Regeling vervallen per 01-01-2024

Mandaatbesluit gemeente Arnhem ODRA - 2013

Geldend van 14-03-2023 t/m 31-12-2023

Intitulé

Mandaatbesluit gemeente Arnhem ODRA - 2013

Besluit van:

22 oktober 2013

Registratienummer:

Zaaknummer:  2013-10-01024

Documentnummer:  2013.0.103.996

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Arnhem, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht, en gelet op de vorming van de Omgevingsdienst Regio Arnhem (verder te noemen: ODRA) per iapril 2013;

b e s l u it e n :

de navolgende regels vast te stellen met betrekking tot mandaat aan: de directeur van de ODRA;

Artikel 1 Begripsomschrijving

In dit besluit wordt verstaan onder:

Mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;

Delegatie: het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent;

Wettelijk voorschrift: wettelijk voorschrift, zoals dit luidt op de dag waarop dit besluit in werking treedt of zoals dit wettelijk voorschrift na wijziging zal komen te luiden;

Portefeuillehouder: het lid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem dat in het bijzonder is belast met de zorg voor één of meer onderdelen van het gemeentelijk bestuur, zoals deze aan het college is opgedragen;

Artikel 2 Algemeen mandaat aan de algemeen directeur.

  • i. De uitoefening van de navolgende bevoegdheden die het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester bij of krachtens wettelijk voorschrift of delegatie toekomen, wordt opgedragen aan de algemeen directeur - voor zover het betreft de aan ODRA opgedragen taken.

    Algemeen

    i.

    Het verrichten van feitelijke handelingen ter voorbereiding en uitvoering van aan de ODRA opgedragen taken.

    2.

    Het verstrekken van bevestiqinqen en bewijzen van ontvançist.

    3.

    Het doorzenden van geschriften als bedoeld in artikel 2:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

    4.

    Het doen van openbare bekendmakingen en het doen van kennisgevingen en mededelingen van voorgenomen en genomen beslissingen en van voorgenomen en verrichte andere handelingen.

    5. 

    Het aanwijzen van een contactpersoon, die zorgdraagt voor het registreren van medewerkers, die elektronische (officiële) bekendmakingen bij de Staatscourant en andere media aanleveren.

    6.

    Het nemen van besluiten inzake het vernietigen, het uitlenen, het geven van inzage en het overdragen van archiefbescheiden als bedoeld in de Archiefwet.

      

    Bestuursrechtelijke rechtshandelingen

     

    1.

    Het inwinnen van advies als bedoeld in afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht

    2.

    Het besluiten tot het toepassen van en het uitvoeren van de uniforme openbare voorbereidinqsprocedure  als bedoeld in afdelinq 3.4 van de Alqemene wet bestuursrecht.

    3.

    Het horen van een aanvrager en belanghebbenden als bedoeld in afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht (De voorbereiding)

    4.

    .De uitoefening van bevoegdheden als bestuursorgaan bij of krachtens afdeling 4.1.3 van de

    Algemene wet bestuursrecht (Beslistermijn)

    5.

    Het vaststellen van formulieren als bedoeld in artikel 4:4 van de Algemene wet bestuursrecht voor het indienen van aanvraqen en het verstrekken van qeqevens.

    6.

    Het nemen van beslissingen omtrent het niet behandelen van aanvragen als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

    7.

    Het opleggen en intrekken van een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom, alsmede het uitoefenen van de overige bevoegdheden op grond van Titel 5.3 (Herstelsancties) en van de bevoeqdheden op grond van Titel 5.4 (Bestuurlijke boete) van de Algemene wet bestuursrecht.

     

    Omgevingsvergunningen en handhaving

     

    Ruimtelijke ordening

    1

    Het uitoefenen van de aan het college toegekende bevoegdheden bij of krachtens de Wet

    ruimtelijke ordening, met uitzondering van artikel 6.1 t/m 6.4 en 6.5 t/m 6.16 van deze wet.

    2

    Het uitoefenen van bevoegdheden toegekend bij of krachtens de leefmilieuverordening als bedoeld in de Wet op de dorps- en stadsvernieuwinq.

     

    Bouwen en wonen

    1

    Het uitoefenen van de bevoegdheden gesteld bij of krachtens de Bouwverordening qemeente Arnhem.

    2

    Het uitoefenen van de bevoegdheden bij of krachtens het Bouwbesluit.

    3

    a. het nemen van besluiten op grond van hoofdstuk 3 van de Huisvestingsverordening gemeente Arnhem 2020;

    b.het nemen van besluiten op grond van artikel 21 van de Huisvestingsverordening gemeente Arnhem 2020, voor zover het betreft het opleggen van een bestuurlijke boete voor overtreding van het verbod, bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014.

    3a

    Het voeren van bestuursrechtelijke handhaving als bedoeld in de hoofdstukken I tot en met III van de Woningwet voor wat betreft de verplichting voor kantoren om te beschikken over minimaal energielabel C op grond van artikel 5.11 van het Bouwbesluit 2012.

    4

    Het nemen van besluiten inzake huur en verhuur van leegstaande woningen en gebouwen op grond van hoofdstuk V van de Leegstandwet.

    5

    Het nemen van besluiten inzake de vordering en toewijzing van woonruimte op grond van

    hoofdstuk IV van de Huisvestingswet.

    6

    Medewerkers die bevoegd zijn tot het opmaken van processen verbaal van constatering,

    zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder b van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen,  aan te wijzen

    7

    Medewerkers die bevoegd zijn tot het opmaken van schriftelijke verklaringen, strekkende

    tot het signaleren van een wijziging in de feitelijke situatie die van invloed is op een of meer in de gebouwenregistratie opgenomen gegevens en die niet voortvloeit uit een krachtens

    de Wet basisregistraties adressen en gebouwen aangewezen brondocument, aan te

    wijzen

    8

    Het nemen van besluiten op grond van de Verordening naamgeving en nummering, met uitzonderinçi van de bevoeçidheid als bedoeld in artikel 2 van deze verordeninçi.

    9

    Het uitoefenen van de bevoegdheden bij of krachtens de hoofdstukken 111 en IV van de Woningwet en de daarmee samenhangende toepassingen van artikel 15 tot en met 19a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening zoals deze gold voor de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening op 1 juli 2008, waaronder  het aanvragen van verklaringen

    van geen bezwaar.

    10

    Het uitvoering geven aan de meldingsplicht als bedoeld in artikel 5.9.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor gemeente Arnhem.

     

    Wabo

    1

    Het uitoefenen van bevoegdheden toegekend bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

     

     

    Monumentenzorg

    1

    Het beslissen op aanvragen om wijzigingsvergunningen  op grond van de Monumentenwet en de çiemeentelijke Erfçioedverordeninq.

     

    Milieu

    1

    Het uitoefenen van de bevoegdheden als bevoegd gezag bij of krachtens de Wet milieubeheer en de Wet çieluidhinder

    2

    Het uitoefenen van de bevoegdheden als bevoegd gezag bij of krachtens het Vuurwerkbesluit.

    3

    Het uitoefenen van de bevoegdheden als bevoegd gezag bij of krachtens het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit).

    4

    Het uitoefenen van de bevoegdheden als bevoegd gezag bij of krachtens het Besluit lozen

    buiten inrichtingen.

    5

    Het uitoefenen van de bevoegdheden als bevoegd gezag bij of krachtens het Besluit geluidhinder

    6

    Het uitoefenen van de handhavende bevoegdheden bij of krachtens de Wet bodembescherming en het Besluit bodemkwaliteit

  • 2. De functionaris als bedoeld in het eerste lid van dit artikel kan de aan hem gemandateerde bevoegdheden opdragen aan de door hem aan te wijzen en onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen. Hij kan de betreffende personen daartoe instructies geven.

Artikel 3 Uitoefening van het mandaat

Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 2 van dit besluit wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wettelijk voorschrift, beleidsregel, circulaire, aanwijzing en richtlijn van daartoe bevoegde wetgevende organen en bestuursorganen in acht genomen.

Artikel 4 Instructies voor de gemandateerde

  • 1.

    Indien zich naar het oordeel van een gemandateerde als bedoeld in de artikel 2 van dit besluit één of meer van de navolgende gevallen voordoet, overlegt de gemandateerde de zaak met de betrokken portefeuillehouder, alvorens een besluit te nemen:

    • A.

      de te nemen beslissing wijkt af van bestaand beleid, richtlijnen of voorschriften;

    • B.

      uit de te nemen beslissing kunnen niet voorziene financiële of andere belangrijke consequenties voortvloeien;

    • C.

      tijdens de voorbereiding van het besluit komt naar voren dat de te nemen beslissing bestuurlijk of maatschappelijk gevoelig ligt. Onder bestuurlijk of maatschappelijk gevoelige beslissingen worden in ieder geval verstaan beslissingen over grootschalige evenementen;

    • D.

      het betreft een stuk, gericht aan de Kroon, ministers, staatssecretarissen, de Raad van State, de Nationale ombudsman, de commissaris van de Koning en gedeputeerde staten, dat geen routinematig karakter heeft.

  • 2.

    De uitgaande stukken worden als volgt ondertekend:

    Het college van burgemeester en wethouders van Arnhem, namens het college,

    gevolgd door de handtekening, de naam en daaronder de functieaanduiding van de functionaris

    of

    De burgemeester van Arnhem, namens deze,

    gevolgd door de handtekening, de naam en daaronder de functieaanduiding van de functionaris.

Artikel 5 Slotbepaling

  • 1. Dit besluit kan worden aangehaald als 'Mandaatbesluit gemeente Arnhem - ODRA 2013'.

  • 2. Dit besluit treedt in werking op de dag na die waarop deze wordt bekendgemaakt en werkt . terug tot 1 april 2013

Ondertekening

Arnhem, .
Burgemeester en Wethouders van Arnhem,
de secretaris de b.J;l emeeste:
H. Kaiser
Publicatie Arnhemse Koerier