Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening burgerparticipatie Wmo gemeente Ouderkerk

Geldend van 08-02-2007 t/m 31-12-2014

Verordening burgerparticipatie Wmo gemeente Ouderkerk

De raad van de gemeente Ouderkerk;

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders d.d. 2 januari 2007;

gelet op artikel 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en artikel 84 Gemeentewet,

overwegende:

  • -

    dat de gemeente Ouderkerk haar burgers, relevante instellingen en organisaties wenst te betrekken bij de voorbereiding van het gemeentelijk Wmo-beleid, met aandacht voor de belangen en behoeften van ingezetenen die deze niet goed kenbaar kunnen maken

  • -

    dat het daarvoor noodzakelijk is om te komen tot een adviesorgaan van de gezamenlijke vertegenwoordigers van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning,

besluit:

  • -

    vast te stellen de volgende Verordening burgerparticipatie Wmo gemeente Ouderkerk

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 1 februari 2007.

De griffier,

Mr. M. Metz

De voorzitter,

M.Th. van de Wouw

Inhoudsopgave Verordening burgerparticipatie Wmo gemeente Ouderkerk

Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities pagina 3

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening

Opdracht en doelstelling

Artikel 3 Opdracht Wmo-raad pagina 3

Artikel 4 Doelstelling van de Wmo-raad

Artikel 5 Bevoegdheden, initiatiefrecht, informatierecht, adviesrecht pagina 4

Samenstelling, voordracht, benoeming en zittingsduur

Artikel 6 Wmo-raad pagina 4

Artikel 7 Voordracht, benoeming en zittingsduur pagina 5

Overleg tussen Wmo-raad en de gemeente

Artikel 8 Periodiek overleg met wethouder en contactambtenaar pagina 5

Artikel 9 Vergadering pagina 6

Artikel 10 Openbaarheid

Artikel 11 Jaarverslag

Artikel 12 Vergoedingen

Artikel 13 Geheimhouding pagina 7

Artikel 14 Geschillen betreffende deze verordening pagina 7

Artikel 15 Slotbepalingen

Artikel 16 Intrekking verordening cliëntenparticipatie Wvg

Artikel 17 Citeertitel

Artikel 18 Inwerkingtreding van de verordening

Bijlage

Relevante bepalingen uit de Wmo en de Gemeentewet pagina 8

Profielen onafhankelijk voorzitter en leden Wmo-raad pagina 9

Regeling onkosten- en reiskostenvergoeding pagina 10

Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

  • a.

    de gemeente: de gemeente Ouderkerk

  • b.

    de raad: de gemeenteraad van de gemeente Ouderkerk

  • c.

    college : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ouderkerk

  • d.

    de wethouder: de wethouder Welzijn van de gemeente Ouderkerk

  • e.

    Wmo : Wet maatschappelijke ondersteuning

  • f.

    vertegenwoordiger : de vertegenwoordiger van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning

  • g.

    de Wmo-raad : het uit vertegenwoordigers bestaande orgaan met taken en bevoegdheden zoals in deze verordening omschreven

  • h.

    adviseren : het uitbrengen van een advies

  • i.

    beleidsfases: inventarisatie, visievorming, beleidsvoorbereiding, ontwerpen beleidsplan, vaststellen verordeningen, beleidsuitvoering, evaluatie

  • j.

    contactambtenaar : de beleidsmedewerker die deskundig is op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning

  • k.

    onafhankelijk voorzitter : de voorzitter van de Wmo-raad

  • l.

    vergadering : het overleg tussen de leden van de Wmo-raad

  • m.

    periodiek overleg: officieel beraad tussen wethouder en Wmo-raad

  • n.

    Notitie Burgerparticipatie Wmo : Notitie Burgerparticipatie Wmo zoals die vastgesteld is door de gemeenteraad op 9 november 2006.

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening

Deze verordening is van toepassing op de organisatie van de door de gemeente ingestelde Wmo-raad.

Deze verordening is gebaseerd op de Notitie Burgerparticipatie Wmo.

Opdracht en doelstelling

Artikel 3 Opdracht Wmo-raad

  • 1.

    De Wmo-raad heeft als participatieorgaan van het college en de raad tot taak de gemeente gevraagd en ongevraagd te informeren en te adviseren, alsmede ontwikkelingen te signaleren over alle zaken die van belang zijn voor vragers, zoals beschreven in de Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • 2.

    Onderwerpen die ter advisering aan de Wmo-raad worden voorgelegd, worden niet aan andere externe adviesraden ter advisering voorgelegd.

Artikel 4 Doelstelling van de Wmo-raad

De doelstelling van de Wmo-raad is om de burgerparticipatie zoals omschreven artikel 12 Wmo zo goed mogelijk in te vullen en zo integraal mogelijk vorm te geven.

Bevoegdheden Wmo-raad

Artikel 5 Bevoegdheden

  • 1.

    initiatiefrecht

    • a.

      De Wmo-raad heeft de bevoegdheid alle aangelegenheden die de uitvoering van de Wmo door het college raken in het periodiek overleg met de wethouder en de contactambtenaar van de gemeente aan de orde te stellen.

    • b.

      De Wmo-raad stelt jaarlijks in overleg met het college, op basis van de gemeentelijke jaarplanning met betrekking tot de WMO-besluitvorming, een activiteitenplan en een begroting op.

    • c.

      De Wmo-raad heeft de bevoegdheid om voor een goede invulling van zijn taakstelling in voorkomende gevallen binnen een door de gemeenteraad beschikbaar gesteld budget en na overleg met het college, gebruik te maken van in- en externe deskundigheid.

  • 2.

    informatierecht

    • a.

      De Wmo-raad wordt geïnformeerd over de resultaten van landelijke Wmo-benchmarks, klanttevredenheidsonderzoeken, enquêtes en klachtenreportages.

    • b.

      De Wmo-raad krijgt spontaan en op verzoek tijdig alle informatie die hij voor de uitoefening van zijn taken, zoals in deze verordening omschreven, nodig heeft, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat. Zonodig zullen deskundige ambtenaren mondelinge toelichting geven over lopend beleid, de invloed van (nieuw) rijksbeleid of over ideeën en plannen van college en/of raad op het Wmo-beleidsterrein.

  • 3.

    adviesrecht

    • a.

      De Wmo-raad is gesprekspartner van de gemeente in de beleidsfases inventarisatie, visievorming (kadernota) en beleidsvoorbereiding (ontwerpplan), heeft adviesrecht ten aanzien van het vaststellen van het beleidsplan en verordeningen en wordt opnieuw geraadpleegd over de beleidsuitvoering, evaluatie en benchmarking.

    • b.

      Het college stelt de Wmo-raad op een zodanig tijdstip in de gelegenheid advies uit te brengen dat er een daadwerkelijke invloed mogelijk is op de besluitvorming. De gemeente geeft van tevoren de financiële, juridische en beleidsmatige kaders aan. Indien de gemeente om advies vraagt, wordt het advies binnen zes weken schriftelijk uitgebracht.

    • c.

      Het college geeft binnen zes weken een schriftelijke reactie op een uitgebracht advies; zij kan alleen beargumenteerd afwijken van dit advies.

Samenstelling, voordracht, benoeming en zittingsduur

Artikel 6 Wmo-raad

  • 1.

    De Wmo-raad bestaat uit gezamenlijke vertegenwoordigers zo mogelijk van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning die de 9 prestatievelden van de Wmo dekken, met als doel:

  • a.

    het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid in dorpen, wijken en buurten;

  • b.

    op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met het opgroeien en ondersteuning van ouders met problemen met opvoeden;

  • c.

    het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers;

  • d.

    het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en het bevorderen van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem;

  • e.

    het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer;

  • f.

    het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang;

  • g.

    het bevorderen van de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ); en

  • h.

    het bevorderen van het verslavingsbeleid;

  • 2.

    De Wmo-raad is op zodanige wijze samengesteld dat elk prestatieveld via de lokale representatieve cliëntenorganisaties wordt gedekt, met een maximum van 9 leden, inclusief de voorzitter.

  • 3.

    Als cliëntgroepen Wmo kunnen worden onderscheiden: senioren, gehandicapten en mensen met een functiebeperking, mantelzorgers, cliënten in de (O)GGZ, vrijwilligers, vrouwen die behoefte hebben aan opvang, verslaafden en jeugd en ouders.

  • 4.

    Indien geen representatieve organisaties van vragers bekend zijn, dan kunnen ook burgerleden met ervaringsdeskundigheid namens een cliëntgroep lid zijn van de Wmo-raad. Als vanuit een bepaald prestatieveld zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 hiervoor een lokale vertegenwoordiger ontbreekt, wordt zo mogelijk een regionale vertegenwoordiger bij de Wmo-raad betrokken.

  • 5.

    De vertegenwoordigers dragen zorg voor de communicatie met de eigen achterban en andere achterbannen uit desbetreffend prestatieveld.

  • 6.

    De leden bekleden geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in Ouderkerk en zij bekleden geen management- of beleidsfunctie bij een commerciële organisatie die direct belang heeft bij de dienstverlening aan de doelgroepen van de Wmo.

  • 7.

    De namen van de organisaties, de zetelverdeling en de functieprofielen zullen te zijner tijd worden vastgelegd in een bijlage bij deze verordening.

Artikel 7 Voordracht, benoemingen en zittingsduur

  • 1.

    De onafhankelijk voorzitter en de gezamenlijke vertegenwoordigers worden respectievelijk als voorzitter en leden door het college, op basis van het profiel zoals opgenomen in de bijlage bij deze verordening, benoemd voor een periode van vier jaar. Benoemingen kunnen één keer met eenzelfde periode worden verlengd.

  • 2.

    Er wordt een rooster van aftreden gemaakt, waarbij roulerend wordt afgetreden.

  • 3.

    De vertegenwoordigde (groep van) organisatie(s) heeft het recht om zijn door het college als lid benoemde vertegenwoordiger tussentijds gemotiveerd te vervangen.

  • 4.

    De leden verplichten zich tot het bijwonen van de bijeenkomsten ter voorbereiding van een gevraagd advies. Als een zittend lid op jaarbasis meer dan de helft van het aantal bijeenkomsten verzuimt, wordt door de vertegenwoordigde organisatie een nieuw lid voorgedragen. Wanneer een zittend lid om geldige redenen langdurig moet verzuimen kan de vertegenwoordigde organisatie een plaatsvervangend lid voordragen.

  • 5.

    Het college benoemt op voordracht van de Wmo-raad een onafhankelijk voorzitter. De voordracht van de voorzitter van de Wmo-raad heeft de instemming van de wethouder.

  • 6.

    Alle benoemde personen ontvangen een schriftelijke bevestiging van hun benoeming van het college.

Overleg tussen Wmo-raad en de gemeente

Artikel 8 Periodiek overleg met wethouder en contactambtenaar

  • 1.

    Het periodiek overleg met de wethouder wordt voorgezeten door de onafhankelijk voorzitter.

  • 2.

    De onafhankelijk voorzitter stelt in overleg met de contactambtenaar de agenda samen voor het periodiek overleg met de wethouder. Ieder lid heeft het recht om via de onafhankelijk voorzitter onderwerpen aan te reiken. De definitieve agenda wordt bij aanvang van de bijeenkomst vastgesteld.

  • 3.

    De onafhankelijk voorzitter bepaalt in overleg met de contactambtenaar tijd en plaats van het periodiek overleg.

  • 4.

    Op verzoek van tenminste twee leden van de Wmo-raad of op verzoek van het college worden, naast de reguliere bijeenkomsten, extra zittingen belegd. Aan dit verzoek wordt binnen vier weken voldaan, nadat het verzoek daartoe door de onafhankelijk voorzitter is ontvangen.

  • 5.

    De contactambtenaar roept het periodiek overleg bijeen door middel van een schriftelijke kennisgeving. Deze kennisgeving wordt, vergezeld van de agenda en de vergaderstukken, tenminste veertien dagen van tevoren toegezonden.

  • 6.

    De contactambtenaar maakt van het periodiek overleg een verslag dat binnen twee weken aan de leden wordt verzonden.

  • 7.

    De Wmo-raad overlegt minimaal twee keer per jaar met de wethouder en de contactambtenaar.

  • 8.

    De Wmo-raad overlegt vier keer per jaar met de contactambtenaar.

Artikel 9 Vergadering

  • 1.

    De Wmo-raad kan ter voorbereiding van een advies vergaderen.

  • 2.

    Het college draagt er zorg voor dat de vergaderingen ter voorbereiding van gevraagde adviezen en van maximaal drie ongevraagde adviezen in de vorm van een budget voor secretariaat en vergaderaccommodatie wordt ondersteund. De contactambtenaar bereidt de vergadering voor en zal ook zorgdragen voor de uitwerking van het advies.

Artikel 10 Openbaarheid

De vergaderingen van de Wmo-raad zijn niet openbaar. De adviezen zijn wel openbaar.

Artikel 11 Jaarverslag

  • 1.

    Jaarlijks vóór april maakt de Wmo-raad een verslag van de werkzaamheden over het afgelopen jaar.

  • 2.

    Het college draagt zorg voor een budget ten behoeve van kosten, die samenhangen met het maken van een jaarverslag.

Artikel 12 Vergoedingen

  • 1.

    In het kader van gevraagde advisering en maximaal drie maal per jaar ongevraagde advisering hebben de leden van de Wmo-raad recht op een door de gemeente vast te stellen onkostenvergoeding en een vergoeding voor reis- en verblijfkosten.

  • 2.

    De leden van de Wmo-raad hebben recht op een door de gemeente vast te stellen commissievergoeding conform de geldende beleidslijn van de gemeente Ouderkerk, uitsluitend voor de aanwezigheid bij vergaderingen ter voorbereiding van een gevraagd advies en ter voorbereiding van maximaal drie ongevraagde adviezen per jaar.

Artikel 13 Geschillen betreffende deze verordening

Over geschillen voortkomend uit de toepassing van deze verordening beslist het college.

Artikel 14 Slotbepalingen

  • 1.

    communicatie

    Het college maakt het bestaan van de Wmo-raad algemeen bekend. Daarnaast zorgt het college voor bekendmaking van de verordening.

  • 2.

    evaluatie

    • a.

      De Wmo-raad evalueert jaarlijks tezamen met het college het functioneren van het periodiek overleg. Indien er op basis van deze evaluatieronde reden is de verordening aan te passen dan wordt hiertoe via het college een verzoek ingediend bij de raad.

    • b.

      De Wmo-raad kan naar aanleiding van een evaluatie het college gemotiveerd verzoeken de onafhankelijk voorzitter te vervangen, met dien verstande dat een besluit daartoe de instemming behoeft van twee derde deel van de leden van de Wmo-raad.

  • 3.

    huishoudelijk reglement

    Ten dienste van zijn functioneren zal de Wmo-raad een huishoudelijk reglement opstellen, waarin onder andere de communicatie met de achterban wordt geregeld.

  • 4.

    nadere regels

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college, na overleg met de Wmo-raad.

Artikel 15 Intrekking verordening cliëntenparticipatie Wvg

De verordening cliëntenparticipatie Wvg wordt ingetrokken.

Artikel 16 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening burgerparticipatie Wmo gemeente Ouderkerk’

Artikel 17 Inwerkingtreding van de verordening

Deze verordening treedt in werking met ingang van 2 februari 2007.

Bijlage bij de Verordening burgerparticipatie gemeente Ouderkerk

Artikel 11 Wmo

1.

Het college van burgemeester en wethouders betrekt de ingezetenen van de gemeente en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, op de wijze voorzien in de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet vastgestelde verordening.

2.

Het college van burgemeester en wethouders stelt ingezetenen van de gemeente en in de gemeente belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen vroegtijdig in de gelegenheid zelfstandig voorstellen voor het beleid inzake maatschappelijke ondersteuning te doen.

3.

Het college van burgemeester en wethouders verschaft informatie die nodig is ter uitvoering van het bepaalde in het eerste en tweede lid.

4.

Onverminderd het eerste lid vergewist het college van burgemeester en wethouders zich bij de voorbereiding van het beleid tevens van de belangen en behoeften van ingezetenen die hun belangen en behoeften niet goed kenbaar kunnen maken.

Artikel 12 Wmo

1.

Alvorens een voordracht tot vaststelling door de gemeenteraad te doen, vraagt het college van burgemeester en wethouders over het ontwerpplan advies aan de gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning.

2.

Het college van burgemeester en wethouders voegt bij de voordracht tot vaststelling door de gemeenteraad tevens een motivering hoe het de belangen en behoeften van personen als bedoeld in artikel 11, tweede lid, heeft gewogen.

Artikel 84 Gemeentewet

1.

De raad, het college of de burgemeester kan andere commissies dan bedoeld in de artikelen 82, eerste lid, en 83, eerste lid, instellen.

2.

Artikel 83, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een andere commissie, met uitzondering van een commissie die is ingesteld om te adviseren over de beslissing op ingediende bezwaarschriften en een commissie belast met de behandeling van en de advisering over klachten.

3.

De raad, het college onderscheidenlijk de burgemeester regelt ten aanzien van een door hem ingestelde andere commissie de openbaarheid van de vergaderingen.

4.

De artikelen 139, tweede lid, 140 en 141 zijn van overeenkomstige toepassing op een besluit tot instelling van een andere commissie.

Artikel 150 Gemeentewet

1.

De raad stelt een verordening vast waarin regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken.

2.

De in het eerste lid bedoelde inspraak wordt verleend door toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, voorzover in de verordening niet anders is bepaald.

Profielen onafhankelijk voorzitter en leden Wmo-raad

Onafhankelijk voorzitter

profiel

  • ·

    interesse in of betrokkenheid bij de prestatievelden van de Wet maatschappelijke ondersteuning

  • ·

    kennis van de lokale situatie en de kenmerken van de gemeente of bereidheid zich deze eigen te maken

  • ·

    kennis van Wmo beleidsterreinen van de lokale overheid

  • ·

    affiniteit met politieke besluitvormingsprocessen

  • ·

    bestuurlijke ervaring

  • ·

    bij voorkeur ervaring met cliëntenparticipatie

functiescheiding

  • .

    de voorzitter bekleedt geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in de gemeente Ouderkerk

  • .

    de voorzitter bekleedt geen functie bij een commerciële organisatie die direct belang heeft bij de dienstverlening aan de doelgroepen van de Wmo.

  • .

    de voorzitter bekleedt geen functie in een van de belangengroepen.

competenties:

  • ·

    leidinggeven

  • ·

    samenbindend

  • ·

    samenwerken

  • ·

    vraaggerichtheid

  • ·

    resultaatgerichtheid

  • ·

    communiceren

  • ·

    flexibiliteit

  • ·

    open oor voor mede leden

  • ·

    samenhang zien en aanbrengen

  • ·

    in staat om met een analytische blik te komen tot een objectieve en onafhankelijke oordeelsvorming

  • ·

    door het aanbrengen van samenhang tot een eenduidig advies te komen waarin de belangen van de

  • ·

    leden zijn meegewogen

Voor de voorzitter bestaat een vacatieregeling.

Leden

algemeen profiel

  • .

    vertegenwoordiger van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, onverlet artikel 6 lid 4

  • ·

    deskundigheid verkregen door eigen ervaring of werkervaring

  • ·

    interesse in of betrokkenheid bij een of meer prestatievelden van de Wet maatschappelijke

ondersteuning

  • ·

    kennis van de lokale situatie en de kenmerken van de gemeente

  • ·

    kennis van Wmo beleidsterreinen van de lokale overheid

  • ·

    affiniteit met politieke besluitvormingsprocessen, bij voorkeur in Ouderkerk

functiescheiding

Leden van de Wmo-raad bekleden geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in Ouderkerk en hebben geen directe betrokkenheid in werk en belangen in de gemeente Ouderkerk

competenties:

  • ·

    samenwerken

  • ·

    vraaggerichtheid

  • ·

    resultaatgerichtheid

  • ·

    communiceren

  • ·

    flexibiliteit

  • ·

    open oor voor mede leden

  • ·

    samenhang zien en aanbrengen

  • ·

    in staat om met een analytische blik te komen tot een objectieve en onafhankelijke oordeelsvorming

Namen van organisaties, zetelverdeling

(Nog in te vullen)