Verordening tegenprestatie Participatiewet Maasdriel 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m heden

Intitulé

Verordening tegenprestatie Participatiewet Maasdriel 2018

De raad van de gemeente Maasdriel;

gelezen het voorstel van het college van 19 september 2017;

gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet, artikel 37 lid 1 onder f van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 37 lid 1 onder f van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen,

b e s l u i t

vast te stellen de Verordening tegenprestatie Participatiewet Maasdriel 2018

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    grote afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs niet mogelijk binnen één jaar;

  • -

    korte afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs mogelijk binnen één jaar;

  • -

    mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt;

  • -

    belanghebbende: de persoon als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Participatiewet.

Hoofdstuk 2 De tegenprestatie naar vermogen

Artikel 2. Inhoud van een tegenprestatie

  • 1. Het college kan onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, die additioneel van aard zijn, inzetten als tegenprestatie voor zover die werkzaamheden:

    • a.

      naar zijn aard niet zijn gericht op toeleiding tot de arbeidsmarkt;

    • b.

      niet zijn bedoeld als re-integratie-instrument;

    • c.

      worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid in de organisatie waarin ze worden verricht; en

    • d.

      niet leiden tot verdringing.

  • 2. Het college stelt ter nadere uitvoering van deze verordening een beleidsplan vast waarin wordt vastgelegd welke werkzaamheden het college in ieder geval kan aanbieden en de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.

Artikel 3. Het opdragen van een tegenprestatie

  • 1. Het college kan een belanghebbende met een grote afstand tot de arbeidsmarkt een tegenprestatie opdragen.

  • 2. Het college kan een belanghebbende met een korte afstand tot de arbeidsmarkt uitsluitend een tegenprestatie opdragen indien bijzondere omstandigheden dat rechtvaardigen.

    Bij het opdragen van een tegenprestatie houdt het college rekening met de volgende factoren:

    • a.

      de tegenprestatie moet naar vermogen kunnen worden verricht door een belanghebbende;

    • b.

      de persoonlijke situatie en individuele omstandigheden van een belanghebbende moeten in aanmerking worden genomen;

    • c.

      de persoonlijke wensen en kwaliteiten van een belanghebbende moeten in overweging worden genomen;

    • d.

      als een belanghebbende al maatschappelijke activiteiten of vrijwilligerswerk verricht, moet daarmee rekening worden gehouden.

    • e.

      de tegenprestatie moet geen belemmering zijn voor scholing- of re- integratieactiviteiten.

Artikel 4. Duur en omvang van een tegenprestatie

  • 1. De tegenprestatie wordt opgedragen voor de duur van 12 maanden.

  • 2. Na de periode als genoemd in het eerste lid wordt de duur verlengd met 12 maanden, nadat het college heeft beoordeeld of de omstandigheden en situatie van de belanghebbende verder onveranderd zijn gebleven.

  • 3. De tegenprestatie wordt opgedragen voor maximaal acht 8 uren per week.

Artikel 5. Mantelzorg

Het college draagt geen tegenprestatie op indien een belanghebbende mantelzorg verricht voor zover het verrichten van mantelzorg naar het oordeel van het college redelijkerwijs noodzakelijk is en de te verlenen mantelzorg een belemmering vormt voor het verrichten van een tegenprestatie.

Artikel 6. Geen werkzaamheden voorhanden

Het college draagt geen tegenprestatie op indien geen werkzaamheden voorhanden zijn die kunnen worden ingezet als tegenprestatie.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 7. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt, na bekendmaking, in werking met ingang van 1 januari 2018.

  • 2. Op die datum vervalt de Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 zoals vastgesteld door het algemeen bestuur van de Sociale Dienst Bommelerwaard op 18 december 2014.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tegenprestatie Participatiewet Maasdriel 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 oktober 2017

De gemeenteraad voornoemd,

de griffier

mw. drs. H.P. van Ommeren

de voorzitter

H. van Kooten