Beleidsregels ontheffing parkeren caravans, aanhangwagens e.d.

Geldend van 23-05-2003 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels ontheffing parkeren caravans, aanhangwagens e.d.

Dienst / Afdeling : BVG

Nr. :

Besluit openbaar

ja

Naar archief:

par: d.d.: 25-6-2003

Uiterlijk bij de secretaris

Advies OR

nee

Advies openbaar

ja

Actieve voorlichting

nee

Vooraf naar

Afdhfd

WWG

BJZ

Dir

Pfh

B

W

W

W

W

W

S

Akkoord

Bespreken

Zie toelichting

Behandeld door: Toestelnr.: Datum:

Mevrouw M. Brinker 7304 3 april 2003

Onderwerp:

Ontheffingenbeleid ex artikel 5.1.5 Algemene plaatselijke Verordening Zutphen 1992

Ontwerp besluit:

  • 1.

    de volgende beleidsregel vast te stellen voor het verlenen van ontheffingen ex artikel 5.1.5, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening Zutphen 1992:

    • a.

      een ontheffing wordt alleen verleend voor incidentele en in tijd beperkte gevallen;

    • b.

      de ontheffingsbevoegdheid is niet bedoeld om het parkeren van de in het artikel omschreven voertuigen permanent toe te staan c.q. mogelijk te maken;

  • 2.

    deze beleidsregel openbaar bekend te maken.

Dekking:

nvt

Conceptraadsvoorstelbijgevoegd:nee

Begrotingswijziging: n.v.t.

Beslissing B&W d.d: 29 APR. 2003

Conform besloten

Opmerkingen:

Advies:

Sinds 29 november 2002 is het overeenkomstig artikel 5.1.5, lid 1, onder a, van de Algemene Plaatselijke Verordening Zutphen 1992 (APV) verboden een woonwagen, kampeerwagen, caravan, camper, magazijnwagen, aanhangwagen, keetwagen of dergelijk voertuig dat voor recreatie dan wel anderszins uitsluitend of mede voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebezigd langer dan gedurende drie achtereenvolgende dagen (binnen de bebouwde kom) op de weg te plaatsen of te hebben. Het tweede lid van dit artikel biedt de mogelijkheid om van het hiervoor gestelde verbod een ontheffing te verlenen. Nu in de praktijk op naleving van deze bepaling wordt gecontroleerd lijkt het gewenst om zoveel als mogelijk een algemene beleidsregel op te stellen, waaraan ontheffingsaanvragen getoetst kunnen worden. Uitzonderingen daarop zijn uiteraard altijd mogelijk, omdat toch iedere aanvraag apart moet worden beoordeeld. Het voordeel van een beleidsregel is echter dat er een duidelijk toetsingskader is en dat in een concreet besluit op een aanvraag om ontheffing volstaan kan worden met een verwijzing naar die beleidsregel en een overweging dat er geen sprake is van een bijzonder geval dat aanleiding geeft tot afwijking van die regel.

De bevoegdheid tot het verlenen van een ontheffing is neergelegd in artikel 5.1.5, lid 2, van de APV.

Voor het vaststellen van de beleidsregel wordt het volgende overwogen. In het oude artikel 5.1.5 van de APV was de term ‘parkeren’ opgenomen. Dit had tot gevolg dat een overtreding van de bepaling eenvoudig ongedaan gemaakt kon worden door het betreffende voertuig steeds een paar meter te verplaatsen of het voertuig regelmatig te gebruiken. Om handhaving van deze bepaling eenvoudiger te maken, heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in de model-APV deze bepaling aangepast. Deze aanpassing is zoals hiervoor al is aangegeven inmiddels opgenomen in de Zutphense APV. De in het artikel opgenomen ontheffingsbevoegdheid is niet bedoeld is om het plaatsen of hebben van voertuigen permanent toe te staan. Het verlenen van een ontheffing die permanent geldig is, is strijdig met het karakter van artikel 5.1.5, lid 1, APV. Gelet op het karakter van de bepaling wordt geadviseerd om alleen voor incidentele en in tijd beperkte gevallen een ontheffing te verlenen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een ontheffing ten behoeve van een verbouwing of voor het opknappen van een caravan.