Beleidsregels Sociaal medische geïndiceerde kinderopvang gemeente Landerd 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Sociaal medische geïndiceerde kinderopvang gemeente Landerd 2017

Artikel 1. Begripsbepalingen.

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    In het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landerd;

  • b.

    Kinderopvang: kinderdagopvang, arrangement ‘spelen en ontwikkelen’, voorschoolse opvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang.

  • c.

    Verleningsadvies: een schriftelijke verklaring opgesteld door het Basisteam Jeugd en Gezin of de Gecertificeerde Instelling waaruit blijkt dat kinderopvang om sociaal medische redenen noodzakelijk is;

  • d.

    Tegemoetkoming: een aanspraak op financiële middelen voor de kosten van kinderopvang;

  • e.

    Minimuminkomen: 120% van de van toepassing zijnde uitkeringsnorm (Participatiewet)

  • f.

    Vermogen: optelsom van alle bezittingen;

  • g.

    Vermogensgrens: van toepassing zijnde vermogensgrens artikel 34 van de Participatiewet.

  • h.

    Wet Kinderopvang: ouders die beiden werken, studeren, een traject volgen naar werk of een inburgeringscursus bij een gecertificeerde instelling volgen, kunnen in aanmerking komen voor een kinderopvangtoeslag.

Artikel 2. Doel van de beleidsregels.

Als uitwerking van de Jeugdwet om ouders, met een sociale medische indicatie, tijdelijk een financiële tegemoetkoming te verstrekken voor de noodzakelijke kosten van kinderopvang voor kinderen tot 12 jaar. De eigen verantwoordelijkheid van ouders voor opvang van hun kind(eren) ligt ten grondslag aan deze beleidsregels

Artikel 3. Doelgroep.

Deze beleidsregels zijn van toepassing op (een) ouder(s) met een kind of meerdere kinderen in de leeftijd tot 12 jaar, die volgens de gemeentelijke basisadministratie woonachtig is in de gemeente Landerd, en:

  • 1.

    die in een situatie verkeert waarbij door sociale en/of medische omstandigheden er tijdelijk niet (goed) voor het kind kan worden gezorgd of waarbij meervoudige gezinsproblematiek een gezonde en evenwichtige ontwikkeling van het kind in de weg staat.

  • 2.

    waarbij kinderopvang een functie kan vervullen bij het opheffen of verminderen van de omstandigheden en daarom noodzakelijk is voor het bevorderen van een gezonde en evenwichtige ontwikkeling van het kind.

  • 3.

    over een minimuminkomen beschikt en tevens geen vermogen boven de vermogensgrens heeft, en;

  • 4.

    die aantoonbaar niet zelf in de kinderopvang kan voorzien en geen beroep kan doen op een voorliggende voorziening.

Artikel 4. Aanspraak op een tegemoetkoming.

  • 1. (Een) ouder(s) heeft / hebben aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie indien:

    • a.

      het college op grond van het verleningsadvies kan vaststellen in welke mate de ouder(s) in aanmerking komt voor een tegemoetkoming in deze kosten en;

    • b.

      het kinderopvang betreft die geregistreerd staat in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP), en;

    • c.

      uitgegaan wordt van de goedkoopste mogelijk vorm van kinderopvang en de dicht bij zijnde toegankelijke vorm van kinderopvang

    • d.

      men niet over vermogen beschikt boven de vermogensgrens;

    • e.

      men over een inkomen beschikt lager dan 120% van de uitkeringsnorm.

Artikel 5. Vaststellen van recht en noodzaak.

  • 1. Het college stelt op aanvraag van de ouder(s) vast of er sprake is van een persoon zoals bedoeld onder het kopje doelgroep.

  • 2. Ten behoeve van de vaststelling van de noodzakelijkheid van kinderopvang heeft het college een verleningsadvies nodig van het Basisteam Jeugd en Gezin of de Gecertificeerde Instelling.

  • 3. Het college is bevoegd af te wijken van het verleningsadvies voor wat betreft de omvang van de kinderopvang.

  • 4. Na indicatie stelt het college de tegemoetkoming kinderopvang vast en toetst dit aan de hand van inkomen, vermogen en een specificatie van de feitelijke kosten.

  • 5. Het college kan, periodiek dan wel op elk moment, een onderzoek instellen naar de noodzaak en de rechtmatigheid van de tegemoetkoming kinderopvang.

Artikel 6. Aanvraag.

  • 1. De aanvraag om een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie wordt schriftelijk ingediend bij het college.

  • 2. Een aanvraag bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      Ingevuld inlichtingenformulier sociaal medische geïndiceerde kinderopvang gemeente Landerd 2017.

    • b.

      Aanvraagformulier om verleningsbeschikking jeugd Zorg in Natura.

    • c.

      Inkomensgegevens zoals loonstrook en/of uitkeringsspecificatie waaruit het totale netto maandinkomen van de ouder(s) blijkt ter vaststelling van de maandelijkse netto inkomsten;

    • d.

      Bewijsstukken van alle bezittingen ter vaststelling van het vermogen (waar je redelijkerwijs over kunt beschikken);

      • -

        Saldo bankrekeningen

      • -

        Waarde eigen woning

      • -

        Auto

      • -

        Overig (bijv. aandelen, etc.)

    • e.

      Een concept contract van het kinderdagverblijf of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de gewenste aanvangsdatum van de opvang;

Artikel 7. Weigeringsgrond.

  • 1. Het college weigert de tegemoetkoming indien:

    • a.

      de aanvraag niet compleet is;

    • b.

      er sprake is van een voorliggende voorziening

    • c.

      de opvang niet noodzakelijk is.

  • 2. Tot een voorliggende voorziening wordt in ieder geval gerekend:

    • a.

      Ouders die onder de Wet Kinderopvang vallen;

    • b.

      Ouders die gebruik kunnen maken van andere adequate (opvang) voorzieningen.

Artikel 8. Periode en omvang de tegemoetkoming.

  • 1. De tegemoetkoming geldt voor maximaal zes maanden. Tijdens dit half jaar moet er door ouder(s) en hulpverlener(s) een plan worden gemaakt voor het vervolg. In het plan moeten doelstellingen worden opgenomen waaraan gewerkt gaat worden.

  • 2. Na afloop van deze periode kan de tegemoetkoming met maximaal zes maanden worden verlengd. Uit het opgestelde plan moet blijken waarom deze noodzaak er is.

  • 3. De tegemoetkoming is gemaximeerd tot 16 uur opvang per week per kind en moet per week worden ingezet. Opsparen van uren is niet toegestaan.

  • 4. De kosten voor ouders met een inkomen tot 120% van de uitkeringsnorm en/of vermogen hebben onder de vermogensgrens conform artikel 34 van de Participatiewet, worden volledig vergoed.

  • 5. Aan ouders met inkomen boven de 120% van de uitkeringsnorm en/of vermogen hebben boven de vermogensgrens conform artikel 34 van de Participatiewet, wordt een eigen bijdrage gevraagd van 6% van de opvangkosten.

Artikel 9. Hardheidsclausule.

He college kan in bijzondere gevallen afwijken van hetgeen in artikel 8 is bepaald, indien van toepassing van dit artikel tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10. Inhoud van de beschikking.

  • 1. Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:

    • a.

      De naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;

    • b.

      De naam en vestigingsplaats van de kinderopvang of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt.

    • c.

      De periode van de kinderopvang per kind waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;

    • d.

      Het maximaal toegekende bedrag per uur.

    • e.

      De wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;

    • f.

      De verplichtingen van de ouder;

    • g.

      De omvang van de kinderopvang;

    • h.

      De grond waarop de tegemoetkoming wordt verstrekt.

Artikel 11. Inlichtingenplicht.

  • 1. De ouder(s) informeert het college onmiddellijk en uit eigen beweging schriftelijk over inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot de vaststelling van een lagere tegemoetkoming of intrekking ervan.

  • 2. De ouder(s) verstrekt op verzoek van het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van belang zijn.

Artikel 12. Beperking tegemoetkoming en terugvordering.

  • 1. De tegemoetkoming kan worden ingetrokken afwijkend van het door het college vastgestelde besluit indien:

    • a.

      De ouder(s) niet voldoen aan de verplichtingen;

    • b.

      De kinderopvang niet of niet meer plaatsvindt of is veranderd in vakantieopvang;

    • c.

      De ouder(s) of het kind niet meer woonachtig is gemeente Landerd;

    • d.

      De ouder(s) aanspraak kunnen maken op een voorliggende voorziening;

    • e.

      De sociaal medische indicatie komt te vervallen.

  • 2. Het college kan de tegemoetkoming terugvorderen van de ouder(s) op de volgende gronden:

    • a.

      De hoogte van de bijdrage is vastgesteld op grond van onjuiste of onvolledig verstrekte inlichtingen door de ouder(s) en de ouder(s) had redelijkerwijs kunnen begrijpen dat de bijdrage geheel of gedeeltelijk ten onrechte is uitbetaald:

    • b.

      De ouder(s) heeft zonder geldige reden en zonder toestemming van het college niet of niet volledig gebruik gemaakt van de kinderopvang.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 8 augustus 2017

Burgemeester en wethouders van Landerd,

secretaris

C.C.Boode

burgemeester

M.C.Bakermans