Algemene subsidieverordening Gemeente Stein 2018.

Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Intitulé

Algemene subsidieverordening Gemeente Stein 2018.

De raad van de gemeente Stein;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Algemene subsidieverordening Gemeente Stein 2018.

Algemene Subsidieverordening Gemeente Stein 2018

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Activiteiten: bezigheden van een organisatie ter verwezenlijking van haar doelstelling.

  • b.

    Activiteitenplan: een plan dat een overzicht geeft van door de rechtspersoon voorgenomen activiteiten en de doelen die hierbij worden nagestreefd.

  • c.

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht.

  • d.

    Beleidsplan: Een beleidsplan is een plan dat de koers aangeeft die een organisatie in een bepaalde periode wil varen. Dit mag kort en bondig zijn.

  • e.

    Begroting: een overzicht van alle verwachte inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode.

  • f.

    Burgemeester en wethouders: het college van B&W van gemeente Stein.

  • g.

    Contributie betalende Steinse leden: de bij een organisatie ingeschreven en contributie betalende (actieve) leden, die daadwerkelijk de activiteit van de organisatie verrichten (geen ereleden, commissarissen en rustende leden), voorafgaande aan het jaar of periode waarover subsidie verleend wordt en in de gemeente Stein woonachtig zijn (o.b.v. de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens).

  • h.

    Eigen vermogen: het eigen vermogen bestaat uit reserves en het gerealiseerde resultaat na bestemming.

  • i.

    Evenementensubsidie: een subsidie voor eenmalige en vaak kortdurende activiteiten, die niet onder de andere subsidievormen vallen.

  • j.

    Exploitatiesubsidie: een subsidie die wordt verstrekt aan een professionele instelling. Met deze instellingen worden vooraf afspraken gemaakt welke prestatie en producten zij in een bepaald jaar gaan leveren voor de aan hen te verstrekken subsidie.

  • k.

    Gemeente: de gemeente Stein.

  • l.

    Jeugdleden: de bij een organisatie ingeschreven en contributie betalende leden, welke op 1 januari van het jaar, voorafgaande aan het jaar of periode waarover subsidie verleend wordt, jonger zijn dan 18 jaar.

  • m.

    Maatschappelijke activiteitensubsidie: een subsidie waarmee wordt beoogd om maatschappelijke activiteiten te stimuleren. Dat wil zeggen activiteiten die extra inspanning vragen van een organisatie en die passen binnen de doelstellingen van het beleid van de gemeente Stein. Het gaat om structurele activiteiten buiten de normale (kern) activiteiten van een organisatie.

  • n.

    Vrijwilligersorganisatie: elke in de gemeente Stein gevestigde organisatie of groepering van personen, niet zijnde een publiekrechtelijke instantie, die zich zonder winstoogmerk ten doel stelt het uitvoeren van een of meer activiteiten, waarvan het gemeentebestuur de ideële en/of materiële waarde voor de plaatselijke bevolking erkent.

  • o.

    Raad: de gemeenteraad van gemeente Stein.

  • p.

    Subsidie: de aanspraak op financiële middelen zoals bedoeld in artikel 4:21 eerste lid van de Awb.

  • q.

    Subsidiebeleid: het door de gemeenteraad vastgestelde subsidiebeleidsplan: “Subsidiebeleid gemeente Stein 2018-2022” waarin de subsidiegrondslagen en aanvraagwijze is geregeld.

  • r.

    Subsidieplafond: een bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 van de Awb te weten het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak maximaal beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift.

  • s.

    Subsidievaststelling: de beschikking waarbij de subsidie definitief wordt vastgesteld.

  • t.

    Subsidieverlening: de beschikking waarbij de subsidie voorwaardelijk wordt toegekend, en waarbij het maximum van de mogelijke subsidie wordt vermeld of de wijze waarop de subsidie zal worden berekend.

  • u.

    Verdrag: Het verdrag betreffende de werking van de Europese unie (VWEU).

  • v.

    Waarderingssubsidie: een subsidie die jaarlijks aan een organisatie wordt verstrekt en die bedoeld is om de organisatie te ondersteunen in de uitvoering van haar kernactiviteiten.

Artikel 2. Reikwijdte

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders op de volgende beleidsterreinen, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is):

    • a.

      Welzijn

    • b.

      Cultuur

    • c.

      Zorg

    • d.

      Evenementen

    • e.

      Sport en recreatie

  • 2. Ten aanzien van subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.

Artikel 3. Subsidieregelingen

Burgemeester en wethouders stellen bij nadere regeling (hierna te noemen: subsidieregeling) vast welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.

Binnen dit subsidiebeleidskader vallen de volgende subsidieregelingen

  • 1.

    Waarderingssubsidie vrijwilligersorganisaties

  • 2.

    Ondersteuningssubsidie vrijwilligersorganisaties

  • 3.

    Maatschappelijke activiteitensubsidie

  • 4.

    Evenementensubsidie

  • 5.

    Exploitatiesubsidie professionele instellingen

Artikel 4. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1. De raad zal bij de begroting subsidieplafonds vaststellen.

  • 2. In dat geval bepalen burgemeester en wethouders bij subsidieregeling de wijze van verdeling van de betrokken subsidie.

  • 3. De raad kan een subsidieplafond verlagen als dat voortvloeit uit de vaststelling of goedkeuring van de begroting.

  • 4. Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging.

  • 5. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen. Tevens worden in de verleningsbeschikking de consequenties vermeld van het niet of niet voldoende ter beschikking stellen van voldoende middelen door de raad.

Artikel 5. Aanvraag

De wijze waarop de aanvraag plaatsvindt, wordt geregeld in de subsidieregeling. De volgende voorwaarden zijn echter algemeen geldend:

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt ingediend bij burgemeester en wethouders met gebruikmaking van het daarvoor bestemde aanvraagformulier.

  • 2.

    Bij de aanvraag legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • c.

      als de aanvrager een onderneming is:

      • i.

        een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

      • ii.

        een verklaring als bedoeld in de de-minimisverordening (de-minimisverklaring) (EU nr. 1407/2014).als het een subsidie betreft die per boekjaar aan een rechtspersoon wordt verstrekt, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag.

  • 3.

    Een rechtspersoon die voor de eerste maal subsidie aanvraagt, voegt een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, alsmede van het jaarverslag (indien aanwezig), de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar toe aan de aanvraag.

  • 4.

    Bij de subsidieregelingen kan van de voorgaande leden worden afgeweken.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt (waarderingssubsidie en exploitatiesubsidie), wordt ingediend uiterlijk 1 juli voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. Voor andere aanvragen om subsidie (activiteitensubsidie) gelden meerdere aanvraagmogelijkheden.

  • 3. Bij de subsidieregelingen kunnen andere termijnen worden gesteld.

Artikel 7. Beslistermijn

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

  • 2. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 6, tweede en derde lid, uiterlijk 13 weken nadat de aanvraagtermijn is verstreken.

  • 3. Bij de subsidieregelingen kunnen andere termijnen worden gesteld.

  • 4. Bij aanvragen om een subsidie die overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag worden aangemeld bij de Europese Commissie wordt de termijn verdaagd totdat de Europese Commissie een eindbeslissing heeft genomen.

Artikel 8. Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden

  • 1. Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht weigeren burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval:

    • a.

      als de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt.

    • b.

      als het betreft een aanvrager tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard.

  • 2. Onverminderd het vorige lid kunnen burgemeester en wethouders de subsidie verder in ieder geval weigeren:

    • a.

      als de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;

    • b.

      als niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;

    • c.

      in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

    • d.

      als de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;

    • e.

      als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;

    • f.

      als de subsidieverstrekking niet is toegestaan totdat de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie verenigbaar is met de interne markt;

    • g.

      in de bij de betrokken subsidieregeling bepaalde gevallen.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie in ieder geval intrekken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

  • 4. Burgemeester en wethouders vorderen een subsidie met rente terug als dit nodig is ter uitvoering van een terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie, een onherroepelijke rechterlijke uitspraak of als in strijd is gehandeld met de subsidieregeling.

Artikel 9. Verantwoording

Voor zover dit niet is bepaald bij de subsidieregeling, wordt bij de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.

Artikel 10. Algemene verplichtingen van subsidieontvanger

  • 1. Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld aan burgemeester en wethouders.

  • 2. Een subsidieontvanger informeert burgemeester en wethouders onverwijld schriftelijk over:

    • a.

      beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.

Artikel 11. Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen

  • 1. Aan een beschikking tot subsidieverlening kunnen verplichtingen worden verbonden met betrekking tot het beheer en gebruik van hetgeen met de subsidie tot stand is gebracht.

  • 2. Bij subsidies hoger dan € 30.000,- verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar verlangd.

Artikel 12. Eindverantwoording subsidies tot en met € 10.000

  • 1. Subsidies tot en met € 10.000 worden door burgemeester en wethouders direct verleend en vastgesteld. Indien toepassing wordt gegeven aan het volgende lid, dan vindt ambtshalve vaststelling plaats binnen 8 weken nadat de activiteit uiterlijk verricht dient te zijn.

  • 2. Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het vorige lid kan de aanvrager worden verplicht om op de daarbij aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. In dat geval vindt de vaststelling plaats binnen 8 weken nadat de gevraagde inlichtingen zijn verstrekt.

Artikel 13. Eindverantwoording subsidies tussen € 10.000 en € 30.000

  • 1. Bij subsidies van meer dan € 10.000 doch ten hoogste € 30.000 dient de subsidieontvanger uiterlijk 8 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in.

    • a.

      in geval van een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, uiterlijk op 1 mei van het jaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar;

    • b.

      in andere gevallen uiterlijk 8 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht.

  • 3. Bij nadere regels kan worden bepaald dat op een andere manier wordt aangetoond in hoeverre de activiteiten zijn verricht.

Artikel 14. Eindverantwoording subsidies van meer dan € 30.000

  • 1. Bij subsidies van meer dan € 30.000 dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in:

    • a.

      in geval van een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, uiterlijk op 1 mei van het jaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar;

    • b.

      in andere gevallen uiterlijk 8 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht;

    • b.

      een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c.

      een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop; en

    • d.

      een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant.

  • 3. Bij nadere regels kunnen andere termijnen worden vastgesteld of andere gegevens worden verlangd.

Artikel 15. Subsidievaststelling

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen de subsidie vast binnen dertien weken na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling, tenzij bij subsidieregeling anders is bepaald.

  • 2. Deze termijn kan eenmaal voor ten hoogste acht weken worden verdaagd.

  • 3. Bij subsidieregeling kunnen categorieën subsidieontvangers worden aangewezen waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat een aanvraag tot subsidievaststelling hoeft te worden ingediend.

  • 4. Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in de artikelen 14, eerste lid en 15, eerste lid, aanhef en onder a, b of c, is ingediend, kunnen burgemeester en wethouders de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend dan kunnen zij overgaan tot ambtshalve vaststelling.

Artikel 16. Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen deze verordening, met uitzondering van de artikelen 2, 3 en 4, in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.

Artikel 17. Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet of niet voldoende voorziet, beslist burgemeester en wethouders.

Artikel 18. Slotbepalingen

  • 1. De Algemene subsidieverordening gemeente Stein 2009 en de Deelsubsidieverordening Welzijn gemeente Stein 2009 worden ingetrokken per datum van in werking treden van de Algemene Subsidieverordening gemeente Stein 2018.

  • 2. De Algemene Subsidieverordening gemeente Stein 2018 treedt in werking op 1 januari 2019.

  • 3. Op aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor deze datum en bezwaarschriften die zijn ingediend voor of uiterlijk zes weken na deze datum blijven de bepalingen van de Subsidieverordening Welzijn gemeente Stein 2009 en de Deelsubsidieverordening Welzijn gemeente Stein 2009 van toepassing.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene subsidieverordening gemeente Stein 2018.

Toelichting Algemene Subsidieverordening Gemeente Stein 2018

Artikel 2. Reikwijdte

Met het eerste lid krijgen burgemeester en wethouders de bevoegdheid toegewezen om te besluiten over het verstrekken van subsidies waarop de Algemene subsidieverordening (hierna: ASV) van toepassing is.

Dit betreft in beginsel alle subsidies op de genoemde beleidsterreinen, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies waar overeenkomstig artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht geen wettelijke grondslag nodig is.

Artikel 3. Subsidieregelingen

Dit artikel behoeft geen nader toelichting.

Artikel 4. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

De raad stelt de subsidieplafonds bij de begroting vast (lid 1). Vervolgens bepalen burgemeester en wethouders bij nadere regels de wijze van verdelen (tweede lid in combinatie met artikel 4:26, tweede lid, van de Awb). Bij de bekendmaking van de subsidieplafonds door de raad wordt er, indien van toepassing, gewezen om de mogelijkheid het subsidieplafond te verlagen (derde en vierde lid).

Burgemeester en wethouders, dat via artikel 2 de bevoegdheid gedelegeerd heeft gekregen om te besluiten over het verstrekken van subsidies, is verder verplicht – in lijn met de mogelijkheid van artikel 4:34, eerste lid, van de Awb – (in bepaalde gevallen) om bij het gebruik maken van deze gedelegeerde bevoegdheid een begrotingsvoorbehoud te maken (vijfde lid).

Artikel 5. Aanvraag

In het eerste lid is bepaald dat een aanvraag voor subsidie schriftelijk dient te worden gedaan. Met ‘schriftelijk’ is meer bedoeld dan ‘op papier geschreven’. Zo kan een aanvraag ook digitaal worden gedaan, mits burgemeester en wethouders het door hem vastgestelde formulier ook in digitale vorm beschikbaar heeft gesteld. In het tweede en derde lid is bepaald welke stukken en gegevens bij de aanvraag overlegd dienen te worden.

Bij nadere regels kunnen burgemeester en wethouders besluiten hiervan af te wijken (vierde lid).

Artikel 6. Aanvraagtermijn

De aanvraagtermijnen zijn afhankelijk van het soort subsidie. Er wordt onderscheid gemaakt tussen subsidies die per kalenderjaar of per boekjaar worden verstrekt en andersoortige subsidies. Bij nadere regels kunnen burgemeester en wethouders besluiten af te wijken van de aanvraagtermijnen die vastgesteld zijn in het eerste tot en met derde lid (vierde lid).

Artikel 7. Beslistermijn

Hier worden de termijnen gegeven waarbinnen burgemeester en wethouders gehouden zijn te beslissen op een aanvraag voor subsidie. In de Awb staan geen strikte beslistermijnen op een

aanvraag om subsidie. Ook hierbij is onderscheid gemaakt tussen subsidies per kalenderjaar of boekjaar, en andere. Bij nadere regels kan burgemeester en wethouders besluiten af te wijken van de beslistermijnen die vastgesteld zijn in het eerste en tweede lid (derde lid).

De beslistermijn bij aanvragen om een subsidie die bij de Europese Commissie aangemeld worden, wordt verdaagd totdat de Europese Commissie een eindebeslissing heeft genomen (vierde lid). Dit om te voorkomen dat subsidie wordt verleend die niet in overeenstemming is met de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie en vervolgens teruggevorderd dient te worden.

Artikel 8. Weigerings- en intrekkingsgronden

In het eerste lid worden de algemeen geldende weigeringsgronden van artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Awb, met nadere verplichte gronden aangevuld.

Ondanks dat er sprake is van staatssteun is het soms mogelijk om steun te verstrekken op basis van een vrijstelling. Als dat niet mogelijk is, kan goedkeuring van de Europese Commissie gevraagd worden via een formele melding. Als de Europese Commissie de steun echter niet goedkeurt, dan moet burgemeester en wethouders overgaan tot weigering (vandaar de verplichte weigeringsgrond onder a). In aanvulling daarop wordt met onderdeel b bepaald dat ondernemingen waartegen een terugvorderingsactie loopt niet in aanmerking komen voor subsidie.

In het tweede lid zijn nog enkele facultatieve weigeringsgronden opgenomen. Burgemeester en wethouders kunnen in deze gevallen weigeren, maar is daartoe niet verplicht.

Onderdelen a, d en e spreken voor zichzelf. Onderdeel b geeft de mogelijkheid de subsidie te weigeren als de aanvrager over voldoende eigen middelen beschikt.

Onderdeel c betreft het geval dat de aanvrager van een subsidie de toets van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: Wet Bibob) niet kan doorstaan. Bij deze weigeringsgrond is niet van belang of de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd op zichzelf beoordeeld subsidiabel zijn. Het gaat hierbij louter om de integriteit van de persoon dan wel rechtspersoon van de aanvrager aan wie burgemeester en wethouders op grond van de Wet Bibob geen subsidie wenst te verlenen. Naast subsidie weigeren, kunnen burgemeester en wethouders in dergelijke gevallen ook een reeds verleende en vastgestelde subsidies intrekken (derde lid).

Onderdeel f is een extra weigeringsgrond voor activiteiten die niet bijdragen aan de verwezenlijking van gemeentelijke beleidsprioriteiten. Dat kan alleen in stelling worden gebracht bij de aanvraag om een subsidie waarop (nog) geen nadere regels van toepassing is.

Onder g is een weigeringsgrond opgenomen waarmee burgemeester en wethouders een aanvraag kunnen weigeren als subsidieverstrekking niet is toegestaan dan nadat deze overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het VWEU (de meldingsprocedure) is goedgekeurd door de Europese Commissie. Het gaat hier om subsidieverstrekking die in beginsel niet ongeoorloofd is vanwege strijdigheid met de toepasselijke cumulatieregels of overschrijding van het toegestane bedrag aan de-minimissteun. In deze gevallen kan burgemeester en wethouders óf weigeren de subsidie te verstrekken óf de subsidie melden bij de Europese Commissie om langs deze weg goedkeuring te verkrijgen. Een subsidie die is of kan worden goedgekeurd kan uiteraard ook op een andere grond worden

geweigerd.

Onderdeel h geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid in een nadere regels nog andere weigeringsgronden op te nemen, bijvoorbeeld weigeringsgronden die specifiek met de te subsidiëren activiteiten samenhangen.

Tenslotte ziet de weigeringsgrond onder i toe op de situatie dat op de begroting geen gelden voor een activiteit zijn gereserveerd.

Als de Europese Commissie tot het oordeel is gekomen dat een subsidie niet in overeenstemming is met de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, dan moet de verleende subsidie ingetrokken en teruggevorderd worden (inclusief rente). Het vierde lid geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid om hier uitvoering aan te geven.

Artikel 9. Verantwoording.

Dit artikel behoeft geen nader toelichting.

Artikel 10. Algemene verplichtingen van subsidieontvanger

Dit artikel bevat een meldingsplicht (eerste lid) en informatieplicht (tweede lid) die voor alle subsidieontvangers geldt.

Artikel 11. Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen

Dit artikel bevat een aanvullende bevoegdheidsgrondslag voor burgemeester en wethouders om aan de subsidie bepaalde ’bijzondere‘ verplichtingen te verbinden, in aanvulling op wat reeds mogelijk is direct op grond van de Awb (zie artikel 4:37 van de Awb).

De artikelen 4:38 en 4:39 van de Awb maken het verder mogelijk om nog andere verplichtingen aan een subsidie te verbinden, als de verordening daarvoor een grondslag biedt. Die grondslag is in artikel 10 gegeven met betrekking tot verplichtingen in het kader van het beheer en gebruik van datgene wat met de subsidie tot stand is gebracht.

Artikel 12. Eindverantwoording subsidies tot en met € 10.000

Kenmerkend voor subsidies tot en met € 10.000 is dat deze op basis van vertrouwen worden verleend; er wordt niet meer standaard om verantwoording gevraagd. In plaats daarvan geldt een actieve meldingsplicht voor de subsidieontvanger bij niet nakoming van de voorwaarden (zie artikel 9). Achteraf kan een risicogeoriënteerde controle (steekproefsgewijs) plaatsvinden bij de subsidieontvanger.

Verder hoeft de subsidieontvanger geen aanvraag voor subsidievaststelling (verantwoording) in te dienen. Hierdoor kunnen de lasten voor zowel de subsidieaanvrager als de subsidieverstrekker worden bespaard.

In het geval van verlening, gevolgd door ambtshalve vaststelling (eerste lid), wordt in de subsidiebeschikking vermeld wanneer de gesubsidieerde activiteiten moeten zijn verricht. De subsidie wordt vervolgens, binnen een nader bepaalde termijn ambtshalve vastgesteld door de subsidieverstrekker. In het tweede lid is een afwijkende termijn opgenomen voor situaties waarin speciale rapportageverplichtingen worden opgelegd.

Artikel 13. Eindverantwoording subsidies tussen € 10.000 en € 30.000

In dit artikel is bepaald op welke wijze subsidieontvangers subsidie tussen € 10.000 en € 30.000 aan burgemeester en wethouders dienen te verantwoorden; er dient een aanvraag tot vaststelling ingediend te worden (eerste lid), deze bevat een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht (tweede lid). Ingevolge artikel 8 wordt de wijze van verantwoording al bij het besluit tot verlening van de subsidie aan de subsidieontvanger bekend gemaakt.

Met betrekking tot het inhoudelijk verslag kan vooraf bij de subsidieverlening al zijn aangegeven op welke manieren het aantonen kan plaatsvinden. Er kunnen daarbij verschillende instrumenten worden gebruikt, zoals bestuurs- en activiteitenverslagen, een managementverklaring, een deskundigenverklaring of andere bewijsstukken (bijvoorbeeld een publicatie), enz. Het verslag kan ook bestaan uit een algemeen jaarverslag van een rechtspersoon. Het gaat er om dat duidelijk is dat de verkregen subsidie is aangewend voor het doel waarvoor de subsidie werd verstrekt. Voorts kan burgemeester en wethouders, overeenkomstig het derde lid, in een nadere regels aangeven andere bewijsmiddelen te verlangen dan een inhoudelijk verslag.

Artikel 14. Eindverantwoording subsidies van meer dan € 30.000

Bij subsidies vanaf € 30.000 wordt uitgegaan van de traditionele afrekening van subsidies; op basis van gerealiseerde kosten en baten. De vaststelling van de subsidie vindt plaats op basis van uitgevoerde activiteiten en gerealiseerde kosten. Het derde lid biedt de basis om in een nadere regels te bepalen dat er ook andere, waaronder minder, gegevens gevraagd worden.

Artikel 15. Subsidievaststelling

Het eerste lid bevat – overeenkomstig artikel 4:13 van de Awb – de termijn waarbinnen de beschikking gegeven dient te worden. Het merendeel van de aanvragen zal binnen deze

beslistermijn kunnen worden afgehandeld. Meer ingewikkelde aanvragen vergen soms meer tijd. De verdaging van de beslistermijn – voor de duur van ten hoogste de in het tweede lid nader bepaalde termijn – biedt dan uitkomst. Een besluit tot verdaging is appellabel.

Artikel 16. Hardheidsclausule

Dit artikel behoeft geen nader toelichting.

Subsidiebeleidskader en subsidieregelingen

2019-2022

Gemeente Stein

1.Inleiding

Gemeente Stein heeft een rijk verenigingsleven en telt veel (vrijwilligers)organisaties die een bijdrage leveren aan de maatschappelijke doelen in onze gemeente. De gemeente subsidieert organisaties die een bijdrage leveren aan de verwezenlijking van beleidsdoelen, die zonder subsidie niet of niet geheel gerealiseerd kunnen worden.

Subsidies zijn een instrument om beleidsdoelen te realiseren en hebben een sterke verbinding met wat gebeurt in de samenleving. Het subsidiebeleid moet daarom in deze snel veranderende maatschappij een dynamisch karakter hebben, zodat rekening gehouden kan worden met trends en ontwikkelingen. Naast dit dynamische karakter is transparantie een belangrijk element, omdat uitlegbaar moet zijn wat we met het subsidiebeleid beogen en waarom we bepaalde keuzes maken. Transparantie betekent ook dat het subsidiebeleid en –proces voor de gebruiker helder en begrijpelijk zijn.

De gemeenteraad is bevoegd om de subsidieplafonds vast te stellen en het college is gemandateerd om een verdeelsysteem te ontwikkelen door middel van subsidieregelingen. Het is daarmee de rol van het college om aan te geven wat subsidiabel is en hoe het budget verdeeld wordt. Voorliggend document voorziet in het algemene en overkoepelende beleid voor subsidieverstrekkingen. Dit document schetst de kaders en daarmee de doelstellingen, uitgangspunten en thema’s van het subsidiebeleid. In de subsidieregelingen is verder uitgewerkt wat subsidiabel is, voor wie en met welke bedragen.

2.Visie

Op weg naar een glanzend Stein

Wij geloven in de kracht van mensen. De dorpen, buurten, verenigingen en inwoners in de gemeente Stein hebben de ‘power’ om samen veel te bereiken. In Stein nemen inwoners eigen initiatief en helpen ze elkaar om langer en gelukkig thuis te blijven wonen. Iedereen doet mee, de gehele gemeenschap, van jong tot oud. Initiatieven zijn vernieuwend, uitdagend en komen van inwoners zelf! Daar zijn we trots op. We benutten de kracht van onze inwoners en betrekken hen actief. Samen bouwen we aan een gelukkige en mooie samenleving, voor én door de inwoners.

Sociale en vitale kernen

We streven naar sociale en vitale kernen, waar inwoners actief zijn, elkaar helpen en zelf initiatief nemen. Dat maakt het prettig wonen in een van de krachtige dorpen van de gemeente. Samenwerking tussen inwoners, ondernemers, verenigingen en maatschappelijke partijen in en tussen kernen wordt gestimuleerd. We willen dat jong en oud goed samen leven en voor elkaar zorgen in de kernen. We stimuleren en faciliteren actief eigenaarschap en lokale initiatieven. We gaan uit van burgerkracht. Inwoners nemen zelf initiatief en voelen zich verantwoordelijk voor hun eigen leefomgeving. Dat biedt uitdagingen maar vooral kansen. Kansen om Stein nog meer glans te geven.

Subsidie als middel

De gemeente neemt steeds vaker de regierol op zich. Via subsidies geeft de gemeente sturing aan het bereiken van gemeentelijke ambities en doelen. Dit doet zij door inwoners, vrijwilligersorganisaties en instellingen in staat te stellen om binnen het beleid passende activiteiten te realiseren. Subsidies zijn een middel en geen doel op zich. Om voor subsidie in aanmerking te komen, moeten de gesubsidieerde activiteiten een bijdrage leveren aan de realisatie van deze gemeentelijke doelen.

Organisaties die naast hun kernactiviteit(en) extra activiteiten organiseren met maatschappelijke meerwaarde, kunnen in aanmerking komen voor (extra) subsidie. Subsidiëring vanuit activiteiten met maatschappelijke meerwaarde levert een bijdrage aan gemeentelijke doelstellingen. Dit zorgt voor een (meer) doel- en resultaatgericht subsidiebeleid en leidt tot (meer) toekomstbestendige verenigingen en organisaties.

3.Uitgangspunten

Om het subsidiebeleid uit te kunnen voeren, worden een aantal uitgangspunten gehanteerd. Deze uitgangspunten worden in dit hoofdstuk nader beschreven.

1.Alleen activiteiten zijn (deels) subsidiabel

Het subsidiebeleid gaat ervan uit dat alleen activiteiten, die uitvoering geven aan gemeentelijk beleid, subsidiabel zijn. Instellingen of organisaties zijn op zichzelf niet subsidiabel, ook al realiseren we ons dat er zonder organisaties geen activiteiten kunnen bestaan.

2.We gaan uit van het principe van wederkerigheid

Tegenover de verstrekking van een subsidie wenst de gemeente een tegenprestatie in activiteiten. Deze activiteiten dragen bij aan het maatschappelijk doel dat de gemeente met haar beleid nastreeft. Het ontvangen van een subsidie is geen vanzelfsprekendheid, daarom spreken wij van ‘wederkerigheid’. Van de grotere (en professionele) instellingen kan uiteraard meer verwacht worden dan van vrijwilligersorganisaties.

3.Er wordt (waar mogelijk) samengewerkt

Samenwerking versterkt boven alles de gemeenschapszin. Samenwerking verbindt mensen en organisaties en kan leiden tot verrassende initiatieven waarbij soms ook inhoudelijke activiteiten en disciplines elkaar versterken. Daarnaast biedt het kansen om efficiënter te werken. De gemeente wil een stimulans geven elkaar op te zoeken en samen te werken. Samenwerking komt van onderop, maar de gemeente kan dat wel stimuleren en mogelijk maken.

4.Innovatie

Innovatie is een begrip dat ruim geïnterpreteerd kan worden. Binnen het subsidiebeleid van de gemeente Stein wordt met innovatie vernieuwende activiteiten bedoeld, die bijvoorbeeld ontstaan door nieuwe samenwerkingsverbanden. Innovatie kan ook betekenen dat er op creatieve wijze financiering wordt gevonden voor de betreffende activiteiten, bijvoorbeeld door crowdfunding. Inhoudelijk gezien kunnen activiteiten innovatief zijn (het ‘wat’), maar ook de manier waarop activiteiten worden uitgevoerd (het ‘hoe’).

5.We voeren inclusief beleid

Met inclusief beleid wordt bedoeld dat er rekening wordt gehouden met de mogelijkheden en beperkingen van mensen. Inclusief beleid (en daaruit voortvloeiende activiteiten) sluit geen mensen uit, maar maakt participatie en meedoen voor iedereen mogelijk.

6.Er is ruimte voor burgerinitiatieven

De gemeente Stein wil de eigen kracht en initiatieven van inwoners de ruimte geven en faciliteren. Binnen het subsidiebeleid wordt zo een bottom-up benadering mogelijk gemaakt, zodat goede ideeën van (groepen) inwoners uitgevoerd kunnen worden.

7.Subsidiebedragen worden in principe elk jaar geïndexeerd

Het subsidiebedrag voor subsidies per boekjaar wordt jaarlijks bijgesteld met een indexatie. Als regel geldt het percentage zoals jaarlijks in de begrotingscyclus wordt bepaald. Deze kan ook op 0% worden vastgesteld. Hierbij wordt opgemerkt dat het indexcijfer niet noodzakelijk parallel loopt met de (commerciële) huurverhogingen, waar organisaties mee te maken kunnen krijgen.

8.Deregulering en vertrouwen

In het nieuwe subsidiebeleid is gestreefd naar deregulering, het vereenvoudigen van de regels en het beperken van de administratieve lasten voor de subsidieaanvragers en voor de gemeente. Er is gekozen voor eenvoudige subsidieberekeningen waarbij een minimaal aantal componenten is gebruikt. Om het aanvragen van subsidie eenvoudig te maken, wordt gebruik gemaakt van een standaard aanvraagformulier. Ook worden niet meer gegevens opgevraagd dan nodig zijn voor de behandeling van de aanvraag of vaststelling van de subsidie. Er worden geen onnodige beoordelingscriteria gesteld en de verantwoordingslast wordt aangepast aan de omvang van de subsidie en zo eenvoudig mogelijk gemaakt.

Als uitgangspunt van het toekennen van subsidies hanteren wij het vertrouwen dat de activiteiten ook daadwerkelijk uitgevoerd worden waarvoor de subsidie is aangevraagd. We controleren dit door het uitvoeren van steekproefcontroles. In plaats van het standaard vragen om een verantwoording, kiezen we voor een ‘actieve meldingsplicht’ voor de aanvrager als hij niet (meer) voldoet aan de eisen die gelden voor de betreffende subsidie.

9.Gelijkheid en transparantie

Een van de redenen om het subsidiebeleid te herijken, is te komen tot een eenduidig subsidiestelsel. Er wordt verondersteld dat activiteiten met een min of meer gelijke doelstelling op een gelijke wijze worden gewaardeerd. De basis vormt immers een zo rechtvaardig mogelijk subsidiebeleid.

Daarnaast wordt uit oogpunt van openheid en transparantie jaarlijks een subsidieprogramma opgesteld met een overzicht van de geweigerde en verleende subsidies. Bovendien geven wij in de programmabegroting aan welke beleidsdoelstellingen en resultaten er worden beoogd op de verschillende beleidsterreinen. Transparantie betekent ook dat organisaties inzichtelijk maken waar zij mee bezig zijn en waarvoor de subsidie is/wordt ingezet en welke maatschappelijke resultaten dit heeft opgeleverd.

10.Ondersteuning gemeente is meer dan subsidieverstrekking

De gemeente stimuleert en faciliteert organisaties actief bij te dragen aan maatschappelijke doelen. Dit gaat verder dan alleen subsidieverstrekking. De rol van de gemeente in de ondersteuning van organisaties is een mix van de inzet van menskracht, middelen en kennis. Er is namelijk behoefte aan concrete ondersteuning bij diverse onderwerpen. Dit kan bijvoorbeeld zijn door als gemeente organisaties te ondersteunen bij het zoeken naar gewenste oplossingen en het beantwoorden van vragen en het stimuleren van onderlinge samenwerking. De gemeente stimuleert verenigingen in het bijzonder om aandacht te hebben voor Verklaring Omtrent Gedrag en wijst verenigingen proactief op de mogelijkheden in dit verband.

4.Juridische kaders

Algemene wet bestuursrecht (Awb)

In de Awb is één hoofdstuk opgenomen over subsidies. Hierin ligt voor het gemeentebestuur de (wettelijke) basis om subsidies te kunnen verstrekken. Volgens artikel 4:21 lid 1 van de Awb is subsidie ‘de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.’

Algemene subsidieverordening (ASV) gemeente Stein

De ASV regelt in aanvulling op de Awb waaraan een subsidieaanvraag moet voldoen. De Awb stelt ook in artikel 4:23 dat een bestuursorgaan alleen subsidie mag verstrekken op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. In de ASV zijn o.a. de subsidiesoorten benoemd, de weigeringsgronden, de aanvraagtermijnen en de voorwaarden voor verantwoording. Subsidieregelingen vormen een aanvulling op de ASV.

Subsidieregelingen

In de subsidieregelingen is beschreven voor welke activiteiten subsidie kan worden aangevraagd. Samen met de ASV en de Awb vormen de subsidieregelingen de wettelijke basis om subsidie te verlenen. In subsidieregelingen zijn nadere voorwaarden en vereisten opgenomen in aanvulling op de Awb en ASV.

Binnen dit subsidiebeleidskader vallen de volgende subsidieregelingen

  • 1.

    Waarderingssubsidie vrijwilligersorganisaties

  • 2.

    Ondersteuningssubsidie accommodaties vrijwilligersorganisaties

  • 3.

    Maatschappelijk activiteitensubsidie

  • 4.

    Evenementensubsidie

  • 5.

    Exploitatiesubsidie professionele instellingen

  • 6.

    Eigen krachtsubsidie

  • 5

    Subsidieregelingen

In het Subsidiebeleidskader 2019-2022 zijn de visie, uitgangspunten en juridische kaders voor het subsidiebeleid uiteengezet. In de voorliggende subsidieregelingen is verder uitgewerkt wat subsidiabel is, voor wie en met welke bedragen. Het gaat om de volgende subsidieregelingen:

  • 1.

    Waarderingssubsidie vrijwilligersorganisaties

  • 2.

    Ondersteuningssubsidie accommodaties vrijwilligersorganisaties

  • 3.

    Maatschappelijke activiteitensubsidie

  • 4.

    Evenementensubsidie

  • 5.

    Exploitatiesubsidie professionele instellingen

    • 6.

      Eigen krachtsubsidie

      5.1 Waarderingssubsidie vrijwilligersorganisaties

      Burgemeester en Wethouders van Stein:

      gelet op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Stein 2018

      besluiten vast te stellen de volgende regeling: Subsidieregeling Waarderingssubsidie vrijwilligersorganisaties Gemeente Stein 2019-2022.

      1.Wat is het doel van deze subsidie?

      De waarderingssubsidie wordt verleend aan organisaties als tegemoetkoming in de kosten die voortvloeien uit de uitvoering van de kernactiviteit(en) ten behoeve van de eigen leden en/of doelgroep (inzet voor inwoners van de gemeente Stein).

      De waarderingssubsidie heeft als doel het ondersteunen en onderhouden van een goede basisinfrastructuur van krachtige en toekomstbestendige organisaties (en/of activiteiten) die van algemeen maatschappelijk belang zijn voor de inwoners van de gemeente Stein.

      • 2.

        Wie kan deze subsidie aanvragen?

      • 1.

        De subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend door rechtspersonen (verenigingen of stichtingen) die als vrijwilligersorganisatie (niet professioneel) in de gemeente Stein hun werkgebied hebben.

      • 2.

        Organisaties die in aanmerking komen voor de waarderingssubsidie zijn:

      • ·

        Ouderenverenigingen: bestaande organisaties die op lokaal niveau ouderen (65 jaar of ouder) de mogelijkheid bieden met elkaar in contact te komen door het organiseren van sociaal-culturele activiteiten.

      • ·

        Vrouwenverenigingen: bestaande organisaties die zich bezighouden met het organiseren van sociaal-culturele en emancipatorische activiteiten voor vrouwen.

      • ·

        Sportverenigingen: bestaande organisaties die zich direct bezighouden met actieve sport op amateurniveau, deelnemen aan door gewestelijke en/of landelijke organisaties ingerichte competities en aangesloten zijn bij erkende overkoepelende sportbonden die zijn aangesloten bij NOC*NSF.

      • ·

        Culturele amateurinstellingen: bestaande organisaties die tot doel hebben de niet-beroepsmatige beoefening van muziek, zang, toneel, alsmede kunstzinnige vorming, het schuttersgebeuren en de organisatie van Carnaval(soptocht). Het gaat om de volgende organisaties:

        • o

          Harmonieën en fanfares (aangesloten bij een erkende overkoepelende organisatie)

        • o

          Mandoline-orkesten en drumbands (aangesloten bij een erkende overkoepelende organisatie)

        • o

          Schutterijen (aangesloten bij een erkende overkoepelende organisatie)

        • o

          Zangkoren

        • o

          Carnavalsverenigingen

      • ·

        Jeugd- en jongerenverenigingen: bestaande organisaties die zich direct bezighouden met voor de educatieve, sociale, creatieve en recreatieve ontplooiing van jeugd en jongeren in groepsverband.

      • ·

        Zieken(zorg) organisaties: organisaties die zich richten op het verlenen van (informele) zorg aan zieken.

      • ·

        Meer Bewegen voor Ouderen: organisaties die motorische activiteiten organiseren voor personen vanaf 65 jaar.

      • ·

        Gehandicaptenorganisaties: organisaties die zich inzetten voor de organisatie van sociaal-culturele en recreatieve activiteiten (zoals sport) voor mensen met een beperking.

      • ·

        Overige organisaties, zoals:

        • o

          St. Nicolaasviering / Oranjecomité / Dodenherdenking

        • o

          Organisaties die zich bezighouden met historie, cultuur en natuur

      • 3.

        Van subsidiëring zijn uitgesloten alle activiteiten op het terrein van:

      • ·

        Kerkelijke (en daaraan verbonden) organisaties en geloofsgemeenschappen

      • ·

        Politieke organisaties of vakbonden

      • 3.

        Wat zijn de subsidiegrondslagen?

      • 1.

        Voor organisaties met leden geldt een:

      • ·

        Flexibel bedrag van € 20 per contributie betalend jeugdlid t/m 17 jaar uit de gemeente Stein

      • ·

        Aanvullend vast bedrag per cluster, gebaseerd op de omvang van de organisatie:

      Cluster Vrouwenverenigingen

      Organisaties tussen 15 t/m 49 contributie betalende leden

      250

      Organisaties tussen 50 t/m 99 contributie betalende leden

      € 

      600

      Organisaties tussen 100 t/m 199 contributie betalende leden

      1.000

      200 en meer contributie betalende leden

      1.400

      Cluster Seniorenverenigingen

      Organisaties tussen 15 t/m 49 contributie betalende leden

      € 

      500

      Organisaties tussen 50 t/m 99 contributie betalende leden

      € 

      750

      Organisaties tussen 100 t/m 149 contributie betalende leden

      1.000

      Organisaties tussen 150 t/m 199 contributie betalende leden

      € 

      1.250

      Organisaties tussen 200 t/m 249 contributie betalende leden

      1.500

      250 en meer contributie betalende leden

      1.750

      Cluster Zangkoren

      Organisaties tussen 15 t/m 29 contributie betalende leden

      € 

      300

      Organisaties tussen 30 t/m 59 contributie betalende leden

      € 

      700

      60 en meer contributie betalende leden

      1.100

      Cluster Harmonieën en fanfares

      Organisaties tussen 15 t/m 39 contributie betalende leden

      € 

      3.500

      Organisaties tussen 40 t/m 79 contributie betalende leden

      € 

      5.000

      Organisaties tussen 80 t/m 119 contributie betalende leden

      € 

      6.500

      120 en meer contributie betalende leden

      € 

      8.000

      Cluster Mandoline en drumbands

      Organisaties tussen 15 t/m 29 contributie betalende leden

      € 

      1.500

      Organisaties tussen 30 t/m 59 contributie betalende leden

      € 

      2.500

      60 en meer contributie betalende leden

      4.000

      Cluster Schutterijen

      Schutterijen

      € 

      2.750

      Cluster Carnavalsverenigingen

      Carnavalsverenigingen

      € 

      925

      Cluster Sportverenigingen

      Organisaties tussen 15 t/m 79 contributie betalende leden

      € 

      250

      Organisaties tussen 80 t/m 159 contributie betalende leden

      € 

      750

      Organisaties tussen 160 t/m 319 contributie betalende leden

      1.750

      320 en meer contributie betalende leden

      € 

      2.750

      Cluster Jeugd- en jongerenverenigingen

      Organisaties tussen 15 t/m 29 contributie betalende leden uit de gemeente

      € 

      2.500

      Organisaties tussen 30 t/m 49 contributie betalende leden uit de gemeente

      5.000

      Organisaties tussen 50 t/m 99 contributie betalende leden uit de gemeente

      7.500

      Organisaties tussen 100 t/m 149 contributie betalende leden uit de gemeente

      10.000

      Organisaties tussen 150 t/m 199 contributie betalende leden uit de gemeente

      12.500

      200 en meer contributie betalende leden

      15.000

      Cluster Meer Bewegen voor Ouderen

      Organisaties Meer Bewegen voor Ouderen

      € 

      500

      Cluster IVN

      Organisaties tussen 15 t/m 99 contributie betalende leden

      € 

      4.000

      Organisaties tussen 100 t/m 199 contributie betalende leden

      4.750

      200 en meer contributie betalende leden

      5.500

      • 2.

        Voor organisaties (binnen clusters) die geen leden hebben en voor carnavalsverenigingen gelden vaste bedragen. Het gaat hierbij om de volgende organisaties/clusters en bedragen:

        • a.

          Cluster St. Nicolaasviering / Oranjecomité / Dodenherdenking

          • i.

            Oranjecomité € 5.122

          • ii.

            Stg. Nicolaascomité Urmond € 691

          • iii.

            Stg. Nicolaascomité Stein € 1.472

          • iv.

            Stg. Dodenherdenking € 855

          • v.

            Sursum Corda € 520

        • b.

          Cluster Zieken(zorg) organisaties

          • i.

            Zonnebloem afd. Elsloo € 1.000

          • ii.

            Zonnebloem afd. Stein € 1.000

          • iii.

            Dierenambulance € 500

          • iv.

            Stg. Slachtofferhulp Zuid-Limburg € 4.941

        • c.

          Cluster Historie, cultuur en natuur

          • i.

            Stichting Erfgoed Stein € 21.650

          • ii.

            Streekmuseum/Schippersbeurs € 17.000

          • iii.

            Culturele werkgroep Stein € 26.110

          • iv.

            Stg. Klein Monument Stein € 10.000

          • v.

            Monumentenstichting Urmond € 9.085

          • vi.

            Expressiegroep De Ruif € 5.500

        • d.

          Cluster Jeugd en jongerenverenigingen

          i.Kindervakantiewerk Stein € 4.600

        • e.

          Cluster Overig

          • i.

            Stg. Samenw. Buurtver. Elsloo € 6.000

          • ii.

            Stg. Starterscentrum Zuid Limburg € 10.140

          • iii.

            Huurdersbelangenvereniging Maaskant € 1.021

          • iv.

            Stichting Volontario € 28.500

          • v.

            Oudercomité De Brök/Meers € 900

            *Organisaties zijn verplicht om een subsidieaanvraag in te dienen.

      • 3.

        Voor organisaties met in Stein woonachtige leden wordt per jaar een bedrag per lid woonachtig in de gemeente Stein vastgesteld.

      • 4.

        Vrijwilligersorganisaties die op basis van de subsidiegrondslagen een subsidiebedrag ontvangen van € 250 of lager komen niet in aanmerking voor een waarderingssubsidie.

      • 5.

        Voor de waarderingssubsidie geldt een subsidieplafond dat jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld in de Programmabegroting.

      • 4.

        Welke criteria zijn van toepassing?

      • 1.

        Een organisatie met ledenstructuur die in aanmerking wil komen voor de waarderingssubsidie beschikt minimaal over 15 contributie betalende leden afkomstig uit de gemeente Stein. Jongeren uit de gemeente Stein die verhuisd zijn vanwege studie, maar wel lid zijn gebleven van de vereniging (contributie betalend), tellen mee als zijnde lid uit de gemeente Stein.

      • 2.

        Minimaal 50% van de begroting wordt bijeengebracht vanuit andere geldstromen dan die van de gemeente. Indien hier niet aan wordt voldaan, komt de betreffende vrijwilligersorganisatie maximaal in aanmerking voor een subsidiebedrag conform het totaalbedrag vanuit andere geldstromen dan die van de gemeente.

      • 3.

        De waarderingssubsidie wordt verleend aan organisaties als tegemoetkoming in de kosten die voortvloeien uit de uitvoering van de kernactiviteit(en). Om voor waarderingssubsidie in aanmerking te komen:

      • ·

        Organiseren ouderenverenigingen educatieve, sociale, creatieve of recreatieve activiteiten voor hun leden.

      • ·

        Organiseren vrouwenverenigingen informatieve of educatieve activiteiten voor hun leden.

      • ·

        Organiseren sportverenigingen deelname aan ingerichte competities voor hun leden.

      • ·

        Organiseren harmonieën, fanfares, mandoline-orkesten, drumbands en zangkoren optredens/voorstellingen/uitvoeringen in het kader van plaatselijke evenementen en festiviteiten.

      • ·

        Organiseren schutterijen publieke optredens/voorstellingen.

      • ·

        Organiseren Carnavalsverenigingen activiteiten in hun kern ter versterking van de Carnaval.

      • ·

        Organiseren jeugd- en jongerenverenigingen wekelijks sociale, creatieve of recreatieve activiteiten voor hun leden.

      • ·

        Verlenen ziekencomités zorg aan zieken in hun kern.

      • ·

        Organiseren gehandicaptenorganisaties activiteiten ten behoeve van deze doelgroep.

      Bovenstaande activiteiten worden betiteld als kernactiviteiten.

      • 5.

        Hoe kan de subsidie worden aangevraagd?

      • 1.

        Een subsidieaanvraag wordt ingediend uiterlijk 1 juli voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft bij het College van Burgemeester en Wethouders.

      • 2.

        De aanvraag wordt ingediend met behulp van het daarvoor bestemde aanvraagformulier. Het formulier vermeldt in elk geval:

        • a.

          Naam en adres van de organisatie

        • b.

          Een ledenlijst van de organisatie: aantal leden, gesplitst in actieve senioren- en jeugdleden (t/m 17 jaar), met vermelding van de woonplaats van de leden.

        • c.

          Een verklaring (van het bestuur) dat de instelling in het komende boekjaar conform haar doelstelling kernactiviteiten ten behoeve van de eigen leden en/of doelgroep (inzet voor de lokale samenleving) organiseert. Bij het formulier wordt een korte opsomming gegeven van de geplande activiteiten in het betreffende boekjaar.

        • d.

          Bij het indienen van het aanvraagformulier worden de meeste recente jaarrekening en begroting toegevoegd.

      • 3.

        Ingeval een aanvrager niet eerder van de gemeente Stein subsidie heeft ontvangen, moet een gewaarmerkt afschrift van de geldende Statuten en een actueel bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel aan de aanvraag worden toegevoegd.

      • 6.

        Hoe wordt de subsidie toegekend?

      • 1.

        Voor de waarderingssubsidie geldt een subsidieplafond dat jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld in de Programmabegroting. Subsidie wordt slechts verleend tot ten hoogste de in de gemeentebegroting opgenomen subsidiegelden (subsidieplafond).

      • 2.

        Wanneer het subsidieplafond wordt bereikt, wordt het beschikbare subsidiebudget naar rato verdeeld onder de subsidieaanvragers.

      5.2 Ondersteuningssubsidie accommodaties vrijwilligersorganisaties

      Burgemeester en Wethouders van Stein:

      gelet op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Stein 2018

      besluiten vast te stellen de volgende regeling: Subsidieregeling Ondersteuningssubsidie accommodaties vrijwilligersorganisaties Stein 2019-2022.

      1.Wat is het doel van deze subsidie?

      Deze subsidieregeling heeft als doel instellingen en organisaties te ondersteunen in het kader van tegemoetkoming voor accommodatiehuur ten behoeve van de kernactiviteiten en retributie van Onroerende Zaak Belasting (OZB), rioolheffing en legeskosten.

      2.Wie kan deze subsidie aanvragen?

      Tegemoetkoming accommodatiehuur

      Binnensportverenigingen met jeugdleden, jeugd- en jongerenverenigingen en organisaties die Meer Bewegen voor Ouderen uitvoeren, die in aanmerking komen voor de waarderingssubsidie, kunnen subsidie aanvragen voor de tegemoetkoming in huur ten behoeve van uitvoering van hun kernactiviteiten.

      Daarnaast komen de seniorenverenigingen Vereniging 55-plussers Oud Urmond, Vereniging voor ouderen "de Bramert" en Ouderenvereniging De Oude Garde in aanmerking voor een tegemoetkoming in de huurkosten.

      Retributie Onroerende Zaak Belasting (OZB) en rioolheffing voor het gebruikersdeel

      De in de waarderingssubsidie opgenomen Steinse instellingen of verenigingen die, op basis van een contract, als gebruiker van een gemeentelijk welzijnsgebouw van de gemeente een aanslag OZB en/of een aanslag voor de rioolheffing ontvangen, komen in aanmerking voor deze subsidie. Dit geldt ook voor OZB-plichtige eigenaren van een verenigingsaccommodatie die in gebruik is voor activiteiten die niet commercieel zijn en een sociaal culturele, maatschappelijke of sportieve functie hebben.

      Retributie legeskosten

      Steinse instellingen, stichtingen of verenigingen die legeskosten moeten betalen ter verkrijging van een bouwvergunning en/of een vergunning voor het organiseren van activiteiten/evenementen, die niet commercieel zijn en een sociaal culturele, maatschappelijke of sportieve functie hebben, komen in aanmerking voor deze subsidie.

      3.Wat zijn de subsidiegrondslagen?

      Tegemoetkoming accommodatiehuur

      • 1.

        De subsidie voor binnensportverenigingen met jeugdleden bedraagt een tegemoetkoming in de huisvestingskosten van 35%.

      • 2.

        De subsidie voor jeugd- en jongerenverenigingen bedraagt een tegemoetkoming in de huisvestingskosten van 95%.

      • 3.

        De subsidie voor organisaties die Meer Bewegen voor Ouderen activiteiten uitvoeren, bedraagt een tegemoetkoming in de huisvestingskosten van 35%.

      • 4.

        De subsidie voor Vereniging 55-plussers Oud Urmond, Vereniging voor ouderen "de Bramert" en Ouderenvereniging De Oude Garde bedraagt een tegemoetkoming in de huisvestingskosten van 100%, na aftrek van de hoogte van de waarderingssubsidie.

      • 5.

        In alle gevallen geldt dat voor de berekening van de huisvestingssubsidie de verleende accommodatiesubsidie 2016 als uitgangspunt geldt.

      Retributie Onroerende Zaak Belasting (OZB) en rioolheffing voor het gebruikersdeel

      Steinse instellingen, stichtingen of verenigingen die in aanmerking komen voor de retributie ontvangen een subsidie ter hoogte van de OZB aanslag en/of het gebruikersdeel van de rioolheffing. De subsidie wordt niet verleend als op andere wijze wordt voorzien in een tegemoetkoming in de kosten van de OZB.

      Retributie legeskosten

      Steinse instellingen, stichtingen of verenigingen die in aanmerking komen voor de retributie ontvangen een subsidie ter hoogte van de te betalen legeskosten ter verkrijging van een omgevingsvergunning en/of een vergunning voor het organiseren van activiteiten/evenementen mits de activiteiten niet commercieel zijn en een sociaal culturele, maatschappelijke of sportieve functie hebben.

      • 4.

        Hoe kan de subsidie worden aangevraagd?

      • 1.

        Een subsidieaanvraag wordt in het jaar waarop de kosten van toepassing zijn ingediend bij het College van Burgemeester en Wethouders.

      • 2.

        De aanvraag wordt ingediend met behulp van het daarvoor bestemde aanvraagformulier. Het formulier vermeldt indien van toepassing:

        • a.

          De hoogte van de huisvestingskosten

        • b.

          De hoogte van de kosten voor OZB en/of rioolheffing (gebruikersdeel)

        • c.

          De hoogte van de legeskosten

      • 3.

        Indien van toepassing verstrekt de aanvrager:

        • a.

          Nota en betaalbewijs van de huisvestingskosten

        • b.

          Nota en betaalbewijs van de aanslag OZB en/of rioolheffing (gebruikersdeel)

        • c.

          Nota en betaalbewijs van de legeskosten

      5.3 Maatschappelijke activiteitensubsidie

      Burgemeester en Wethouders van Stein:

      gelet op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Stein 2018

      besluiten vast te stellen de volgende regeling: Subsidieregeling Maatschappelijke activiteitensubsidie Gemeente Stein 2019-2022.

      1.Wat is het doel van deze subsidie?

      De maatschappelijke activiteitensubsidie is een subsidie voor eenmalige en vaak kortdurende activiteiten. De maatschappelijke activiteitensubsidie heeft als doel het stimuleren van activiteiten die een maatschappelijke (meer)waarde hebben voor de lokale samenleving en kwetsbare inwoners in het bijzonder. Het is een resultaatgerichte (subsidie)methodiek, die het maatschappelijk effect van de gemeentelijke doelstellingen vergroot en tegelijk de extra inzet die vrijwilligersorganisaties of inwoners daarvoor leveren, beloont.

      Het gaat hierbij om activiteiten die zijn gericht op het realiseren van doelstellingen vanuit het gemeentelijk beleid. Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt aan organisaties/initiatieven die met hun activiteiten een bijdrage leveren aan onderstaande doelstellingen:

      • ·

        Inwoners (jongeren) kunnen zich ontwikkelen en hun capaciteiten benutten;

      • ·

        Inwoners (jongeren) groeien op in een positieve, stabiele en veilige omgeving;

      • ·

        Inwoners werken aan een gezonde toekomst;

      • ·

        Inwoners zijn sociaal actief en maken deel uit van een sociaal netwerk;

      • ·

        Inwoners ondersteunen elkaar en er is waardering voor vrijwilligers en mantelzorgers;

      • ·

        Inwoners voelen zich thuis in en zijn betrokken bij hun buurt en dorp;

      • ·

        Inwoners nemen verantwoordelijkheid voor hun eigen leven en zijn zelfredzaam zover als mogelijk is;

      • ·

        Inwoners doen mee in de maatschappij, ook als zij beperkingen hebben;

      • ·

        Inwoners kunnen zich cultureel en sportief ontplooien.

      Daarnaast worden activiteiten van vrijwilligersorganisaties gesubsidieerd die gericht zijn op samenwerking of fusie.

      • 2.

        Wie kan deze subsidie aanvragen?

      • 1.

        De subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend door vrijwilligersorganisaties.

      • 2.

        De organisatie is gevestigd of in substantiële mate werkzaam in de gemeente Stein.

      • 3.

        Wat zijn de subsidiegrondslagen?

      • 1.

        De maatschappelijke activiteitensubsidie is van incidentele aard. De subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die een éénmalig of experimenteel karakter dragen. De subsidie kan doorgaans twee achtereenvolgende jaren voor dezelfde of nagenoeg dezelfde activiteit worden verstrekt. Indien de activiteit jaarlijks terugkeert en als succesvol en waardevol wordt beoordeeld, kan de subsidie vaker dan twee jaar worden verstrekt.

      • 2.

        De gemeente subsidieert in de vorm van een subsidie in een drietal categorieën, namelijk € 500, € 1.000 en € 1.500. Dit zijn maximumbedragen.

      • 3.

        Aan de hand van een aantal toetsingscriteria wordt de aanvraag beoordeeld en vastgesteld voor welke categorie de aanvrager in aanmerking komt. Deze criteria worden in artikel 4 uitgewerkt.

      • 4.

        Voor de maatschappelijke activiteitensubsidie geldt een subsidieplafond, dat jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld in de Programmabegroting.

      • 4

        Welke criteria zijn van toepassing?

      • 1.

        De activiteit moet:

        • a.

          afwijken van de reguliere kernactiviteiten;

        • b.

          niet alleen gericht op eigen leden, maar ook op niet-leden en/of op kwetsbare inwoners; en

        • c.

          in de gemeente Stein plaatsvinden en openbaar toegankelijk zijn.

      • 2.

        Er wordt geen subsidie verstrekt voor activiteiten die reeds op een andere wijze dan binnen de algemene verordening van de gemeente Stein worden gesubsidieerd of voor activiteiten die een commercieel doel dienen.

      • 3.

        De activiteiten moeten een bijdrage leveren aan de vergroting van de diversiteit van het aanbod in de gemeente. De volgende maatschappelijke pijlers zijn hierbij richtinggevend:

        a.Opgroeien en ontplooien

      De activiteiten zijn primair gericht op kinderen/jongeren om zich educatief, sociaal, creatief of recreatief te ontplooien en op een positieve wijze kunnen opgroeien.

      b.Participatie van kwetsbare doelgroepen

      De activiteiten zijn primair gericht op kwetsbare doelgroepen zoals chronisch zieken, mensen met een beperking, kwetsbare senioren of mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

      c.Sociale en vitale kernen

      De activiteiten zijn gericht op het versterken van de leefbaarheid en sociale cohesie in de kern of wijk.

      • 4.

        De activiteiten worden gewogen op verschillende criteria en ingedeeld in één van de drie categorieën. Per categorie zijn criteria geformuleerd waar de activiteit aan moet voldoen.

        • a.

          Categorie 1: maatschappelijke activiteitensubsidie van € 500

          • i.

            De activiteit voldoet aan minimaal één doel

          • ii.

            Bereik: eigen kern

          • iii.

            Aantal bezoekers/deelnemers: 0 tot 100

          • iv.

            Geen samenwerkingspartners

        • b.

          Categorie 2: maatschappelijke activiteitensubsidie van €1.000

          • i.

            De activiteit voldoet aan minimaal één doel

          • ii.

            Bereik: eigen kern

          • iii.

            Aantal bezoekers/deelnemers: 100 tot 200

          • iv.

            Minimaal één samenwerkingspartner

        • c.

          Categorie 3: maatschappelijke activiteitensubsidie van €1.500

          • i.

            De activiteit voldoet aan meerdere doelen

          • ii.

            Bereik: gemeente breed

          • iii.

            Aantal bezoekers/deelnemers: 200 of meer

          • iv.

            Minimaal één samenwerkingspartner

      • 5.

        Een organisatie geeft vooraf aan voor welke activiteit(en) subsidie wordt aangevraagd. Organisaties hoeven geen verantwoording af te leggen over de activiteiten die zij hebben uitgevoerd. Steekproefsgewijs worden controles uitgevoerd.

      • 6.

        Bij verregaande vorm van samenwerking of fusie tussen vrijwilligersorganisaties wordt op basis van een maatwerk-afweging bekeken of de betreffende verenigingen in aanmerking komen voor een subsidie als tegemoetkoming in vergaderkosten, statutenwijziging, inschrijving KvK, etc.

      • 5.

        Hoe kan de subsidie worden aangevraagd?

      • 1.

        In afwijking van artikel 6 lid 1 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Stein 2018 wordt een aanvraag voor een maatschappelijke activiteitensubsidie uiterlijk acht weken voor aanvang van de activiteit, waarop de aanvraag betrekking heeft, ingediend. De aanvraagperiode wordt jaarlijks verdeeld in zes gelijke subsidierondes.

      • 2.

        De aanvraag wordt ingediend met behulp van het daarvoor bestemde aanvraagformulier. Het formulier vermeldt in elk geval:

        • a.

          Naam en adres van de organisatie;

        • b.

          Naam en datum van de activiteit;

        • c.

          Een beschrijving van de activiteit waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

        • d.

          De doelen die met de activiteit worden nagestreefd, en hoe de activiteit een bijdrage levert aan deze doelen;

        • e.

          Het bereik (dorp, gemeente etc.);

        • f.

          Eventuele samenwerkingspartners;

        • g.

          Bij het indienen van het aanvraagformulier wordt een begroting voor de uit te voeren activiteit ingediend.

      • 6.

        Hoe wordt de subsidie toegekend?

      • 1.

        Voor de maatschappelijke activiteitensubsidie geldt een subsidieplafond dat jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld in de Programmabegroting. Subsidie wordt slechts verleend tot ten hoogste de in de gemeentebegroting opgenomen subsidiegelden (subsidieplafond).

      • 2.

        Het subsidieplafond wordt evenredig verdeeld over zes subsidierondes. Indien het beschikbare bedrag niet geheel wordt verleend in de eerste subsidieronde, wordt het resterende budget toegevoegd aan het bedrag voor de tweede subsidieronde etc.

      • 3.

        Indien het subsidieplafond wordt bereikt, wordt het beschikbare subsidiebudget per subsidieronde naar rato verdeeld onder de subsidieaanvragers.

      7.Wanneer komt de aanvraag niet in aanmerking voor deze subsidie?

      Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Stein 2018 wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

      • 1.

        De activiteit een (partij)politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke vorming tot doel heeft, een discriminerende inhoud heeft en/of schadelijk is voor natuur en milieu of anderszins strijdig is met de duurzaamheid.

      • 2.

        De gelden niet of in onvoldoende mate besteed worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld.

      5.4 Evenementensubsidie

      Burgemeester en Wethouders van Stein:

      gelet op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Stein 2018

      besluiten vast te stellen de volgende regeling: Subsidieregeling Evenementensubsidie Stein 2019-2022.

      1.Wat is het doel van deze subsidie?

      De evenementensubsidie is een subsidie voor eenmalige en vaak kortdurende activiteiten die niet onder de andere subsidies vallen, een uitnodigend karakter hebben en minimaal ongeveer 500 bezoekers en/of deelnemers trekken. Evenementen zijn belangrijk voor (de inwoners van) de gemeente Stein. Ze dragen bij aan de levendigheid van de gemeente, trekken bezoekers van buitenaf en zorgen voor een prettige leefomgeving. Een evenement wordt gezien als een voor publiek toegankelijke vertoning of gebeurtenis, die doelbewust georganiseerd is en gericht op een relatief groot publiek.

      • 2.

        Wie kan deze subsidie aanvragen?

      • 1.

        De subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend door rechtspersonen zonder winstoogmerk.

      • 2.

        De organisatie is gevestigd of in substantiële mate werkzaam in de gemeente Stein.

      • 3.

        De organisatie beschikt over de vereiste vergunningen(en)/ontheffing(en) voor het evenement.

      • 4.

        Evenementen waarvoor op grond van een andere gemeentelijke subsidieregeling subsidie wordt verstrekt, komen niet in aanmerking voor een evenementensubsidie.

      • 3.

        Wat zijn de subsidiegrondslagen?

      • 1.

        De evenementensubsidie is van structurele of incidentele aard.

      • 2.

        Organisaties kunnen maximaal één evenementensubsidie per jaar ontvangen.

      • 3.

        Er wordt pas subsidie verstrekt als het subsidiebedrag, berekend op basis van de gestelde criteria, meer dan € 2.000 bedraagt. Wanneer het berekende bedrag lager is dan € 2.000, behoort de activiteit/evenement tot de maatschappelijke activiteitensubsidie.

      • 4.

        Aan de hand van een aantal toetsingscriteria wordt de aanvraag beoordeeld en het subsidiebedrag vastgesteld.

      • 5.

        De verhouding tussen de gevraagde bijdrage en het rendement voor de gemeente weegt mee bij het vaststellen van de toe te kennen bijdrage.

      • 6.

        Voor de evenementensubsidie geldt een subsidieplafond dat jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld in de Programmabegroting.

      4.Welke criteria zijn van toepassing?

      Om in aanmerking te komen voor subsidie moet een evenement aan een aantal criteria voldoen:

      Algemeen

      • 1.

        Het evenement is voor iedereen toegankelijk en vindt hoofdzakelijk binnen de gemeentegrenzen plaats.

      • 2.

        Het evenement levert een bijdrage aan de vergroting van de diversiteit van het aanbod in de gemeente en heeft een onderscheidend karakter ten opzichte van andere evenementen.

      • 3.

        Het evenement heeft een grote uitstraling en levert een positieve bijdrage aan het imago van de gemeente Stein.

      • 4.

        Subsidie kan alleen worden aangewend voor evenementen zonder commerciële doeleinden.

      • 5.

        Er moet sprake zijn van samenwerking met andere (evenementen)organisaties, horeca, verenigingen etc.

      Specifiek

      • 1.

        Het plan moet deugdelijk zijn met aandacht voor marketing- en communicatie.

      • 2.

        De begroting is transparant en kostenefficiënt opgesteld. Duidelijk moet zijn welke opbrengsten (ook van andere financiers) en uitgaven het evenement met zich meebrengt.

      • 3.

        De begroting laat duidelijk blijken dat er een financiële noodzaak tot een subsidieaanvraag is.

      • 4.

        Minimaal 50% van de financiering van het evenement is afkomstig van andere bronnen dan uit de gemeentelijke subsidie.

      • 5.

        Subsidie wordt verleend als bijdrage in de kosten die direct betrekking hebben op het evenement, zoals artiesten, accommodatie, organisatie, materiaal en communicatie.

      • 6.

        Kosten in verband met verstrekking van consumpties, catering, reis- en verblijfskosten, cadeaus, presentjes en prijzen zijn niet subsidiabel.

      • 7.

        Andere specifieke toetsingscriteria zijn:

        • a.

          Verwachte bezoekers- en/of deelnemersaantallen

        • b.

          Verwachte herkomst van bezoekers (lokaal/regionaal/provinciaal/(inter)nationaal)

        • c.

          Verwachte mediabelangstelling (lokaal/regionaal/provinciaal/(inter)nationaal)

      • 5.

        Hoe kan de subsidie worden aangevraagd?

      • 1.

        Een subsidieaanvraag wordt ingediend uiterlijk 1 juli voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft bij het College van Burgemeester en Wethouders.

      • 2.

        De aanvraag wordt ingediend met behulp van het daarvoor bestemde aanvraagformulier. Het formulier vermeldt in elk geval:

        • a.

          Een programma overzicht en datum van het evenement.

        • b.

          De organisatie (organisator) van het evenement.

        • c.

          Een activiteitenplan waarin is opgenomen: de aard, visie, doel en doelgroep van het evenement; een promotieplan (frequentie van media-aandacht, in welke media, en het bereik van die media).

        • d.

          Een begroting van inkomsten en uitgaven.

        • e.

          Het aantal en de herkomst van de verwachte deelnemers/ bezoekers.

        • f.

          Voor zover van toepassing een inhoudelijk verslag van het evenement in het voorgaande jaar.

      • 3.

        Het college is bevoegd andere gegevens te verlangen, die noodzakelijk zijn voor het nemen van een beslissing op de subsidieaanvraag.

      • 4.

        Wanneer een aanvrager niet eerder van de gemeente Stein subsidie heeft ontvangen, moet de aanvraag vergezeld gaan van een gewaarmerkt afschrift van de geldende Statuten en een actueel bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

      • 6.

        Hoe wordt de subsidie toegekend?

      • 1.

        Voor de evenementensubsidie geldt een subsidieplafond dat jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld in de Programmabegroting. Subsidie wordt slechts verleend tot ten hoogste de in de gemeentebegroting opgenomen subsidiegelden (subsidieplafond).

      • 2.

        Indien het subsidieplafond wordt bereikt, wordt het beschikbare subsidiebudget naar rato verdeeld onder de subsidieaanvragers.

      7.Wanneer komt de aanvraag niet in aanmerking voor deze subsidie?

      Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Stein 2018 wordt de subsidie in ieder geval geweigerd/teruggevorderd indien:

      • 1.

        De activiteit een (partij)politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke vorming tot doel heeft, een discriminerende inhoud heeft en/of schadelijk is voor natuur en milieu of anderszins strijdig is met de duurzaamheid.

      • 2.

        De subsidieaanvrager ten tijde van het plaatsvinden van het evenement niet in het bezit is of naar redelijke verwachting niet in het bezit zal zijn van alle benodigde vergunningen en ontheffingen.

      • 3.

        De organisator zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van het evenement te dekken.

      5.5 Exploitatiesubsidie professionele instellingen

      Burgemeester en Wethouders van Stein:

      gelet op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Stein 2018

      besluiten vast te stellen de volgende regeling: Subsidieregeling Exploitatiesubsidie professionele instellingen Gemeente Stein 2019-2022.

      1.Wat is het doel van deze subsidie?

      De gemeente Stein subsidieert professionele instellingen die een bijdrage leveren aan de verwezenlijking van beleidsdoelen die niet zonder professionals op het gebied van zorg en welzijn bereikt kunnen worden. Subsidieverstrekking is daarmee een belangrijk (sturings)instrument om gemeentelijke beleidsdoelstellingen te verwezenlijken. Het gaat hierbij om de volgende doelstellingen:

      • ·

        Inwoners (jongeren) kunnen zich ontwikkelen en hun capaciteiten benutten

      • ·

        Inwoners (jongeren) groeien op in een positieve, stabiele en veilige omgeving

      • ·

        Inwoners werken aan een gezonde toekomst

      • ·

        Inwoners zijn sociaal actief en maken deel uit van een sociaal netwerk

      • ·

        Inwoners ondersteunen elkaar en er is waardering voor vrijwilligers en mantelzorgers

      • ·

        Inwoners voelen zich thuis in en zijn betrokken bij hun buurt en dorp

      • ·

        Inwoners nemen verantwoordelijkheid voor hun eigen leven en zijn zelfredzaam zover als mogelijk is

      • ·

        Inwoners doen mee in de maatschappij, ook als zij beperkingen hebben

      • ·

        Inwoners kunnen zich cultureel en sportief ontplooien

      2.Wie kan deze subsidie aanvragen?

      Deze subsidieregeling is van toepassing op professionele instellingen. Professionele instellingen zijn instellingen die met gebruikmaking van beroepskrachten werkzaam zijn ten behoeve van de bevolking en in één of meer van de volgende sectoren werkzaam zijn: Wmo, jeugdhulp, participatie, maatschappelijke dienstverlening, welzijn, (gezondheids)zorg, onderwijs, sport en cultuur

      .

      • 3.

        Wat zijn de subsidiegrondslagen?

      • 1.

        De gemeente verleent een bijdrage in het subsidiabele exploitatietekort dat gepaard is met de uitvoering van een activiteit die bijdraagt aan één of meerdere doelen zoals benoemd in artikel 1.

      • 2.

        Aan de hand van een activiteitenplan en bijbehorende begroting wordt de aanvraag beoordeeld en wordt het subsidiebedrag vastgesteld. De verhouding tussen de gevraagde bijdrage en de toegevoegde waarde voor de gemeente weegt mee bij het vaststellen van de toe te kennen bijdrage.

      • 3.

        Subsidie wordt verstrekt voor een tijdvak van maximaal één boekjaar. Het college kan een meerjarige subsidie verstrekken, voor maximaal vier boekjaren.

      • 4.

        Voor de exploitatiesubsidie voor professionele instellingen geldt een subsidieplafond dat jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld in de Programmabegroting.

      • 4.

        Welke criteria zijn van toepassing?

      • 1.

        Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten:

        • a.

          die zich richten op inwoners uit de gemeente Stein;

        • b.

          op het gebied van Wmo, jeugdhulp, participatie, maatschappelijke dienstverlening, welzijn, (gezondheids)zorg, onderwijs, sport en cultuur van inwoners uit de gemeente Stein.

        • c.

          die een realistische verhouding kennen tussen de verwachte bijdrage aan een of meerdere doelstellingen (artikel 1) en de gevraagde gemeentelijke bijdrage.

      • 2.

        Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt aan activiteiten die een bijdrage leveren aan de vastgestelde maatschappelijke doelen zoals benoemd in artikel 1.

      • 3.

        Er wordt van professionele organisaties verwacht dat zij samenwerken met andere professionele organisaties en vrijwilligers(organisaties).

      • 5.

        Hoe kan de subsidie worden aangevraagd?

      • 1.

        Een subsidieaanvraag wordt ingediend uiterlijk 1 juli voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft bij het College van Burgemeester en Wethouders.

      • 2.

        De aanvraag wordt ingediend met behulp van het daarvoor bestemde aanvraagformulier. Het formulier vermeldt in elk geval:

        • a.

          Naam en adres van de organisatie.

        • b.

          Een activiteitenplan waarin de geplande activiteiten/werkzaamheden in het betreffende boekjaar worden opgesomd en wordt aangegeven welke doelstellingen daarmee gerealiseerd worden.

        • c.

          Bij het indienen van het aanvraagformulier worden de meeste recente jaarrekening en een uitgewerkte begroting, voor het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft, toegevoegd.

      • 3.

        Het activiteitenplan en de begroting moeten adequaat inzicht geven in de voorgenomen activiteiten en de hiermee samenhangende geplande uitgaven. Indien dit inzicht niet uit het activiteitenplan en de begroting blijkt, kunnen burgemeester en wethouders hieraan financiële consequenties verbinden.

      • 6.

        Hoe wordt de subsidie verleend?

      • 1.

        Het college beoordeelt de aanvraag tot subsidieverlening op basis van het activiteitenplan, de begroting, de vastgestelde beleidskaders en de door de raad beschikbaar gestelde financiële middelen.

      • 2.

        Het college beslist op de aanvraag tot subsidieverlening vóór 31 december, voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.

      • 3.

        De beschikking tot subsidieverlening:

        • a.

          bevat een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend;

        • b.

          vermeldt het bedrag van de subsidie, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald, dan wel het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld;

        • c.

          vermeldt de wijze waarop de subsidie wordt uitbetaald; en

        • d.

          kan vermelden dat de verplichtingen na de subsidieverlening nader worden uitgewerkt.

      • 4.

        Als een meerjarige subsidie wordt verstrekt:

        • a.

          staat in de beschikking op welk bedrag de subsidieaanvrager elk boekjaar recht heeft.

        • b.

          kan hieraan de verplichting worden verbonden om het college periodiek te voorzien van gegevens.

      • 5.

        Voor de exploitatiesubsidie voor professionele instellingen geldt een subsidieplafond dat jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld in de Programmabegroting. Subsidie wordt slechts verleend tot ten hoogste de in de gemeentebegroting opgenomen subsidiegelden (subsidieplafond).

      • 6.

        Indien het subsidieplafond wordt bereikt, wordt het beschikbare subsidiebudget naar rato verdeeld onder de subsidieaanvragers.

      • 7.

        Hoe wordt de subsidie verantwoord en vastgesteld?

      • 1.

        Het college stelt een jaarlijks verleende subsidie vast per boekjaar. Het college stelt een voor twee of meer boekjaren verleende subsidie eveneens per boekjaar vast, tenzij in de verleningsbeschikking anders is bepaald.

      • 2.

        De subsidieontvanger dient een aanvraag tot vaststelling in uiterlijk 1 juni van het jaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar, tenzij het college een andere datum in de verleningsbeschikking heeft bepaald.

      • 3.

        De aanvraag bevat:

        • a.

          een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht;

        • b.

          een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

        • c.

          een afschrift van de beoordelings-, of controleverklaring opgesteld door een onafhankelijk accountant. Subsidies onder de € 30.000 zijn hiervan vrijgesteld.

      • 4.

        Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet uiterlijk 1 juni is ingediend, kunnen burgemeester en wethouders de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend dan kunnen zij overgaan tot ambtshalve vaststelling.

      • 5.

        In afwijking van artikel 15 lid 1 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Stein 2018 stellen Burgemeester en wethouders de subsidie vast voor 1 november van het jaar waarin de aanvraag tot vaststelling is ingediend.

      • 8.

        Nadere voorwaarden

      • 1.

        Burgemeester en wethouders kunnen aan de professionele instelling waaraan zij subsidie hebben toegekend voorschotten verstrekken. Betaling en bevoorschotting worden geregeld conform de in de beschikking tot subsidieverlening opgenomen termijn(en).

      • 2.

        De professionele instelling voert de activiteiten uit overeenkomstig het activiteitenplan indien en voor zover dat als grondslag voor subsidiëring is aanvaard.

      • 3.

        Tussentijdse afwijking van het activiteitenplan en de begroting behoeft vooraf overleg of goedkeuring van burgemeester en wethouders.

      • 4.

        De subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan door of namens het college in te stellen onderzoeken. Deze onderzoeken zijn gericht op het verkrijgen van gegevens voor het beleid ten aanzien van activiteiten, die middels deze subsidieregeling gesubsidieerd worden.

      • 5.

        De subsidieontvanger mag overschotten uit de exploitatie toevoegen aan de algemene reserve of een bestemmingsreserve.

        • a.

          De algemene reserve bedraagt naar rato maximaal 20% van de door het college vastgestelde jaarsubsidie. Het college kan in de verleningsbeschikking bepalen dat dit percentage wordt verhoogd tot maximaal 25%.

        • b.

          Bij overschrijding van het maximale percentage zoals genoemd in lid 5a, is de subsidieontvanger verplicht het meerdere aan de gemeente terug te betalen.

        • c.

          Het college kan van de bepalingen in lid 5a en 5b afwijken indien strikte toepassing tot onaanvaardbare financiële risico’s voor de subsidieontvanger zou leiden.

      5.6 Eigen krachtsubsidie

      Burgemeester en Wethouders van Stein:

      gelet op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Stein 2018.

      besluiten vast te stellen de volgende regeling: Subsidieregeling Eigen Kracht Gemeente Stein 2019-2022. De subsidieregeling is een pilot. Deze pilot loopt tot en met 2020.

      1.Wat is het doel van deze subsidie?

      De eigen kracht regeling is een subsidie voor burgerinitiatieven. Gemeente Stein wil inwoners met een goed plan voor verbetering van hun dorp faciliteren. Daarvoor het ze voor de periode 2015 t/m 2020 een budget per jaar beschikbaar gesteld. Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt aan initiatieven die bijdragen aan het bevorderen van de leefbaarheid, sociale contacten en betrokkenheid, duurzaamheid en/of de toekomstbestendigheid van het dorp of de wijk.

      • 2.

        Wie kan deze subsidie aanvragen?

      • 1.

        De subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend door burgerinitiatieven.

      • 2.

        Het betreft een initiatief van, voor en door inwoners uit de gemeente Stein dat eventueel in samenwerking met stichtingen, verenigingen of een professionele organisatie wordt uitgevoerd.

      • 3.

        Wat zijn de subsidiegrondslagen?

      • 1.

        De eigen krachtsubsidie is van incidentele aard.

      • 2.

        Aan de hand van de aanvraag wordt het subsidiebedrag bepaald.

      • 3.

        Voor de Eigen krachtsubsidie geldt jaarlijks een subsidieplafond van € 50.000,- dat door de gemeenteraad is vastgesteld.

      4.Welke criteria zijn van toepassing?

      Om in aanmerking te komen voor subsidie moet een evenement aan een aantal criteria voldoen:

      • 1.

        Het initiatief draagt bij aan het bevorderen van de leefbaarheid, sociale contacten en betrokkenheid, duurzaamheid en toekomstbestendigheid van het dorp of de wijk.

      • 2.

        Het project beoogt een gemeenschappelijk doel en staat open voor inwoners.

      • 3.

        Er is draagvlak voor het initiatief bij de DOP-werkgroepen in dat dorp (DOP = dorpsontwikkelingsproces) en bij de inwoners in de betreffende buurt of wijk.

      • 4.

        Subsidie kan alleen worden aangewend voor een project zonder commerciële doeleinden.

      • 5.

        De begroting is transparant opgesteld. Duidelijk moet zijn welke opbrengsten (ook van andere financiers) en uitgaven het project met zich meebrengt.

      • 6.

        De begroting laat duidelijk blijken dat er een financiële noodzaak tot een subsidieaanvraag is.

      • 7.

        Subsidie wordt verleend als bijdrage in de kosten die direct betrekking hebben op het project, zoals artiesten/sprekers, accommodatie, organisatie, materiaal, communicatie en ontwerp- en onderzoekskosten.

      • 8.

        Kosten in verband met verstrekking van consumpties, catering, reis- en verblijfskosten, cadeaus, presentjes en prijzen zijn niet subsidiabel.

      • 5.

        Hoe kan de subsidie worden aangevraagd?

      • 1.

        In afwijking van artikel 6 lid 1 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Stein 2018 wordt een aanvraag voor een eigen krachtsubsidie uiterlijk zes weken voor start van het project, waarop de aanvraag betrekking heeft, ingediend.

      • 2.

        De aanvraag wordt ingediend met behulp van het daarvoor bestemde aanvraagformulier. Het formulier vermeldt in elk geval:

        • a.

          Naam en contactgegevens aanvrager;

        • b.

          Een beschrijving van het project waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

        • c.

          Het beoogde resultaat van het project;

        • d.

          Tijdspad van het project;

        • e.

          Eigen inzet/bijdrage aan het project;

        • f.

          Draagvlak;

        • g.

          Evaluatie project;

        • h.

          Bij het indienen van het aanvraagformulier wordt een begroting voor het uit te voeren project ingediend.

      • 6.

        Hoe wordt de subsidie toegekend?

      • 1.

        Voor de eigen krachtsubsidie geldt een subsidieplafond dat jaarlijks door het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld. Subsidie wordt slechts verleend tot ten hoogste de opgenomen subsidiegelden (subsidieplafond).

      • 2.

        De subsidiegelden worden op volgorde van binnenkomst verdeeld.

      • 3.

        De aanvraag wordt binnen vijf weken beoordeeld.

      • 4.

        Indien de aanvraag is goedgekeurd, wordt de subsidie in één of twee termijnen uitbetaald.

      • 5.

        Er vindt altijd vooroverleg plaats met de betrokken wethouder(s).