Marktreglement Albert Cuyp 2009

Geldend van 24-04-2016 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 19-03-2016

Intitulé

Marktreglement Albert Cuyp 2009

artikelenversie 15 april 2009

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In dit reglement wordt verstaan onder:

    • a.

      de verordening: de Verordening op de straathandel 2008;

    • b.

      het Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van het Stadsdeel Oud-Zuid;

    • c.

      de marktbeheerder: de door het Dagelijks Bestuur voor het beheer van de markt aangestelde persoon; deze is bevoegd om namens het Dagelijks Bestuur te beschikken ter zake van het beheer van de markt voor zover dit reglement daarin niet voorziet, met inachtneming van het aan hem verleende mandaat;

    • d.

      de marktmeester: de door het Dagelijks Bestuur voor het dagelijkse beheer van de markt aangestelde persoon; deze is bevoegd namens het Dagelijks Bestuur te beschikken ter zake van het dagelijkse beheer van de markt voor zover dit reglement daarin niet voorziet, met inachtneming van het aan hem verleende mandaat;

  • 2. Voor het overige zijn op dit reglement van toepassing de in artikel 1.1 van de verordening gegeven begripsomschrijvingen.

Artikel 1.2 Algemeen

  • 1. De Albert Cuypmarkt is een algemene warenmarkt die als dagmarkt van maandag tot en met zaterdag van 9.00 uur tot 18.00 uur, met uitzondering van de erkende feestdagen, wordt gehouden op het daartoe aangewezen marktterrein, het gedeelte van de Albert Cuypstraat tussen de Ferdinand Bolstraat en de Van Woustraat.

  • 2a. Het als marktterrein aangewezen gedeelte van de Albert Cuypstraat tussen de Ferdinand Bolstraat en de Eerste Van der Helststraat is aangewezen als voetgangersgebied van maandag tot en met zaterdag van 6.30 uur tot 20.00 uur, uitgezonderd laden en lossen van 6.30 tot 11.00 uur en van 16.30 uur tot 20.00 uur.

  • 2b. Het als marktterrein aangewezen gedeelte van de Albert Cuypstraat tussen de Eerste Van der Helststraat en de Van Woustraat is aangewezen als voetgangersgebied van maandag tot en met zaterdag van 6.30 uur tot 21.00 uur, uitgezonderd laden en lossen van 6.30 uur tot 11.00 uur en van 16.30 uur – 21.00 uur.

Hoofdstuk 2. Toewijzing van plaatsen op de markt

Artikel 2.1 Vergunningenbeleid

  • 1. De markt is o.g.v. artikel 3.11 van de verordening onderverdeeld, te weten:

    •  1e markt: het gedeelte tussen de Ferdinand Bolstraat en de Eerste Van Helststraat;

    •  2e markt: het gedeelte tussen de Eerste Van der Helststraat en de Eerste Sweelinckstraat;

    •  3e markt: het gedeelte tussen de Eerste Sweelinckstraat en de Van Woustraat.

  • 2. Per aangewezen eenheid zal bij de dagelijkse indeling van plaatsen aan het bepaalde in artikel 3.9 en 3.10 van de verordening toepassing worden gegeven.

  • 3. Het bepaalde in het tweede lid is niet van toepassing op maandagen.

Artikel 2.2 Vaste en losse plaatsen

  • 1. Vaste plaatsen op de 1e markt die om 9.00 uur niet door de rechthebbende zijn bezet, respectievelijk na afloop daarvan op de 2e markt en na afloop daarvan op de 3e markt, worden die dag als losse plaatsen toegewezen.

  • 2. De dagelijkse toewijzing van de losse plaatsen vangt om ca. 9.00 uur aan op de 1e markt, en vindt na afloop daarvan aansluitend plaats op de 2e markt en na afloop daarvan op de 3e markt. Om in aanmerking te komen voor een losse plaats dient men hierbij persoonlijk aanwezig te zijn.

Artikel 2.3 Standwerkers

  • 1. De loting voor een vergunning voor een standwerkersplaats vangt aan om 8.30 uur. Voor het overige gelden voor de standwerkers de tijden als bedoeld in de artikelen 1.2, 3.1 en 4.2 van dit reglement.

  • 2. De verlening van een vergunning voor een standwerkersplaats geschiedt door loting. Voor deze loting zijn 5 plaatsen beschikbaar, voor standwerkers die beschikken over een bewijs van inschrijving in het register voor de ambulante handel met daarop de vermelding ‘STW’.

  • 3. Indien de plaatsen uit het tweede lid niet verloot zijn respectievelijk niet zijn toegewezen, worden die plaatsen die dag als losse plaatsen verdeeld.

  • 4. Standwerkers dienen vóór de loting aan te geven met welk artikel zij als standwerker willen optreden. Daarna is artikelwijziging niet meer toegestaan.

  • 5. Een standwerker aan wie een plaats is toegewezen en die niet aan de volgende vereisten blijkt te voldoen, zulks ter beoordeling van de marktmeesters, kan voor maximaal drie maanden worden uitgesloten van het verkrijgen van een vergunning voor een standwerkersplaats:

    • a.

      als zodanig optreden, dat wil zeggen publiek om zich heen weten te verzamelen, een aansprekende uiteenzetting houden over de door hem te verhandelen waren en tenslotte trachten een aantal personen gelijktijdig tot aankoop daarvan te bewegen;

    • b.

      niet meer dan één soort artikel verkopen;

    • c.

      geen weeg- en meetapparatuur gebruiken;

    • d.

      het artikel niet voorzien van een prijsaanduiding.

  • 6. Twee keer per dag wordt door twee dienstdoende marktmeesters afzonderlijk beoordeeld of een standwerker (nog) voldoet aan de vier in het zesde lid gestelde vereisten. Vóór het sluiten van de markt wordt de beoordeling door de dienstdoende marktmeester schriftelijk vastgelegd in een beoordelingsformulier.

Hoofdstuk 3. Regels betreffende plaatsbezetting

Artikel 3.1 Persoonsgebonden vergunning

  • 1. De marktplaats dient door de vergunninghouder persoonlijk of zijn/haar levenspartner, mits deze beschikt over een partnerkaart, te zijn ingenomen vanaf 10.00 uur tot 16.30 uur en met voldoende koopwaar te zijn ingericht.

Artikel 3.2 Plaatsbezetting

  • 1. Vaste plaatshouders en voorkeurskaarthouders nemen hun plaats op de Albert Cuypmarkt ten minste drie dagen per week in.

  • 2. Ontheffing van de verplichting tot plaatsbezetting kan aan vaste plaatshouders en voorkeurskaarthouders worden verleend:

    • a.

      aan de voorkeurskaarthouder: gedurende de periode, genoemd in artikel 3.14, derde lid, van de verordening;

    • b.

      in geval van ziekte of bijzondere omstandigheden: voor een periode van drie maanden, welke periode maximaal zeven maal voor een periode van drie maanden kan worden verlengd. Dit is ter beoordeling van de marktbeheerder;

    • c.

      in geval van vakantie: voor de duur van maximaal zes weken per kalenderjaar, al dan niet aaneengesloten.

  • 3. Een aanvraag om ontheffing van de verplichting tot plaatsbezetting in geval van vakantie dient te worden aangevraagd met het daartoe door het Dagelijks Bestuur vastgestelde formulier, minimaal een week voor ingangsdatum.

  • 4. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktbeheerder of -meester gemeld.

  • 5. Op de houder van een partnerkaart is het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3.3 Vervanging

  • 1. Ontheffing van het verbod zich te doen vervangen kan aan vaste plaatshouders en voorkeurskaarthouders worden verleend:

    • a.

      in geval van ziekte of bijzondere omstandigheden: voor een periode maximaal drie maanden, welke periode maximaal zeven maal voor een periode van drie maanden kan worden verlengd. Dit is ter beoordeling van de marktbeheerder;

    • b.

      in geval van vakantie: voor de duur van maximaal zes weken per kalenderjaar, al dan niet aaneengesloten.

  • 2. Per vergunninghouder kan slechts één persoon als vervanger optreden.

  • 3. De persoon die als vervanger optreedt, kan slechts één vergunninghouder vervangen, en kan gedurende die periode niet van zijn/haar rechten gebruik maken.

  • 4. Een aanvraag om ontheffing van het verbod zich te doen vervangen in geval van vakantie , dient te worden ingediend met het daartoe door het Dagelijks Bestuur vastgestelde formulier, gelijktijdig met de aanvraag als bedoeld in artikel 3.2, derde lid, minimaal een week voor de ingangsdatum.

Hoofdstuk 4. De orde op de markt

Artikel 4.1 Bijzondere omstandigheden

  • 1. Bij extreme weersomstandigheden of verwachting daarvan, kan de marktbeheerder, in het belang van de veiligheid van personen of zaken op de markt, besluiten de markt die dag geen doorgang te laten vinden, dan wel een ieder te gelasten zich ogenblikkelijk van de markt te verwijderen.

Artikel 4.2 Aanvoer en opslag van zaken en waren

  • 1. De kramen dienen vanaf 10.00 uur te zijn ingericht. De marktplaatshouders dienen hun transportmiddelen daarna zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval uiterlijk om 11.00 uur, van de markt verwijderd te hebben.

  • 2. Het is de marktplaatshouders niet toegestaan hun handel voor 16.30 uur in te pakken.

  • 3. De kramen dienen leeg te zijn en de kooplieden dienen de markt te hebben verlaten vanaf 18.00 uur, tenzij in de vergunning voor een eigen kraam of verkoopinrichting hiervan ontheffing is verleend.

  • 4. Het is de marktplaatshouder verboden vóór 7.00 uur en tussen 11.00 uur en 16.30 uur zaken of waren aan en af te voeren en voertuigen te plaatsen of te hebben. Dit verbod geldt niet ten aanzien van aan- en afvoer met steekwagens e.d.

  • 5. Kramenzetters- en verhuurvergunninghouders dienen zaken die direct of indirect met de markt te maken hebben, zoals onder andere kramen, karren en aanhangers, uiterlijk om 19.30 uur van de markt verwijderd te hebben.

Artikel 4.3 Maatvoering van aan- en afvoermateriaal

  • 1. Het gebruik van achter- en/of zijzeilen ter afscherming tegen wind en regen is toegestaan. Deze zeilen dienen vanaf 1,50 meter, gemeten vanaf de straat, vervaardigd te zijn van doorzichtig materiaal.

  • 2. Het gebruik van aan- en afvoermateriaal is toegestaan, voor zover dat niet hoger is dan 1,50 meter, gemeten vanaf de straat.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur kan ontheffing verlenen van de verplichtingen als bedoeld in het eerste en tweede lid:

    • a.

      in geval normen op grond van de Arbeidsomstandighedenwet of andere wettelijke voorschriften daartoe aanleiding geven;

    • b.

      bij het verlenen van een vergunning voor een eigen kraam of verkoopinrichting.

Artikel 4.4 Voorzieningen

  • 1. Elektriciteit en water worden door het stadsdeel geleverd.

  • 2. Het beheer over de elektriciteitskasten en de watertappunten wordt gevoerd door het stadsdeel.

  • 3. Het is de koopman verboden de watertappunten te gebruiken bij een temperatuur onder de 0 C°.

  • 4. Bij het gebruik van de watertappunten dienen de hierin aangegeven gebruiksvoorschriften in acht te worden genomen.

  • 5. Het stadsdeel aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid ten gevolge van stroomuitval en van schade door ondeskundig gebruik.

  • 6. Een ontheffing ten aanzien van het eerste lid wordt slechts verleend bij calamiteiten.

Artikel 4.5 Kramen op de marktplaats

  • 1. Door het Dagelijks Bestuur wordt een kramenzet- en verhuurvergunning verleend.

  • 2. De marktplaatshouder dient er zelf voor zorg te dragen dat zijn/haar kraam verankerd is aan de daarvoor bestemde ankerblokken.

  • 3. De vergunning voor een eigen kraam of verkoopinrichting kan alleen onder de volgende voorwaarden worden verleend:

    • a.

      indien er ten aanzien van de bewaring, bereiding, behandeling of verkoop van het gevoerde artikel wettelijke regelgeving geldt;

    • b.

      indien de medische noodzaak daartoe is gebleken;

    • c.

      indien op grond van normen uit de Arbowet de noodzaak daartoe is gebleken;

  • 4. Een aanvraag voor een eigen kraam of verkoopinrichting dient te worden ingediend met het daartoe door het Dagelijks Bestuur vastgestelde formulier.

  • 5. Standwerkers hebben geen verplichting een kraam te gebruiken van het bedrijf aan wie een kramenzet- en verhuurvergunning is verleend.

Hoofdstuk 5. Verplichtingen van de marktplaatshouder

Artikel 5.1 Wijziging aan kraam of verkoopinrichting

  • 1. Het is de marktplaatshouder verboden aan de kraam of verkoopinrichting wijzigingen aan te brengen.

  • 2. Van het verbod uit het voorgaande lid kan ontheffing worden verleend. Dit is ter beoordeling van de marktbeheerder.

Artikel 5.2 Afval

  • 1. De marktplaatshouder is gehouden het marktafval van zijn kraam af te leveren op een daarvoor door het Dagelijks Bestuur aangegeven:

    •  plaats

    •  wijze, en

    •  scheiding in soorten.

  • 2. Marktplaatshouders die op basis van een aan hen verleende vergunning op hun marktplaats tevens geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed maken, dienen aan de voorzijde van hun marktplaats voor het deponeren van afval een voorziening te hebben.

Artikel 5.3 Gebruik maken van geluidsapparatuur

  • 1. Het is de marktplaatshouder verboden, tijdens de markt gebruik te maken van geluidsversterkende apparatuur.

  • 2. Van het verbod uit het voorgaande lid wordt geen ontheffing verleend.

Artikel 5.4 Verwarmingstoestellen

  • 1. Het is de marktplaatshouder verboden, verwarmingstoestellen of bak- en kookinstallaties te gebruiken.

  • 2. Van het voorgaande lid wordt door het Dagelijks Bestuur ontheffing verleend in die zin dat het gebruik van verwarmingstoestellen of bak- en kookinstallaties is toegestaan op de bijzondere daarvoor aangewezen bak- en wildplaatsen, en plaatsen voor verkoopwagens.  

Hoofdstuk 6. Intrekking vergunning vaste plaats of voorkeurskaart

Artikel 6.1 Intrekken vergunning

  • 1. Bij overlijden van de vergunninghouder wordt de intrekking van de vergunning opgeschort indien een aanvraag tot overschrijving van diens vergunning door de levenspartner of kind van de vergunninghouder op grond van artikel 3.13 juncto 3.6 van de verordening is ingediend, tot het moment dat hierop een beslissing is genomen.

  • 2. Indien een aanvraag als in het eerste lid niet is ingediend wordt de vergunning ingetrokken na acht weken, na overlijden van de vergunninghouder.

  • 3. De erven krijgen binnen deze periode de gelegenheid de in voorraad zijnde handelswaar te verkopen door henzelf of door een door hen aan te wijzen zaakwaarnemer.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 7.1 Intrekken oude marktreglement

Het Marktreglement Albert Cuyp 2002, vastgesteld door het Dagelijks Bestuur bij besluit van 7 maart 2002, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van het Dagelijks Bestuur van 29 juli 2002 en 11 april 2003, vervalt met ingang van de dag waarop dit reglement in werking treedt.

Artikel 7.2 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op de dag na die van bekendmaking in de Stadsdeelkrant Oud-Zuid.

Artikel 7.3 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als “Marktreglement Albert Cuyp 2009”.

Toelichting, artikelsgewijs, bij het Marktreglement Albert Cuyp 2009

1


Noot
1

[Toelichting: Artikel 1.1

De Verordening op de straathandel 2008 (VOS), vastgesteld door de gemeenteraad op 23 april 2008, is in werking getreden op 1 augustus 2008.

Artikel 1.2 lid 1

De bevoegdheid om een markt in te stellen, te wijzigen of af te schaffen is geregeld in de VOS 2008. Het Dagelijks Bestuur is hiertoe op grond van artikel 3.1 van de VOS 2008 bevoegd. Het gedeelte van de Albert Cuypstraat tussen de Ferdinand Bolstraat en de Van Woustraat is aangewezen als marktterrein voor de algemene warenmarkt. Het Dagelijks Bestuur bepaalt in het besluit daartoe tevens de dagen en uren waarop de markt wordt gehouden.

Artikel 1.2 lid 2

De hier bedoelde aanwijzing als voetgangersgebied vond plaats bij verkeersbesluit van 26 augustus 2002, nr. VB 382, in werking getreden op 5 september 2002.

In incidentele gevallen is laden en lossen na 18.00 uur in overleg met de marktbeheerder mogelijk.

Van 20.00 uur tot 6.30 uur is het gedeelte van de Albert Cuypstraat tussen de Van Woustraat en de Ferdinand Bolstraat, toegankelijk voor alle verkeer. Tijdens deze uren is het de marktplaatshouders en de kramenzet- en verhuurbedrijven op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 (de artikelen 4.3, 4.26 en 4.25) verboden om, zonder in het bezit te zijn van de daartoe vereiste vergunning dan wel ontheffing, kramenmateriaal, handkarren, aanhangwagens of voertuigen hoofdzakelijk of uitsluitend gebruikt als opslag- of bedrijfsruimte, te parkeren.

Artikel 2.1

Bij besluit van het Dagelijks Bestuur van 6 juni 2005 is de markt onderverdeeld in drie eenheden, de 1e, 2e en 3e markt, zoals in het reglement nader aangegeven. Het is het belang van alle kooplieden en in het belang van het functioneren van de markt, dat de dagelijkse indeling zo vlot mogelijk verloopt. Om die reden wordt bij de dagelijkse indeling van plaatsen per eenheid, te beginnen met de 1e markt, toepassing gegeven aan de in artikel 3.9 van de verordening aangegeven volgorde van toewijzing van plaatsen.

Artikel 2.2

Onder het bezetten van een vaste plaats wordt in dit artikel verstaan het door vergunninghouder persoonlijk innemen van zijn plaats. De aanwezigheid van aanhangers, karren en dergelijke is niet voldoende. Slechts in incidentele gevallen, afhankelijk van de aangevoerde omstandigheden, zulks ter beoordeling van de marktmeester, kan van de aangegeven tijden worden afgeweken. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan een onverwachte verkeersstremming en de koopman dit telefonisch via zijn mobiele telefoon heeft gemeld.

Artikel 2.3 lid 2

Echte standwerkers verlevendigen de markt en verhogen daarmee de aantrekkelijkheid voor de bezoekers van de markt als geheel. Helaas moet worden geconstateerd dat op de Albert Cuypmarkt, als op vele andere markten, kooplieden die geen echte standwerkers zijn, met een inschrijving als standwerker een aantrekkelijk gesitueerde standwerkersplaats verkrijgen. Deze kooplieden verkrijgen tot ergernis van andere een plaats op de markt die zij anders op basis van hun anciënniteit niet toegewezen zouden krijgen. Bij de wijziging van het marktreglement in april 2003 is er daarom voor gekozen een aantal standwerkersbepalingen te herzien, om het marktmeesters mogelijk te maken effectief te controleren en te handhaven en deze ongewenste, strijdige situatie een halt toe te roepen. Deze bepalingen blijven in het nieuwe markreglement gehandhaafd.

In het Stappenplan voor de handhaving van de bepalingen van de Verordening op de straathandel 2008 en het Marktreglement Albert Cuyp wordt aangegeven op welke wijze de handhaving (van o.a. de standwerkersbepalingen) plaatsvindt, welke sanctie bij overtreding wordt toegepast en welke sanctie wordt toegepast bij een herhaling van een overtreding.

Artikel 3.1

Voor uitleg van het begrip ‘levenspartner’ wordt aangesloten bij artikel 1.1, onder j van de Verordening op de straathandel 2008.

Artikel 3.2 lid 2 aanhef en onder b

Het Dagelijks Bestuur beschikt over de vrijheid met betrekking tot deze bepaling nadere regels vast te stellen. Hij heeft daarom bepaald dat ontheffing van de plaatsbezettingsverplichting verleend kan worden voor maximaal de periode van acht maal drie maanden. Om de drie maanden wordt door de marktbeheerder beoordeeld of de ontheffing met drie maanden zal moeten worden verlengd. De regel is dat een ontheffing voor maximaal twee jaar kan worden verleend. 

Artikel 3.2 lid 2 aanhef en onder c

De aan vaste plaatshouders en voorkeurskaarthouders toegestane vakantie van maximaal zes weken per kalenderjaar, kan in eenheden van minimaal één week worden opgenomen. 

Artikel 3.3 lid 1 aanhef en onder a en b

Bij de aanvraag om ontheffing van het verbod zich te doen vervangen dient te worden aangegeven door wie men zich wil laten vervangen. Als vervanger kan ook optreden een vaste plaatshouder, een voorkeurskaarthouder of sollicitant op de markt. Het is de vervanger tijdens de vervangingsperiode niet toegestaan van zijn eigen rechten gebruik te maken.

Bij de aanvraag om een verlenging van ontheffing van het verbod zich te doen vervangen in geval van (langdurige) ziekte, zal de aanvraag om ontheffing ter advisering worden voorgelegd aan de (keurings)arts van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst. Het Dagelijks Bestuur zal met inachtneming van het advies van de GGD een beslissing nemen op aanvraag om verlenging van de ontheffing.

Als bijzondere omstandigheden in dit lid bedoelt, worden onder andere aangemerkt noodzakelijke afwezigheid ten behoeve van de bedrijfsvoering, zoals bijvoorbeeld voor de inkoop van artikelen, veilingbezoek en overige bedrijfsverplichtingen die noodzakelijkerwijs moeten worden verricht tijdens de markturen.

Ontheffing om de redenen, genoemd in bovenstaande alinea, kan worden verleend voor de duur van maximaal vier dagdelen per week.

Artikel 4.1

Het besluit is bedoeld als een veiligheidsmaatregel ten behoeve van kooplieden, kramenzetters- en verhuurders, bezoekers en omwonenden aan de markt, waarbij ook de openbare orde in het geding is. Bij een beoordeling van de weersomstandigheden kan een bij het KNMI opgevraagde weersverwachting maatgevend zijn.

Artikel 4.2 lid 3 en lid 5

De reiniging begint rond 18.30 uur met het schoonmaken van het marktterrein. Deze artikelen zijn opgenomen om te garanderen dat de schoonmaakwerkzaamheden zo efficiënt en snel mogelijk kunnen plaatsvinden.

Artikel 4.2 lid 4

Het tijdstip van 7.00 uur was voorheen opgenomen in het door het Dagelijks Bestuur van het toenmalige stadsdeel De Pijp genomen besluit van 1 juli 1997. Voor het tijdstip van 7.00 uur en niet vanaf 6.30 uur is gekozen, omdat de kramenzet- en verhuurvergunninghouders op grond van de hen verleende vergunning vanaf 6.30 uur beginnen met het opbouwen van de markt. Het tijdstip van 16.30 uur is gewijzigd overeenkomstig het bepaalde in het verkeersbesluit van 26 augustus 2002, nr. VB 382, in werking getreden op 5 september 2002.

Artikel 4.3

In de praktijk blijkt dat het gebruik van achter/ en zijzeilen wenselijk is en het feit dat het doorzichtig materiaal moet betreffen, ervoor zorgt dat er doorkijk blijft bestaan voor de winkels, gelegen achter de marktkramen. Vooralsnog zullen de bepalingen voor achter-, zijzeilen en de hoogte van aan- en afvoermateriaal gehandhaafd blijven. Zie de besluitvorming hierover op 30 augustus 2001,

7 maart 2002 en 29 juli 2002.

Artikel 4.4 lid 4

Ter plaatse van de watertappunten is een gebruiksaanwijzing aanwezig.

Het gebruik van water en elektriciteit is begrepen in de tarieven marktgelden op grond van de Heffingsverordening marktgelden stadsdeel Oud-Zuid 2009. In de toekomst zal de levering van krachtstroom (380 V) en/of extra water afzonderlijk in rekening worden gebracht.

Artikel 4.5 lid 3 aanhef en onder a

Hierbij valt onder andere te denken aan de Warenwet.

Artikel 4.5 lid 3 aanhef en onder b

Hierbij valt onder andere te denken aan de medische indicatie ‘geen zwaar rugbelastend werk’. De aanvraag om een vergunning voor een eigen kraam of verkoopinrichting op medische gronden, dient aannemelijk gemaakt te worden middels een verklaring van een huisarts of behandelend specialist. In de meeste gevallen zal de aanvraag ter advisering worden voorgelegd aan de (keurings)arts van de GGD. Het Dagelijks Bestuur zal met inachtneming van het advies van de GGD een beslissing nemen op aanvraag om een eigen kraam of verkoopinrichting.

Bij de beoordeling van een aanvraag om een vergunning voor een eigen kraam of verkoopinrichting (op grond van het bepaalde onder a, b en/of c) zullen bij vergunningverlening de gevolgen van mogelijke transportbewegingen op de markt betrokken worden. Gezien de vorm van de Albert Cuypmarkt, die zich bevindt in lange, vrije smalle Albert Cuypstraat met maar twee zijstraten, dienen transportbewegingen op de markt zoveel mogelijk te worden beperkt. Het is niet uitgesloten dat in verband daarmee een vergunning voor een eigen kraam of verkoopinrichting slechts zal kunnen worden verleend voor bijzondere daartoe op de markt aangewezen plaatsen.

Artikel 5.1 lid 2

Het tweede lid van artikel 5.1 geeft de mogelijkheid een ontheffing te verlenen van het verbod om kramen te wijzigen. Dit kan in onderling overleg plaatsvinden. Ontheffing zal over het algemeen niet verleend worden, tenzij het gaat om ondergeschikte wijzigingen.

Artikel5.4 lid 2

In het besluit van het Dagelijks Bestuur van 6 juni 2005 staat vermeld welke plaatsen zijn aangewezen als bijzondere bak- en wildplaatsen en plaatsen voor verkoopwagens. Slechts op deze plaatsen is het gebruik van verwarmingstoestellen of bak- en kookinstallaties toegestaan.]