Verkeersbesluit voor Heimanswetering, Woudwetering, Paddegat en Braassemermeer

Geldend van 01-04-2013 t/m heden

Intitulé

Verkeersbesluit voor Heimanswetering, Woudwetering, Paddegat en Braassemermeer (Prov. Blad 2013, 52)

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

overwegende, dat hun college op grond van het bepaalde in artikel 2 van de Scheepvaartverkeerswet bevoegd is tot het nemen van de in die wet bedoelde verkeersbesluiten ter regeling van het scheepvaartverkeer op de provinciale vaarwegen;

dat de vaargeul door het Braassemermeer, het Paddegat, de Woudwetering en de Heimanswetering (tussen km 4,200 en km. 12,000) provinciale vaarwegen zijn die onder het beheer van de provincie Zuid-Holland vallen;

dat het nautisch beheer zich richt op de instandhouding en bruikbaarheid van de vaarweg voor de scheepvaart en de waarborging van de vrijheid en de veiligheid van de scheepvaart;

dat scheepvaart vlot en veilig gebruik moet kunnen maken van de vaargeul van het Braassemermeer, het Paddegat, de Woudwetering en de Heimanswetering (tussen km. 4,200 en km. 12,000)

dat op 30 januari 2013 door Provinciale Staten een nieuw ligplaatsenbeleid is vastgesteld, dat als uitgangspunt heeft om ligplaats nemen in provinciale vaarwegen te reguleren;

dat het nieuwe ligplaatsenbeleid een verdere uitwerking is van het ‘Provinciaal verkeers- en vervoersplan 2002-2020’ en de beleidsnota

‘Provinciale vaarwegen en scheepvaart 2006’;

dat het nieuwe ligplaatsenbeleid met ingang van 1 april 2013 in werking treedt;

dat het in verband met het nieuwe ligplaatsenbeleid en het waarborgen van

de veiligheid en de bruikbaarheid van de vaarweg nodig is een afmeerverbod af te kondigen langs de oevers van de vaargeul van het

Braassemermeer, het Paddegat, de Woudwetering en de Heimanswetering

(tussen km. 4,200 en km. 12,000);

dat van het afmeerverbod dienen te worden uitgezonderd de ligplaatsen waarvoor door of namens Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland een

ontheffing hebben verleend, alsmede de door of namens Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland aan te wijzen ligplaatsvakken;

dat het grote schepen (in de zin van art. 1.01, sub a, 1 º van het Binnenvaartpolitiereglement) is toegestaan om in afwachting van laden en/of lossen danwel van het in- en uitstappen van passagiers in de Oude Wetering, langs de westelijke zijde van de vaargeul van het Braassemermeer (tussen km. 4,350 en km. 4,450) maximaal 24 uur ligplaats in te nemen;

dat bij het innemen van ligplaatsen langs de oostelijke oever van de Woudwetering (tussen km. 8,990 en km. 9,130) tijdens de bedieningstijden

geen vlotte en veilige doorvaart gegarandeerd kan worden, vanwege de zeer beperkte breedte van de vaarweg ter plaatse;

dat het vanwege de zeer beperkte breedte van de Woudwetering langs de

oostelijke oever tussen km. 8,990 en km. 9,130 alleen is toegestaan om buiten de bedieningstijden van de Woubrugsebrug ligplaats in te nemen;

dat over het instellen van het verbod en het aanwijzen van de ligplaatsvakken overleg heeft plaatsgevonden met de gemeenten Alphen aan den Rijn en Kaag en Braassem, ANWB, Koninklijke Schippersvereniging “Schuttevaer”, Koninklijk Nederlands Watersportverbond, Politie Landelijke Eenheid, Politie Hollands Midden en Infocentrum Binnenwateren;

gelet op het bepaalde in de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer, alsmede het door hun college vastgestelde Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten voor de provinciale organisatie 2013;

BESLUITEN:

I. het volgende verkeersbesluit te nemen, ter regeling van het innemen van ligplaatsen in de vaargeul van het Braassemermeer, het Paddegat, de Woudwetering en de Heimanswetering (tussen km. 4,200 en km. 12,000) in de gemeenten Kaag en Braassem en Alphen aan den Rijn:

1. voor het plaatsen van de verkeerstekens A.5, richtingaanduidingen F.2 en/of voorzien van een onderbord met daarop de naam van het vaarwegtraject, zoals bedoeld in bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement, een ligplaatsverbod in te stellen in de vaargeul van het Braassemermeer, het Paddegat, de Woudwetering en de Heimanswetering (tussen km. 4,200 en km. 12,000);

2. a. te bepalen dat het in sub 1 bedoelde verbod niet van toepassing is op de met een ontheffing (verleend door of namens Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland) aanwezige ligplaatsen voor vaartuigen;

b. dat het in sub 1 bedoelde verbod niet van toepassing is op de wachtplaatsen, voorzover het wachten op een brugopening betreft, bij de bruggen in de Woudwetering en de Heimanswetering (tussen km. 4,200 en km. 12,000) welke worden aangeduid met de aanwijzingstekens E.7, met richtingaanduidingen F.2, voorzien van een onderbord met de tekst ‘Wachtplaats, art. 6.26 lid 2 BPR’ eventueel aangevuld met de tekst ‘groot schip (>20m)’ of ‘klein schip (<20m)’;

c. dat het in sub 1 bedoelde verbod niet van toepassing is op de provinciale loswallen aangeduid met het bord E.7 met richtingaanduidingen F.2, voorzien van een onderbord met de tekst ’Provinciale loswal Meldplicht VHF 18’, voor zover er toestemming is verleend door of namens Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland na melding via het ter plaatse aanwezige marifoonkanaal en afgemeerd wordt ten behoeve van het laden en lossen van goederen danwel het in- en uit laten stappen van passagiers door passagiersschepen;

3. door het plaatsen van de aanwijzingstekens E.5.3 met daarop het Romeinse cijfer 1 en met richtingaanduidingen F.2 zoals bedoeld in bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement, een ligplaatsvak in te stellen langs:

a. de westelijke zijde van de vaargeul van het Braassemermeer in de gemeente Kaag en Braassem tussen km. 4,350 en km. 4.450, voorzien van een onderbord met de tekst ‘Wachtplaats max. 24 uur’;

b. de westelijke oever van de Woudwetering in de gemeente Kaag en Braassem tussen km. 8,990 en km. 9,130, langs de Comriekade, voorzien van een onderbord met de tekst ‘Sport, uitsluitend afmeren tussen vr. 22.00/za. 06.00 u. za. 18.00/zo. 10.00 u. zo. 18.00/ma. 06.00 u.’;

II. te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van 1 april 2013;

III. dit besluit ter openbare kennis te brengen door plaatsing in het Provinciaal Blad van Zuid-Holland en een plaatselijk huis-aan-huisblad in de betreffende gemeenten;

IV. dit besluit ter kennisneming te zenden aan:

a. Burgemeester en wethouders van de gemeente Kaag en Braassem, postbus 1, 2370 AA Roelofarendsveen;

b. Burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn, postbus 13, 2400 AA Alphen aan den Rijn;

c. ANWB, afdeling Watersport, postbus 93200, 2509 BA Den Haag;

d. Infocentrum Binnenwateren, postbus 17, 8200 AA Lelystad;

e. Koninklijke Schippersvereniging “Schuttevaer”, postbus 23415, 3001 KK Rotterdam;

f. Koninklijk Nederlands Watersportverbond, postbus 2658, 3430 GB Nieuwegein

g. Politie Hollands Midden, postbus 4240, 2350 CE Leiderdorp;

h. Politie Landelijke Eenheid, postbus 100, 3970 AC Driebergen.

V. belanghebbenden te wijzen op de mogelijkheid om ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht bij hun college een bezwaarschrift in te

dienen tegen dit besluit. Dit moet gebeuren binnen zes weken na de dag van

verzending van dit besluit en worden toegezonden aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag, onder vermelding van “Awb-bezwaar” in de linkerbovenhoek van de enveloppe en het bezwaarschrift;

VI. belanghebbenden te wijzen op de mogelijkheid, in samenspraak met de mogelijkheid tot het maken van bezwaar, om ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank

's-Gravenhage, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag) een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen (wel of niet noemen).

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

voor dezen;

mr. D.P. Boddé

Waarnemend hoofd bureau Juridisch Beheer

district Landelijk Gebied