Regeling vervallen per 01-10-2011

Regeling tot het particulier gebruik van voertuigen van de gemeente Diemen

Geldend van 19-07-2007 t/m 30-09-2011 met terugwerkende kracht vanaf 17-07-2007

Intitulé

Regeling tot het particulier gebruik van voertuigen van de gemeente Diemen

Opmerkingen m.b.t. de regeling

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

CAR-UWO

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum

inwerkingtreding

19-07-2007

Terugwerkende kracht t/m

01-07-2007

Betreft

Nieuwe regeling

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

17-07-2007, Intranet, 19-07-2007

Kenmerk voorstel

nr.

Regeling tot het particulier gebruik van voertuigen van de gemeente Diemen

Burgemeester en wethouders van Diemen,

gelet op het bepaalde in artikel 15:1:12 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling;

gelet op de van de Ondernemingsraad verkregen instemming op grond van artikel 27 van de Wet op de ondernemingsraden,

BESLUITEN:

vast te stellen de volgende regeling tot het particulier gebruik van voertuigen van de gemeente Diemen.

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a.de medewerker:

de ambtenaar die op grond van een aanstelling ingevolge de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling of een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht of de tijdelijke medewerker die op grond van een inleenovereenkomst naar burgerlijk recht, werkzaamheden verricht voor de gemeente.

b.voertuigen:

alle gemotoriseerde voertuigen van de gemeente die zich op de openbare weg kunnen begeven.

c.schade:

alle voor rekening van de gemeente Diemen komende schade als bedoeld in artikel 15:1:12 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling, waaronder tevens begrepen de aan de gemeente Diemen opgelegde boetes door de Belastingdienst.

Artikel 2

  • 1. Het is de medewerker niet toegestaan een voertuig van de gemeente aan te wenden voor particulier gebruik, anders dan ter afwending van ernstige calamiteiten of levensgevaar, dit achteraf ter beoordeling aan burgemeester en wethouders.

  • 2. In tegenstelling tot het bepaalde in het eerste lid van dit artikel is het de medewerker die belast is met consignatiediensten, tijdens de consignatie toegestaan een hem toegewezen voertuig te gebruiken voor particuliere doeleinden.

Artikel 3

Namens burgemeester en wethouders wordt toezicht gehouden op naleving van het bepaalde in artikel 2 van deze regeling door het afdelingshoofd van de betrokken medewerker.

Artikel 4

  • 1. Het niet nakomen van het bepaalde in artikel 2 van deze regeling door de medewerker wordt in beginsel opgevat als plichtsverzuim als bedoeld in artikel 16:1:1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling.

  • 2. De medewerker is gehouden de door de gemeente geleden schade te vergoeden als er sprake is van schuld of nalatigheid als bedoeld in artikel 15:1:12 van de Collectieve arbeidsvoorwaarden.

Artikel 5

Tot de schade, als bedoeld in artikel 4 van deze regeling, wordt in ieder geval gerekend:

  • 1.

    De waarde van het particuliere gebruik, als bedoeld in de daarvoor geldende fiscale regelgeving, gedurende de perioden waarin het gebruik heeft plaatsgevonden.

  • 2.

    Alle verschuldigde loonbelasting en/of premie volksverzekeringen, en ook de boete en de heffingsrente, die door de Belastingdienst naar aanleiding van de overtreding van het gestelde in artikel 2 van deze regeling aan de gemeente Diemen wordt opgelegd.

Artikel 6

In die gevallen waarin deze regeling niet of niet in billijkheid voorziet, beslissen Burgemeester en wethouders.

Artikel 7

Onder mannelijke naamgevingen worden in deze regeling tevens vrouwelijke naamgevingen begrepen.

Artikel 8

De regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2007.

Artikel 9

Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling particulier gebruik voertuigen gemeente Diemen 2007”.

Ondertekening

Diemen, 17 juli 2007
Burgemeester en wethouders voornoemd,
De secretaris De burgemeester

Toelichting

Artikel 2

§ particulier gebruik omvat alle verreden kilometers die niet als zakelijk zijn aan te merken, dit ter beoordeling aan burgemeester en wethouders. Dit geldt niet alleen voor verreden kilometers buiten diensttijd, maar ook voor verreden kilometers tijdens diensttijd;

§ de gemeente Diemen zal het eventueel particulier gebruik van tijdens consignatiediensten voertuigen afkopen bij de Belastingdienst;

§ de geconsigneerde medewerker dient tijdens de uitoefening van zijn functie een kilometer- en brandstofregistratie bij te houden.

Artikel 3

De gemeente Diemen is gehouden om voldoende toezicht te houden op de naleving door de medewerker van het verbod. Dit vindt plaats via:

  • §

    controle op de kilometerstanden;

  • §

    controle op de black-box registratie (indien van toepassing);

  • §

    controle op de boetes vanwege verkeersovertredingen tijdens en buiten werktijd;

  • §

    controle op schademeldingen tijdens en buiten werktijd;

  • §

    controle op het tanken van brandstof.

Deze controles vinden geregeld plaats aan de hand van aanwezige agenda’s, werkroosters of werkstaten, vakantieoverzichten, ziekte- en verlofstaten, benzinebonnen, garagenota’s en dergelijke en worden uitgevoerd door of namens het afdelingshoofd van de medewerker.

De Belastingdienst kan constateren dat de medewerker het verbod verwijtbaar niet naleeft, terwijl de gemeente Diemen redelijkerwijs wel voldoende toezicht heeft gehouden. Ook in dit geval wordt de gemeente Diemen een correctieverplichting opgelegd voor de bijtelling wegens particulier gebruik van voertuigen van de gemeente Diemen, en voor zover van toepassing, ook de boete en heffingsrente. De gemeente Diemen kan dan voor de Loonbelasting, Premieheffingen, bijdrage Zorgverzekeringswet, heffingsrente en de boete verhaal plegen op de medewerker. Wel heeft de medewerker in dit geval recht op de vergoeding van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.

Overig

Alle vastleggingen betreffende het verbod op particulier gebruik van voertuigen van de gemeente Diemen en het uitgeoefende toezicht, worden bij de loonadministratie bewaard en zijn voor controle beschikbaar. De gegevens worden gedurende zeven jaar na afloop van het kalenderjaar waarin het verbod van toepassing was bewaard, tenzij daarover met de Belastingdienst andere afspraken zijn gemaakt op basis van specifieke feiten en omstandigheden van de gemeente.