Subsidieregeling Participatie in de Buurt Gouda 2018

Geldend van 01-12-2021 t/m 31-12-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-09-2021

Intitulé

Subsidieregeling Participatie in de Buurt Gouda 2018

Burgemeester en wethouders van Gouda

Gelezen het advies d.d. 21 juni 2017;

Gelet op artikel 7 Algemene Subsidieverordening Gouda 2003;

besluiten de subsidieregeling: “Participatie in de buurt Gouda 2018” vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

-Accommodatie voor Participatie in de Buurt: een huiskamer, een buurtservicecentrum, of een huis in de buurt.

-Buurtservicecentrum: een laagdrempelige algemene voorziening in een gebied waar zowel vitale als kwetsbare wijkbewoners elkaar kunnen ontmoeten, deelnemen aan uiteenlopende activiteiten of deze zelf organiseren. Het beheer wordt verzorgd door professionals, met ondersteuning van vrijwilligers.

-Huis in de buurt: laagdrempelige algemene voorziening, die door de wijkbewoners zelf wordt beheerd en waar alle wijkbewoners gebruik van kunnen maken. Er is geen inzet van professionals.

-Huiskamer: een plek voor kwetsbare burgers waar zij gekend worden en gedurende één of meerdere dagen/dagdelen in de week kunnen binnen lopen, in een veilige omgeving andere mensen kunnen ontmoeten en aan activiteiten kunnen deelnemen. Vaak kan men er een aantal dagen per week een warme maaltijd gebruiken. De eindverantwoordelijkheid ligt bij een professional. Waar mogelijk worden vrijwilligers ingezet.

-Kwetsbare burgers: Inwoners van Gouda met een beperking of probleem van lichamelijke, verstandelijke, psychische, psychosociale en/of materiële aard, waarbij een disbalans is ontstaan tussen draaglast en draagkracht, wat ingrijpende gevolgen heeft voor hun zelfstandigheid en participatiemogelijkheden in de samenleving.

Artikel 2 Doel subsidie

De subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die een bijdrage te leveren aan:

  • 1.

    Participatie van kwetsbare burgers van Gouda op een wijze die past bij hun wensen en mogelijkheden om sociaal isolement te voorkomen of te bestrijden en/of om de dagelijkse zorg van de mantelzorg te verlichten.

  • 2.

    Het realiseren van laagdrempelige ontmoetingsplekken zoals huiskamers, buurtservicecentra en ‘huizen in de buurt’.

Artikel 3 Uitgangspunten subsidieregeling

De volgende uitgangspunten gelden hierbij:

  • 1.

    De kracht van iedere burger wordt benut om optimaal te participeren en zelfredzaam te zijn;

  • 2.

    Het bepalen en regelen van de daginvulling is de eigen verantwoordelijkheid van de burger;

  • 3.

    Algemeen wat kan, specifiek wat moet. Burgers met een beperking participeren zoveel mogelijk binnen het reguliere aanbod van voorzieningen: voor wie dat niet kan zijn er (geïndiceerde) maatwerkvoorzieningen;

  • 4.

    Activiteiten worden groepsgericht georganiseerd, maar spelen in op de individuele vraag van de deelnemers. Er wordt steeds uitgegaan van de mogelijkheden van de deelnemers;

  • 5.

    De organisatie en uitvoering van activiteiten wordt zoveel mogelijk vanuit de deelnemers en vrijwilligers zelf georganiseerd, waar nodig met ondersteuning van een beroepskracht;

  • 6.

    Een beroepskracht wordt alleen ingezet bij de organisatie van activiteiten als de aard van de handicap van de deelnemers dit noodzakelijk maakt;

  • 7.

    Binnen een gebied wordt een samenhangend aanbod van activiteiten georganiseerd;

  • 8.

    Van binnen naar buiten en van buiten naar binnen: Deelnemers gaan vanuit hun eigen vertrouwde omgeving de wijk in en mensen uit de buurt komen hun leefwereld binnen;

  • 9.

    Diversiteit is een kracht: specifiek aanbod organiseren voor iedere groep met een bepaalde beperking is verleden tijd;

  • 10.

    Hiertoe worden Huiskamers, Buurtservicecentra en Huizen in de buurt ingericht met een in deze volgorde afnemende mate van professionele ondersteuning.

Artikel 4 Reikwijdte subsidie

  • 1.

    Deze regeling is van toepassing op subsidie ten behoeve van de organisatie van activiteiten voor kwetsbare burgers en accommodaties voor Participatie in de Buurt in de drie Goudse gebieden (Noord, Oost en West) met bijbehorende indeling, zoals te zien op het bijgevoegde kaartje.

  • 2.

    Er wordt voor maximaal één buurtservicecentrum per gebied subsidie verleend;

  • 3.

    Voor de inzet van vrijwilligers wordt alleen subsidie verleend voor de vergoeding van daadwerkelijk gemaakte onkosten en de kosten voor deskundigheidsbevordering;

  • 4.

    Kosten die niet voor subsidie in aanmerking komen zijn de kosten voor de uitvoering van de activiteiten zoals materiaalkosten, de kosten van vakkrachten, eten en drinken, vervoer en kinderopvang.

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt per kalenderjaar een subsidieplafond van € 1.300.000,-.

  • 2.

    Het college kan de hoogte van het subsidieplafond binnen de in het eerste lid genoemde periode wijzigen.

Artikel 6 Verdelingswijze

  • 1.

    Nadat de indieningstermijn, als bedoeld in artikel 7 is verstreken, worden de aanvragen getoetst.

  • 2.

    Op basis van de in artikel 9 genoemde criteria vindt prioritering van de aanvragen plaats, waarbij aanvragen met een hoge prioriteit als eerste in aanmerking komen voor subsidieverlening.

  • 3.

    Subsidieaanvragen die pas worden ingediend nadat de indieningstermijn verstreken is, worden alleen in behandeling genomen als er middelen over zijn nadat toekenning van middelen op basis van subsidieaanvragen die binnen de gestelde termijn zijn ingediend, heeft plaatsgevonden.

Artikel 7 Indieningsdatum

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie wordt vóór 1 september van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Gouda.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid worden aanvragen met betrekking tot het jaar 2018 vóór 15 september 2017 ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Gouda.

Artikel 8 Aanvraag

  • 1.

    De subsidieaanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het bij deze regeling behorende aanvraagformulier.

  • 2.

    De aanvraag omvat in ieder geval de volgende informatie:

  • a.

    Het plan van aanpak, waarin opgenomen:

  • i.

    Een omschrijving van de voorziening en/of activiteiten, doel en doelgroep, plaats/werkgebied, frequentie en duur van openstelling of activiteit, samenwerkingspartners, inzet vrijwilligers, verwacht aantal unieke deelnemers per jaar en gemiddeld aantal deelnemers per soort dagdeel of activiteit;

  • ii.

    De resultaten die de organisatie verwacht te behalen, zowel inhoudelijk als cijfermatig;

  • iii.

    De evaluatiecriteria waarmee de resultaten van de activiteit of het aanbod na afloop van het jaar gemeten zullen worden, waarbij in ieder geval gebruikt is gemaakt van de uitkomsten van een deelnemersenquête waarvan de uitslag verantwoord wordt bij de afrekening.

  • b.

    Een gespecificeerde begroting waaruit duidelijk blijkt hoeveel subsidie de aanvrager verwacht nodig te hebben voor de voorziening en/of activiteiten, inclusief de te verwachten inkomsten.

  • 3.

    De statuten van de organisatie, voor zover deze van toepassing zijn en nog niet eerder bij een subsidieaanvraag bij de gemeente Gouda zijn ingediend.

Artikel 9 Toetsingscriteria

De aanvraag wordt op de volgende criteria getoetst:

  • a.

    Het aanbod waarvoor subsidie wordt aangevraagd sluit aan bij de uitgangspunten van deze regeling (artikel 3) en draagt bij aan minimaal één van de twee doelstellingen (artikel 2);

  • b.

    Het aanbod wordt voldoende flexibel ingericht om de mogelijkheid van vraaggericht werken te waarborgen;

  • c.

    De mate waarin sprake is van een samenhangend aanbod aan voorzieningen per gebied. Er zijn geen overbodige overlappingen;

  • d.

    De aanbieder profileert zich zodanig in de stad dat hij zowel kwetsbare als vitale burgers van Gouda in betreffend werkgebied weet te bereiken;

  • e.

    De aanbieder werkt samen met andere organisaties en conformeert zich aan de gebiedsstructuur waarin zij opereren;

  • f.

    De uitvoering van de activiteiten gebeurt waar mogelijk door vrijwilligers, zo nodig ondersteund, begeleid en/of aangevuld door beroepskrachten.

Artikel 10 Weigeringsgronden

De subsidie wordt in ieder geval – naast het bepaalde in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht – geweigerd, indien:

  • 1.

    de aanvraag niet voldoet aan de eisen in artikel 8 (aanvraag);

  • 2.

    de aanvraag niet voldoet aan de artikelen 2 en 3.

Artikel 11 Wijze van verstrekking

  • 1.

    Uiterlijk 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend wordt een beschikking afgegeven.

  • 2.

    Indien subsidie wordt verleend, wordt in de subsidieverleningsbeschikking het maximale subsidiebedrag aangegeven, het aanbod dat hiervoor gerealiseerd dient te worden en de verplichtingen waaraan de organisatie in het kader van deze subsidieverlening dient te voldoen.

Artikel 12 Overige bepalingen

Van toepassing is de Algemene subsidieverordening Gouda 2003, voor zover daarvan in deze subsidieregeling niet wordt afgeweken.

Artikel 13 Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1.

    De Subsidieregeling Participatie in de Buurt Gouda 2017 vervalt zodra ze is uitgewerkt.

  • 2.

    Deze Subsidieregeling Participatie in de Buurt Gouda 2018 treedt een dag na bekendmaking in werking. Ze is voor het eerst van toepassing op subsidies voor activiteiten die in 2018 worden uitgevoerd.

  • 3.

    Op de subsidiëring van voordien uit te voeren activiteiten is de Subsidieregeling Participatie in de Buurt Gouda 2017 van toepassing.

Artikel 14 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Participatie in de Buurt Gouda 2018.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 27 juni 2017
Burgemeester en wethouders,
, burgemeester
, secretaris

Nota-toelichting

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 - BegripsbepalingenUit de definities blijkt dat burgers van Gouda, zowel vitaal als kwetsbaar, binnen de buurtservicecentra en de ‘huizen in de buurt’ de mogelijkheid krijgen zichzelf te ontplooien op een wijze die past bij hun wensen en mogelijkheden. Participatie en samenwerking zijn hierbij het uitgangspunt. Bewoners geven zelf vorm aan de activiteiten binnen het buurtcentrum en dragen hiermee in belangrijke mate bij aan de ontwikkeling van hun wijk en het gebied.

Artikel 2 - Doel subsidieregeling

Sociaal isolement is voor veel mensen een sterk bepalende factor bij de beleefde kwaliteit van leven. Zeker wanneer door persoonlijke beperkingen de mogelijkheden van participatie sterk afnemen, kan dit ingrijpende gevolgen hebben. Met deze regeling wordt de mogelijkheid geboden om voorzieningen en/of activiteiten te ontwikkelen voor en ontmoeting te bevorderen van met name kwetsbare burgers. Deze doelstelling sluit aan bij de wettelijke gemeentelijke taak binnen de Wmo om de participatie van kwetsbare burgers te bevorderen.

Artikel 4 - Reikwijdte

Uit dit artikel blijkt dat er ruimte is voor maximaal 3 buurtservicecentra in de stad, één per gebied.

Artikel 5 - Subsidieplafond

Als er geen subsidieplafond zou zijn ingesteld, dan is de omvang van het beroep op de subsidieregeling ongelimiteerd. Met het instellen van een subsidieplafond beperkt het college de aanspraken op de subsidie.

Artikel 6 - Verdelingswijze

Er is gekozen voor een zogenaamd tendersysteem, waarbij aanvragen voor een bepaald tijdstip moeten worden ingediend, waarna op grond van de gestelde toetsingscriteria (artikel 9) een rangorde wordt bepaald. Er wordt tussen de verschillende aanvragen een inhoudelijke en financiële vergelijking gemaakt.

Wanneer er na het verdeling van de subsidie nog middelen over zijn, kunnen deze worden ingezet ten behoeve van de subsidieaanvragen die na de indieningsdatum zijn binnengekomen en die voldoen aan de criteria van deze subsidieregeling.

Artikel 7 - Indieningsdatum

De indieningstermijn is een afwijking van hetgeen is bepaald in het Uitvoeringsbesluit behorend bij de ASV.

Artikel 9 - Toetsingscriteria

De aanvragen worden onderling vergeleken en bekeken wordt of en in hoeverre de aanvragen voldoen aan het gestelde in dit artikel.

Artikel 10 - WeigeringsgrondenHet gaat hier om zogenaamde drempelvereisten waaraan voldaan moet worden voordat tot een inhoudelijke beoordeling op grond van artikel 9 wordt overgegaan.

Artikel 11 - Wijze van verstrekking

De subsidieverlening geeft de ontvanger een voorwaardelijke aanspraak op financiële middelen.

Het is niet noodzakelijk om in deze subsidieregeling regels op te nemen met betrekking tot de vaststelling van de subsidie. Voor subsidies op grond van subsidieregelingen van < € 25.000 kan gekozen worden voor de ‘algemene’ regeling van de ASV (artikel 21a, eerste lid, onder a). Er behoeft dan geen vaststellingsaanvraag te worden ingediend.

Subsidies hoger dan dit bedrag moeten wel afzonderlijk worden vastgesteld. Als dat aan de orde is, zal daarvan In de subsidieverleningsbeschikking melding worden gemaakt.

Artikel 13 – Inwerkingtreding en overgangsrecht

Hier wordt de nieuwe regeling (Subsidieregeling Participatie in de Buurt Gouda 2018) tijdig voor het nieuwe subsidiejaar ingevoerd, maar pas van toepassing verklaard op subsidiëring in het nieuwe subsidiejaar en daarna. Op subsidies van activiteiten in de daaraan voorafgaande jaren blijft de oude verordening van toepassing (derde lid), ook voor de ‘afwerking’ daarvan. Als alle zaken die onder de oude regeling vielen zijn afgewerkt, vervalt deze (eerstes lid). Daarvoor is geen afzonderlijk intrekkingsbesluit nodig.