ALGEMEEN - Bevoegdhedenbesluit directeur Gemeenschappelijke Rekenkamer Metropool Amsterdam

Geldend van 01-03-2017 t/m heden

Intitulé

ALGEMEEN - Bevoegdhedenbesluit directeur Gemeenschappelijke Rekenkamer Metropool Amsterdam

Inhoud

De Gemeentesecretaris van Amsterdam

Brengt ter algemene kennis dat hij op 22 februari 2017 heeft besloten:

Gelet op artikel 81 j juncto artikel 81m van de Gemeentewet, artikel 6 van de gemeenschappelijke regeling Rekenkamer Metropool Amsterdam 2016, de artikelen 10:1 tot en met 10:2 van de Algemene wet bestuursrecht alsmede het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam (Gemeenteblad 2014, afd. 3B, nr. 257);

Overwegende,

- dat de directeur Rekenkamer een bijzondere onafhankelijke positie heeft;

- dat de rekenkamer geen eigen rechtspersoon is en het college en de burgemeester het bevoegd gezag zijn voor het verrichten van rechtshandelingen in de bedrijfsvoering;

- dat het college en de burgemeester deze bevoegdheden hebben gemandateerd aan de gemeentesecretaris;

- dat de directeur Rekenkamer voor de uitoefening van de aan hem of haar opgedragen taken en werkzaamheden over algemene bevoegdheden dient te beschikken zodat hij (rechts)handelingen in de bedrijfsvoering kan verrichten als bedoeld in de bijlagen 1 en 3 van het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam (hierna: Bevoegdhedenbesluit);

- dat genoemd Bevoegdhedenbesluit een overzicht bevat van een aantal algemene bevoegdheden waarvoor de gemeentesecretaris een ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging heeft gegeven;

1. Aan de directeur Rekenkamer worden de algemene bevoegdheden gemandateerd die overeenkomstig artikel 8, lid 1, juncto lid 3, van het Bevoegdhedenbesluit in ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging kunnen worden gegeven.

2. Voor de bevoegdheden die in het Bevoegdhedenbesluit blijven voorbehouden aan de gemeentesecretaris geldt dat de gemeentesecretaris alvorens een beslissing te nemen die rechtsgevolgen heeft voor de rekenkamer dan wel de ambtenaren die werkzaamheden verrichten voor de rekenkamer, een zienswijze vraagt aan de directeur Rekenkamer. De gemeentesecretaris legt deze zienswijze van de rekenkamer en zijn voorgenomen besluit voor aan het presidium wanneer de gemeentesecretaris de zienswijze van de rekenkamer niet overneemt.

3. De directeur Rekenkamer verzoekt bij belangrijke personeelsbeslissingen het presidium van de gemeenteraad vooraf om een zienswijze, waarbij het verzoek is voorzien van een advies van een door de gemeentesecretaris aan te wijzen ambtenaar.

4. De directeur Rekenkamer is bevoegd om de bevoegdheden die hij op grond van dit mandaat heeft verkregen aan een functionaris werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid te ondermandateren.

5. De gemeentesecretaris en directeur Rekenkamer maken onderling werkafspraken rondom de uitvoering van dit besluit.

6. De werkafspraken kunnen met wederzijds goedvinden tussentijds worden aangepast zonder dat deze in het Gemeenteblad hoeven te worden gepubliceerd.

7. Dit Bevoegdhedenbesluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad en de onder 1 tot en ` met 5 opgenomen besluiten treden in werking op 1 maart 2017.

8. Het mandaatbesluit van 4 augustus 2016 wordt hierbij ingetrokken.

De Gemeentesecretaris voornoemd,

A.H.P. van Gils