Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR483220
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR483220/4
Regeling vervallen per 03-01-2024
Subsidieregeling Verduurzaming en Obstakelvrije Ruimte voor Modernisering (VORM) Westland
Geldend van 22-09-2022 t/m 02-01-2024
Intitulé
Subsidieregeling Verduurzaming en Obstakelvrije Ruimte voor Modernisering (VORM) WestlandHet college van burgemeester en wethouders,
gelet op artikel 3, vierde lid en artikel 4 van de Algemene subsidieverordening Westland 2016;
besluit vast te stellen de volgende subsidieregeling:
Subsidieregeling Verduurzaming en Obstakelvrije Ruimte voor Modernisering (VORM) Westland
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
- a.
ASV Westland 2016 : de ‘Algemene subsidieverordening Westland 2016’ (Gemeenteblad 2016, nr. 101113, d.d. 26 juli 2016);
- b.
categorie 1 woning : woning gelegen in het glastuinbouwgebied van de gemeente Westland die schaalvergroting van omliggende glastuinbouwbedrijven vermoedelijk in de weg staat, als zodanig aangeduid in paragraaf 3.2 van het ‘Werkboek Westland’;
- c.
categorie 2 woning : woning gelegen in het glastuinbouwgebied van de gemeente Westland die schaalvergroting van omliggende glastuinbouwbedrijven misschien in de weg staat, als zodanig aangeduid in paragraaf 3.2 van het ‘Werkboek Westland’;
- d.
categorie 3 woning : woning gelegen in het glastuinbouwgebied van de gemeente Westland die schaalvergroting van omliggende glastuinbouwbedrijven vermoedelijk niet in de weg staat, als zodanig aangeduid in paragraaf 3.2 van het ‘Werkboek Westland’;
- e.
college : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland;
- f.
glastuinbouwbedrijf : een volwaardig en doelmatig bedrijf gericht op het voortbrengen van producten en het leveren van diensten door middel van het duurzaam en intensief telen en verzorgen van gewassen, geheel of hoofdzakelijk met behulp van kassen en de daarbij behorende bouwwerken en installaties;
- g.
glastuinbouwdeskundige : het adviserend overleg bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeente Westland, het Hoogheemraadschap van Delfland en LTO-Glaskracht;
- h.
koopovereenkomst : een overeenkomst als bedoeld in artikel 7:1 Burgerlijk Wetboek;
- i.
levering : de juridische levering van een onroerende zaak middels inschrijving van een tussen de verkopende en kopende partij opgemaakt notariële akte in het daartoe bestemde register van het Kadaster, zoals bedoeld in artikel 3:89 van het Burgerlijk Wetboek;
- j.
Ontwikkelingsbedrijf HOT Westland : Ontwikkelingsbedrijf HOT Greenport West-Holland B.V., statutair gevestigd te Westland, Kvk-nr. 66447410;
- k.
volwaardig (in de zin van glastuinbouwbedrijf) : een glastuinbouwbedrijf dat werk en inkomen van tenminste één volwaardige arbeidskracht genereert, duurzaam is (continuïteit en binding) en voldoende bedrijfsgrootte heeft. Dit betekent dat:
- -
arbeidsbehoefte: het bedrijf aan tenminste één persoon, gedurende het hele jaar, een volledige dagtaak, hoofdberoep, hoofdinkomen en hoofdbestaan dient te bieden;
- -
duurzaamheid: het bedrijf toekomstmogelijkheden moet hebben om langere tijd te kunnen blijven bestaan – waarbij de bedrijfstechnische opzet (omvang en aard), maar ook de aanwezigheid van ruimtelijke claims (zoals de waterhuishoudkundige situatie) en milieuhygiënische gevolgen een rol spelen –, en er sprake moet zijn van een juridische en emotionele binding van de ondernemer(s) of de arbeidskracht(en) met het bedrijf;
- -
bedrijfsgrootte: een glastuinbouwbedrijf in beginsel tenminste over 15.000 m² aan kassen dient te beschikken, met dien verstande dat een bedrijf ook bij minder dan 15.000 m² aan kassen als volwaardig kan gelden indien middels een advies van een glastuinbouwkundige kan worden aangetoond dat de teelt van een (gespecialiseerd) glastuinbouwbedrijf zodanig is dat deze op beperkte schaal bedrijfseconomisch verantwoord en levensvatbaar is. De minimale oppervlakte aan kassen bedraagt 5.000 m²;
- -
- l.
Werkboek Westland : het ‘ Werkboek Westland: Ruimtelijk economische strategie Greenport 3.0 HOT-Satelliet infra-energie-ruimte’, d.d. oktober 2016, van de gemeente Westland en de Provincie Zuid-Holland;
- m.
woning : een gebouwde onroerende zaak (c.q. een complex van ruimten, zoals het hoofdgebouw, aan-, uitbouw, aangebouwd bijgebouw en vrijstaand bijgebouw), die (/dat) blijkens indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van een huishouden, en die (/dat) op grond van het vigerende bestemmingsplan ook als zodanig is bestemd en mag worden gebruikt. Onder woning worden zowel (al dan niet voormalige) bedrijfswoningen, als zgn. burgerwoningen begrepen;
- n.
woonobject : een voor wonen bestemd gebouw, met daarbij behorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen, overige bouwwerken, overige werken en gronden;
- o.
WOZ-waarde : de waardering van een onroerende zaak in het kader van de uitvoering van de Wet Waardering Onroerende Zaken.
Artikel 2 Toepasselijkheid ‘Algemene subsidieverordening Westland 2016’
De ASV Westland 2016 is van toepassing, tenzij daarvan in deze subsidieregeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 3 Doel subsidieregeling
Het doel van deze subsidieregeling is het vrijspelen van circa 200 hectare fysiek productieareaal binnen het glastuinbouwgebied van de gemeente Westland. Dit ten behoeve van herstructurering en schaalvergroting van volwaardige glastuinbouwbedrijven. Om dit doel te bereiken wordt met deze subsidieregeling de sloop van tenminste 90 in de weg staande particuliere woningen, en de verkoop van de vrijkomende gronden aan volwaardige glastuinbouwondernemers gestimuleerd.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Het college kan een incidentele subsidie verstrekken voor (cumulatief):
- -
het volledig (laten) amoveren van een ‘categorie 1 woning’ of ‘categorie 2 woning’ gelegen binnen het glastuinbouwgebied van de gemeente Westland door een particuliere woningeigenaar; én
- -
het verkopen en leveren van het gehele zo vrijkomende (woon)perceel aan ofwel een ondernemer met een volwaardig glastuinbouwbedrijf, ofwel aan het Ontwikkelingsbedrijf HOT Westland.
Artikel 5 Hoogte van de subsidie
Voor een activiteit als omschreven in artikel 4 van deze subsidieregeling wordt de hoogte van de subsidie berekend als: € 10.000,-- + 20% van de WOZ-waarde (naar peildatum I januari 2021) van het betreffende woonobject, met dien verstande dat de subsidie per woonobject maximaal € 100.000, -- bedraagt.
Artikel 6 Subsidieplafond
-
1. Het subsidieplafond bedraagt € 6.975.000,--.
-
2. In geval twee of meer volledige subsidieaanvragen met een gelijk tijdstip van ontvangst bij verstrekking gezamenlijk tot overschrijding van het subsidieplafond zouden leiden, krijgen bij de verdeling van het nog beschikbare subsidiebudget de activiteiten die het meest overeenkomen met het in artikel 3 omschreven doel van deze subsidieregeling voorrang.
Artikel 7 De aanvrager
-
1. Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door (een) particuliere eigena(a)r(en) van een ‘categorie 1 woning’ of ‘categorie 2 woning’, gelegen binnen het gastuinbouwgebied van de gemeente Westland.
-
2. Voor de categorisering (1, 2 of 3) van woningen gelegen in het glastuinbouwgebied is aangesloten bij het bepaalde in paragraaf 3.2 (‘Woonbebouwing in het glastuinbouwgebied’) van het ‘Werkboek Westland’.
Artikel 8 Indieningstermijn aanvraag
In afwijking van het bepaalde in artikel 12, eerste lid sub b, van de ASV 2016, moet een aanvraag om subsidie op grond van deze regeling worden ingediend voordat met de subsidiabele activiteiten – voorbereidingshandelingen daaronder niet begrepen – wordt aangevangen.
Artikel 9 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
In aanvulling op het bepaalde in artikel 14, tweede lid sub d en derde lid, van de ASV 2016 worden bij een subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:
- a.
een volledig ingevuld en door alle eigenaren van het betreffende woonobject ondertekend ‘Aanvraagformulier subsidie VORM Westland’;
- b.
een bewijs van eigendom van het betreffende woonobject, in de vorm van een Kadastraal bericht dat niet ouder is dan 2 maanden;
- c.
een aanduiding van de potentieel koopgegadigde, waaruit blijkt dat dit ofwel een ondernemer met een volwaardig glastuinbouwbedrijf, ofwel het Ontwikkelingsbedrijf HOT Westland is; en
- d.
een kopie bankafschrift of bankpas, ter verificatie van het bankrekeningnummer waarop de subsidieaanvrager de subsidie wenst te ontvangen.
Artikel 10 Weigeringsgronden
-
1. In aanvulling op het bepaalde in Hoofdstuk 3 van de ASV 2016 weigert het college subsidie te verlenen als:
- a.
de subsidiabele activiteiten – voorbereidingshandelingen hieronder niet begrepen – reeds zijn aangevangen of uitgevoerd voordat de aanvraag om subsidie bij het college is ingediend;
- b.
de subsidiabele activiteiten – voorbereidingshandelingen hieronder niet begrepen – ongeacht verkrijging van subsidie onafwendbaar plaatsvinden wegens publiek- of privaatrechtelijke afspraken die voordat de aanvraag om subsidie bij het college is ingediend al zijn gemaakt;
- c.
het project, de aanvrager en/of de aanvraag niet voldoet aan de voorwaarden en criteria die met artikel 4, 7 en 9 van deze subsidieregeling zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;
- d.
de subsidieaanvrager niet voldoet aan een verzoek om aanvullende gegevens of bescheiden op grond van artikel 14, derde lid, van de ASV 2016;
- e.
subsidieverstrekking zou leiden tot onrechtmatige staatssteun.
- a.
-
2. Voorts kan het college weigeren subsidie te verlenen als:
- a.
de bij de verkoop gehanteerde grondprijs, zonder aantoonbare reden, duidelijk niet in verhouding staat tot de in dezelfde omgeving gangbare grondprijzen;
- b.
een aanvraag - die ten tijde van inwerkingtreding van een wijziging van deze subsidieregeling was ingediend doch nog niet was vastgesteld - is ingetrokken of is geweigerd op grond van artikel 11 juncto artikel 4 of artikel 12.
- a.
Artikel 11 Aanvullende verplichtingen
-
1. In aanvulling op het bepaalde in Hoofdstuk 3 van de ASV 2016 is aan de subsidie de volgende verplichting verbonden:
- a.
de subsidieontvanger dient de subsidiabele activiteiten als omschreven in artikel 4 van deze subsidieregeling (amoveren woning + verkoop en levering vrijkomend perceel) geheel af te ronden binnen 12 maanden na datum van de verleningsbeschikking.
- a.
-
2. Het college kan een verlenging van de in het eerste lid vermelde uitvoeringstermijn toestaan. Een verzoek daartoe dient door de subsidieontvanger tijdig schriftelijk bij het college te worden gedaan, onder vermelding van de redenen waarom de subsidiabele activiteiten niet (geheel) binnen de gestelde uitvoeringstermijn kunnen worden uitgevoerd.
Artikel 12 Verantwoording (aanvraag tot vaststelling) van de subsidie
-
1. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 26, vierde lid, van de ASV 2016 dient de subsidieontvanger binnen drie maanden na volledige realisering van de in artikel 4 beschreven subsidiabele activiteiten een aanvraag tot subsidievaststelling in.
-
2. In aanvulling op het bepaalde in artikel 26, zesde en zevende lid, van de ASV 2016 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling:
- a.
een volledig ingevuld en door de subsidieontvanger(s) ondertekend ‘Aanvraagformulier vaststelling subsidie VORM’;
- b.
naam en adresgegevens van de kopende partij, alsook diens inschrijfnummer in het Handelsregister van de Kamer van koophandel (KvK-nummer);
- c.
een afschrift van de door verkopende partij – zijnde de subsidieontvanger(s) – en de kopende partij getekende rechtsgeldige koopovereenkomst, betrekking hebbend op het gehele (woon)perceel, met daarin een expliciete bepaling ten aanzien van de verplichting van verkoper de gronden zonder woonbebouwing aan de kopende partij te leveren (sloopbepaling);
- d.
een afschrift van de ondertekende opdracht voor het (laten) amoveren van de betreffende woning;
- e.
een afschrift van de notariële akte van levering aan de kopende partij.
- a.
-
3. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 26, negende lid, van de ASV 2016 kan het college in bijzondere gevallen uitstel verlenen van de verplichting om binnen de in het eerste lid genoemde termijn een aanvraag tot subsidievaststelling in te dienen. Een verzoek daartoe dient door de subsidieontvanger tijdig schriftelijk bij het college te worden gedaan, onder vermelding van de redenen waarom de aanvraag tot subsidievaststelling niet binnen de gestelde termijn kan worden ingediend.
Artikel 13 Bevoorschotting
-
1. Op aanvraag kan het college aan de subsidieontvanger een voorschot op de verleende subsidie verstrekken van € 10.000,--, ter financiering van het (laten) amoveren van de betreffende woonbebouwing.
-
2. Bij de aanvraag tot bevoorschotting overlegt de subsidieontvanger een getekende opdracht voor het (laten) amoveren van de betreffende woonbebouwing.
Artikel 14 Uitbetaling van de subsidie
-
1. Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de beschikking tot subsidievaststelling binnen zes weken na de subsidievaststelling betaald.
-
2. Indien een voorschot is verleend, wordt dit voorschot op het subsidiebedrag in mindering gebracht.
Artikel 15 Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen van bepalingen in deze subsidieregeling afwijken, dan wel bepalingen buiten toepassing laten, voor zover strikte toepassing ervan zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 16 Inwerkingtreding en looptijd
-
1. Deze subsidieregeling treedt met terugwerkende kracht in werking op 2 februari 2018.
-
2. Deze subsidieregeling vervalt met ingang van 1 september 2024, dan wel eerder indien het subsidieplafond als bepaald in artikel 6 van deze subsidieregeling is bereikt.
Artikel 17 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Subsidieregeling VORM Westland’.
Ondertekening
Toelichting
Artikelsgewijs
Ad artikel 1 : (Begripsbepalingen)
Met dit artikel zijn enkele kernbegrippen uit de subsidieregeling gedefinieerd. Meest spreken de gegeven definities voor zich.
De definities van ‘volwaardig’, ‘glastuinbouwbedrijf’ en ‘glastuinbouwdeskundige’ zijn ontleend aan artikel 1 van de Regels van het bestemmingsplan “Glastuinbouwgebied Westland” en de daarbij behorende ‘Bijlage 1’.
Ook de definitie van ‘woning’ is goeddeels gebaseerd op de daarvan in artikel 1 van bestemmingsplan “Glastuinbouwgebied Westland” gegeven begripsomschrijving.
Voor de categorisering van de in het glastuinbouwgebied van de gemeente Westland gelegen woningen (‘categorie 1/2/3 woning’) is aangesloten bij paragraaf 3.2 van het ‘Werkboek Westland”. Daarin is aangegeven dat zich binnen het glastuinbouwgebied van het Westland 3.847 bedrijfs- en burgerwoningen bevinden, die zowel langs linten tussen de dorpen als ook verspreid in het glastuinbouwgebied staan. Omdat volgens het gemeentelijk beleid het glastuinbouwgebied primair ten dienste aan glastuinbouwbedrijven staat, en andere bestemmingen – waaronder ook het wonen – hieraan ondergeschikt zijn, zijn alle woningen in het glastuinbouwgebied (beoordeeld op ligging en eigenschappen) gecategoriseerd naar de mate waarin zij de ontwikkeling van de glastuinbouw (herstructurering en schaalvergroting) kunnen hinderen. Dit heeft geleid tot het volgende onderscheid:
- -
Categorie 1 woningen (ca. 680 stuks): die schaalvergroting vermoedelijk in de weg staan;
- -
Categorie 2 woningen (ca. 550 stuks): die schaalvergroting misschien in de weg staan; en
- -
Categorie 3 woningen (ca. 2.600 stuks): die schaalvergroting vermoedelijk niet in de weg staan.
Een en ander is op pagina 26 van het ‘Werkboek Westland’ ook middels een kaartje (‘3.2 Woonbebouwing glastuinbouwgebieden’) verbeeld.
Voor de definities van ‘koopovereenkomst’ en ‘levering’ is aansluiting gezocht bij hetgeen daaronder wordt verstaan in de zin van het Burgerlijk Wetboek.
Ad artikel 2 : (Toepasselijkheid ‘Algemene subsidieverordening Westland 2016’):
De ‘Algemene subsidieverordening Westland 2016’ kan worden geraadpleegd via: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-101113.html.
Ad artikel 3 : (Doel subsidieregeling):
Binnen het Westland is de hele keten van expertise op glastuinbouwgebied aanwezig. Dit is een waardevolle industrie die wereldwijd wordt geëxporteerd. Om dit in stand te houden dienen alle schakels in het Westland behouden te blijven. Om dit te bereiken moet de glastuinbouw blijven innoveren en de mogelijkheid krijgen om te groeien. Het Westland kampt echter met beperkte ruimte, die door de jaren bovendien ook – soms minder gelukkig – verkaveld is. Herstructurering is noodzakelijk voor ondernemers in de glastuinbouw om schaalvergroting toe te kunnen passen. Het doel van de gemeente is om proactief drempels (lees: woningen) uit het glastuinbouwgebied weg te nemen om zo ruimte te creëren voor deze belangrijke industrie.
Op dit moment is er ruim 2.700 hectare fysiek productieareaal (kassen + bedrijfsgebouwen) aanwezig. Naar verwachting zal hiervan ca. 2.500 hectare duurzaam blijven bestaan. (NB Het verschil is onder andere verklaarbaar door schaalvergroting (lagere bebouwingsgraad), herschikking functies, verduurzaming, etc.). Dit productieareaal kent een levenscyclus van 25 jaar. Om koploper en concurrerend te kunnen blijven, dient jaarlijks 100 hectare productieareaal vernieuwd en gemoderniseerd te worden. Daarmee blijft het Westland interessant voor zowel de telers als alle aanverwante industrieën. Voor de ondernemers is het investeren in vernieuwing veelal alleen interessant als er ook schaalvergroting mogelijk is.
Door de decennia heen zijn er veel fysieke obstakels (woningen, al dan niet (voormalige) bedrijfswoningen) in het glastuinbouwgebied gerealiseerd. De gemeente heeft alle woningen in agrarisch gebied gecategoriseerd op basis van ruimtelijke structuren: categorie 1: staan schaalvergroting vermoedelijk in de weg (ca. 682 woningen); categorie 2: staan schaalvergroting misschien in de weg (ca. 553 woningen); categorie 3: staan schaalvergroting vermoedelijk niet in de weg. In het Westland zijn aldus zo’n 1.235 woningen (cat. 1 en 2) in het glastuinbouwgebied aanwezig die aan herstructurering van het agrarisch productieareaal in de weg staan, doordat hiervan bij de aankoop van gronden een kostenverhogend effect uitgaat. Om schaalvergroting in de glastuinbouw te kunnen realiseren (en productieareaal te vergroten) zouden zoveel mogelijk van deze woningen verwijderd moeten worden.
Uitgaande van het gegeven dat met het verwijderen van een categorie 1 of 2 woning gemiddeld 2,2 hectare fysiek productieareaal kan worden vrijgespeeld, is het voor het realiseren van de jaarlijkse opgave van 100 hectare nodig om circa 45 woningen per jaar te amoveren. In de praktijk worden echter per jaar gemiddeld ‘slechts’ zo’n 20 woningen in het glastuinbouwgebied verkocht. Dit natuurlijke verloop is, ten opzichte van het wensbeeld van circa 45 woningen per jaar, dan ook te langzaam om de doelstelling te bereiken. Een subsidie kan het natuurlijke verloop echter versnellen, doordat hiermee het voornaamste knelpunt van het prijsopdrijvende effect van de aanwezige woning kan worden opgelost. De gemeente creëert zo een tijdelijke stimulans voor woningeigenaren en glastuinbouwondernemers om met elkaar om tafel te gaan zitten. Beoogd is ook om de bereidheid tot verkoop te vergroten. De rol van de gemeente is dan ook het versnellen van het proces tussen particuliere huiseigenaren en glastuinbouwondernemers.
Nu de werkelijk omvang van het vrij te spelen productieareaal moeilijk meetbaar is, doordat het werkelijke effect pas bekend is nadat de herstructurering volledig is afgerond (waar jaren overheen kunnen gaan), is tussen de gemeente en de Provincie Zuid-Holland afgesproken om aan de doelstelling van deze subsidieregeling een kwalitatieve opgave van 90 te verwijderen woning (in categorie 1 of 2) te verbinden. Uitgaande van een gemiddeld vrij te spelen fysiek productieareaal van 2,2 hectare per verwijderde woning komt dit overeen met circa 200 hectare vrij te spelen fysiek productieareaal.
Ad artikel 4 : (Subsidiabele activiteiten)
De kernbegrippen in de omschrijving van de subsidiabele activiteiten in dezen zijn:
- a.
dat het moet gaan om een particuliere eigenaar;
- b.
van een categorie 1 of categorie 2 woning, gelegen in het glastuinbouwgebied van het Westland;
- c.
die deze (d.i. het gehele bijbehorende perceel) verkoopt en levert;
- d.
aan een ondernemer met een volwaardig glastuinbouwbedrijf, of aan het Ontwikkelingsbedrijf HOT Westland;
- e.
waarbij geldt dat de woonbebouwing vóór levering geheel geamoveerd moet worden.
Ad a: Subsidie op grond van deze regeling wordt enkel verstrekt aan particuliere woningeigenaren. Een nadere motivering van deze keuze is hierna gegeven in de toelichting op artikel 7 (‘De aanvrager’).
Ad b: Alle zgn. categorie 1 en categorie 2 woningen komen in beginsel in aanmerking voor subsidie, nu deze per definitie (d.i. vermoedelijk of misschien) aan schaalvergroting van omliggende glastuinbouwbedrijven in de weg kunnen staan. Categorie 3 woningen staan per definitie (d.i. vermoedelijk) niet aan schaalvergroting van omliggende glastuinbouwbedrijven in de weg, zodat het verwijderen daarvan in beginsel niet zal bijdragen aan het verwezenlijken van de doelstelling van deze regeling. Om die reden zijn categorie 3 woningen van subsidie uitgesloten. Wat categorie 1/2/3 woningen zijn is gedefinieerd in artikel 1 van deze subsidieregeling.
Ad d: De kopende partij dient een ondernemer met een volwaardig glastuinbouwbedrijf te zijn, nu het doel van de regeling is om obstakels (lees: woningen) te verwijderen om zo ruimte te maken voor herstructurering en schaalvergroting van dergelijke bedrijven. Wat onder een volwaardig glastuinbouwbedrijf wordt verstaan is gedefinieerd in artikel 1 van deze subsidieregeling.
Indien woning te koop wordt aangeboden terwijl op dat moment geen sprake is van concrete interesse van een ondernemer met een volwaardig glastuinbouwbedrijf (geen concrete uitbreidingsplannen), dan kan het Ontwikkelingsbedrijf HOT Westland. mogelijk uitkomst bieden. Subsidie is daarom ook mogelijk bij verkoop aan dit Ontwikkelingsbedrijf HOT Westland.
Ad c en e: Voor verwezenlijking van de doelstelling – te weten het vrijspelen van circa 200 hectare fysiek productieareaal binnen het glastuinbouwgebied van het Westland, ten behoeve van herstructurering en schaalvergroting van volwaardige glastuinbouwbedrijven – is het essentieel dat de betrokken woning(en) zo spoedig mogelijk daadwerkelijk geamoveerd worden. Daarom moet worden voorkomen dat de (kopende en/of verkopende) partijen een belang kunnen hebben om, na het sluiten van een koopovereenkomst, de daadwerkelijke (juridische) levering en/of sloop van de woonbebouwing tot nader order uit te stellen. Daarom is de verplichting opgenomen om de woonbebouwing te amoveren, nog voordat de gronden (juridisch) aan de kopende partij geleverd worden.
Ad artikel 5: (Hoogte van de subsidie)
Het te verkrijgen subsidiebedrag is opgebouwd uit twee bestandsdelen. Enerzijds is sprake van een vaste component welke verband houdt met de kosten van het (laten) amoveren van de woonbebouwing. Deze gemiddelde sloopkosten zijn, op basis van ervaringscijfers, forfaitair bepaald op een vast bedrag van € 10.000, --.
Hierboven ontvangt de subsidieontvanger een bedrag dat gerelateerd is aan de waarde van zijn woning. Dit om recht te doen aan het feit dat woningwaarden aanmerkelijk kunnen verschillen, en om zo aan eenieder binnen de doelgroep een vergelijke stimulans te bieden om zijn woning aan een ondernemer met een volwaardig glastuinbouwbedrijf te verkopen.
De variabele component bedraagt 20% van de WOZ-waarde van het betreffende woonobject. De WOZ-waarde werd berekend op de OZB-aanslag van 2020, met peildatum 1 januari 2019. In deze herziening is, wegens de sterk veranderde waarde van de woningen in de afgelopen twee jaar, de peildatum verschoven naar 1 januari 2021 (OZB-aanslag van 2022). Door de peildatum te verschuiven wordt de verhouding tussen de waarde van de woning en de hoogte van de subsidie hersteld. De nieuwe peildatum geldt uitsluitend voor aanvragen die na inwerkingtreding van deze gewijzigde regeling zijn ingediend.
Tot slot is en blijft, om zoveel mogelijk woningen te kunnen amoveren en in ieder geval te kunnen voldoen aan de kwalitatieve opgave van 90 te verwijderen woningen, het totale subsidiebedrag per woonobject gemaximeerd op € 100.000,--. Zo wordt voorkomen dat het volledige subsidiebudget kan opgaan aan de sloop en verkoop van enkele zeer dure woonobjecten.
Ad artikel 6 : (Subsidieplafond)
Lid 1 – Het subsidieplanfond van deze regeling bedraagt € 6.975.000,--. Dit betekent dat geen nieuwe subsidies meer kunnen en zullen worden verstrekt, indien daarmee het totaal aan op grond van deze subsidieregeling verstrekte subsidies de som van € 6.975.000,-- zou overschrijden. Het subsidiebudget wordt deels beschikbaar gesteld door de Provincie Zuid-Holland (€ 3,8 mln.). Voor het overige (€ 3,175 mln.) komt het subsidiebudget uit eigen middelen van de gemeente. Daarboven heeft de gemeente € 75.000,-- begroot voor de uitvoeringskosten van deze subsidieregeling.
Lid 2 – Het beschikbare subsidiebudget zal in beginsel worden verdeeld volgens het principe ‘wie het eerst komt, die het eerst maalt'. Dit betekent dat volledige subsidieaanvragen op volgorde van binnenkomst zullen worden beoordeeld. In geval zich de situatie zou voordoen dat twee (of meer) gelijktijdig – dat is op dezelfde datum, en in geval van digitale indiening ook op hetzelfde tijdstip – ingediende volledige aanvragen wegens het bereiken van het subsidieplafond niet beide (/alle) verstrekt kunnen worden, dan zal het college de dan nog mogelijke subsidie verstrekken aan de aanvrager wiens activiteiten het meest overeenkomen met het omschreven doel van deze subsidieregeling. Dit betekent bijvoorbeeld dat in dergelijk geval een categorie 1 woning voorrang kan genieten op een categorie 2 woning.
Ad artikel 7 : (De aanvrager)
Zoals ook volgt uit de artikelen 3 (‘Doel van de subsidieregeling’) en 4 (‘Subsidiabele activiteiten’) komen enkel particuliere eigenaren van zgn. categorie 1 of 2 woningen in aanmerking voor subsidie op grond van deze regeling. De totale doelgroep beslaat hiermee circa 1.235 woningen gelegen in het glastuinbouwgebied van het Westland.
De keuze enkel particulieren in aanmerking te laten komen voor subsidie is in ingegeven door Europese regelgeving inzake (onrechtmatige) staatssteun. Op grond van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) is sprake van staatssteun als cumulatief wordt voldaan aan vijf criteria. Er moet sprake zijn van een steunmaatregel die:
- 1.
wordt verleend aan een onderneming die een economische activiteit verricht;
- 2.
met staatsmiddelen wordt bekostigd;
- 3.
een economisch voordeel verschaft dat niet via normale commerciële weg zou zijn verkregen (non-marktconformiteit);
- 4.
selectief is: d.w.z. geldt voor één of enkele ondernemingen, een specifieke sector/regio, etc.; en
- 5.
(in potentie) de mededinging vervalst en leidt (of dreigt te leiden) tot een ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer in de EU.
Door subsidie enkel aan particuliere woningeigenaren te verstrekken zal (in beginsel) in ieder geval het eerstgenoemde criterium niet worden vervuld, zodat in geen sprake kan zijn van (onrechtmatige) staatssteun en uitvoerige staatssteunanalyses achterwege kunnen blijven. Dit maakt de uitvoering van de regeling minder complex, en daarmee meer efficiënt dan wanneer ook subsidie aan ondernemers zou worden verstrekt.
Ad artikel 8 : (Indieningstermijn aanvraag)
In artikel 12, eerste lid sub b, van de ASV 2016 is bepaald dat een aanvraag voor een incidentele subsidie tenminste acht weken voor aanvang van de subsidiabele activiteiten moet worden ingediend, tenzij in bijzondere subsidieregeling anders is bepaald. In dit geval heeft het vroegtijdig indienen van een subsidieaanvraag geen toegevoegde waarde.
Wel is bepaald dat de aanvraag voor subsidie tenminste moet worden ingediend vóórdat met de daadwerkelijke uitvoering van de subsidiabele activiteiten wordt begonnen. Dit omdat de subsidieregeling een stimulerend karakter draagt. In geval achteraf subsidie zou worden verstrekt voor reeds uitgevoerde activiteiten is van een stimulerend effect van de subsidie geen sprake meer.
Ad artikel 9 : (Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens)
In dit artikel zijn die gegevens en stukken opgesomd, die noodzakelijk zijn om te kunnen beoordelen of een aanvraag / de aanvrager voldoet aan de in artikelen 4 en 7 van deze regeling gestelde criteria om in aanmerking te komen voor subsidie. Deze gegevens en stukken dienen door de subsidieaanvrager bij de aanvraag te worden overgelegd. Zonder deze gegevens en stukken is de aanvraag in ieder geval (nog) niet compleet.
Ad artikel 10 : (Weigeringsgronden)
Lid 1 – In aanvulling op de algemene weigeringsgronden die zijn genoemd in Hoofdstuk 3 van de ASV 2016 zijn in dit artikel een viertal gronden genoemd die in voorkomend geval zullen leiden tot afwijzing van een subsidieaanvraag op grond van deze regeling.
Met sub a. is allereest bepaald dat subsidie wordt geweigerd indien de subsidieaanvrager reeds is gestart met het uitvoeren van de subsidiabele activiteiten vóórdat hij zijn aanvraag bij het college heeft ingediend. Dit omdat de subsidie een stimulerend karakter draagt, en van een stimulerend effect geen sprake kan zijn als subsidie ‘met terugwerkende kracht’ (dus achteraf) zou kunnen worden aangevraagd. Hieronder moet daarom ook een (ontwerp-)besluit (met voorwaarden) worden verstaan waarbij een woning nog gesloopt moet worden of al had moeten zijn. Een aanvraag geldt pas als ingediend, als deze daadwerkelijk bij de gemeente is ingekomen. Het postregistratiesysteem van de gemeente is in dezen leidend. Aan de datering van de aanvraag door de aanvrager zelf komt geen betekenis toe.
Een nieuw sub b. is in deze herziening toegevoegd naar aanleiding van het toekennen van enkele subsidieaanvragen die geen stimulerend effect hadden en daarmee geen bijdrage leverden aan het doel van de regeling (artikel 3). Het betrof de situatie waarin voorafgaand aan de aanvraag tot subsidie (privaatrechtelijke) afspraken waren gemaakt die ongeacht subsidieverlening of –weigering zou leiden tot sloop van de woning. Deze situatie doet zich ook voor ingeval een woning nog wel een subsidiabele categorie is toegekend in het Werkboek Westland, maar ondertussen reeds is uitgeplaatst. In dergelijke gevallen dient de woning na oplevering van de nieuwe woning onafwendbaar gesloopt te worden (binnen 2 maanden na gereedmelding van de nieuwe woning). Van de subsidie zou derhalve geen stimulerend effect (meer) uit gaan doch uitsluitend onnodige uitputting van publieke middelen tot gevolg hebben. Met de toevoeging van de nieuwe weigeringsgrond kan deze onnodige uitputting voor de verder duur van de openstelling van de subsidieregeling worden voorkomen.
Met sub c. is bepaald dat ook het niet voldoen aan de in de artikelen 4 en 7 gestelde cumulatieve voorwaarden/criteria voor subsidieverlening, dan wel het niet overleggen van de met artikel 9 voorgeschreven bewijsstukken daarvoor, tot afwijzing van een subsidieaanvraag zal leiden. In aanvulling hierop is in sub d. aangegeven dat ook het niet voldoen door de aanvrager aan een verzoek van de gemeente om aanvullende gegevens en/of stukken te overleggen tot afwijzing van de aanvraag zal leiden. Deze weigeringsgronden spreken voor zich.
Tot slot is met sub e. geborgd dat subsidieverstrekking op grond van deze regeling nimmer tot onrechtmatige staatssteun mag leiden. In beginsel zal daarvan geen sprake zijn, nu slechts particuliere woningeigenaren voor subsidie in aanmerking kunnen komen en van onrechtmatige staatssteun slechts sprake kan zijn bij subsidieverstrekking aan ondernemers. In het nu onvoorziene uitzonderlijke geval dat een particuliere woningeigenaar in het kader van het Europees staatssteurecht toch als ‘ondernemer’ moet worden aangemerkt, zal het college geen subsidie verstrekken als dit tot onrechtmatige staatssteun zou leiden.
Lid 2 – In aanvulling op de dwingende weigeringsgronden uit het eerste lid, is in het tweede lid van artikel 10 bepaald dat het college subsidie kan weigeren. Deze weigeringsgronden behoeven in voorkomend geval een nadere afweging door, en motivering van het college.
Onder sub a. kan het college de subsidie weigeren als de bij de verkoop gehanteerde grondprijs, zonder aantoonbare reden, duidelijk niet in verhouding staat tot de in dezelfde omgeving gangbare grondprijzen. Dit om (duidelijk) frauduleus handelen tegen te kunnen gaan.
Onder sub b. is een nieuwe weigeringsgrond opgenomen ter voorkoming dat lopende aanvragen worden ingetrokken om opnieuw ingediend te worden en te profiteren van de gewijzigde, gunstigere voorwaarde (hoogte van de subsidie – artikel 5). Deze aanvragen worden beoordeeld op basis van de regels zoals deze golden ten tijde van indiening van de aanvraag. Het niet hebben voldaan aan de indieningsvereisten (artikel 9 of 12) of de verplichtingen (artikel 11) zijn in beginsel voldoende grond om een aanvraag niet opnieuw toe te kennen. Uitzondering hierop betreft bijvoorbeeld aanvragen die voor inwerkingtreding van deze wijziging zijn afgewezen of ingetrokken.
Ad artikel 11 : (Aanvullende verplichtingen)
De subsidieontvanger dient de subsidiabele activiteiten in beginsel binnen 12 maanden nadat de subsidie aan hem is verleend geheel uit te voeren. Dit betekent dat hij binnen deze uitvoeringstermijn zijn woning moet hebben verkocht aan een ondernemer met een volwaardig glastuinbouwbedrijf of aan het Ontwikkelingsbedrijf HOT Westland, de woonbebouwing volledig moet zijn geamoveerd, en ook de (juridische) levering van de vrijgekomen gronden aan de kopende partij moet hebben plaatsgevonden.
De gestelde uitvoeringstermijn wordt in algemene zin redelijk, want haalbaar geacht. Voor verwezenlijking van de doelstelling – te weten het vrijspelen van circa 200 hectare fysiek productieareaal binnen het glastuinbouwgebied van het Westland, ten behoeve van herstructurering en schaalvergroting van volwaardige glastuinbouwbedrijven – is het essentieel dat de betrokken woning(en) zo spoedig mogelijk daadwerkelijk geamoveerd worden. Daarom moet worden voorkomen dat de (kopende en/of verkopende) partijen een belang kunnen hebben om, na het sluiten van een koopovereenkomst, de daadwerkelijke levering en/of de sloop van de woonbebouwing tot nader order uit te stellen.
Wel is voor het college de mogelijkheid opgenomen om, naar aanleiding van een schriftelijk gemotiveerd verzoek daartoe van de subsidieaanvrager, uitstel op de uitvoeringstermijn toe te staan. Dit ter nadere beoordeling van het college.
Ad artikel 12 : (Verantwoording (aanvraag tot vaststelling) van de subsidie)
Op grond van artikel 26 van de ASV 2016 dient voor een incidentele subsidie door de subsidieontvanger een verantwoording (aanvraag tot subsidievaststelling) te worden ingediend binnen drie maanden nadat de subsidiabele activiteiten zijn afgerond. In onderhavig geval zal dat dus zijn binnen drie maanden nadat de juridische levering van het betrokken woonobject aan de kopende partij heeft plaatsgehad.
Bij de aanvraag tot subsidievaststelling dienen door de subsidieontvanger die stukken en gegevens te worden overgelegd die noodzakelijk zijn om te kunnen beoordelen of de subsidie daadwerkelijk ten goede is gekomen aan het doel waarvoor deze is verleend.
Ad artikel 13 : (Bevoorschotting)
De subsidieontvanger is verplicht is om, voor levering van het betrokken perceel aan de kopende partij, de aanwezige woonbebouwing te (laten) amoveren (zie artikel 4: ‘Subsidiabele activiteiten’). Een aanvraag tot subsidievaststelling kan echter pas worden ingediend nadat de subsidiabele activiteiten geheel zijn afgerond (d.i. na juridische levering van de gronden aan de kopende partij; zie artikel 12: ‘Verantwoording (aanvraag tot vaststelling) van de subsidie’). Uitbetaling van de subsidie vindt pas plaats na de subsidievaststelling (zie artikel 14: ‘Uitbetaling van de subsidie’).
Het voorgaande betekent dat de subsidieontvanger in beginsel de kosten van het (laten) amoveren van zijn woning zal moeten voorfinancieren, wat drempelverhogend kan werken. Om deze financiële drempel weg te nemen is opgenomen dat aan de subsidieontvanger op aanvraag een voorschot kan worden verstrekt van ter financiering van het (laten) amoveren van de betreffende woonbebouwing. Deze sloopkasten zijn forfaitair gesteld op een vast bedrag van € 10.000,--.
Een voorschot wordt enkel verstrekt indien de subsidieontvanger bij zijn aanvraag tot bevoorschotting een getekende opdracht voor het (laten) amoveren van de betreffende woning overlegt.
Artikel 14 : (Uitbetaling van de subsidie)
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:52 jo 4:86 en 4:87 Awb zal de subsidie worden uitbetaald binnen zes weken na datum van de vaststellingsbeschikking. Dit als vanzelfsprekend met aftrek van een eventueel reeds betaald voorschot.
Ad artikel 15 : (Hardheidsclausule)
Voor het college is een bevoegdheid opgenomen om in uitzonderlijke gevallen van het bepaalde in de subsidieregeling af te wijken. Deze bevoegdheid is louter voorbehouden voor onbedoelde en onvoorziene situaties waarin een strikte toepassing van de bepalingen van deze subsidieregeling voor de subsidie-aanvrager/‑ontvanger een buitengewoon onbillijke uitwerking zou hebben.
Ad artikel 16 : (Inwerkingtreding en looptijd)
Met dit artikel is bepaald vanaf welk moment subsidie op grond van deze regeling kan worden aangevraagd, en wanneer de regeling eindigt. De subsidieregeling treedt op 2 februari 2018 in werking, nadat deze - overeenkomstig het bepaalde in artikel 3:40 Awb - op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt. De subsidieregeling komt te vervallen op 1 september 2024, dan wel op het moment dat het subsidieplafond is bereikt indien dat moment eerder is.
Ad artikel 17 : (Citeertitel)
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl