Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR47507
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR47507/1
Beleidsregels head-, smart- en growshops
Geldend van 03-09-2007 t/m heden
Intitulé
Beleidsregels head-, smart- en growshopsBeleidsregels head-, smart- en growshops
Om de aantasting van de openbare orde en/of de negatieve beïnvloeding van het woon- en leefklimaat door de exploitatie van head-, smart- en growshops te voorkomen is een vergunningstelsel voor deze winkels in het leven geroepen. Het betreft winkels die in hoofdzaak of als belangrijke nevenactiviteit producten verkopen die omschreven kunnen worden als hallucinerende middelen (paddo’s en ecodrugs), die niet verboden zijn op grond van de Opiumwet, of die dienst (kunnen) doen voor het gebruik of de productie van cannabis.
Dit vergunningstelsel (op grond van de APV Hulst 2004) houdt in dat iedere ondernemer van een head-, smart- of growshop dient te beschikken over een door de burgemeester verleende exploitatievergunning. Bedrijven die op datum van invoering van het vergunningstel (28 juni 2007) bestaan, beschikken op grond van de overgangsregeling over een tijdelijke vergunning voor de duur van drie maanden. Deze ondernemers dienen wel vóór 28 september 2007 een vergunning aan te vragen. Vragen deze ondernemers niet tijdig een vergunning aan dan vervalt de tijdelijke vergunning en dient de winkel gesloten te worden.
In verband met het door de raad vastgestelde maximum aantal growshops c.a., zal na 1 januari 2010 geen nieuwe exploitatievergunning meer worden verleend als dit betekent dat hiermee het aantal van twee shops wordt overschreden.
De burgemeester stelt verder met betrekking tot de hem toekomende bevoegdheid in dit verband de volgende beleidsregels vast :
- 1.
In het belang van de openbare orde dient de afstand van een grows-, head- of smartshop tot een terrein waarop een school of jongerencentrum is gehuisvest ten minste 200 meter te bedragen. Deze regel is niet van toepassing op de inrichtingen die reeds worden geëxploiteerd op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregels.
- 2.
Indien in of vanuit een winkel verdovende middelen worden verhandeld of daartoe aanwezig zijn, zal – ongeacht of de exploitant / leidinggevende van de zaak daarbij betrokken is – daartegen streng opgetreden worden. Daarbij zal worden gehandeld overeenkomstig hetgeen in de ‘Nota Damoclesbeleid ‘ ter voorkoming en ter bestrijding van drugsoverlast ten aanzien van horeca-inrichtingen is opgenomen.
- 3.
Bij de beoordeling van een aanvraag om vergunning zal overeenkomstig de strekking van de gemeentelijke Beleidsnota Bibob, de aanvraag tevens ter beoordeling worden voorgelegd aan het landelijke bureau Bibob.
Hulst, 14 augustus 2007
De burgemeester van Hulst,
J.F. Mulder.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl