Richtlijnen digitale en/of bewegende reclamevormen gemeente Utrecht

Geldend van 14-07-2017 t/m heden

Intitulé

Richtlijnen digitale en/of bewegende reclamevormen gemeente Utrecht

Het college van B&W,

Overwegende dat gelet op de Reclameverordening 2017 richtlijnen nodig zijn om met te bepalen in welke gevallen digitale en/of bewegende reclamevormen vergunbaar zijn.

Gelet op de artikelen 2.2 lid 1 onder h Wabo, 1.1 lid 1 Wabo juncto 4:81 Awb, en artikel 5 van de Reclameverordening 2017 gemeente Utrecht,

Besluit vast te stellen de volgende

Richtlijnen digitale en/of bewegende reclamevormen gemeente Utrecht

Artikel 1 Inleiding

Deze richtlijnen functioneren als toetsingskader om te bepalen waar digitale en/of bewegende reclamevormen in de openbare ruimte mogelijk zijn en welke technische voorwaarden gelden. Dit gaat aan de hand van de volgende systematiek. Aan elke locatie is een kwaliteitsniveau uit de Kadernota kwaliteit openbare ruimte gekoppeld. Dat kwaliteitsniveau bepaalt in beginsel welke type reclames waar toegestaan zijn. Vervolgens bepaalt de locatie ook welke technische voorwaarden van toepassing zijn op de digitale reclame uiting. Bij toetsing aan deze richtlijnen staat zorgvuldig maatwerk voorop. Verkeersveiligheid en het voorkomen van lichthinder voor mens en dier zijn daarbij altijd een zwaarwegende factor.

Artikel 2 Koppeling aan typologieën Kadernota kwaliteit openbare ruimte

Doel van de Kadernota is het neerzetten van inhoudelijke kaders om de regie op de openbare ruimte te vergroten en daarmee de kwaliteit te verbeteren. Door met reclamevoering hierop aan te sluiten wordt het reeds ingezette beleid inzichtelijker voor bewoners, initiatiefnemers en ondernemers. De Kadernota focust ondermeer op een gezonde leefomgeving en kwalitatief goede openbare ruimte, waar reclame onderdeel van uitmaakt. In de Kadernota is een duidelijke onderverdeling van de stad gemaakt in typologieën openbare ruimte met de daaraan verbonden kwaliteiten. Deze typologieën zijn leidend om te bepalen wat er mogelijk is aan nieuwe reclamevormen (bewegend en/of digitaal). Hierbij wordt in ogenschouw genomen wat de al aanwezige stedelijke dynamiek is (commerciële centra), maar ook waar deze juist gematigd moet blijven (woonbuurten).

De koppeling met de Kadernota is concreet vormgegeven door de stedelijke onderverdeling te koppelen aan al dan niet gewenste digitale en/of bewegende reclamevormen. De verschillende type reclamedragers zijn uitgewerkt in bijlage 1. Voorkomen moet worden dat in gebieden met meer hoog stedelijke dynamiek alle mogelijke vormen zijn toegestaan en er een overdaad dreigt. Per type openbare ruimte is bepaald welke type drager er denkbaar is maar ook welk type reclame: (bewegend) digitaal, roterende poster of full motion (filmpje).

Als algemene uitgangspunten zijn gehanteerd dat in de commerciële centra digitale reclamevormen veelal mogelijk zijn, ook met bewegende beelden, zonder dat sprake is van een overdaad. Naarmate er sprake is van luwere gebieden (woonbuurten, parken, historische omgeving) zullen geen digitale uitingen mogelijk zijn. Op plaatsen waar nu al analoge reclame is toegestaan en de uitstraling, vorm en lichthinder niet wezenlijk afwijken zal digitale reclame ook mogelijk zijn.

Roterende posters zijn op veel plaatsen mogelijk, uitgezonderd in woonbuurten en groengebieden. Voor groengebieden gelden als argumenten voor uitsluiting van digitale en/of bewegende reclame hinder op de groenbeleving en negatief in relatie tot flora en fauna. Full motion (filmpjes) is alleen (beperkt) mogelijk in de dynamische gebieden toegestaan mits er geen afbreuk wordt gedaan aan het historische karakter en de verkeersveiligheid, en alleen daar waar voetgangersverkeer is. De gemeente acteert hierin met zorgvuldig maatwerk.

Artikel 2.1 Drie Utrechtse kwaliteiten

In de Kadernota is onderscheid gemaakt in drie kwaliteitsniveaus: Utrechtse Allure, Domstadkwaliteit Bijzonder en Domstadkwaliteit. Daarbinnen zijn diverse subniveaus aanwezig. Voor nadere inzage in de verschillende kwaliteiten benoemd in de Kadernota openbare ruimte: https://www.utrecht.nl/bestuur-en-organisatie/beleid/omgevingsvisie/thematisch-beleid/openbare-ruimte/. In onderstaande figuur is een volledig beeld opgenomen van de indeling van de stad.

afbeelding binnen de regeling

figuur 1. Overzicht kwaliteitsniveaus uit Kadernota kwaliteit openbare ruimte.

De verschillende kwaliteitsniveaus kennen elk een eigen karakter en om die reden ook een eigen regime wat betreft toegestane reclamevormen. In de volgende tabel is per kwaliteitsniveau aangegeven welke vormen van reclame in beginsel zijn toegestaan. In bijlage 2 is een nadere uitwerkingen gegeven op de kwaliteitsniveaus en de verschillende type reclamedragers.

afbeelding binnen de regeling

Tabel 1: Overzicht kwaliteitsniveaus en reclamevormen.

Artikel 3 Nadere uitwerking technische randvoorwaarden

Lichthinder ontstaat bij een te groot contrast van het direct zicht op een verlicht object met de omliggende achtergrond (omgevingshelderheid). In november 2014 heeft de Commissie Lichthinder van de NSVV richtlijnen opgesteld voor het beoordelen van lichtobjecten in relatie tot deze lichthinder. De richtlijnen van de NSVV worden in meerdere gemeentes toegepast met betrekking tot aanlichting, zowel digitaal als niet-digitaal. In Utrecht vormen de NSVV richtlijnen de basis voor de technische voorwaarden die gesteld worden aan digitale en/of bewegende reclame. Dit geldt eveneens voor vergunningsvrije digitale reclame. De zoneringen van de NSVV zijn daartoe gekoppeld aan de diverse kwaliteitsniveaus.

Artikel 3.1 Algemene omschrijving zonering:

De NSVV omschrijft de volgende vier types zoneringen in relatie tot lichthinder.

Zone

Omschrijving

E1

Gebieden met een (zeer) lage omgevingshelderheid, in het algemeen natuurgebieden, landelijke gebieden, maar ook gebieden als parken of historische gebieden

E2

Gebieden met een lage omgevingshelderheid, in het algemeen buitenstedelijke en landelijke (woon)gebieden, maar ook gebieden als parken, linten waterlijnen of historische gebieden

E3

Gebieden met een gemiddelde omgevingshelderheid, in het algemeen stedelijke (woon)gebieden, maar ook gebieden waar sprake is van verbinding en commercie

E4

Gebieden met een hoge omgevingshelderheid

In het algemeen stedelijke gebieden met nachtelijke activiteiten, zoals uitgaanscentra en industriegebieden

Tabel 2: Zoneringen richtlijnen NSVV

Deze methodiek van zoneringen is gekoppeld aan de diverse typologieën uit de Kadernota. De gedacht daarbij is dat lichthinder wordt gecombineerd met de gevoeligheid van een gebied, afhankelijk van de typologie. Dit neemt niet weg dat in specifieke gevallen aanvullende eisen mogelijk zijn. Zo is het denkbaar dat digitale reclame qua helderheid aansluit bij moment waarop straatverlichting gedimd is. Waar mogelijk stellen wij dit dan ook als voorwaarde.

Artikel 3.2 Typologieën uit de Kadernota gespecificeerd gekoppeld aan de zonering:

Zone

Typologie met de daaraan verbonden kwaliteit

E1

Landgoederen

Forten

Màximapark

Stadsparken en landgoederen

Wijk- of buurtparken

Begraafplaatsen

Landelijk gebied

Overige wenselijke groenstructuren

Utrechtse Allure

Utrechtse Allure

Utrechtse Allure

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit

Domstadkwaliteit

E2

Parken en Pleinen

Waterlijnen

Linten

Compacte stad

Buitenstad

Utrechtse Allure

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit

E3

Radialen

Stedelijke verbindingswegen

Stations

(H)OV-knooppunten

P&R’s

Historische Dorpskernen

Stadsdeelcentra

Grootschalige concentraties

Wijkwinkelcentra

Winkelradialen

Buurtwinkelstrips en buurtwinkelcentra

Overige stedelijk verbindingswegen

Overige hoofdbomenstructuur

Utrechtse Allure

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit

Domstadkwaliteit

E4

Centrum Binnenstad

Centrum Stationsgebied

Leidsche Rijn Centrum

Science Park

Poorten

Utrechtse Allure

Utrechtse Allure

Utrechtse Allure

Utrechtse Allure

Domstadkwaliteit Bijzonder

Tabel 3. Koppeling kwaliteitsniveaus aan zonering richtlijnen NSVV

NB!: Zoals eerder benoemd blijft het toestaan van digitale en/of bewegende schermen afhankelijk van de toets door de wijkverkeersadviseur op verkeersveiligheid (o.a. zicht) en toegankelijkheid (Agenda 22). Daarnaast blijft in de Utrechtse Alluregebieden het wel of niet toestaan maatwerk.

Artikel 4 Overige voorwaarden:

Bij de toetsing van aanvragen voor digitale reclame wordt verder getoetst aan de volgende voorwaarden:

- Kleurgebruik mag functie van de (verkeers-)signalering niet belemmeren.

- Uiting mag niet lijken op verkeersrelevante informatie (vormgeving, kleur, lichttoepassing, etc.).

- Objecten mogen de aandacht niet gedurende een lange tijd vasthouden.

- Objecten mogen niet misleiden.

- Voorkeur geniet een constante lichtsterkte in relatie tot het omgevingslicht met behulp van begrenzers.

- Bij nieuwe ontwikkelingen kan het noodzakelijk zijn nieuwe richtlijnen te formuleren bijvoorbeeld digitale, interactieve toepassingen in abri’s.

Artikel 5.1 Met betrekking tot de verkeerskundige aspecten gelden de volgende aandachtspunten:

- Langs de doorgaande wegen geen afleiding door bewegende beelden;

- Geen objecten te dicht op kruisingen waardoor zicht op kruisende verkeersbewegingen wordt ontnomen of beperkt;

- Geen fel verlichte objecten die bijvoorbeeld kunnen verblinden;

De gemeente Utrecht heeft geen expliciet verkeersbeleid met betrekking tot bewegende en of digitale reclamebeelden. Gelet hierop zijn in deze richtlijnen de voorgaande verkeerskundige aspecten benoemd. Het risico op afleiden van het verkeer is groot, de focus van de bestuurder mag niet wegdraaien van waar hij hoort: op de weg zelf. Digitale verlichting is voorstelbaar maar hierbij is verblinding een toetsingscriterium. De richtlijnen van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde houden hier rekening mee. Daarnaast mag de uiting niet lijken op reguliere verkeersborden en is de plaatsing van een object van belang, zoals bij kruisingen en op locaties waar het zicht wordt beperkt en/of afstand van de weg.

Bewegende beelden worden nu beperkt toegepast (rollende posters). Bij de nieuwe reclamevormen is er sprake van statische digitale beelden die met een zekere frequentie roteren. Ook hiervoor zijn de richtlijnen van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde leidend.

Op stedelijke verbindingswegen is het toepassen van beelden die elkaar snel opvolgen en continue bewegingen (video’s die continue afspelen) uitgesloten, deze leiden het verkeer te veel af.

Concluderend

Iedere locatie waar sprake is van bewegende (inclusief roterende statische beelden) en/of een digitale toepassing dient verkeerskundig beoordeeld te worden. Langs verbindingswegen betreft dit extra maatwerk: toets op verkeers- en lichthinder voor mens en dier, met name bij digitaal bewegend. Wisselende beelden kunnen worden toegestaan als de wisseling abrupt is en de wisselfrequentie gelijk aan of lager is dan 1 beeld per 6 seconden. Ook in dat geval kan de wisseling extra aandacht trekken. Het is bij dit afwegingscriterium extra van belang om eventuele afwijkingen van andere afwegingscriteria mee te wegen. Ook de beelden die worden getoond kunnen in de beoordeling worden betrokken. Het afwisselen van beelden of reclames die los van elkaar staan zal in veel gevallen geen probleem vormen. Daarentegen zal het tonen van beelden of teksten die elkaar opvolgen (zoals bij een beeldkrant) wel de aandacht lang vasthouden van de aandacht. De weggebruiker is dan gedwongen om te blijven kijken als hij of zij de complete tekst wil lezen en begrijpen. Het wisselen van stationaire beelden op digitale billboards (in tegenstelling tot continue beweging zoals bij een video) kan onder voorwaarden worden toegestaan, als de wisseling abrupt is, dat wil zeggen niet langer duurt dan 0,1 seconden. Er mogen bij de wisseling geen speciale effecten zoals ‘fading’ worden toegepast. Als de wisseling zelf zichtbaar is, is het voor een weggebruiker moeilijker om deze informatie buiten te sluiten. Ook het knipperen van een opvallende lichtbron trekt (onvrijwillig) de aandacht.

Artikel 6 Conclusie

De gemeente Utrecht maakt digitale (bewegende) reclamevormen in de openbare ruimte mogelijk. Afhankelijk van de locatie wordt in de ‘Richtlijnen bewegende en/of digitale reclame’ bepaald welke vorm in welk object is toegestaan, eventueel onder voorwaarden of uitgesloten. Dit is gebaseerd op de ‘Kadernota Openbare ruimte’ en technische richtlijnen van de NSVV. Verkeers- en lichthinder voor mens en dier zijn de voornaamste criteria. De gemeente zal zelf de regie voeren. Onder strikte voorwaarden is op een enkele locatie in het Centrum Stationsgebied mogelijk een ledscherm tegen een gebouw toegestaan.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze richtlijnen treden in werking op het moment van inwerkingtreding van de Reclameverordening 2017 gemeente Utrecht.

Artikel 8 Citeertitel

Deze richtlijnen worden aangehaald als: Richtlijnen digitale en/of bewegende reclamevormen gemeente Utrecht

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Utrecht, gehouden op 11 april 2017.
De secretaris, De burgemeester,

Bijlage 1: Te onderscheiden reclamevormen

Analoge reclame (verlicht of onverlicht / stilstaand of bewegend):

Onverlicht: A0-reclamedisplays, A0-frames

Verlicht: vitrines in haltevoorzieningen, vrijstaande reclamevitrines, billboards, reclame-elementen aan lantaarnpalen, reclameframes op of tegen gebouwen, lichtmastreclame

Analoge reclamevitrines kunnen voorzien van een roterende posterbak, waardoor op dezelfde locatie meerdere uitingen getoond kunnen worden.

Verlicht betekent aangelicht of van binnenuit verlicht (via TL-buizen of LED’s)

Digitale reclame:

Stilstaand of bewegend; bewegend:

- Roterende schermen met ledverlichting*:

a. digitale stills voorzien van animatie (een lichtere vorm van beweging bijvoorbeeld fading van beelden in reclamevitrines)

b. digitale stills (wisseling om een aantal seconden, wordt toegepast in lichtmasten en billboards)

- Full motion (filmpjes in ledverlichting)

*ledverlichting: digitale reclame in LED of LCD (met LED aanlichting) of projectie, nieuwe technieken zijn in ontwikkeling.

LED: worden meestal gebruikt bij reclamevlakken van 2m2 en meer

LCD: worden meestal gebruikt bij reclamevakken tot en met 2m2 (72”, 84”, 85” schermen).

Te onderscheiden type dragers zijn:

afbeelding binnen de regeling Haltevoorzieningen (abri’s)

afbeelding binnen de regeling Vrijstaande reclamevitrines

afbeelding binnen de regeling Billboards

afbeelding binnen de regeling Reclame-elementen aan lantaarnpalen

afbeelding binnen de regeling Reclamemasten langs snelwegen

afbeelding binnen de regeling Ledschermen tegen of op gebouwen

Bijlage 2: Nadere uitwerking op hoofdlijnen in relatie tot de Kadernota

Bijgaande nadere uitwerkingen op kwaliteitsniveaus en type reclamedragers dienen als leeswijzer bij de voorgaande figuur.

3.1 Nadere uitwerking kwaliteitsniveaus

Utrechtse Allure:

De binnenstad, het Stationsgebied, Leidsche Rijn Centrum, Utrecht Sciencepark, Maximapark, de Landgoederen en forten zijn gebieden met de toekenning Utrechtse Allure. Afhankelijk van de stedelijke dynamiek is hier redelijk veel toegestaan aan digitale en/of bewegende reclamevormen, uitgezonderd de groene en historisch (belangrijke) gebieden. Echter maatwerk blijft van belang: per locatie zal gekeken moeten worden wat kan, ook vanuit verkeersoogpunt. In geval van verplaatsing van een reclame-object wordt ook maatwerk geleverd. Bij (ver)plaatsing (locatiebepaling) van een reclame-object wordt maatwerk geleverd. Het gebruik van de openbare ruimte is in ontwikkeling, waar de locatie van het object toe bijdraagt.

Domstadkwaliteit Bijzonder:

Domstadkwaliteit Bijzonder geldt voor waterlijnen, radialen (oude toegangswegen), stedelijke verbindingswegen, linten, poorten, stations, (H)OV-knooppunten, P&R’s, historische dorpskernen, stadsparken, wijk-of buurtparken en begraafplaatsen, maar ook stadsdeelcentra, grootschalige concentraties, wijkwinkelcentra, winkelradialen, buurtwinkelstrips en buurtwinkelcentra.

Ook hier is het toestaan van digitale en/of bewegende reclamevormen afhankelijk van het stedelijk karakter en de dynamiek. Met name bij groene en historische gebieden en linten is plaatsing niet mogelijk.

Domstadkwaliteit:

Domstadkwaliteit is toegekend aan de compacte stad, de buitenstad en landelijk gebied, overige stedelijke verbindingswegen, overige hoofdbomenstructuur en overige wenselijke groenstructuren.

Digitale en/of bewegende reclamevormen zijn niet gewenst in woonbuurten en groengebieden, dus in een groot deel van de stad zullen deze niet toegestaan worden.

Voor de richtlijnen komen in de regel de dynamische gebieden in aanmerking voor bewegende en/of digitale reclamevormen, zijnde:

Centrum Binnenstad, Centrum Stationsgebied, Science Park, Leidsche Rijn Centrum, radialen (oude toegangswegen), stedelijke verbindingswegen, Poorten, Stations, (H)OV-knooppunten, P&R’s, Historische Dorpskernen, Binnenstad, Stadsdeelcentrum Leidsche Rijn Centrum, stedelijke verbindingswegen overig, hoofdbomenstructuur overig, stadsdeelcentra, grootschalige concentraties, wijkwinkelcentra, winkelradialen, buurtwinkelstrips en buurtwinkelcentra.

3.2 Nadere uitwerking per reclamevorm

Abri’s

In abri’s is het nog niet gebruikelijk digitale reclame te plaatsen en aangezien abri’s langs de wegen zijn geplaatst, kan dit vanuit verkeerstechnisch oogpunt niet wenselijk zijn. Roterende posters zijn afhankelijk van de verkeerssituatie wel toegestaan, uitgezonderd in de woon- en groengebieden. Hier prevaleert de rustige uitstraling. Het is goed denkbaar dat in de toekomst er vraag ontstaat naar (stilstaande) digitale reclame. Op dat moment zal met in achtneming van de verkeerstechnische situaties beoordeeld worden of dit wenselijk is.

Vrijstaande reclamevitrines

Anno 2016 staan er circa 200 vrijstaande reclamevitrines in Utrecht. Vrijstaande reclamevitrines zijn de dragers waar het plaatsen van digitale en/of bewegende reclame het meest aan de orde zal komen. Er is voor gekozen om dit incidenteel toe te staan in de dynamische gebieden met een stedelijke of wijkbetekenis, waar sprake is van veel gebruikers. Dit komt tenminste overeen met de Alluregebieden, uitgezonderd de groengebieden met deze kwaliteit. Er blijft in de Alluregebieden sprake van maatwerk: per reclamevitrine zal gekeken worden welke reclamevorm mogelijk is, zowel qua impact op het straatbeeld en indien van toepassing op de historisch waardevolle omgeving maar ook met betrekking tot verkeershinder. Dit geldt tevens voor de ‘poorten’ uit de Kadernota als verlengstuk van de Binnenstad en langs de stedelijke verbindingswegen in de gebieden met Domstad of Domstad Bijzonder. In deze laatste categorieën kan het 50 of 30km/u-regime een rol spelen.

In de Alluregebieden kunnen vrijstaande reclamevitrines altijd een toegevoegde waarde krijgen in de vorm van een gemeentelijke informatievoorziening in combinatie met reclame. Met name aan de randen en toegangen van deze gebieden kan dit van meerwaarde zijn voor de passant, maar uitgangspunt blijft dat de reclame-uiting in dezelfde reclamevitrine de plek niet mag domineren.

In de overige dynamische gebieden zijn vaste en roterende posters toegestaan (in overleg met de afdeling Verkeer) evenals beperkt bewegende digitale reclame in vrijstaande reclamevitrines. Roterende posters zijn niet gewenst in woon- en groengebieden.

Het sporadisch toestaan van full motion in de dynamische gebieden is afhankelijk van het historische karakter en de verkeersveiligheid (alleen eventueel in voetgangersgebieden).

Billboards (portraitformaat)

Vanwege de grotere omvang met de daaraan verbonden ruimtelijke impact en lichtoverlast, zijn billboards alleen toegestaan in een omgeving die het ook daadwerkelijk verdraagt. Hiervoor komen drie gebieden in aanmerking: stedelijke verbindingswegen, P&R en grootschalige concentratiegebieden (meubel- en autoboulevard). Verkeersveiligheid blijft hier maatgevend.

Reclame-elementen aan lantaarnpalen

Voor het eventueel vervangen van lichtbakken aan lantaarnpalen door een digitale uiting wordt ook de Kadernota als uitgangspunt gehanteerd. Vanwege de lichtimpact en het grote aantal bestaande lichtmastreclame met lichtbakken, in combinatie met vrijstaande reclamevitrines en abri’s, is er voor gekozen deze digitale vorm van reclame zeer selectief toe te passen. Alleen de stedelijke verbindingswegen en winkelgebieden komen hiervoor – met maatwerk - in aanmerking.

Reclamemasten langs snelwegen

De plaatsing van reclamemasten wijkt af van de meer binnenstedelijke, kleinschalige plaatsing van digitale en/of bewegende reclamevormen. Snelwegen zijn geen onderdeel van de Kadernota openbare ruimte en deze richtlijnen, omdat Rijkswaterstaat bevoegd gezag is ten aanzien van deze reclamevormen.

Ledschermen op of tegen gebouwen

Bij ledschermen op en tegen gebouwen spelen de diverse belangen van bewoners, bezoekers, gemeente en ondernemers. Dit betreffen uitingen die niet onder de aanbestede reclamevormen vallen, maar aangevraagd worden door commerciële partijen die zelf adverteerders werven zonder afdracht aan de gemeente (zoals bij aanbestede reclamevormen). Vanwege én de extra druk op het stadsbeeld (naast de aanbestede uitingen) én de concurrentiepositie ten opzichte van de aanbestede reclamevormen, wordt dit slechts sporadisch toegestaan. Ook hierin is de typologie uit de Kadernota leidend waar mogelijk een dergelijk scherm onder voorwaarden kan worden toegestaan.

Het enige hoogdynamisch stedelijk gebied waar een dergelijk scherm toegestaan zou kunnen worden is in het Centrum Stationsgebied, maar ook hier is sprake van Utrechtse Allure en maatwerk is een vereiste.

Vanzelfsprekend gelden voor ledschermen op of tegen gebouwen dezelfde criteria ten aanzien van lichthinder, verkeersveiligheid etc. Handhaafbaarheid komt hier als complicerende factor bij. Ook de relatie tot de aanwezige aanbestede reclamevormen speelt een doorslaggevende rol. Schermen in de buurt van (toekomstige) woongebouwen is uitgesloten. Aspecten als o.a. maatvoering dienen meegewogen te worden, in afstemming op de schaal van de stedelijke omgeving en het gebouw. De gemeente is terughoudend in het toestaan.

Daarnaast is het voorstelbaar dat op een typisch leisureterrein als het Jaarbeursgebied, op eigen terrein, een dergelijk scherm wordt geplaatst. Echter indien gekeerd naar openbaar gebied zal bij de vergunningverlening in ieder geval getoetst worden op verkeers- en lichthinder.

Bijlage 3: Nadere randvoorwaarden zoneringen NSVV:

Onderstaand zijn nogmaals de koppelingen van zones uit de richtlijnen van de NSVV met de verschillende gebieden uit de Kadernota weergegeven.

Zone

Typologie met de daaraan verbonden kwaliteit

E1

Landgoederen

Forten

Màximapark

Stadsparken en landgoederen

Wijk- of buurtparken

Begraafplaatsen

Landelijk gebied

Overige wenselijke groenstructuren

Utrechtse Allure

Utrechtse Allure

Utrechtse Allure

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit

Domstadkwaliteit

E2

Parken en Pleinen

Waterlijnen

Linten

Compacte stad

Buitenstad

Utrechtse Allure

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit

E3

Radialen

Stedelijke verbindingswegen

Stations

(H)OV-knooppunten

P&R’s

Historische Dorpskernen

Stadsdeelcentra

Grootschalige concentraties

Wijkwinkelcentra

Winkelradialen

Buurtwinkelstrips en buurtwinkelcentra

Overige stedelijk verbindingswegen

Overige hoofdbomenstructuur

Utrechtse Allure

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit Bijzonder

Domstadkwaliteit

Domstadkwaliteit

E4

Centrum Binnenstad

Centrum Stationsgebied

Leidsche Rijn Centrum

Science Park

Poorten

Utrechtse Allure

Utrechtse Allure

Utrechtse Allure

Utrechtse Allure

Domstadkwaliteit Bijzonder

Tabel 3.1 Koppeling kwaliteitsniveaus aan zonering richtlijnen NSVV

De lichttechnische parameters zijn per zone afhankelijk van het oppervlakte van de reclameuiting. Daarbij hanteert het college de volgende grenswaarden:

Lichttechnische

parameter

Omgevingszone

E1

E2

E3

E4

Oppervlak < 0,4 m2

Geen led

Geen led

750 cd/m2

1000 cd/m2

Oppervlak 0,4 - < 2 m2

Geen led

Geen led

500 cd/m2

750 cd/m2

Oppervlak 2 - < 5 m2

Geen led

Geen led

300 cd/m2

500 cd/m2

Oppervlak 5 – 10 m2

Geen led

Geen led

200 cd/m2

300 cd/m2

Oppervlak 10 – 20 m2

Geen led

Geen led

150 cd/m2

200 cd/m2

Oppervlak 20 – 50 m2

Geen led

Geen led

100 cd/m2

150 cd/m2

Oppervlak 50 – 100 m2

Geen led

Geen led

75 cd/m2

100 cd/m2

Oppervlak >100 m2

Geen led

Geen led

10 cd/m2

25 cd/m2

Tabel 3.1 Grenswaarden voor maximaal toegestane oppervlakteluminantie bij ledverlichting:

Bron: Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde

cd/m2 = candela per m2

Voor bewegende lichtbeelden (wisselende schermen) geldt als uitgangspunt dat de frequentie van wisselende lichtbeelden een maatgevende invloed heeft op het ervaren van hinder. De dynamiek van een reclame-uiting wordt daarom gecompenseerd door de grenswaarden van de oppervlakteluminantie te verlagen.

Voor de bewegende beelden is er weer een onderscheid te maken in digitale stills (wisseling om een aantal seconden, wordt toegepast in lichtmasten en billboards) en digitale stills voorzien van animatie (een lichtere vorm van beweging bijvoorbeeld fading van beelden in reclamevitrines)

Tabel 3.2 frequentie categorieën voor dynamische reclame-uitingen

Categorie

Frequentie*

Beschrijving

Voorbeeld

f1

f ≤ 0,17Hz

Vrijwel statische beelden

Ledscherm met slideshow zonder overgangseffect, billboard

f2

0,16 Hz < f < 0,5 Hz

Wisselende beelden

Ledscherm met slideshow met overgangseffect, wegmarkering, lichtkrant

f3

0,5 Hz ≤ f < 24 Hz

Snel wisselende beelden

Apothekerskruis, lichtkrant, stroboscoop, knipperlicht

f4

f ≤ 24 Hz

Bewegend beeld, vloeiend

Videobeeld, reclameboodschap of live-uitzending

Bron: Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde

* Toelichting: een frequentie van bijvoorbeeld 0,16 Hz houdt een beeldwisseling in van een maal per zes seconden en een frequentie van bijvoorbeeld 0,5 Hz een maal per twee seconden.

Aan de hand van de categorieën en de verschillende omgevingszones heeft de gemeente een compensatiefactor vastgesteld. Deze factor compenseert de dynamiek van reclame-uitingen en verlaagt de grenswaarde.

Tabel 3.3 compensatiefactor C voor dynamische reclame-uitingen per frequentiecategorie en omgevingszone

Categorie

E1

E2

E3

È4

f1

0*

0

1

1

f2

0

0

0,6

0,6

f3

0

0

0

0,4

f4

0

0

0,6

0,6

* bij een compensatiefactor van 0 is een dynamische reclame-uiting niet toegestaan

De in tabel vermelde grenswaarden voor maximaal toegestane oppervlakteluminantie van het aangestraalde of lichtuitstralende deel van reclameborden en –objecten worden met bovenstaande compensatiefactoren vermenigvuldigd volgens: Lcor = Lgr x C

Waarbij:

Lcor : gecorrigeerde grenswaarde waarmee de dynamische reclame-uiting beoordeeld dient te worden

Lgr : Grenswaarde zoals vermeld in de oppervlakteluminantietabel

C : Compensatiefactor voor dynamische reclame-uitingen

Bron: Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde

In verband met lichtvervuiling en duurzaam lichtgebruik wordt rekening gehouden met een tijdsindeling. Onder lichtvervuiling wordt de som van alle negatieve effecten van kunstlicht op de omgeving verstaan, met inbegrip van het effect van hinderlijk licht. Onderstaande tabel geeft aan dat in stedelijke gebieden, uitgezonderd langs de verbindingswegen, de verlichte reclame-objecten gedurende de nacht niet uitstralen om de overlast te beperken. Langs de verbindingswegen is sprake van 24-uursgebruik van de openbare ruimte en is objectverlichting toegestaan. In en langs de hogere dynamische gebieden is dag- en nachtverlichting inherent aan het karakter van de openbare ruimte en kan daar toegestaan worden. Wel is voorstelbaar om afspraken te maken over het reduceren van de oppervlakteluminantie gedurende de nachtelijke uren.

Tabel 3.4

Omgevings zone

E1

E2

E3

E4

E3-A

Verbindingswegen (waaronder ook radialen)

E3-B

Overig stedelijk gebied

Dag en avond

07.00 – 23.00 uur

niet

niet

toegestaan

toegestaan

toegestaan

Nacht

23.00 – 07.00 uur

niet

niet

toegestaan

afgeraden

toegestaan