Verordening interne klachtenbehandeling 2006

Geldend van 06-07-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 06-07-2017

Intitulé

Verordening interne klachtenbehandeling 2006

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

De Raad der gemeente Stein;

Overwegende dat het raadzaam is met ingang van 1 januari 2006 een nieuwe regeling te treffen met betrekking tot de interne klachtbehandeling, zulks gelet op wijzigingen in de wettelijke regeling, zoals opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders (Gem. blad Afd. A 2005, no.143);

Gelet op het bepaalde in de artikelen 108 en 147 van de Gemeentewet;

Gelet op het bepaalde in Titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het standpunt van de ondernemingsraad;

Besluit:

vast te stellen de

VERORDENING INTERNE KLACHTBEHANDELING GEMEENTE STEIN 2006:

Artikel 1. Toepassingsbereik

1.1.

Deze verordening is van toepassing op de raad, het college, de burgemeester en alle andere gemeentelijke bestuursorganen ingevolge de Gemeentewet.

2.2.

Deze verordening geldt ook voor bestuursorganen welke werkzaam zijn onderverantwoordelijkheid van een van de in het eerste lid bedoelde bestuursorganen.

Artikel 2. Mondelinge en schriftelijke klachten

1.1.

Mondelinge klachten worden zoveel mogelijk mondeling opgelost. Indien zulks niet mogelijk mocht blijken wordt de klager gewezen op de mogelijkheid een schriftelijke klacht in te dienen.

2.2.

Schriftelijke klachten worden centraal geregistreerd en na registratie per omgaande doorgezonden naar de klachtbehandelaar.

Artikel 3. Klachtbehandeling

Klachtbehandeling geschiedt in beginsel volgens de volgende modus:

a.Indien de klacht betrekking heeft op een gedraging waarvoor het college verantwoordelijk is:

De klacht betreft personen die werkzaam Belast met de voorbereiding

zijn onder de verantwoordelijkheid van het (klachtbehandelaar)

college

  • -

    een medewerker - de afdelingsmanager en/of teamleider

  • -

    afdelingsmanagers - de secretaris

  • -

    de secretaris - de burgemeester

  • -

    een wethouder - de burgemeester

  • -

    het college als geheel - de burgemeester

Het college beslist op de klacht.

b.Indien de klacht betrekking heeft op een gedraging waarvoor de burgemeester verantwoordelijk is:

De klacht betreft personen die werkzaam zijn onder Belast met de voorbereiding

de verantwoordelijkheid van de burgemeester (klachtbehandelaar)

  • -

    een medewerker - de afdelingsmanager en/of teamleider

  • -

    afdelingsmanagers - de secretaris

  • -

    de secretaris - de burgemeester

  • -

    de burgemeester - de loco-burgemeester

De burgemeester (als bestuursorgaan) beslist op de klacht.

Indien de klacht betrekking heeft op een persoonlijke gedraging van de burgemeester kàn de burgemeester besluiten een loco-burgemeester, niet zijnde de loco-burgemeester die belast is met de voorbereiding, te laten beslissen.

c.Indien de klacht betrekking heeft op een gedraging waarvoor de raad verantwoordelijk is:

De klacht betreft de raad c.q. personen werkzaam onder Belast met de voorbereiding (klachtbehandelaar)

verantwoordelijkheid van de raad:

  • -

    een medewerker van de griffie - de griffier

  • -

    de griffier - de voorzitter van de raad en de voorzitter van

    de raadscommissie seniorenconvent

  • -

    de raad als geheel - de raadscommissie seniorenconvent

De raad beslist, al dan niet in beslotenheid, op de klacht.

d.Indien de klacht betrekking heeft op een gedraging waarvoor een ander gemeentelijk bestuursorgaan dan sub a, b en/of c bedoeld, verantwoordelijk is:

De klacht betreft personen die werkzaam zijn onder Belast met de voorbereiding

verantwoordelijkheid van een ander gemeentelijk bestuursorgaan (klachtbehandelaar)

  • -

    een ondersteunend medewerker - de voorzitter

  • -

    bestuursorgaan als geheel - de voorzitter

Het betreffende bestuursorgaan beslist op de klacht.

e.Indien de klacht betrekking heeft op een bestuursorgaan, dat onder de verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan zoals bedoeld sub a t/m d, (‘moederbestuursorgaan’), werkzaam is:

De klacht betreft personen die werkzaam zijn onder Belast met de voorbereiding

verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan (klachtbehandelaar)

  • -

    een medewerker - de leidinggevende

  • -

    bestuursorgaan - de voorzitter van het

    ‘moederbestuursorgaan’

Het bestuursorgaan onder wiens verantwoordelijkheid het bestuursorgaan valt (‘moederbestuursorgaan’), beslist op de klacht.

Artikel 4. Afwijkende klachtbehandeling

Indien klachtbehandeling volgens de in artikel 3 beschreven modus niet mogelijk c.q. niet wenselijk is, beslist het verantwoordelijke bestuursorgaan op welke wijze de klachtbehandeling plaatsvindt. Daarbij worden in ieder geval de bepalingen van Titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht in acht genomen alsmede de andere bepalingen van deze verordening.

Artikel 5. Verdagingsbericht

Indien de klacht niet binnen de wettelijke termijn van artikel 9:11 van de Algemene wet bestuursrecht kan worden afgehandeld, ontvangt de klager een verdagingsbericht. Indien nog gehoord moet worden, wordt bij het verdagingsbericht bij voorkeur de datum en tijdstip alsmede de lokatie van de hoorzitting vermeld.

Artikel 6. Jaarlijkse publicatie

1.1.

In de registratie zoals bedoeld in artikel 9:12a van de Algemene wet bestuursrecht wordt een overzicht opgenomen, waarin in ieder geval de volgende gegevens staan vermeld:

  • -

    jaarnummer en zaaknummer;

  • -

    naam klager en adres;

  • -

    afdeling waarop de klacht betrekking heeft;

  • -

    onderwerp;

  • -

    samenvatting van het oordeel van het bestuursorgaan;

  • -

    evt. conclusies en geïmplementeerd maatregelen (verbeteringen).

    • 2.

      2.

Bedoeld overzicht wordt ter voldoening aan het bepaalde in artikel 9:12a van de Algemene wet bestuursrecht in geanonimiseerde vorm gepubliceerd, waarbij tevens vermeld wordt of ter zake afgehandelde klachten een klachtprocedure bij de externe klachtvoorziening aanhangig is.

Artikel 7. Inwerkingtreding

1.1.

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

2.2.

Met ingang van de in het eerste lid genoemde datum vervalt de Klachtenverordening Gemeente Stein 2000 (vastgesteld bij besluit van de raad van 30 maart 2000).

Artikel 8. Overgangsbepaling

Deze verordening is niet van toepassing op klachten welke vóór 1 januari 2006 zijn ingediend. Deze klachten worden afgehandeld aan de hand van de ingevolge artikel 7, tweede lid, genoemde regeling.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening Interne Klachtbehandeling Gemeente Stein 2006”.

Sluiting

Aldus gewijzigd vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Stein van 6 juli 2017.

de griffier. de voorzitter.