Afvalstoffenverordening 2010

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Afvalstoffenverordening 2010

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:

a.

wet:

Wet milieubeheer;

b.

inzamelen:

de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

c.

ter inzameling aanbieden:

de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

d.

inzamelmiddel:

een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer, kca-box of big bag, ten behoeve van één huishouden;

e.

inzamelvoorziening:

een voor de inzameling van afvalstoffen be­stemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of afvalbrengstation, ten behoeve van meerdere huishoudens;

f.

inzameldienst:

de krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

g.

andere inzamelaars:

de krachtens artikel 2, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

h.

gebruiker van een perceel:

degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

i.

straatafval:

huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;

j.

wegen:

de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994;

k.

motorrijtuigen:

alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994;

l.

het college:

het college van burgemeester en wethouders;

Paragraaf 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 2. Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1. Het college wijst de inzameldienst aan, die belast is met het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2. Naast de inzameldienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3. Het college kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.

  • 4. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht ( positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 3. Afzonderlijke inzameling

  • 1. Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • a.

      groente-, fruit- en tuinafval;

    • b.

      klein chemisch afval;

    • c.

      verpakkingsglas;

    • d.

      oud papier en karton;

    • e.

      kunststof verpakkingen;

    • f.

      textiel;

    • g.

      elektrische en elektronische apparatuur;

    • h.

      bouw- en sloopafval;

    • i.

      verduurzaamd hout;

    • j.

      grof tuinafval;

    • k.

      asbest en asbesthoudend afval;

    • l.

      grof huishoudelijk afval;

    • m.

      huishoudelijk restafval;

    • n.

      paardenmest;

    • o.

      kunststoffen niet zijnde verpakkingen;

    • p.

      vlakglas;

    • q.

      draadglas;

    • r.

      metalen.

  • 2. Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 4. Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1. De inzameling kan plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een afvalbrengstation brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 2. Het college kan aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afval-stoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

Artikel 5. Frequentie van inzamelen

  • 1. Huishoudelijk restafval wordt ten minste een maal per week bij elk perceel ingezameld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt voor huishoudelijk restafval, dat via een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen, wordt ingezameld nabij elk perceel, geen vaste frequentie vastgesteld.

  • 3. In afwijking van het in het eerste lid bepaalde wordt het huishoudelijk restafval in het gebied “De Velden” begrensd door Spireaveld, Lisdoddeveld, Pijlkruidveld, Kamilleveld, Oude Middenweg een maal per twee weken bij elk perceel ingezameld.

  • 4. Groente-, fruit- en tuinafval wordt ten minste een maal per week afzonderlijk bij elk perceel ingezameld.

  • 5. In afwijking van het vierde lid wordt voor groente-, fruit- en tuinafval, dat via een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen, wordt ingezameld nabij elk perceel, geen vaste frequentie vastgesteld.

  • 6. In afwijking van het in het vierde lid bepaalde wordt het groente-, fruit- en tuinafval tevens niet afzonderlijk bij of nabij elk perceel ingezameld in de navolgende delen van de stad:

    • a.

      stadsdeel Centrum met uitzondering van Archipel;

    • b.

      stadsdeel Escamp met uitzondering van Wateringseveld;

    • c.

      stadsdeel Laak;

    • d.

      stadsdeel Haagse Hout met uitzondering van Marlot, Benoordenhout, Bezuidenhout-midden en Bezuidenhout-oost;

    • e.

      stadsdeel Segbroek met uitzondering van Vogelwijk, Bomen- en Bloemenbuurt, Vruchtenbuurt en Heesterbuurt (ten noorden van de Mient);

    • f.

      het gebied dat begrensd wordt door de Kranenburgweg, de Westduinweg, het Schipperplein, de Roerstraat, de Prins Willem-plein, de Jurriaan Kokstraat, de Gevers Deynootweg en de Strandweg;

    • g.

      het gebied “De Velden” begrensd door Spireaveld, Lisdoddeveld, Pijlkruidveld, Kamilleveld, Oude Middenweg.

Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

  • 1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

  • 2. Het verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars.

  • 3. Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Paragraaf 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 7. Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.

Artikel 8. Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

  • 1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens artikel 2 aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars.

  • 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 9 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1. Het is de gebruiker van een perceel, voor wie krachtens artikel 4, tweede lid een inzamelmiddel of inzamelvoorziening is aangewezen, verboden de huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via het betreffende inzamelmiddel of de betreffende inzamelvoorziening of het betreffende brengdepot.

  • 2. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel of inzamelvoorziening aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening krachtens artikel 4, tweede lid is bestemd.

  • 3. Het college kan regels stellen omtrent het gebruik van een van gemeentewege verstekt inzamelmiddel.

  • 4. Het college kan regels stellen omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

  • 5. Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 6. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 10 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1. Het college stelt de dagen en tijden vast waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 11. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

Paragraaf 4. Inzameling van bedrijfsafvalstoffen

Artikel 12 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst kunnen worden ingezameld.

Artikel 13. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2. Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 12 aangewezen categorieën bedrijfsafval-stoffen, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst daarvoor uitdrukkelijk toestemming heeft van de inzameldienst.

  • 3. Het college kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 12 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4. Het is verboden de krachtens artikel 12 aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Artikel 14. Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

  • 1. Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.

  • 2. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Paragraaf 5. Zwerfafval

Artikel 15. Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1. Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

  • 3. Het verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;

    • b.

      het thuis composteren van groente-, fruit- en tuinafval;

    • c.

      voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.

  • 4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming, Besluit Bodemkwaliteit of het Bouwstoffenbesluit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 16. Achterlaten van straatafval

  • 1. Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

  • 2. Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

Artikel 17. Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • 1. Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te door-zoeken en te verspreiden.

  • 2. Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen, deze omver te werpen of deze anderszins te behandelen waardoor er zwerfafval ontstaat.

Artikel 18. Afvalbakken in of nabij inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

De houder of beheerder van iedere inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse in of nabij kunnen worden genuttigd, is verplicht:

  • a.

    een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;

  • b.

    zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd;

  • c.

    zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.

Artikel 19. Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

Artikel 20. Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • 1. Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 2. Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

    • a.

      direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • b.

      direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • c.

      indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de werkzaamheden.

Paragraaf 6. Overige onderwerpen die de verordening aangaan

Artikel 21. Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1. Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3. Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 22. Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.

Paragraaf 7. Slotbepalingen

Artikel 23. Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:

Artikel

Onderwerp

Artikel 6

Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

Artikel 7

Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen

Artikel 9

Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 10

Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Artikel 13

Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

Artikel 14

Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzamel-dienst

Artikel 15

Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

Artikel 16

Achterlaten van straatafval

Artikel 17

Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

Artikel 18

Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

Artikel 19

Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Artikel 20

Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

Artikel 21

Verbod opslag van afvalstoffen

Artikel 22

Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Artikel 23.A Boetebepaling bestuurlijke boete

  • 1. Overtreding door een natuurlijke persoon of rechtspersoon van de volgende artikelen kan worden beboet met een bestuurlijke boete:

    6, 7, 8, 9, 10, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 21, 22, 24A.

  • 2. Bij overtreding door een natuurlijke persoon van een voorschrift als genoemd in de bijlage bij dit artikel, is de hoogte van de bestuurlijke boete gelijk aan het bedrag dat in de bijlage is vermeld bij het desbetreffende voorschrift.

  • 3. Bij overtreding door een rechtspersoon van een voorschrift als genoemd in de bijlage bij dit artikel, wordt de hoogte van de bestuurlijke boete die geldt voor een natuurlijke persoon vermenigvuldigd met de factor twee.

  • 4. De op te leggen bestuurlijke boete worden verhoogd met 100% van het boetebedrag, indien binnen een tijdvak van vijf jaar voorafgaand aan de dag van constatering van de overtreding een eerdere overtreding, bestaande uit eenzelfde gedraging, is geconstateerd en de bestuurlijke boete voor de eerdere overtreding onherroepelijk is geworden.

  • 5. Indien het boetebedrag bedoeld in het derde of vierde lid, hoger is dan het wettelijk maximum boetebedrag als bedoeld in artikel 154b, zesde lid, van de Gemeentewet, geldt het wettelijk maximum boetebedrag.

Artikel 24. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen ambtenaren.

Artikel 24a

Een ieder is verplicht om de door de in artikel 24 bedoelde toezichthouder gegeven aanwijzingen na te leven.

Artikel 25. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 november 2010.

Artikel 26. Citeerbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als Afvalstoffenverordening 2010.

Bijlage als bedoeld in artikel 23A, tweede lid, van de Afvalstoffenverordening 2010

Artikel

Onderwerp

Boete in euro’s

6, lid 1

Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

140 (bijlage Bboor)

7

Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van de percelen

90 (bijlage Bboor)

8, lid 1

Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen dan aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars

90 (bijlage Bboor)

9, lid 1

Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen anders dan via aangewezen inzamelmiddel of inzamelvoorziening

90 (bijlage Bboor)

9, lid 2

Ter inzameling aanbieden van andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen dan waarvoor inzamelmiddel of inzamelvoorziening is bestemd

90 (bijlage Bboor)

9, lid 6

Ter inzameling aanbieden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze aanbieden dan krachtens artikel 9 is bepaald

90 (bijlage Bboor)

10, lid 2

Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

90 (bijlage Bboor)

13, lid 1

Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

140 (bijlage Bboor)

13, lid 4

Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst in strijd met gestelde regels

140 (bijlage Bboor)

14, lid 2

Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

140 (bijlage Bboor)

15, lid 1

Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

140 (bijlage Bboor)

16, lid 1

Achterlaten van straatafval

140 (bijlage Bboor)

16, lid 2

Achterlaten van andere afvalstoffen dan straatafval

140 (bijlage Bboor)

17, lid 1

Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereedstaande afvalstoffen (doorzoeken en verspreiden)

230 (bijlage Bboor)

17, lid 2

Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereedstaande afvalstoffen (schoppen, omver werpen)

230 (bijlage Bboor)

18

Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

140

19

Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

140

20, lid 1

Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

370 (bijlage Bboor)

20, lid 2

Verontreiniging van de weg bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

370 (bijlage Bboor)

21, lid 1

Verbod opslag van afvalstoffen

230 (bijlage Bboor)

22

Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

370 (bijlage Bboor)

24A

Aanwijzingen toezichthouders

90