Anders maatschappelijk investeren in het kort

Geldend van 23-11-2017 t/m heden

Intitulé

Anders maatschappelijk investeren in het kort

Anders maatschappelijk investeren

Gemeente Borger-Odoorn

gemeentelijk beleid voor maatschappelijke bijdragen en subsidies in het kort, 2016

Bij: ‘Nadere regels voor subsidieverstrekking 2016’

september 2015

Op 12 maart 2015 heeft de gemeenteraad de notitie Anders maatschappelijk investeren en de bijbehorende verordening vastgesteld. Dit is de basis voor het verlenen van subsidies aan rechtspersonen die een subsidie aanvragen voor het ontplooien van maatschappelijke activiteiten in Borger-Odoorn. Deze oplegger bij de beleidsregels geeft in grote lijnen aan wat wel en wat niet wordt gesubsidieerd.

Anders en wellicht minder

De beleidsregels zijn gebaseerd op een verandering van werkwijze in het sociaal domein: meer zelforganisatie en eigen inzet en daarnaast directer inzet met en door de sociale teams. Dit moet leiden tot verschuiving en wellicht verlaging van de uitgaven.

Algemene uitgangspunten subsidiebeleid

  • ·

    Inwoners, organisaties, instituten en verenigingen moeten zo weinig mogelijk afhankelijk zijn van subsidiegelden. Het gaat om het mobiliseren van eigen kracht.

  • ·

    Subsidies hebben niet als doel om organisaties in stand te houden: maatschappelijke investeringen zijn gericht op het verkrijgen van maatschappelijke effecten.

  • ·

    De gemeente heeft steeds minder geld beschikbaar voor maatschappelijke doeleinden.

Vier investeringscategorieën

Anders maatschappelijk investeren is gebaseerd op 4 pijlers (investeringscategorieën) die in grote lijnen aangeven wat wij in onze gemeente belangrijk vinden als het gaat om subsidieverlening. Per pijler is een bedrag beschikbaar, dat grotendeels is gebaseerd op de historische bekostiging tot en met 2014. Bij de tweede pijler is voor 2016 het totale beschikbare bedrag reeds begroot. Bij de ander 3 pijlers is nog flexibele ruimte voor nieuwe initiatieven.

1. Organiseren eigen kracht en eigen inzet en opbouwen en versterken van sociale netwerken

Gericht op:

  • -

    vanuit en door sociale teams (budget voor incidentele kleinere uitgaven)

  • -

    zelf- en samenredzaamheid /participatie

  • -

    preventie (beginnend bij kind en huishouden)

  • -

    sociale netwerken

Voorbeeld maatschappelijke bijdragen:

  • -

    Dorpshuisfuncties in eigen beheer (huisvesting)

  • -

    Jeugdsozen in eigen beheer (huisvesting)

  • -

    Cliëntenvertegenwoordiging

  • -

    Vrijwilligerswerk en mantelzorgondersteuning

  • -

    EHBO cursus

  • -

    Vluchtelingenwerk

Voorbeeld subsidie:

  • -

    Werkbudget Schoon, heel en veilig

  • -

    Werkbudget herdenkingen

2. Maatschappelijke basisinfrastructuur

Gericht op:

  • -

    wettelijk/contractueel verplicht

  • -

    qua preventie gewenst

  • -

    qua behoefte noodzakelijk

  • -

    1e lijnsvoorzieningen

Voorbeeld maatschappelijke bijdragen:

  • -

    GGD (gemeenschappelijke regeling)

  • -

    Bibliotheek

  • -

    Uitvoering wettelijke taken Wmo 2015, basisvoorzieningen en preventie

  • -

    Leerlingenvervoer

  • -

    Peuterspeelzaalwerk

  • -

    Tegen haar wil/Bureau slachtofferhulp/Verslavingszorg

  • -

    Bureau HALT

Voorbeeld subsidie:

  • -

    Opknappen speeltuinen (vast werkbudget)

3. Maatschappelijke kennismaking (jeugd) en preventie (met name sport en cultuur)

Gericht op:

  • -

    preventie/gezonde leefstijl

  • -

    zelf- en samenredzaamheid/participatie

  • -

    sociaal-/culturele waarden

Voorbeeld maatschappelijke bijdragen:

  • -

    combicoaches (sport)

  • -

    cultuurcoaches

Voorbeeld subsidie:

  • -

    speciale sportactiviteiten van verenigingen om jeugdigen te laten kennismaken met oude en nieuwe activiteiten;

  • -

    sport en spelweken voor de jeugd

Bijzonderheden:

  • ·

    Inwoners met een laag inkomen en een gering vermogen kunnen voor diverse maatschappelijke activiteiten een beroep blijven doen op bijvoorbeeld het Fonds Maatschappelijke Participatie (FMP), het Jeugdsportfonds en het Jeugdcultuurfonds.

  • ·

    Veel activiteiten in het kader van sport en cultuur worden georganiseerd en uitgevoerd door de combicoaches en cultuurcoaches. Blijvend belangrijk voor kennismaking, preventie en gezonde leefstijl.

4. (Gebieds)promotie en toerisme

Gericht op:

  • -

    cultuur/economische waarde (Hunebedden, historie)

  • -

    duurzaamheid, natuurbeleving, outdoor, bossen, veen, rust

  • -

    levert een bijdrage aan de identiteit van Borger-Odoorn (zoals bv. het Hunebedcentrum, schaapskudde)

  • -

    evenementen die Borger-Odoorn op de kaart zetten en/of een breed draagvlak onder de lokale bevolking genieten

Voorbeeld maatschappelijke bijdragen:

  • -

    Recreatieschap Drenthe (geen subsidie maar een gemeenschappelijke regeling)

  • -

    Stichting Recreatievoorzieningen

  • -

    Stichting Bestemming Borger-Odoorn

  • -

    Hunebedcentrum

  • -

    Schaapskudde

Voorbeelden subsidie:

  • -

    SIVO

  • -

    Ronde van Drenthe

  • -

    Muziekevenementen

Criteria voor maatschappelijke investeringen in vogelvlucht

Algemeen:

  • 1.

    Bij de afhandeling van de aanvragen kan het eigen vermogen worden betrokken.

  • 2.

    Wat wettelijk moet, doet de gemeente goedkoopst adequaat.

  • 3.

    De aanvrager is een rechtspersoon zonder winstoogmerk.

Bij de flexibel inzetbare budgetten geldt daarnaast:

  • 4.

    Er is altijd sprake van cofinanciering door de aanvrager van tenminste 50 %. Dit mag ook vrijwillige inzet zijn.

  • 5.

    Er is sprake van een subsidieplafond. Beoordeling vindt plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van aanvragen.

Inhoudelijk:

  • 6.

    Eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van inwoners, groepen inwoners, ondernemers en verenigingen staan centraal. Deze eigen kracht en inzet gaan tot stand komen, deels door stimulering, deels doordat de gemeente sommige zaken niet meer doet. Voor activiteiten die de eigen kracht bevorderen, is per activiteit maximaal € 750,- beschikbaar.

  • 7.

    Preventieve voorzieningen kunnen ondersteund worden als daarmee duurdere voorzieningen in een later stadium (langer) buiten beeld kunnen blijven.

  • 8.

    Kleinschalige maatschappelijke initiatieven van jeugd en jongeren zelf worden waar mogelijk en waar nodig tijdelijk financieel ondersteund middels cofinanciering. Maximaal bedrag per initiatief: € 750,-.

  • 9.

    Kleinschalige initiatieven van inwoners qua gezondheid/bewegen worden waar mogelijk en waar nodig tijdelijk financieel ondersteund middels cofinanciering. Maximaal bedrag per initiatief: € 750,-.

  • 10.

    Incidentele initiatieven van inwoners, ondernemers en verenigingen op het gebied van (gebieds)promotie en toerisme worden waar mogelijk en waar nodig tijdelijk financieel ondersteund middels cofinanciering. Maximaal bedrag per initiatief:

    € 1000,-.

  • 11.

    Jaarlijks terugkerende initiatieven van inwoners op het terrein van toerisme worden waar mogelijk en waar nodig tijdelijk financieel ondersteund middels cofinanciering. Maximaal bedrag per initiatief: € 3000,-.

  • 12.

    Initiatieven op leefgebiedsniveau (de gemeente kent een indeling in vier leefgebieden) verdienen de voorkeur (dus voorkeur voor dorps-overstijgend en in onderlinge samenwerking).

  • 13.

    Maximaal één voorziening van een bepaalde soort per leefgebied komt voor ondersteuning in aanmerking. Een aanwezige voorziening in een ‘gebruikelijk leefgebied’ buiten de gemeentegrenzen geldt als een voorziening die aanwezig is: zo weinig mogelijk doublures en zeker geen nieuwe. (De dorpshuisvoorziening uitgezonderd.)

  • 14.

    Nieuwe initiatieven - groot of klein en betreffende alle vier categorieën - moeten om voor afweging en positieve beoordeling in aanmerking te komen, een duidelijke toegevoegde waarde hebben ten opzichte van bestaand instrumentarium.

Nieuwe aanvragen die hoger zijn dan genoemde maximumbedragen, zijn altijd bespreekbaar en kunnen soms gehonoreerd worden omdat ze een toegevoegde waarde hebben in de bestaande bekostiging van maatschappelijke doelstellingen. Het is aan het college (binnen bestaande budgetten) of de gemeenteraad (budget voor nieuw beleid) om daar een besluit over te nemen.

Daarnaast kan de gemeente soms ook anderszins bijdragen. Bijvoorbeeld door middel van facilitering of door verwijzing/begeleiding richting relevante fondsen.

Overzicht van budgetten voor 2016 (subsidieplafond)

Pijler

Jaarlijkse subsidie

Jaarlijks werkbudget

Beschikbaar flexibel subsidiebudget

1. Eigen kracht

Schoon, heel en veilig: € 20.000,-

Herdenkingen:

€ 2.000,-

€ 23.000,-

2. Basisstructuur

Speeltuinen:

€ 10.000

3. Kennismaking & preventie

€ 23.000,-

4. Promotie

Cultuur en sport

-activiteiten

Hunzecommissie:

€ 20.000

€ 24.750,-

Totalen:

€ 15.250,-

€ 52.000,-

€ 70.750,-