer leden gevraagde inlichtingen, waarvan het verstrekken niet in strijd is met het openbaar belang.
-
3. Het Algemeen Bestuur kan omtrent de wijze waarop van de voorzitter inlichtingen kunnen worden gevraagd, alsmede de wijze waarop hij ter verantwoording kan worden geroepen, in zijn reglement van orde nadere regels stellen.
HOOFDSTUK 6. ORGANISATIE EN PERSONEEL
Artikel 17. Organisatiestructuur
Er is een uitvoeringsorganisatie genaamd: “Werkvoorzieningschap Reestmond”
Artikel 18. Directeur.
-
1. De dagelijkse leiding van de uitvoeringsorganisatie berust bij de directeur.
-
2. De bevoegdheden van de directeur worden in een door het Dagelijks Bestuur vast te stellen directiestatuut/mandaatbesluit.
Artikel 19. Aanstelling werknemers niet afkomstig uit het verzorgingsgebied
-
1. Op verzoek van de betrokken gemeentebesturen kunnen personen, wonend in niet aan deze regeling deelnemende gemeenten, door de uitvoeringsorganisatie in dienst worden genomen.
-
2. Het bepaalde in het eerste lid vindt plaats onder nader te regelen voorwaarden en tegen betaling van een door het Algemeen Bestuur vast te stellen bijdrage die minimaal omvat het bedrag van de rijksbijdrage die de gemeente van ingezetenschap van de werknemer ontvangt en een bijdrage in de algemene kosten.
HOOFDSTUK 7. FINANCIELE BEPALINGEN
Artikel 20. opmaken van de begroting en bepalen bijdrage deelnemende gemeenten.
-
1. Het dagelijks bestuur zendt de kadernota voor 15 februari aan de deelnemende gemeenten.
-
2. Bij het opstellen van de begroting voor het volgende jaar gelden de volgende uitgangspunten die zichtbaar worden aangegeven in de begroting:
- a.
Het aantal verwachte SE’s wat overeenkomt met het bepaalde in artikel 3 lid 1 per 1 januari van het begrotingsjaar.
- b.
Het totaal van begrote baten en lasten van de GR, exclusief de bijdragen van de deelnemende gemeenten.
- c.
De totale bijdrage van de deelnemende gemeenten, uitgesplitst per deelnemende gemeente volgens de verdeelsleutel naar rato van het aandeel SE’s zoals bedoeld onder sub a. Voor het vaststellen van het aantal SE’s wordt gebruik gemaakt van de administratie van de GR Reestmond. Deze is mogelijk niet gelijk aan de opgaven bij Panteia.
- d.
Als het aandeel SE’s van een deelnemende gemeente als gevolg van niet natuurlijk personeelsverloop en of individuele wijzigingen in arbeidscontracten in het nieuwe begrotingsjaar daalt naar een aantal dat meer dan 15% lager is dan volgens de begroting van het voorgaande jaar, wordt dit apart benoemd in de begroting zodat het dagelijks bestuur met deze wijziging expliciet kan instemmen bij het vaststellen van de begroting en dit kenbaar is voor de gemeenteraden.
- e.
Wanneer een deelnemende gemeente geen SE’s zoals bedoeld onder sub a. meer bij de GR heeft en er is geen uittredingsbesluit genomen, dan wordt voor de verdeelmaatstaf van de bijdragen een bedrag voor die deelnemende gemeente in de begroting opgenomen volgens een besluit van het dagelijks bestuur
- f.
Alle kosten en opbrengsten worden zo realistisch mogelijk begroot. De gemeentelijke bijdrage zal worden begroot om op een resultaat neutrale begroting uit te komen.
- a.
-
3. Het dagelijks bestuur zendt de ontwerpbegroting voor 1 mei aan de deelnemende gemeenten.
Artikel 21. Betaling gemeentelijke bijdragen
-
1. Elke gemeente levert jaarlijks een bijdrage in de kosten van de gemeenschappelijke regeling zoals begroot volgens artikel 20 lid 2 onder c.
-
2. Aan het begin van iedere maand betalen de deelnemende gemeenten bij wijze van voorschot 1/13 deel van hun in de begroting geraamde jaarlijkse bijdrage in de kosten. In de maand mei is het voorschot 2/13 deel.
-
3. Wanneer de GR de deelnemende gemeenten aanvullend wil belasten voor een bijdrage in de kosten van de gemeenschappelijke regeling, als gevolg van budgetoverschrijding die niet kan worden gecompenseerd met een reserve-onttrekking, dan geldt de berekeningswijze van artikel 20 lid 2 onder c. Deze verrekening vindt plaats nadat het dagelijks bestuur de voorlopige jaarrekening heeft vastgesteld.
-
4. Bij niet tijdige betaling van de bedragen genoemd in het eerste en tweede lid, is de wettelijke rente verschuldigd.
Artikel 22. Garantstelling Bank Nederlandse Gemeenten
-
1. De deelnemers zullen er steeds zorg voor dragen dat het openbaar lichaam te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.
-
2. Indien aan het Algemeen Bestuur van het openbaar lichaam blijkt dat een deelnemer weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, doet het Algemeen Bestuur onverwijld aan gedeputeerde staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 Gemeentewet of artikel 104 Waterschapswet, respectievelijk een verzoek aan de Minister tot toepassing van de artikelen 198 en 199 Provinciewet.
-
3. Een liquiditeitsplan op te stellen dat voorziet in de verplichting van de deelnemers alle rechten en verplichtingen van het openbaar lichaam over de deelnemers te verdelen op een in het plan te bepalen wijze.
HOOFDSTUK 8. TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING
Artikel 23. Toetreding en uittreding
-
1. Het college van burgemeester en wethouders van een gemeente die wenst toe te treden richt, na verkregen toestemming van de raad van die gemeente, het verzoek daartoe aan het Algemeen Bestuur.
-
2. Het Algemeen Bestuur zendt het verzoek als bedoeld in het eerste lid binnen 13 weken door aan de colleges van de deelnemende gemeenten, onder overlegging van zijn advies omtrent de toetreding en de eventueel daaraan te verbinden voorwaarden.
-
3. Toetreding vindt plaats, indien de colleges van de deelnemende gemeenten daarmee hebben ingestemd en ter zake toestemming is verkregen van de raden van de deelnemende gemeenten.
-
4. Aan de toetreding kunnen bij de in het derde lid bedoelde besluiten voorwaarden worden verbonden.
-
5. Uittreding vindt niet eerder plaats dan op 31 december van het jaar volgend op het jaar waarin het besluit tot uittreding is genomen en de uittreding is gepubliceerd in de Staatscourant.
-
6. De financiële schade, die het openbaar lichaam als gevolg van de uittreding lijdt, wordt aan de uittredende gemeente in rekening gebracht.
-
7. Het Algemeen Bestuur stelt regels over de wijze waarop de gevolgen van de uittreding geregeld worden.
Artikel 24. Wijziging regeling
-
1. Het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de besturen van de deelnemende gemeenten kunnen voorstellen doen tot wijziging van de regeling.
-
2. Een wijziging is tot stand gekomen wanneer:
-
a. de colleges haar hebben vastgesteld en
-
b. de raden daarvoor toestemming hebben gegeven.
-
3. De wijziging gaat in op de in het besluit aangegeven dag maar niet eerder dan dat het besluit is gepubliceerd in de Staatcourant.
Artikel 25. Liquidatie
-
1. De regeling kan worden opgeheven bij daartoe strekkende besluiten van de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten.
-
2. Een besluit als bedoeld in het eerste lid bepaalt tevens de datum van opheffing en kan niet eerder worden genomen dan nadat het Algemeen Bestuur daarover zijn mening kenbaar heeft gemaakt.
-
3. De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten dragen er zorg voor dat de gemeenschappelijke regeling wordt verwijderd uit het register als bedoeld in artikel 27 Wet gemeenschappelijke regelingen.
-
4. In geval van opheffing van de regeling, besluit het Algemeen Bestuur tot liquidatie en stelt daarvoor de nodige regels op in een liquidatieplan.
-
5. Het liquidatieplan wordt niet vastgesteld, dan nadat de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten zijn gehoord.
-
6. In het liquidatieplan zijn bepalingen opgenomen omtrent de vereffening van het vermogen van het openbaar lichaam. Het liquidatieplan voorziet in de gevolgen die de opheffing heeft voor het personeel, de werknemers en de archieven.
HOOFDSTUK 9. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 26. Overdracht
-
1. De deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningsschap Reestmond ingegaan op 1 juli 2008 dragen aan de deelnemers in deze regeling over om niet alle op de eindbalans voorkomende eigendommen, bezittingen, vorderingen en verkregen rechten.
-
2. Het personeel en de werknemers van de in het eerste lid bedoelde gemeenschappelijke regeling gaat zonder uitzondering met ingang van inwerkingtreding van deze regeling over in dienst van het bij deze regeling ingesteld openbaar lichaam in dezelfde rechtstoestand als waarin het in de vervallen regeling werkzaam was.
Artikel 27. In werkingtreding
Deze regeling treedt in werking 8 dagen na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2018.
Artikel 28. Toezenden aan GS
De in de artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen voorgeschreven toezending van de regeling aan Gedeputeerde Staten zal geschieden door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meppel.
Artikel 29. Duur van de regeling
Deze regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
Artikel 30. Citeertitel
Deze regeling kan worden aangehaald als “gemeenschappelijke regeling Reestmond”.
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Meppel d.d. 9 november 2017
Voorzitter Secretaris
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl