Regeling vervallen per 01-01-2024

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard houdende regels omtrent voorwaarden vrachtwagenparkeerterrein Algemene voorwaarden vrachtwagenparkeerterrein Mosterweg Spijkenisse 2018

Geldend van 01-07-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard houdende regels omtrent voorwaarden vrachtwagenparkeerterrein Algemene voorwaarden vrachtwagenparkeerterrein Mosterweg Spijkenisse 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard;

gelet op artikel 160, eerste lid, aanhef en onder a en e, van de Gemeentewet;

besluit de volgende regeling vast te stellen:

Algemene voorwaarden vrachtwagenparkeerterrein Mosterweg Spijkenisse 2018.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Toepassingsbereik

  • 1. De begrippen die in deze algemene voorwaarden worden gebruikt, hebben dezelfde betekenis als in de Wegenverkeerswet 1994 en de daarop gebaseerde voorschriften.

  • 2. Deze algemene voorwaarden maken deel uit van de overeenkomst met de gemeente Nissewaard voor het parkeren van een motorvoertuig op het vrachtwagenparkeerterrein aan de Mosterweg te Spijkenisse, aangeduid op de als bijlage I bij deze algemene voorwaarden behorende kaart.

Artikel 1.2 Totstandkoming parkeerovereenkomst

  • 1. De overeenkomst komt tot stand:

    • a.

      door bij de inrit van het parkeerterrein de automaat waaraan de slagboom is verbonden, te bedienen en de door de automaat vervaardigde parkeerkaart uit te nemen;

    • b.

      door op het parkeerterrein bij de betaalautomaat een dagkaart voor eenmalig parkeren op een kalenderdag aan te schaffen;

    • c.

      door bij de afdeling Stadswinkel van de gemeente een parkeerabonnement aan te schaffen.

  • 2. De parkeer- en dagkaart en het parkeerabonnement worden in deze algemene voorwaarden ook aangeduid als parkeerbewijs.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, wordt de overeenkomst geacht tot stand te komen door het gebruik van het parkeerterrein. Bij onenigheid over de vraag of gebruik wordt gemaakt van het parkeerterrein is bepalend dat een gebruiker zich bevindt op het parkeerterrein, of zich daar heeft bevonden.

  • 4. De gemeente stelt het parkeerterrein ter beschikking voor het parkeren van:

    • a.

      een personenauto;

    • b.

      een autobus;

    • c.

      een bestel- of vrachtauto, of

    • d.

      een bestel- of vrachtauto met aangekoppelde aanhangwagen;

    in een parkeervak, bestemd voor de voertuigcategorie of groep voertuigen die op het verkeersbord bij de parkeergelegenheid is aangegeven, zoals aangeduid op de als bijlage I bij deze algemene voorwaarden behorende kaart. De gemeente bewaakt een voertuig niet en houdt geen toezicht op personen of zaken die zich op het parkeerterrein bevinden.

  • 5. Als een parkeerbewijs is aangeschaft, dan kan de gemeente tijdelijk een parkeervak ter beschikking stellen op een ander parkeerterrein, als dat noodzakelijk is wegens het plegen van onderhoud, een bedrijfsstoring of onvoorziene omstandigheden.

Artikel 1.3 Toegang met geldig parkeerbewijs

Het parkeerterrein mag alleen worden gebruikt met een geldig parkeerbewijs. Dit bewijs blijft eigendom van de gemeente. Bij het beëindigen van het gebruik van het parkeerterrein moet het parkeerbewijs worden teruggegeven.

Artikel 1.4 Toegangstijden

  • 1. Het parkeerterrein is te allen tijde op te rijden, als er een parkeervak beschikbaar is. Het parkeerterrein is te allen tijde af te rijden.

  • 2. De gemeente kan de toegangstijden wijzigen zonder voorafgaande aankondiging. Deze wijziging wordt bekendgemaakt bij de in- en uitrit van het parkeerterrein.

Artikel 1.5 Gebruik van het parkeerterrein

  • 1. Op het parkeerterrein zijn de Wegenverkeerswet 1994 en de daarop gebaseerde voorschriften van toepassing, met dien verstande dat de bestuurder van een motorvoertuig:

    • a.

      niet sneller mag rijden dan 5 kilometer per uur;

    • b.

      alleen de aangegeven rijrichting mag volgen.

  • 2. Een aanhangwagen mag niet worden afgekoppeld van een bestel- of vrachtauto.

  • 3. Het parkeerterrein mag voor geen ander doel worden gebruikt dan waarvoor dit is bestemd. Daarbij mag geen hinder of overlast worden veroorzaakt.

  • 4. Aanwijzingen van het personeel van de gemeente, en aanwijzingen die staan vermeld op het parkeerterrein en op de daar opgestelde apparatuur moeten onmiddellijk worden opgevolgd.

  • 5. Om het parkeerterrein te verlaten, kan hulp van het personeel van de gemeente worden gevraagd. Als dat wordt gevraagd tussen 22.30 uur en 07.00 uur, dan worden kosten ad € 55,00 in rekening gebracht.

Artikel 1.6 Niet-nakoming

  • 1. Als een houder van een parkeerbewijs of een gebruiker als bedoeld in artikel 1.2, derde lid, tekortschiet in de nakoming van enige verplichting die op hem rust, dan is de gemeente gerechtigd:

    • a.

      de overeenkomst zonder schriftelijke ingebrekestelling onmiddellijk te ontbinden;

    • b.

      hem de toegang tot het parkeerterrein te ontzeggen, of

    • c.

      voor zijn rekening en risico het door hem gebruikte of te gebruiken voertuig op het parkeerterrein te verplaatsen of daarvan te verwijderen.

  • 2. De houder of gebruiker is verplicht aan de gemeente alle schade en kosten te vergoeden die zij lijdt of heeft geleden als gevolg van de tekortkoming of de ontbinding van de overeenkomst.

Artikel 1.7 Aansprakelijkheid

  • 1. De gemeente aanvaardt geen aansprakelijkheid voor:

    • a.

      schade aan eigendommen, waaronder diefstal of het verloren gaan van eigendommen, van een persoon;

    • b.

      lichamelijk letsel of enige andere schade van een persoon, direct of indirect veroorzaakt door of ten gevolge van het gebruik van het parkeerterrein.

  • 2. Een persoon is aansprakelijk voor alle schade die door hem is veroorzaakt. Hij moet schade aan het parkeerterrein of daarbij behorende apparatuur ter plaatse vergoeden. Als de hoogte van de schade niet direct kan worden vastgesteld, dan zal de gemeente de schade laten taxeren en deze op hem verhalen. Artikel 1.7, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 2 Voorwaarden voor eenmalig parkeren

Artikel 2.1 Parkeergeld en tarieftijden

  • 1. Een houder van een parkeer- of dagkaart is parkeergeld verschuldigd voor het gebruik van het parkeerterrein. Het parkeergeld wordt samengesteld door een starttarief op te tellen bij het tarief dat wordt berekend aan de hand van de werkelijke parkeertijd.

  • 2. Het starttarief is verschuldigd direct na de uitname van een parkeerkaart uit de automaat bij de inrit van het parkeerterrein.

  • 3. Een gebruiker als bedoeld in artikel 1.2, derde lid, is parkeergeld verschuldigd volgens het tarief voor een dagkaart, voor elke dag of deel daarvan waarop hij van het parkeerterrein gebruik had kunnen maken of heeft gemaakt.

Artikel 2.2 Parkeertarieven

  • 1. Het starttarief bedraagt € 3,00.

  • 2. Het tarief bedraagt € 1,00 per uur.

  • 3. Het berekende tarief wordt afgerond naar boven op eenheden van € 0,10.

  • 4. Het starttarief en het daarbij op te tellen tarief dat wordt berekend aan de hand van de werkelijke parkeertijd bedraagt ten hoogste € 15,00 per kalenderdag.

  • 5. Het tarief voor een dagkaart bedraagt € 15,00.

Artikel 2.3 Mogelijkheid om het parkeerterrein af te rijden met een dagkaart

Een houder van een dagkaart kan direct het terrein afrijden, door deze dagkaart bij de uitrit van het parkeerterrein in te voeren in de automaat waaraan de slagboom is verbonden. Als een dagkaart onbruikbaar is geworden, dan kan een bestuurder alleen het terrein afrijden met een nieuwe dagkaart.

Artikel 2.4 Betalen van parkeergeld en mogelijkheid om het parkeerterrein af te rijden met een parkeerkaart

  • 1. Een houder van een parkeerkaart kan het parkeerterrein alleen afrijden nadat hij het verschuldigde parkeergeld heeft betaald.

  • 2. Een houder kan alleen betalen bij de betaalautomaat op het parkeerterrein. De door de automaat bepaalde gegevens zijn bindend voor partijen. De betaling vindt plaats door de volgende handelingen of gebeurtenissen:

    • a.

      eerst voert de houder de parkeerkaart in de daarvoor bestemde automaat in;

    • b.

      de automaat stelt het einde van de parkeertijd vast en berekent de parkeerduur en het daarvoor verschuldigde parkeergeld;

    • c.

      vervolgens betaalt de houder op de wijze als bij of op de automaat is vermeld.

  • 3. De na betaling uit de automaat te nemen parkeerkaart moet een bestuurder, om het terrein af te rijden, bij de uitrit van het parkeerterrein invoeren in de automaat waaraan de slagboom is verbonden. Hiervoor heeft hij gedurende een periode van vijf minuten de gelegenheid.

  • 4. Als een bestuurder het parkeerterrein niet afrijdt binnen vijf minuten, dan is hij parkeergeld verschuldigd voor de tijd na de betaling van het parkeergeld, bedoeld in het tweede lid. Hij kan dit resterende parkeergeld alleen betalen door de parkeerkaart opnieuw in te voeren in de daarvoor bestemde betaalautomaat.

  • 5. Als een parkeerkaart onbruikbaar is geworden, dan kan een bestuurder alleen uitrijden met een nieuwe dagkaart.

Hoofdstuk 3 Voorwaarden voor het parkeren met een parkeerabonnement

Artikel 3.1 Parkeerabonnement

  • 1. Een ieder kan een parkeerabonnement aanschaffen voor het parkeren van:

    • a.

      een personenauto;

    • b.

      een autobus;

    • c.

      een bestel- of vrachtauto, of

    • d.

      een bestel- of vrachtauto met aangekoppelde aanhangwagen.

  • 2. Een parkeerabonnement kan worden gebruikt voor het parkeren van het in het eerste lid bedoelde motorvoertuig en van een personenauto die wordt gebruikt voor het verkeer tussen de woning van de abonnementhouder en het parkeerterrein, als het parkeren van beide voertuigen tegelijk niet langer duurt dan 15 minuten. Als het parkeren van beide voertuigen tegelijk langer duurt dan 15 minuten, dan is de abonnementhouder als gebruiker van het parkeerterrein voor het parkeren van het tweede voertuig parkeergeld verschuldigd overeenkomstig artikel 2.1, derde lid.

  • 3. Een parkeerabonnement kan alleen worden aangeschaft voor het parkeren op alle dagen van de week.

  • 4. Een parkeerabonnement is niet overdraagbaar.

  • 5. Het tarief voor een parkeerabonnement bedraagt € 226,60 per jaar.

Artikel 3.2 Op- en afrijden parkeerterrein: toegangspas, bruikleenovereenkomst en waarborgsomOp- en afrijden parkeerterrein: toegangspas, bruikleenovereenkomst en waarborgsom

  • 1. Een houder van een parkeerabonnement kan een parkeerterrein alleen op- en afrijden door hiervoor een toegangspas te gebruiken.

  • 2. De gemeente geeft bij de aanschaf van een parkeerabonnement een toegangspas in bruikleen tegen betaling van een waarborgsom ad € 50,00. De waarborgsom kan alleen worden voldaan door betaling bij de afdeling Stadswinkel.

  • 3. De houder van het parkeerabonnement is verplicht te zorgen voor de bewaring en het behoud van de toegangspas. Als de toegangspas niet meer kan worden gebruikt, dan moet de houder dit onmiddellijk melden bij de afdeling Stadswinkel. Direct na de melding wordt een beschadigde, verloren of gestolen toegangspas geblokkeerd. Tegen betaling van € 50,00 kan een nieuwe toegangspas worden verstrekt.

  • 4. Bij de beëindiging van het parkeerabonnement is de houder verplicht om de toegangspas onmiddellijk in te leveren bij de afdeling Stadswinkel.

  • 5. De waarborgsom:

    • a.

      wordt terugbetaald als de toegangspas in ongeschonden staat wordt ingeleverd bij de afdeling Stadswinkel;

    • b.

      wordt, als terugbetaling mogelijk is, verrekend met het abonnementsgeld dat de houder op de datum van inlevering van de toegangspas nog verschuldigd is aan de gemeente;

    • c.

      wordt niet terugbetaald bij beschadiging, verlies of diefstal van de toegangspas.

Artikel 3.3 Abonnementsperiode, wijziging en opzegging

  • 1. Een parkeerabonnement wordt alleen overeengekomen voor onbepaalde tijd. Het kan niet eerder ingaan dan de dag na die waarop het is overeengekomen.

  • 2. Een parkeerabonnement kan tussentijds worden gewijzigd. Een houder is verplicht elke wijziging in omstandigheden die van belang is voor de geldigheid van het abonnement onmiddellijk schriftelijk te melden bij de afdeling Stadswinkel.

  • 3. Een houder van een parkeerabonnement en de gemeente kunnen de overeenkomst alleen schriftelijk opzeggen per de eerste dag van de maand, met inachtneming van een opzegtermijn van een maand.

Artikel 3.4 Maximumaantal parkeerabonnementen en wachtlijst

  • 1. Er worden maximaal 83 parkeerabonnementen voor gebruik in dezelfde periode overeengekomen.

  • 2. Als het maximumaantal parkeerabonnementen is overeengekomen, dan wordt de volgende persoon die een parkeerabonnement wil aanschaffen op zijn verzoek op een wachtlijst ingeschreven. Bij de inschrijving wordt de datum van zijn verzoek vermeld.

  • 3. Zodra een wachtlijst is aangelegd, biedt de afdeling Stadswinkel een parkeerabonnement dat is beëindigd aan degene aan die het eerst op de wachtlijst is ingeschreven.

  • 4. Een ingeschrevene wordt op zijn verzoek van de wachtlijst geschrapt. In elk geval wordt hij geschrapt als hij een aanbod van een parkeerabonnement weigert.

Artikel 3.5 Betaalmogelijkheden en terugbetaling teveel betaald abonnementsgeld

  • 1. Het abonnementsgeld kan alleen worden betaald:

    • a.

      per maand, door middel van automatische incasso, of

    • b.

      per jaar, door girale betaling binnen dertig dagen na ontvangst van een factuur.

  • 2. Voor de berekening van het abonnementsgeld wordt een jaar verdeeld in twaalf maanden van dertig dagen.

  • 3. Als het abonnementsgeld per maand wordt betaald, dan wordt de eerste termijn berekend over de periode vanaf de ingangsdatum van het parkeerabonnement tot en met het einde van de maand waarin deze datum valt. Dit termijnbedrag wordt eerst geïncasseerd, waarna maandelijks een twaalfde deel van het tarief, bedoeld in artikel 3.1, wordt geïncasseerd.

  • 4. Als het abonnementsgeld per jaar wordt betaald, dan wordt de eerste termijn berekend over de periode vanaf de ingangsdatum van het parkeerabonnement tot en met het einde van het jaar waarin deze datum valt. Dit termijnbedrag wordt eerst gefactureerd, waarna jaarlijks het tarief, bedoeld in artikel 3.1, wordt gefactureerd.

  • 5. Na de beëindiging van de overeenkomst wordt het teveel betaalde abonnementsgeld terugbetaald.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 4.1 Diverse bepalingen

  • 1. Op de parkeerovereenkomst is Nederlands recht van toepassing.

  • 2. De gemeente kiest voor de uitvoering van de overeenkomst woonplaats aan de Raadhuislaan 106 te 3201 EL Spijkenisse.

  • 3. De in deze algemene voorwaarden genoemde tarieven zijn inclusief BTW.

Artikel 4.2 Wijziging algemene voorwaarden

  • 1. De gemeente behoudt zich het recht voor om deze algemene voorwaarden te wijzigen, onder meer voor de aanpassing van de in dit reglement genoemde tarieven.

  • 2. Een wijziging van de algemene voorwaarden zal worden bekendgemaakt in het gemeenteblad.

  • 3. Een houder van een parkeerbewijs heeft na de inwerkingtreding van een wijziging veertien dagen de gelegenheid de overeenkomst op te zeggen. Als hij hiervan geen gebruik maakt, dan wordt hij geacht in te stemmen met de wijziging.

Artikel 4.3 Intrekking oude regeling

De Algemene voorwaarden vrachtwagenparkeerterrein Mosterweg Spijkenisse worden ingetrokken.

Artikel 4.4 Inwerkingtreding

Deze regeling wordt in het gemeenteblad geplaatst, en zij treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

Artikel 4.5 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Algemene voorwaarden vrachtwagenparkeerterrein Mosterweg Spijkenisse 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard van 19 december 2017.

De secretaris

M.L.M. Weerts

De burgemeester

M. Salet

Bijlage 1 Kaart Mosterweg vrachtwagenparkeerterrein, verkeersborden

Kaart bij de Algemene voorwaarden vrachtwagenparkeerterrein Mosterweg Spijkenisse 2018, genoemd in artikel 1.1, eerste lid, en in artikel 1.2, vierde lid, tek. nr. 17-30-2002