Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012

Geldend van 01-07-2012 t/m 30-09-2012

Toeslagenverordening WWB 2012

kenmerk 98180

De raad van de gemeente Oldebroek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 april 2012;

gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

B E S L U I T :

vast te stellen de Toeslagenverordening WWB 2012 gemeente Oldebroek.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begrippen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de WWB

    • b.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van Oldebroek.

    • c.

      de raad: de gemeenteraad van Oldebroek.

    • d.

      de gezinsnorm: de norm voor een gezin waarvan alle meerderjarige gezinsleden jonger dan 65 jaar zijn zoals bedoeld in artikel 21 lid 1WWB.

    • e.

      woning: een woning zoals bedoeld in artikel 1 onderdeel j Wet op de huurtoeslag, alsmede een woonwagen of woonschip, zoals bedoeld in artikel 3 lid 6 WWB;

    • f.

      woonkosten:

      • I.

        indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs zoals bedoeld in artikel 1 onderdeel d Wet op de huurtoeslag;

      • II.

        indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand

        omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woningverschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud.

Artikel 2. Doelgroep

Deze verordening is uitsluitend van toepassing op belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar. In geval van een gezin gelden de bepalingen van deze verordening uitsluitend indien alle gezinsleden jonger dan 65 jaar zijn en ten minste twee gezinsleden 21 jaar of ouder.

Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de norm

Artikel 3. Toeslag alleenstaande (ouder)

1. De toeslag, zoals bedoeld in artikel 25 WWB, bedraagt:

  • a.

    20 procent van de gezinsnorm voor een belanghebbende in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft.

  • b.

    10 procent van de gezinsnorm voor belanghebbende die met één of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.

  • 2.

    Voor toepassing van dit artikel kunnen de noodzakelijke kosten van het bestaan in ieder geval in het geheel niet worden gedeeld met een inwonend studerend kind dat aanspraak maakt op studiefinanciering of een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en schoolkosten.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt de toeslag voor een alleenstaande van 21 jaar:

  • a.

    5 procent van de gezinsnorm indien in zijn woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft;

  • b.

    2 procent van de gezinsnorm indien hij met één of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt de toeslag voor een alleenstaande van 22 jaar:

  • a.

    10 procent van de gezinsnorm indien in zijn woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft;

  • b.

    5 procent van de gezinsnorm indien hij met één of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.

Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de norm

Artikel 4. Verlagen norm gezin

  • 1.

    De verlaging zoals bedoeld in artikel 26 WWB bedraagt 10 procent van de gezinsnorm voor belanghebbenden die met één of meer anderen hoofdverblijf in dezelfde woning hebben.

  • 2.

    Voor toepassing van dit artikel kunnen de noodzakelijke kosten van het bestaan in ieder geval in het geheel niet worden gedeeld met een inwonend studerend kind dat aanspraak maakt op studiefinanciering.

Artikel 5. Verlagen algemene bijstand wegens ontbreken woonkosten

De verlaging in verband met de woonsituatie zoals bedoeld in artikel 27 WWB bedraagt:

  • a.

    20 procent van de gezinsnorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen woonkosten zijn verbonden;

  • b.

    10 procent van de gezinsnorm indien geen woning wordt bewoond.

Artikel 6. Verlagen algemene bijstand schoolverlaters

  • 1.

    De verlaging voor schoolverlaters zoals bedoeld in artikel 28 WWB bedraagt 20 procent van de gezinsnorm gedurende 6 maanden, gerekend vanaf het tijdstip van de beëindiging van de aanspraak op studiefinanciering of tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten.

  • 2.

    Dit artikel is niet van toepassing ten aanzien van een belanghebbende op wie artikel 3 lid 3 of 4 van toepassing is.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 7. Anti-cumulatiebepaling

De toepassing van de artikelen 3 tot en met 6 van deze verordening geschiedt zodanig dat de toepasselijke bijstandsnorm ten minste bedraagt:

  • a.

    50 procent van de gezinsnorm voor een alleenstaande;

  • b.

    70 procent van de gezinsnorm voor een alleenstaande ouder;

  • c.

    80 procent van de gezinsnorm voor een gezin.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2012 en treedt in plaats van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2010.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Toeslagenverordening WWB 2012

gemeente Oldebroek.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de gemeenteraad van Oldebroek

op 31 mei 2012.

, voorzitter mr. A. Hoogendoorn,

, griffier J. Tabak.

Toelichting Toeslagenverordening WWB 2012.pdf [Klik hier om het document te downloaden]