Algemeen aanwijzingsbesluit gebied Kralingen-Crooswijk bij de APV Rotterdam 2012

1. Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5:6, eerste lid, onder a, APV Rotterdam 2012 waar het met het oog op de bescherming van het uiterlijk aanzien van de gemeente verboden is een woonwagen, kampeerwagen, camper, caravan, magazijnwagen, aanhangwagen, keetwagen of ander dergelijk voertuig dat uitsluitend of mede voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt, te parkeren, worden aangewezen de volgende wegen of weggedeelten:

• a.

  Kralingse Plaslaan;

• b.

  Kralingse Bos;

• c.

  het gebied dat valt onder Beschermd Stadsgezicht Kralingen.

2. Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5:6, eerste lid, onder b, APV Rotterdam 2012 waar het met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte verboden is een woonwagen, kampeerwagen, camper, caravan, magazijnwagen, aanhangwagen, keetwagen of ander dergelijk voertuig dat uitsluitend of mede voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt, langer dan op drie achtereenvolgende dagen te parkeren, worden aangewezen alle wegen en weggedeelten in het gebied Kralingen-Crooswijk.

1. Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5:8, eerste lid, APV Rotterdam 2012, waar het met het oog op de bescherming van het uiterlijk aanzien van de gemeente verboden is een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, te parkeren, worden aangewezen de volgende wegen of weggedeelten:

• a.

  Kralingse Plaslaan;

• b.

  Kralingse Bos;

• c.

  het gebied dat valt onder Beschermd Stadsgezicht Kralingen.

2. Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5:8, tweede lid, APV Rotterdam 2012, waar het met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte verboden is een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter te parkeren, worden aangewezen alle wegen en weggedeelten in het gebied Kralingen-Crooswijk, met uitzondering van de volgende wegen of weggedeelten:

• a.

  Rijnspoorkade (secundaire Maasboulevard);

• b.

  Veilingweg vanaf de afslag Klokweg in oostelijke richting;

• c.

  Klokweg;

• d.

  Kralingseweg tussen de Boszoom en de A16.

1. Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5:25, eerste lid, APV Rotterdam 2012, waar het verboden is met een vaartuig ligplaats in te nemen, worden aangewezen de volgende wateren:

• a.

  de Kralingse Plas;

• b.

  de oevers van de Rotte;

• c.

  de Boezem tussen Kralingse Verlaat en Rotte, tenzij omtrent deze locaties in dit besluit anders wordt bepaald.

2. Ten aanzien van de locatie Kralingse Plas geldt in aanvulling op het eerste lid het volgende:

• a.

  het in het eerste lid bedoelde verbod geldt ten aanzien van Kralingse Verlaat niet voor een periode van ten hoogste twee uur aan de wal aan de zuidzijde (plaszijde) van de sluis tussen 5.30 uur en 22.00 uur;

• b.

  het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor een periode van niet langer dan drie achtereenvolgende dagen indien aangelegd wordt aan de recreatiesteiger ter hoogte van strandbad en peuterbad en of aan de noordsteiger evenwijdig aan het Langepad;

• c.

  het in het eerste lid bedoelde verbod geldt ten aanzien van de steiger ter hoogte van de molens nabij café/restaurant De Tuin en de steigers ter hoogte van Weide Blik voor de restaurants Minang Kabau en Schone Lei niet voor een periode van ten hoogste twee uur tussen zonsopgang en zonsondergang;

• d.

  het is verboden met een vaartuig binnen drie dagen nadat het is verplaatst opnieuw ligplaats te nemen aan dezelfde steiger of binnen een straal van 500 meter hemelsbreed gemeten daarvan.

3. Ten aanzien van de oevers van de Rotte geldt in aanvulling op het eerste lid het volgende:

• a.

  het is verboden met een vaartuig binnen drie dagen nadat het is verplaatst opnieuw ligplaats te nemen aan dezelfde steiger.

4. Ten aanzien van de Boezem tussen Kralingse Verlaat en Rotte geldt in aanvulling op het eerste lid het volgende:

• a.

  het in het eerste lid bedoelde verbod geldt ten aanzien van Kralingse Verlaat niet voor een periode van ten hoogste twee uur aan de wal aan de zuidwestzijde (Boezemzijde) van de sluis tussen 5.30 uur en 22.00 uur.

5. Aan de in de voorgaande leden genoemde recreatiesteiger ter hoogte van het strandbad en peuterbad, de noordsteiger evenwijdig aan het Langepad is het verboden:

• a.

  een vaartuig langer zes achtereenvolgende uren onbemand te laten;

• b.

  een vaartuig te verbouwen of onderhoud aan de buitenzijde van een vaartuig te verrichten, anders dan geringe herstel- of onderhoudswerkzaamheden die redelijkerwijs niet langer dan een half uur duren.