Regeling vervallen per 01-01-2023

Controleverordening Regio Gooi en Vechtstreek 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2022

Intitulé

Controleverordening Regio Gooi en Vechtstreek 2018

Het algemeen bestuur van de Regio Gooi en Vechtstreek;

- gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur nr. 17.0009991

- gelet op hoofdstuk 8 van de Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek

Besluit:

  • Vast te stellen de Controleverordening Regio Gooi en Vechtstreek 2018 (nr. 17.0009637) en in werking te laten treden met ingang van 1 januari 2018

  • In te trekken de Controleverordening Gewest Gooi en Vechtstreek 2015 vastgesteld door het algemeen bestuur op 12 november 2014 (nr. 14.0006893) met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag van het begrotingsjaar 2017

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • Accountant: een door het algemeen bestuur benoemde registeraccountant of accountant-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingsregister (als bedoeld in het derde lid van artikel 36, Wet op de Accountant-Administratieconsulenten of een organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken, belast met de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening.

  • Accountantscontrole de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening uitgevoerd door een door het algemeen bestuur benoemde accountant van:

    • -

      het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde lasten en baten en de grootte en samenstelling van het vermogen;

    • -

      het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties;

    • -

      het in overeenstemming zijn van de door het bestuur te stellen regels bedoeld in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;

    • -

      de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken waarbij de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van artikel 213, zesde lid, Gemeentewet in acht worden genomen.

  • Rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole: het overeenstemmen van het tot stand komen van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan met de relevante wet- en regelgeving, zoals bedoeld in het Besluit accountantscontrole decentrale overheden.

  • Deelverantwoording: een in opdracht van het algemeen bestuur ten behoeve van de verslaglegging opgestelde verantwoording van een afzonderlijk onderdeel van de taakstelling van de Regio, welke verantwoordingonderdeel uit maakt van de jaarrekening.

Artikel 2 Opdrachtverlening accountantscontrole

  • 1. De accountantscontrole wordt opgedragen aan een door het algemeen bestuur te benoemen accountant. De benoeming van de accountant geschiedt voor een periode van maximaal acht jaar.

  • 2. Het dagelijks bestuur bereidt in overleg met het algemeen bestuur de aanbesteding van de accountantscontrole voor.

  • 3. Het algemeen bestuur stelt voor de aanbesteding van de accountantscontrole het programma van eisen vast. In het programma van eisen worden voor de jaarlijkse accountantscontrole opgenomen:

    • De volgens het Besluit accountantscontrole decentrale overheden toe te passen toleranties bij de controle van de jaarrekening;

    • De apart te controleren deelverantwoordingen en afwijkende rapporteringstoleranties;

    • De inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen;

    • De eventueel aanvullende uit te voeren tussentijdse controles;

    • De frequentie en inrichtingseisen van de aanvullende tussentijdse rapportering en voor ieder afzonderlijk te controleren begrotingsjaar;

    • De producten en of organisatie onderdelen met bijbehorende afwijkende rapporteringstoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden.

  • 4. In afwijking van voorgaande lid kan het algemeen bestuur in het programma van eisen opnemen dat jaarlijks - voorafgaande aan de accountantscontrole - in overleg met de accountant door het algemeen bestuur wordt vastgesteld op welke posten van de jaarrekening, op welke deelverantwoordingen en/of producten in de controle specifiek aandacht wordt besteed en welke rapporteringstoleranties daarbij worden gehanteerd.

  • 5. Bij aanbesteding van de accountantscontrole stelt het algemeen bestuur vooraf met het oog op de selectie van de accountant de selectiecriteria en per selectiecriterium de bijbehorende weging vast.

Artikel 3 Informatieverstrekking door het dagelijks bestuur

  • 1. Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform de geldende interne en externe wet- en regelgeving en overlegt deze aan de accountant voor controle.

  • 2. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende verordeningen, nota’s, besluiten, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen en goed toegankelijk zijn.

  • 3. Bij de jaarrekening bevestigt het dagelijks bestuur schriftelijk aan de accountant, dat alle bekende informatie -van belang voor de oordeelsvorming van de accountant- is verstrekt.

  • 4. Het dagelijks bestuur stelt de jaarrekening op en verzendt deze conform artikel 34b Wgr. vóór 15 april als voorlopige jaarrekening ter kennisname aan het algemeen bestuur en de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 5. Het algemeen bestuur stelt de gecontroleerde jaarrekening met de controleverklaring vast in de vergadering waarin de begroting wordt vastgesteld doch uiterlijk op 13 juli van het jaar volgend op het verslagjaar.

  • 6. Alle informatie die na afgifte van de accountantsverklaring en voor de vaststelling van de jaarrekening in het algemeen bestuur beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt direct door het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur en de aan de accountant gemeld.

  • 7. De vastgestelde jaarrekening wordt met accountantsverklaring vóór 15 juli van het jaar volgend op het verslagjaar toegezonden aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland.

Artikel 4 Inrichting accountantscontrole

  • 1. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.

  • 2. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren.

Artikel 5 Toegang tot informatie

  • 1. De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden, waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de Regio.

  • 2. De accountant is bevoegd om van alle medewerkers mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking verlenen.

  • 3. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de accountant alle informatie wordt verstrekt, op dat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten, balansmutaties en het gevoerd beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie.

Artikel 6 Overige controles en opdrachten

  • 1. Het dagelijks bestuur kan de door het algemeen bestuur benoemde accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door het dagelijks bestuur gevoerde bestuur, voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur vooraf over deze aan de accountant te verstrekken opdrachten.

  • 2. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de uitvoering van taken die wordt ondersteund met doeluitkeringen of subsidieregelingen plaatsvindt volgens de eisen van rechtmatigheid van de desbetreffende regelingen en instanties. Het dagelijks bestuur is voor de controle van de rechtmatige besteding van specifieke uitkeringen bevoegd de opdracht te verlenen aan een andere dan de door het algemeen bestuur benoemde accountant, indien dit in het belang van de Regio is.

  • 3. Het dagelijks bestuur draagt de zorg voor de wettelijk voorgeschreven verantwoording aan derden (Belastingdienst, ABP, Sociale Verzekeringsbank, CBS etc.) en neemt hierbij de gestelde controle-eisen in acht. Indien een deel van deze vereisten moet worden uitgevoerd door een accountant, is het dagelijks bestuur bevoegd hiervoor de opdracht te verlenen aan een andere dan de door het algemeen bestuur benoemde accountant, indien dit in het belang van de Regio is.

Artikel 7 Rapportering

  • 1. Indien de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, draagt hij deze terstond aan het dagelijks bestuur voor ter correctie .

  • 2. Indien het dagelijks bestuur de geconstateerde afwijkingen niet wenst dan wel niet meer kan herstellen meldt het dagelijks bestuur dit terstond schriftelijk aan het algemeen bestuur. Niet tegenstaande de verantwoordelijkheid van de accountant meldt deze de geconstateerde afwijkingen schriftelijk aan het algemeen bestuur indien de accountant constateert dat een dergelijke melding door het dagelijks bestuur achterwege is gebleven en zendt een afschrift hiervan aan het dagelijks bestuur.

  • 3. In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde (deel)controles verslag uit over zijn bevindingen van niet van bestuurlijk belang aan de directie (managementletter).

  • 4. De accountant legt de controleverklaring en het verslag van bevindingen voor de verzending aan het algemeen bestuur, voor aan het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur krijgt de mogelijkheid om op deze stukken te reageren.

  • 5. De accountant bespreekt, voorafgaand aan de behandeling van de jaarstukken door het algemeen bestuur, het verslag van bevindingen, met het algemeen bestuur of een afvaardiging daarvan.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

  • 2. Met inwerkingtreding ingetrokken de controleverordening Regio Gooi en Vechtstreek 2015 die werd vastgesteld door het algemeen bestuur op 12 november 2014 (nr. 14.0006893), met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar 2017.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Controleverordening Regio Gooi en Vechtstreek 2018”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering op 7 december 2017,

J.J.Bakker
Secretaris
P.I.Broertjes
Voorzitter

Toelichting

Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole

Na afloop van ieder begrotingsjaar moet het dagelijks bestuur verantwoording afleggen aan het algemeen bestuur over het gevoerde bestuur door overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag. Voor het overleggen van deze stukken aan het algemeen bestuur moeten de jaarrekening door een bevoegd accountant zijn gecontroleerd. De accountant controleert de jaarrekening in opdracht van het algemeen bestuur. Het is dan ook het algemeen bestuur, die de accountant aanwijst. Het algemeen bestuur is echter niet het bestuursorgaan, dat de overeenkomst met de accountant ondertekent. Het is de voorzitter die de overeenkomst voor de accountantscontrole met de accountant moet sluiten. De voorzitter vertegenwoordigt de Regio in en buiten rechte.

Een bevoegd accountant voor de controle van de jaarrekening is een registeraccountant, een accountant-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingsregister als bedoeld in het derde lid van artikel 36 Wet op de Accountant-Administratieconsulenten of een organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken.

Artikel 2 van de verordening regelt de opdrachtverlening van de accountantscontrole van de jaarrekening.

Het eerste lid legt de maximale periode van de verbintenis met de accountant voor de controle van de jaarrekening vast.

Het tweede lid regelt dat het dagelijks bestuur verantwoordelijk is voor de uitvoering van de aanbesteding van de accountantscontrole van de jaarrekening.

De periode van de verbintenis met de accountant uit het eerste lid impliceert niet dat daarna van accountant wordt gewisseld. De accountant maakt bij de nieuwe aanbesteding wederom kans op de opdracht.

Voor de accountantscontrole geldt het Besluit accountantscontrole decentrale overheden geldend vanaf 25 december 2013 dat krachtens het zesde lid van artikel 213 Gemeentewet door de minister is vastgesteld. Het Besluit accountantscontrole decentrale overheden bevat onder andere regels voor de omvangsbases en goedkeuringstoleranties voor de accountantsverklaring en de rapporteringstoleranties voor het verslag van bevindingen.

In het derde lid van artikel 2 wordt invulling gegeven aan het gebruik van de mogelijkheden van het algemeen bestuur tot de nadere bepaling van de toleranties. Ze moeten al bij de aanbesteding van de accountantscontrole worden bepaald en zodoende worden opgenomen in het programma van eisen. Een aanscherping van de eisen door het algemeen bestuur zal in veel gevallen leiden tot een hogere prijsstelling door de accountant(s). Daarnaast zijn onder dit lid aanvullende zaken opgenomen over eisen die het algemeen besuur kan stellen aan de werkzaamheden van de accountant, zoals aanvullende inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen en aanvullende extra rapportages en controles.

Mogelijk zal het algemeen bestuur de onderdelen van de jaarrekening, de onderdelen van deelverantwoordingen en organisatieonderdelen jaar op jaar willen vaststellen. Het algemeen bestuur kan daarmee rekening houden met gewijzigde omstandigheden. Hierin voorziet het vierde lid van artikel 2. Het is raadzaam om ook hierover bepalingen in het programma van eisen bij de aanbesteding en opdrachtverlening op te nemen.

Voor de keuze van de procedure van aanbesteding is van belang de beoogde contractduur te vermenigvuldigen met de gemiddelde jaarlijkse kosten van accountantscontrole. Het algemeen bestuur is het bestuursorgaan, dat de accountant aanwijst en dus de selectiecriteria en de bijbehorende wegingsfactoren moet vaststellen. Dit wordt geregeld in het vijfde lid van artikel 2.

Artikel 3. Informatieverstrekking door het dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening en het jaarverslag. Ten opzichte van het algemeen bestuur is het dagelijk bestuur ook verantwoordelijk voor de samenstelling van eventuele door het algemeen bestuur geëiste deelverantwoordingen. Artikel 3 van de verordening regelt de verplichtingen van het dagelijks bestuur voor de verstrekking van de achterliggende informatie aan de accountant. Voor de controle van de jaarrekening doet de accountant onderzoek naar de achterliggende bescheiden. Het tweede lid draagt het dagelijks bestuur op deze achterliggende bescheiden goed toegankelijk ter inzage aan de accountant beschikbaar te stellen.

Het derde lid is een optioneel lid. Het verplicht het dagelijks bestuur een verklaring af te geven aan de accountant, waarin het dagelijks bestuur verklaart geen informatie die van belang is voor de beoordeling van de jaarrekening, te hebben achtergehouden. De verklaring wordt ook wel een LOR (Letter Of Representation) genoemd. Hoewel het een algemeen gebruik is, is het geen wettelijke verplichting, dat het dagelijks bestuur een dergelijke verklaring verstrekt.

In het vierde lid wordt op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (artikel 34b Wgr) de uiterlijke datum van 14 april aan het dagelijks bestuur gesteld voor de toezending van de voorlopige jaarrekening ter kennisneming aan het algemeen bestuur en de gemeenteraden. De functie hiervan is dat de colleges en de gemeenteraden bij het uitbrengen van een zienswijze op de ontwerpbegroting voor volgend jaar inzicht hebben in de resultaten van het voorgaande verslagjaar.

Het is niet mogelijk om vóór 15 april al een controleverklaring en eventuele deelverklaring(en) af te geven. Voorafgaand aan de verzending van de voorlopige jaarstukken kan de accountant al wel de voorlopige bevindingen inbrengen bij het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur in het overleg dat jaarlijks vóór 15 april plaatsivndt.

De gecontroleerde jaarrekening komt ter vaststelling aan het algemeen bestuur uiterlijk juni naar buiten bij de aanlevering van de agenda en stukken voor de algemeen bestuursvergadering van begin juli.

De jaarrekening moet binnen twee weken na vaststelling - in elk geval vóór 15 juli - worden toegezonden aan Gedeputeerde Staten (artikel 200 Gemeentewet). Vaststelling van de jaarrekening en de bestemming van het resultaat alsmede de vaststelling van de begroting vinden in dezelfde openbare vergadering van het algemeen bestuur van begin juli plaats.

Het zesde lid van het artikel gebiedt het dagelijks bestuur alle informatie die van invloed is op het beeld van de jaarrekening en pas na de afgifte van de accountantsverklaring, maar nog vóór de vaststelling van de jaarrekening door het algemeen bestuur’, aan het dagelijks bestuur bekend is geworden, terstond te melden aan het algemeen bestuur en de accountant. Het sluit verrassingen tijdens de behandeling in de vergadering van het algemeen bestuur uit.

Artikel 4. Uitvoering controle

Artikel 4 van de verordening regelt de bevoegdheidsverdeling tussen de accountant en het dagelijks bestuur ten aanzien van de inrichting van de accountantscontrole. De accountant is leidend ten aanzien van de inrichting van de accountantscontrole. Hij mag zelfs onaangekondigd controles uitvoeren. Het dagelijks bestuur is hierin volgend. Wel moet er ter bevordering van een soepele accountantscontrole periodiek overleg worden gevoerd tussen de accountant en de verschillende vertegenwoordigers van de Regio. Ook is uitwisseling van informatie gewenst over specifieke aandachtsgebieden bij de accountantscontrole.

Ter bevordering van een doelmatige en doeltreffende accountantscontrole , vindt jaarlijks afstemming plaats tussen de accountant en een vertegenwoordiger van het dagelijks bestuur in aanwezigheid van de algemeen directeur en de concerncontroller.

Artikel 5. Toegang tot informatie

In het vorige artikel is geregeld dat de accountant leidend is voor wat betreft de inrichting vande accountantscontrole. Om een goede controle uit te voeren moet hij/zij echter ook onbelemmerd onderzoek kunnen doen. Artikel 5 van de verordening kent de bevoegdheid om onbelemmerd onderzoek te doen toe aan de accountant. Dit natuurlijk met in achtneming van de afspraken met het algemeen bestuur, zoals neergelegd in het programma van eisen bij de aanbesteding. Het artikel legt aan het dagelijks bestuur de plicht op om ervoor te zorgen, dat de accountant een onbelemmerde toegang heeft tot alle burelen van de Regio en dat de ambtenaren van de Regio volledig meedewerking verlenen aan de accountantscontrole.

Artikel 6. Overige controles en opdrachten

Naast de controle van de jaarrekening zijn er meer werkzaamheden binnen de Regio die de inzet van een accountant (kunnen) vereisen. Zo eisen ministeries voor de verantwoording over de uitvoeringvan de medebewindstaken door samenwerkende gemeenten (specifieke uitkeringen) vaak een aparte accountantsverklaring. De deelnemende gemeenten verkrijgen via de eenheid inkoop en contractbeheer van de Regio de accountantsverklaringen over de rechtmatigheid van de bestedingen van de gemeentelijke budgetten door regionaal gecontracteerde zorgverleners. De aanwijzing van de accountant voor onder andere dit soort accountantscontroles is een bevoegdheid van het dagelijks bestuur. Ook kan het dagelijks bestuur besluiten om advieswerkzaamheden uit te besteden aan de door het algemeen bestuur benoemde accountant. Het betreft hier vanzelfsprekend advieswerkzaamheden die samenhangen met de natuurlijke adviesfunctie van de accountant die de onafhankelijkheid van de accountant niet in gevaar brengen.

Het eerste lid van artikel 6 van de verordening regelt hoe het dagelijks bestuur moet omgaan met de uitbesteding van "advieswerkzaamheden", zoals de verbetering van de administratieve organisatie, aan de door het algemeen bestuur benoemde accountant. Door deze werkzaamheden te gunnen aan de door het algemeen bestuur benoemde accountant kan de onafhankelijkheid en daarmee de integriteit van de accountant ten aanzien van zijn controlewerkzaamheden voor het algemeen bestuur in het geding komen. Op de loer liggende belangenverstrengeling tussen dagelijks bestuur en accountant. Dit kan mogelijk een weerslag hebben op de kwaliteit van de controle van de jaarrekening. Hetzelfde geldt voor die gevallen waarbij de accountant bij de accountantscontrole zijn eigen werk moet controleren. Het lid bepaalt, dat het dagelijks bestuur voor advieswerkzaamheden, zoals bijvoorbeeld op het gebied van de bestuurlijke informatieverzorging of de rechtmatigheid, de door het algemeen bestuur benoemde accountant kan inschakelen. Indien het dagelijks bestuur dit voornemen heeft, dient het algemeen bestuur hierover vooraf te worden geïnformeerd. Dit biedt het algemeen bestuur de mogelijkheid om over de desbetreffende uitbesteding van werkzaamheden een oordeel te vormen en eventuele bedenkingen aan het dagelijks bestuur kenbaar te maken.

Het tweede en het derde lid regelen dat het dagelijks bestuur voor de overige controlewerkzaamheden in het algemeen de door het algemeen bestuur benoemde accountant inschakelt. Het dagelijks bestuur mag hiervan afwijken indien dit in het belang van de Regio is. De accountant die de jaarrekening controleert, is vaak beter bekend met de administraties van de verschillende eenheden van de Regio. Daarbij kunnen controles van de jaarrekening en controles van specifieke opgedragen gemeentelijke taken tegelijkertijd door één accountant worden uitgevoerd (single audit). Dit levert een aanzienlijke besparing op. In bepaalde gevallen is inschakeling van een andere accountant raadzaam en soms zelfs onoverkomelijk. De reden hiervoor kan van prijstechnische aard zijn, maar ook van bijvoorbeeld organisatorische aard. Zo kunnen voor de controlewerkzaamheden van gemeenschappelijke activiteiten van de Regio met gemeenten en instellingen de accountantscontrole hiervan door de accountants van de desbetreffende gemeenten of (volgens leveringscontract door) de instellingen worden uitgevoerd. De verordening regelt dat het dagelijks bestuur in deze gevallen vrij is in de keuze van de accountant die de controleverklaring aanlevert.

Artikel 7. Rapportering

Het derde en vierde lid van artikel 213 Gemeentewet regelt de rapportering en de inhoud daarvan van de accountant aan het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. Aanvullend daarop kan het algemeen bestuur in het programma van eisen bij de aanbesteding aanvullende inhoudelijke eisen stellen, maar ook aanvullende rapporteringen van de accountant verlangen.

Artikel 7 regelt aanvullende zaken over de rapportering op grond van de door de accountant uitgevoerde controles. Zaken die dan natuurlijk wel in het programma van eisen bij de aanbesteding moeten worden geregeld.

Naast de uiteindelijke eindcontrole van de jaarrekening verricht de accountant meestal meerdere controles. Dit kunnen door het algemeen bestuur in het programma van eisen van de aanbesteding opgenomen tussentijdse controles zijn.

Het eerste lid van artikel 7 regelt, dat het college in elk geval bij geconstateerde afwijkingen door de accountant, die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening, een afschrift krijgt van de schriftelijke mededeling hierover aan het algemeen bestuur. Dit opdat het college (in overleg met het algemeen bestuur en de accountant) mogelijk nog tijdig maatregelen tot herstel kan treffen.

Het derde lid van artikel 7 regelt, dat het management een rapportage krijgt van de door de accountant uitgevoerde (deel)controles. In deze rapportage worden kleine afwijkingen en tekortkomingen die niet leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring en niet van bestuurlijk belang zijn, aan het management meegedeeld. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld opmerkingen over (kleine) rubriceringfouten en (kleine) onvolkomenheden in de administratieve organisatie, welke eenvoudig in onderling overleg met het management van de gemeente kunnen worden opgelost. Het management kan op grond van de rapportage actie ondernemen voor herstel van de afwijkingen en onvolkomenheden.

Voorts is in het artikel een lid opgenomen voor de procedure van hoor en wederhoor. De constateringen in het verslag van bevindingen worden voorafgaand aan verzending van de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen aan het algemeen bestuur door de accountant besproken met het dagelijks bestuur. Het geeft het dagelijks bestuur de mogelijkheid kanttekeningen te plaatsen bij de constateringen in het (concept)verslag van bevindingen.

In het vijfde lid van dit artikel is opgenomen, dat de accountant zijn verslag van bevindingen aan het algemeen bestuur in de vergadering mondeling toelicht.

Artikel 8. Inwerkingtreding en overgangsrecht

Met inwerkingtreding per 1 januari 2018 wordt ingetrokken de controleverordening Regio Gooi en Vechtstreek 2015 die werd vastgesteld door het algemeen bestuur op 12 november 2014 met kenmerk nr. 14.0006893. Als overgangsrecht blijft deze verordening van toepassing op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het voorafgaande begrotingsjaar.

De nieuwe verordening (artikel 213 Gemeentewet) moet binnen twee weken na vaststelling door het algemeen bestuur naar gedeputeerde staten worden verzonden (artikel 214 Gemeentewet).

Artikel 9. Citeertitel

In dit artikel wordt de naam gegeven waarmee in regionale stukken naar deze verordening kan worden verwezen.