Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening reparatie-uitkering bij werkloosheid

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening reparatie-uitkering bij werkloosheid

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van de wethouder Financiën, Organisatie, Haven, Buitenruimte en Sport van 12 december 2017 met kenmerk: 2886142;

gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;

besluit vast te stellen:

Verordening reparatie-uitkering bij werkloosheid

Artikel 1 Werkingssfeer reparatie-uitkering

Deze verordening regelt de reparatie-uitkering van de ambtenaar, die recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet of van wie de uitkering op grond van de Werkloosheidswet is geëindigd, maar die op grond van de Werkloosheidswet zoals die gold op 31 december 2015 nog recht op een uitkering zou hebben gehad.

Artikel 2 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    arbeidsverleden: arbeidsverleden als bedoeld in de Werkloosheidswet;

  • b.

    CAR: Collectieve Arbeidsvoorwaarden Regeling sector gemeenten;

  • c.

    gemeentelijke sector: de gemeenten en gemeenschappelijke regelingen, die de CAR van toepassing hebben verklaard;

  • d.

    herleving: herleving overeenkomstig de Werkloosheidswet;

  • e.

    reparatie-uitkering: uitkering die de toegekende WW-uitkering in opbouw en duur aanvult naar het niveau op 31 december 2015;

  • f.

    SV-maandloon: SV-maandloon als bedoeld in de Werkloosheidswet met het maximum, bedoeld in de Wet financiering sociale verzekeringen.

  • g.

    UWV: Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen;

  • h.

    werkloos: werkloos als bedoeld in de Werkloosheidswet;

  • i.

    werkloosheidsuitkering: WW-uitkering en reparatie-uitkering tezamen;

  • j.

    WW-uitkering: uitkering op grond van de Werkloosheidswet;

  • k.

    WW: Werkloosheidswet.

Artikel 3 Recht reparatie-uitkering

  • 1. De ambtenaar heeft recht op een reparatie-uitkering indien:

    • a.

      de werkloosheid aansluitend op de WW-uitkering voortduurt; en

    • b.

      de WW-opbouw lager is bij een arbeidsverleden vanaf 10 jaar op grond van de WW, dan zou hebben gegolden op grond van de WW op 31 december 2015; of

    • c.

      een WW-uitkering met een kortere duur is toegekend op grond van de WW, dan zou hebben gegolden op grond van de WW op 31 december 2015.

  • 2. De ambtenaar legt de benodigde gegevens en informatie van het UWV aan de gemeente over die van invloed kunnen zijn op het recht, de hoogte en de duur van de reparatie-uitkering.

Artikel 4 Opbouw en duur reparatie-uitkering

  • 1. De opbouw van de reparatie-uitkering voor de ambtenaar die werkloos wordt met meer dan 10 jaar arbeidsverleden, bedraagt een halve maand per dienstjaar.

  • 2. De opbouw van de reparatie-uitkering voor de ambtenaar die werkloos wordt met meer dan 24 jaar arbeidsverleden, bedraagt een maand per verstreken kalenderkwartaal.

  • 3. De duur van de reparatie-uitkering is gelijk aan het verschil tussen de duur van de WW-uitkering op 31 december 2015 en de duur van de WW-uitkering op of na 1 januari 2016 inclusief de opschuiving van de einddatum door herleving.

Artikel 5 Hoogte reparatie-uitkering

  • 1. De reparatie-uitkering heeft dezelfde hoogte als de WW-uitkering als deze niet zou zijn geëindigd.

  • 2. De volledige reparatie-uitkering is gebaseerd op 36 uur per week werkloosheid. Als sprake is van minder dan 36 uur per week werkloosheid, wordt het bedrag van de reparatie-uitkering berekend naar rato van het aantal uren dat de ambtenaar werkloos is.

  • 3. De reparatie-uitkering wordt geïndexeerd met de generieke salarisverhoging in de gemeentelijke sector.

Artikel 6 Sancties reparatie-uitkering

Het college van burgemeester en wethouders maakt een sanctieregeling op grond waarvan sancties kunnen worden toegepast op de uitbetaling van de reparatie-uitkering. Onderdeel van de sanctieregeling is de plicht die de ambtenaar heeft om het college van burgemeester en wethouders te informeren over alles wat van invloed kan zijn op de duur en hoogte van de reparatie-uitkering.

Artikel 7 Premie reparatie-uitkering

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders heft vanaf 1 januari 2018 maandelijks een werknemerspremie op het bruto salaris van de ambtenaar die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt.

  • 2. De hoogte van de premie is vastgesteld 0,1% van het bruto salaris en de toegekende salaristoelagen. De hoogte van de premie kan jaarlijks worden bijgesteld.

  • 3. De heffingsgrondslag is gemaximeerd tot het maximum-premieloon bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen.

Artikel 8 Einde reparatie-uitkering

  • 1. De reparatie-uitkering eindigt na het verstrijken van de uitkeringsduur.

  • 2. De reparatie-uitkering eindigt op de dag waarop de werkloosheid eindigt.

  • 3. De reparatie-uitkering eindigt op de dag waarop de ambtenaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.

  • 4. De reparatie-uitkering eindigt na een periode van 13 weken van voortdurende arbeidsongeschiktheid door ziekte.

Artikel 9 Herleving reparatie-uitkering

  • 1. Als het recht op een reparatie-uitkering gedeeltelijk of geheel is geëindigd en de (ex-)ambtenaar vervolgens na aanvaarding van een nieuw dienstverband wederom werkloos is geworden, herleeft op verzoek het recht op een reparatie-uitkering voor zover bij de beëindiging van het nieuwe dienstverband geen nieuw recht op een WW-uitkering op grond van de WW is ontstaan.

  • 2. De duur en de hoogte van de herleefde reparatie-uitkering zijn gelijk aan de duur en hoogte van de reparatie-uitkering waarop de (ex-)ambtenaar nog recht zou hebben gehad indien hij onafgebroken werkloos zou zijn geweest.

  • 3. De reparatie-uitkering kan niet meer herleven als de maximale uitkeringsduur van de reparatie-uitkering is volgemaakt.

Artikel 10 Afkoop reparatie-uitkering

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan eenmalig, aan het begin van de uitkeringsperiode, op verzoek van de ambtenaar, toestemming geven voor afkoop van de reparatie-uitkering.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders bepaalt de hoogte van het afkoopbedrag en de voorwaarden waaronder de afkoop verstrekt wordt.

Artikel 11 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening reparatie-uitkering bij werkloosheid.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 12 december 2017.

secretaris

C.M.Sjerps

burgemeester

A.Aboutaleb

Toelichting

Met ingang van 1 juli 2015 is de Wet werk en zekerheid in werking getreden. Deze wet heeft met ingang van 1 januari 2016 een aantal versoberingen in de WW aangebracht, namelijk een vertraagde WW-opbouw en een verkorting van de maximale duur van de WW-uitkering.

In de Cao Gemeenten 2016–2017 is afgesproken om de WW-versoberingen in opbouw en duur te repareren. De reparatie vindt plaats door invoering van een zogenaamde reparatie-uitkering, die opgenomen is in deze Verordening reparatie-uitkering bij werkloosheid.

Deze verordening geldt voor alle medewerkers in de sector gemeenten die werkloos zijn in de zin van de WW, ongeacht of hun aanstelling van rechtswege is geëindigd of door ontslag is beëindigd (met uitzondering van strafontslag). Om deze reden is de reparatie-uitkering in een aparte verordening ondergebracht en niet in de Verordening Van werk naar werk-aanpak en voorzieningen bij werkloosheid. De bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen uit de Verordening Van werk naar werk-aanpak en voorzieningen bij werkloosheid zijn namelijk gebonden aan de ontslaggronden geregeld in de artikelen 89, 90bis of 91 van het Ambtenarenreglement.

Reparatie-uitkering

De reparatie-uitkering is een aanvulling op de WW-uitkering zodat de ‘nieuwe’ werkloosheidsuitkering dezelfde omvang heeft in opbouw en duur zoals die zou zijn geweest op grond van de WW zoals die gold vóór 1 januari 2016.

Voor wie?

Alle medewerkers die op of na 1 januari 2016 werkloos zijn in de zin van de WW en een WW-uitkering aanvragen, kunnen met deze versoberingen in de WW te maken krijgen. In de Verordening reparatie-uitkering bij werkloosheid is in de werkingssfeer geregeld dat aanspraken in opbouw en duur van de WW-uitkering gebaseerd blijven op de WW zoals deze luidde op 31 december 2015.

Hoogte reparatie-uitkering

De omvang van de reparatie-uitkering is gelijk aan de hoogte van de WW-uitkering, als deze zou zijn vastgesteld zoals die gold op 31 december 2015 (maximaal 70% van het gemaximeerde SV-maandloon). Als de medewerker die een reparatie-uitkering geniet tevens recht heeft op de aanvullende uitkering op grond van de Verordening Van werk naar werk-aanpak en voorzieningen bij werkloosheid, dan komt de aanvullende uitkering bovenop de reparatie-uitkering. De hoogte van de reparatie-uitkering wordt, evenals de aanvullende en na-wettelijke uitkering, gebaseerd op urenverrekening. Bij gedeeltelijke werkloosheid wordt de reparatie-uitkering berekend naar rato van het aantal uren werkloosheid.

Gevolgen voor de aanvullende en na-wettelijke uitkering

De versobering van de WW werkt door in de aanvullende uitkering en de ingangsdatum van de na-wettelijke uitkering, omdat deze bovenwettelijke uitkeringen zijn gekoppeld aan de WW. Zonder reparatie-uitkering zou de aanvullende uitkering korter duren en de na-wettelijke uitkering eerder ingaan. Met de invoering van de reparatie-uitkering worden deze gevolgen van de versobering van de WW-uitkering gerepareerd. Om deze reden is het begrip ‘werkloosheidsuitkering’ in de begripsbepalingen van de Verordening Van werk naar werk-aanpak en voorzieningen bij werkloosheid verruimd door naast de WW-uitkering op grond van de Werkloosheidswet tevens de reparatie-uitkering als bedoeld in de Verordening reparatie-uitkering bij werkloosheid onder ‘werkloosheidsuitkering’ te brengen.

Premie

Om de reparatie-uitkering te bekostigen, wordt vanaf 1 januari 2018 een kostendekkende premie geheven. Artikel 7 van de Verordening reparatie-uitkering bij werkloosheid regelt de bevoegdheid van de werkgever om een werknemerspremie te heffen voor de reparatie-uitkering. De premie wordt per 1 januari 2018 ingehouden op het brutoloon van de medewerker en is vooralsnog vastgesteld op 0,1% van het salaris en de toegekende salaristoelage(n).

Einde uitkering bij ziekte

Als een medewerker gedurende de aanvullende of de na-wettelijke uitkering door ziekte arbeidsongeschikt raakt, eindigen die uitkeringen onmiddellijk. Dit kan ertoe leiden dat de medewerker zich niet ziek meldt. Om dit ongewenste effect tijdens de duur van de reparatie-uitkering te voorkomen, is er voor gekozen om deze de eerste 13 weken van arbeidsongeschiktheid door ziekte – overeenkomstig de WW - te laten doorlopen. Na 13 weken arbeidsongeschiktheid door ziekte eindigt de reparatie-uitkering.

Herleving

Zodra een medewerker niet meer werkloos is, eindigt op dat moment ook de bovenwettelijke WW-uitkering. De medewerker kan dan een prikkel ervaren om geen nieuw dienstverband te aanvaarden bij een andere werkgever. Om dit gevolg voor de reparatie-uitkering weg te nemen is besloten om een herlevingsartikel op te nemen. In het herlevingsartikel is opgenomen dat de reparatie-uitkering overeenkomstig de WW herleeft over het resterende urenverlies als de medewerker nog geen nieuw WW-uitkeringsrecht heeft opgebouwd door aanvaarding van het nieuwe dienstverband bij een (andere) werkgever. Dit is bijvoorbeeld het geval als een medewerker na aanvaarding van een nieuw dienstverband niet voldoet aan de referte-eis, waarbij de medewerker in de 36 weken voorafgaand aan zijn of haar werkloosheid, ten minste 26 weken moet hebben gewerkt. In deze situatie herleeft op verzoek van de (ex-)ambtenaar het (oude) recht op reparatie-uitkering.

Afkoop

Het college kan op verzoek van de ambtenaar besluiten tot afkoop van de reparatie-uitkering. Het college bepaalt daarbij de voorwaarden en de hoogte van het afkoopbedrag. Er bestaat geen recht op afkoop van de reparatie-uitkering. Als partijen het niet eens worden over de hoogte van het afkoopbedrag, vallen partijen terug op de regeling van de reparatie-uitkering in de Verordening reparatie-uitkering bij werkloosheid.

Dit gemeenteblad 2017, nummer 202, is uitgegeven op 13 december 2017 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halve Maanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)