Regeling vervallen per 01-02-2016

Subsidieverordening amateurkunst gemeente Leek

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2013

Intitulé

Subsidieverordening amateurkunst gemeente Leek

De raad van de gemeente Leek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 november 2009, voorstelnummer 237;

B E S L U I T :

vast te stellen de Subsidieverordening amateurkunst gemeente Leek per 1 januari 2010, onder gelijktijdig intrekken van paragraaf 2.2, de artikelen 21 tot en met 32, van de Subsidieverordening welzijn en sport gemeente Leek 2006.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Algemene wet bestuursrecht.

  • b.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Leek 2006.

  • c.

    Bijlage 1: de bij deze verordening horende bijlage 1.

  • d.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek.

  • e.

    Vereniging: een organisatie die leden heeft en het uitoefenen van de amateuristische kunstbeoefening als doel heeft. De leden betalen contributie en kiezen zelf een bestuur.

Artikel 2 Reikwijdte

Deze subsidieverordening is van toepassing op het subsidiëren van verenigingen op het terrein van de amateuristische kunstbeoefening: muziekverenigingen, zangverenigingen, toneel/cabaretverenigingen en dansverenigingen.

Artikel 3 De subsidieaanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag moet uiterlijk vóór 1 juni voorafgaand aan het boekjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd bij het college ingediend worden.

  • 2. Een aanvraag moet ingediend worden door middel van een door het college ter beschikking gesteld aanvraagformulier.

Artikel 4 De subsidievaststelling

  • 1. Het college beslist op aanvragen om subsidie, dit met inachtneming van het bepaalde in de wet, de Algemene subsidieverordening en deze verordening.

  • 2. Het college stelt de subsidie vast zonder voorafgaande beschikking tot verlening van subsidie.

Artikel 5 Herziening bedragen

Het college kan jaarlijks per 1 januari de in bijlage 1 bij deze verordening vastgestelde bedragen herzien.

Hoofdstuk 2 Muziekverenigingen

Artikel 6 Eisen aan de muziekverenigingen

  • 1. De vereniging moet ten minste 15 actieve leden hebben.

  • 2. De vereniging moet ten minste 3 jaar onafgebroken een zelfstandige vereniging zijn die uitsluitend de beoefening van de muziek of een aanverwante kunst ten doel heeft.

  • 3. Bij de subsidieaanvraag moet vermeld worden de afdeling, waarin de vereniging laatstelijk is geklasseerd op het concours, gehouden door of onder auspiciën van een landelijke, provinciale of regionale organisatie van muziekverenigingen, waarbij de vereniging aangesloten is.

  • 4. De vereniging moet, behoudens ernstige reden van verhindering, jaarlijks aan een onder lid 3 bedoeld concours deelnemen.

  • 5. In bijzondere gevallen kan het college aan een vereniging die niet geklasseerd is in een van de in bijlage 1 genoemde afdelingen een aanmoedigingssubsidie verlenen. De eisen vermeld onder lid 1 tot en met 4 blijven dan buiten toepassing. De hoogte van de subsidie bedraagt het in bijlage 1 vastgestelde bedrag per jaar en wordt ten hoogste gedurende drie jaar verleend. Wanneer de vereniging een gratis openbaar concert geeft op een door het college te bepalen plaats, bedraagt de subsidie een hoger, eveneens in bijlage 1 vastgesteld bedrag per jaar.

Artikel 7 Grondslag van de subsidie aan muziekverenigingen

  • 1. De subsidie bestaat uit de in bijlage 1 vastgestelde bedragen:

    • a.

      een basisbedrag waarvan de hoogte afhankelijk is van de klassering van de vereniging, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, lid 3;

    • b.

      een bedrag voor elk actief lid van de vereniging, eveneens afhankelijk van de klassering van de vereniging;

    • c.

      daarboven een bedrag voor elk actief lid of actief aspirant-lid dat de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt;

    • d.

      een in bijlage 1 vastgesteld percentage van de contributieopbrengst;

    • e.

      een in bijlage 1 vastgesteld percentage van de donatieopbrengst;

    • f.

      een in bijlage 1 vastgesteld percentage van de kosten van bevoegde muzikale leiding; de bevoegdheid van deze leiding staat ter beoordeling van het college of een door het college aan te wijzen deskundige.

  • 2. De jaarlijkse subsidie bedoeld onder lid 1 ten behoeve van een vereniging tot welk ledenbestand buiten de gemeente Leek wonende personen behoren wordt, als het aantal "buitenleden" op 1 januari voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd meer dan 20% van het ledenbestand uitmaakt, slechts uitgekeerd voor een zodanig gedeelte als wordt uitgedrukt door een breuk met als teller het aantal leden uit de gemeente en als noemer het totale aantal leden, met dien verstande dat deze beperking slechts geldt voor zover de subsidie het in bijlage 1 vastgestelde bedrag te boven gaat.

Artikel 8 Tamboer- en/of pijperkorpsen

  • 1. Aan de in de gemeente gevestigde tamboer- en/of pijperkorpsen kan een subsidie worden verleend, waarbij het bepaalde in artikel 6 buiten toepassing blijft.

  • 2. De subsidie bestaat uit de in bijlage 1 vastgestelde bedragen:

    • a.

      voor elk actief lid;

    • b.

      daarboven een in bijlage 1 vastgesteld bedrag voor elk actief lid of aspirant-lid dat op 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt;

    • c.

      daarboven is het bepaalde in artikel 7, lid 1, sub d tot en met f is van toepassing.

Hoofdstuk 3 Zangverenigingen

Artikel 9 Eisen aan de zangverenigingen

  • 1. De vereniging moet ten minste 20 actieve leden hebben, als zij zijn gevestigd in de woongemeenschap Leek/Tolbert.

  • 2. De vereniging moet ten minste 10 actieve leden hebben, als zij zijn gevestigd in een dorp of onderdeel van de gemeente niet onder lid 1 genoemd.

  • 3. De vereniging moet op het moment van aanvraag ten minste twee jaar bestaan en gedurende deze tijd te voldaan hebben aan het bepaalde onder lid 1 of lid 2.

  • 4. De vereniging moet ten minste een openbare uitvoering per jaar geven.

Artikel 10 Grondslag van de subsidie aan zangverenigingen

De subsidie bestaat uit de in bijlage 1 vastgestelde bedragen:

  • a.

    een basisbedrag voor een vereniging aangesloten bij een landelijke of regionale organisatie van zangverenigingen;

  • b.

    een basisbedrag voor overige verenigingen;

  • c.

    daarboven een bedrag per actief lid;

  • d.

    een bedrag per concours.

Artikel 11 Nadere bepaling bij subsidie aan zangverenigingen

Subsidie wordt slechts volledig verleend, als de contributie per lid ten minste het in bijlage 1 vastgestelde bedrag per maand bedraagt. Als de contributie per maand lager is, wordt de subsidie gesteld op het bedrag dat wordt verkregen door het op grond van artikel 10 berekende subsidiebedrag te vermenigvuldigen met een breuk met als teller de werkelijke contributie per maand en als noemer het in bijlage 1 vastgestelde bedrag.

Hoofdstuk 4 Toneel- en cabaretverenigingen

Artikel 12 Eisen aan de toneel- en cabaretverenigingen

  • 1. De vereniging moet aangesloten zijn bij een van de erkende organisaties voor bevordering van het amateurtoneel of cabaret, of naar het oordeel van het college met een "aangesloten" vereniging gelijkgesteld kunnen worden.

  • 2. De vereniging moet ten minste eenmaal per jaar een voor iedereen toegankelijke voorstelling in de gemeente Leek brengen.

  • 3. De vereniging moet op het moment van aanvraag ten minste twee jaar bestaan en gedurende deze tijd voldaan hebben aan het bepaalde onder lid 1 en 2.

Artikel 13 Grondslag van de subsidie aan de toneel- en cabaretverenigingen

De subsidie bestaat uit de in bijlage 1 vastgestelde bedragen:

  • a.

    een basisbedrag voor een aangesloten vereniging als bedoeld in artikel 12, lid 1;

  • b.

    een basisbedrag voor een aan onder a gelijkgestelde vereniging;

  • c.

    een in bijlage 1 vastgesteld percentage van de kosten voor een regisseur.

Artikel 14 Nadere bepaling bij subsidie aan toneel- en cabaretverenigingen

Subsidie wordt slechts verleend als de contributie per lid minimaal het in bijlage 1 vastgestelde bedrag per jaar bedraagt.

Hoofdstuk 5 Dansverenigingen

Artikel 15 Eisen aan de dansverenigingen

  • 1. De vereniging moet ten minste 15 of meer actieve leden hebben, als zij zijn gevestigd in de woongemeenschap Leek/Tolbert.

  • 2. De vereniging moet ten minste 10 of meer actieve leden hebben, als zij zijn gevestigd in een dorp of onderdeel van de gemeente niet onder lid 1 genoemd.

  • 3. De vereniging moet op het moment van aanvraag ten minste twee jaar bestaan en gedurende deze tijd voldaan hebben aan het bepaalde onder lid 1 of 2.

  • 4. De vereniging moet ten minste een openbare uitvoering per jaar geven.

Artikel 16 Grondslag van de subsidie aan dansverenigingen

De subsidie bestaat uit de in bijlage 1 vastgestelde bedragen:

  • a.

    een basisbedrag per vereniging;

  • b.

    een bedrag voor elk actief lid.

Artikel 17 Nadere bepaling bij subsidie aan dansverenigingen

Subsidie wordt slechts volledig verleend, als de contributie per lid ten minste het in bijlage 1 vastgestelde bedrag per maand bedraagt. Als de contributie per maand lager is, wordt de subsidie gesteld op het bedrag dat wordt verkregen door het op grond van artikel 16 berekende subsidiebedrag te vermenigvuldigen met een breuk met als teller de werkelijke contributie per maand en als noemer het in bijlage 1 vastgestelde bedrag.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 18 Overgangsbepalingen

  • 1. Op een aanvraag die is ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening wordt op grond van de voor dat tijdstip geldende regels beslist.

  • 2. Op voor de inwerkingtreding van deze verordening verleende subsidies zijn vanaf de datum van de inwerkingtreding van deze verordening de bepalingen van deze verordening van toepassing.

Artikel 19 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

  • 2. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening wordt paragraaf 2.2, de artikelen 21 tot en met 32, van de Subsidieverordening welzijn en sport gemeente Leek 2006 ingetrokken.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Subsidieverordening amateurkunst gemeente Leek.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad der gemeente Leek,

d.d. 18 november 2009.

B.C. Hoekstra, voorzitter, W. Loonstra, griffier

Bijlage 1 Subsidiebedragen 2011

Hoofdstuk 1 Muziekverenigingen

De subsidie op grond van artikel 7 bedraagt per jaar:

a.

een basisbedrag voor een vereniging geklasseerd in de

-derde afdeling

€ 74,75

-tweede afdeling

€ 101,71

-eerste afdeling

€ 126,23

-afdeling uitmuntendheid

€ 156,25

-ereafdeling

€ 187,47

-vaandel- of superieure afdeling

€ 226,70

b.

voor elk actief lid van de vereniging, geklasseerd in de

-derde afdeling

€ 2,51

-tweede afdeling

€ 2,51

-eerste afdeling

€ 3,44

-afdeling uitmuntendheid

€ 3,44

-ereafdeling

€ 4,37

-vaandel- of superieure afdeling

€ 4,37

c.

voor elk actief lid of actief aspirant-lid dat op 1 januari voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd, de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt: € 2,00;

d.

20,8% van de contributieopbrengst over het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de subsidieaanvraag wordt ingediend;

e.

20,8% van de donatieopbrengst over het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de subsidieaanvraag wordt ingediend, met dien verstande dat nooit meer wordt uitgekeerd dan € 0,31 per donateur;

f.

48% van de kosten van bevoegde muzikale leiding over het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de subsidieaanvraag wordt ingediend. De bevoegdheid van deze leiding staat ter beoordeling van het college of een door hem aan te wijzen deskundige.

De beperking die is gesteld in artikel 7, lid 2 geldt slechts voor zover de subsidie een bedrag van € 90,12 te boven gaat.

Aanmoedigingssubsidie

De aanmoedigingssubsidie op grond van artikel 6, lid 5 bedraagt € 21,01 per jaar en wordt ten hoogste gedurende 3 jaar verleend. Als de vereniging een gratis openbaar concert geeft op een door het college te bepalen plaats, bedraagt de subsidie € 31,00 per jaar.

Tamboer- en/of pijperkorpsen

De subsidie op grond van artikel 8 bedraagt per jaar:

a.

voor elk actief lid:

€ 1,23

b.

voor elk actief lid of aspirant-lid dat op 1 januari van het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, bovendien:

€ 1,23

Hoofdstuk 2 Zangverenigingen

De subsidie op grond van artikel 10 bedraagt per jaar:

a.

een basisbedrag voor een vereniging aangesloten bij een landelijke of regionale organisatie van zangverenigingen:

€ 99,00

b.

een basisbedrag voor overige verenigingen:

€ 74,41

c.

daarboven een bedrag per actief lid:

-voor het eerste tiental leden:

€ 2,94

-voor het tweede tiental leden:

€ 1,96

-voor het aantal leden boven 20:

€ 0,99

d.

voor deelname aan een concours € 15,49 per concours met een maximum van € 30,99 per jaar.

Contributie zangverenigingen

De subsidie wordt slechts volledig verleend, als de contributie per lid ten minste € 4,74 per maand bedraagt. Als de contributie per maand lager is, wordt de subsidie gesteld op het bedrag dat wordt verkregen door het op grond van artikel 10 berekende subsidiebedrag te vermenigvuldigen met een breuk met als teller de werkelijke contributie per maand en als noemer een bedrag van € 4,74.

Hoofdstuk 3 Toneel- en cabaretverenigingen

De subsidie op grond van artikel 13 bedraagt per jaar:

a.

voor een aangesloten vereniging als bedoeld in artikel 12, lid 1:

€ 118,95

b.

voor een aan sub a gelijkgestelde vereniging:

€ 99,22

c.

50% van de kosten voor een regisseur met een maximum van:

€ 131,48

Contributie toneel- en cabaretverenigingen

De subsidie wordt slechts verleend als de contributie per lid minimaal € 28,46 per jaar bedraagt.

Hoofdstuk 4 Dansverenigingen

De subsidie op grond van artikel 16 bedraagt per jaar:

a.

een basisbedrag per vereniging:

€ 93,02

b.

een bedrag per actief lid:

-voor het eerste tiental leden:

€ 4,43

-voor het tweede tiental leden:

€ 1,96

-voor het aantal leden boven 20:

€ 0,99

Contributie dansverenigingen

De subsidie wordt slechts volledig verleend, als de contributie per lid ten minste € 4,74 per maand bedraagt. Als de contributie per maand lager is, wordt de subsidie gesteld op het bedrag dat wordt verkregen door het op grond van artikel 16 berekende subsidiebedrag te vermenigvuldigen met een breuk met als teller de werkelijke contributie per maand en als noemer een bedrag van € 4,74.