Regeling vervallen per 06-07-2010

beleidsnota speelruimte - naar een bespeelbare woonruimte

Geldend van 27-04-2006 t/m 05-07-2010

Intitulé

beleidsnota speelruimte - naar een bespeelbare woonruimte 

Inhoudsopgave

Inleiding

Hoofdstuk 1: Waarom Speelruimte: het belang van (kunnen) spelen

1.1 Wat is speelruimte?

1.2 De essentie van (kunnen) spelen

1.3 Het belang voor de ontwikkeling van het kind

1.4 Het belang voor het woon- en leefklimaat

1.5 Economische waarde

Hoofdstuk 2: Uitgangspunten en doelstelling van speelruimtebeleid

2.1 Uitgangspunten

2.1.1 Basisvoorwaarden voor spelen

2.1.2 Integrale afstemming

2.1.3 Bewonersparticipatie (inclusief jongerenparticipatie)

2.2 Doelstelling van speelruimtebeleid

Hoofdstuk 3: Algemene voorwaarden

3.1 Richtlijnen voor speelruimtereservering en inrichting

3.1.1 Richtlijnen voor speelruimtereservering

3.1.2 Richtlijnen voor inrichting van speelruimte

3.2 Kostenposten

3.2.1 Nieuwe bestemmings- en (her)structureringsplannen

3.2.2 Bestaande wijken en kernen

3.2.3 Bijzondere voorzieningen

3.3 Veiligheidsvoorschriften

3.3.1 Bouwbesluit

3.3.2 Warenwetbesluit Attractie- Speeltoestellen

3.4 Wettelijke aansprakelijkheid

Hoofdstuk 4: Inventarisatie van de huidige situatie

4.1 Wijk- en kernindeling van de gemeente Terneuzen

4.2 Speelruimte per wijk of kern

4.3 Algemene conclusies en aanbevelingen

Hoofdstuk 5 Financiële consequenties

5.1 Lopende initiatieven

5.2 Prioriteitenlijst

5.3 Bijzondere voorzieningen

5.4 Beschikbare budgetten

Bijlage I: Inventarisatie van de speelruimte in de gemeente Terneuzen per wijk en kern

Bijlage II: Overzichtstekeningen speellocaties

Inleiding

In juni 2005 is de Kadernota Jeugdbeleid 2005-2008 “Samen sterk in de gemeente Terneuzen” vastgesteld. In deze kadernota zijn speerpunten van beleid opgenomen, waaraan in de beleidsperiode 2006-2009 verdere uitwerking wordt gegeven. Eén van de speerpunten behelst het ontwikkelen en implementeren van het speelruimtebeleid.

Buitenspelen is belangrijk voor de ontwikkeling van een kind. Het kunnen beschikken over voldoende, kwalitatief goede speelruimte die aansluit bij het ontwikkelingsniveau van het kind is dan ook evident. Om dit inzichtelijk te krijgen zijn een groot aantal zaken onderzocht en op de volgende manier uitgewerkt.

In Hoofdstuk 1 gaan we in op het belang van (kunnen) spelen voor de ontwikkeling van het kind, maar ook op het belang voor bijvoorbeeld het woon- en leefklimaat en het economisch belang. Vervolgens gaan we in Hoofdstuk 2 in op wat de uitgangspunten van speelruimtebeleid zouden moeten zijn, waaruit de doelstelling wordt geconcludeerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de basisvoorwaarden voor spelen, het effect van buitenspelen, er vindt afstemming plaats met overige beleidsterreinen en er wordt aandacht geschonken aan bewonersparticipatie, waaronder jeugdparticipatie.

In Hoofdstuk 3 wordt aandacht geschonken aan de algemene voorwaarden op het gebied van speelruimte. Er worden richtlijnen/normen gegeven voor het reserveren en inrichten van speelruimte, met welke kostenposten hebben we te maken, met welke wettelijke verplichtingen moet er rekening gehouden worden. Te denken valt hierbij aan bijvoorbeeld de wettelijke aansprakelijkheid en het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS).

Hoofdstuk 4 is in zijn geheel gericht op de inventarisatie van de huidige situatie, de zogenaamde nulmeting. Deze nulmeting zal de basis vormen voor de te vormen conclusies en aanbevelingen op het gebied van speelruimte in onze gemeente.

In Hoofdstuk 5, tenslotte, gaan we dieper in op de financiële consequenties.

In Bijlage I is de volledige inventarisatie van de formele speelruimte opgenomen; in Bijlage II vindt u overzichtstekeningen van de locaties met speelplekken.

Leeswijzer

Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een grijs gekaderde tekst met een samenvatting en/of algemene conclusie(s) aangaande de voorgaande tekst. Deze kaders kunnen gebruikt worden om de beleidsnota in vogelvlucht te lezen, waarbij de overige tekst kan dienen als toelichting

Hoofdstuk 1 Waarom Speelruimte: het belang van (kunnen) spelen

Allereerst willen we ingaan op de begrippen speelruimte en spelen. Waar hebben we het over als we over speelruimte spreken, wat is de essentie van (kunnen) spelen en waarom vinden we het zo belangrijk dat kinderen kunnen spelen?

1.1 Wat is speelruimte?

Als we het hebben over speelruimte maken we een onderscheid tussen informele en formele speelruimte. Onder informele speelruimte wordt verstaan de ruimte die kinderen zelf opzoeken om te spelen maar die daarvoor niet speciaal is aangewezen of ingericht. Het gaat hier om voor- en achtertuintjes, brandgangen, een grasveldje, het trottoir, een muurtje, de straat en dergelijke. Formele speelruimte is een speelterrein dat speciaal is ingericht om te spelen, met speeltoestellen en speelaanleidingen, voor kinderen in een bepaalde leeftijdscategorie. Formele en informele speelruimte vormen samen de ‘bespeelbare woonruimte’.

1.2 De essentie van (kunnen) spelen

De essentie van het kinderspel is de (relatieve) vrijheid waarmee kinderen, zonder tussenkomst van volwassenen, binnen de context van hun omgeving, hun eigen spel en eigen bezigheden kiezen. Deze vrije keuzemogelijkheid is belangrijk om kinderen tot evenwichtige volwassenen te laten opgroeien. Daarnaast is het van belang te weten dat het spel van kinderen niet alleen uit activiteit, het actieve bezig zijn bestaat, maar ook uit rust.

1.3 Het belang van spelen voor de ontwikkeling van het kind

Spelen draagt bij aan een evenwichtige ontwikkeling van het kind, zowel op lichamelijk, cognitief als sociaal-emotioneel opzicht:

  • ·

    buitenspelen draagt niet alleen bij aan de sensomotorische ontwikkeling van het kind, maar bijvoorbeeld ook aan de bevordering van de algemene conditie. Kinderen die buitenspelen zijn dan ook gezonder dan kinderen die veel binnen zitten; uit recent onderzoek is zelfs gebleken dat kinderen die niet (kunnen) buitenspelen ongezond zijn.

  • ·

    spel bevordert onder andere het probleemoplossend gedrag, het logisch denken en de taal- en betekenisverwerving;

  • ·

    zoals eerder vermeld is de essentie van spel de keuzevrijheid die kinderen hebben. Deze vrijheid heeft een positieve invloed op de persoonlijkheidsontwikkeling van het kind, met name voor wat betreft de zelfwerkzaamheid, het zelfbeeld en de sociale interactie.

    1.4Het belang voor het woon- en leefklimaat

Doordat kinderen snel contacten leggen bouwen ze hun eigen netwerken op in de buurt. Daarbij betrekken ze als vanzelfsprekend hun ouders, waardoor ook zij met elkaar in contact kunnen komen en er meer betrokkenheid ontstaat tussen buurtbewoners.

Daarnaast heeft voldoende en kwalitatief goede speelruimte, waarbij rekening wordt gehouden met het gebruik door kinderen van verschillende leeftijdscategorieën, een positieve invloed op het voorkómen van vandalisme en kleine criminaliteit. Immers: als jongeren een eigen plek hebben, hoeven ze niet uit te wijken naar plaatsen waar ze andere buurtbewoners eventueel overlast kunnen bezorgen.

‘Een buurt met weinig groen en buitenspeelmogelijkheden:

  • ·

    is onaantrekkelijk als vestigingsplaats voor mensen die iets te kiezen hebben,

  • ·

    heeft (dus) een groot verloop,

  • ·

    heeft meer te lijden van kinderen die zich vervelen,

  • ·

    wordt (daardoor) vanzelf een probleemwijk,

  • ·

    hetgeen de gemeente handenvol geld kost en een slechte naam bezorgd’ (Schouten 1998).

    1.5 Economische waarde

De aanwezigheid van veel en goede (speel)ruimte vergroot de aantrekkingskracht van de woonomgeving en daarmee ook die van de gemeente. De huizenkopers van tegenwoordig kijken niet alleen naar de buiten- en binnenkant van hun toekomstige woning, maar vooral ook naar de omgeving waarin deze woning staat, waarbij de hoeveelheid groen in de buurt en de aanwezige speelvoorzieningen een belangrijke rol spelen.

Uit het voorgaande blijkt tevens dat buiten kunnen spelen in de toekomst leidt tot lagere gezondheidskosten en dat vermindering van vandalisme en kleine criminaliteit een kostenbesparing zou kunnen opleveren.

Hoofdstuk 2: Uitgangspunten en doelstelling van het speelruimtebeleid

In dit hoofdstuk gaan we in op de uitgangspunten van speelruimtebeleid binnen onze gemeente. Hierbij wordt onder meer aandacht geschonken aan de basisvoorwaarden voor speelruimte, de afstemming met overige beleidsterreinen en organisatieonderdelen, en op bewonersparticipatie. Deze uitgangspunten vormen, samen met het in het vorige hoofdstuk geformuleerde belang van buitenspelen, de grondslag waaruit de doelstelling voor speelruimtebeleid wordt geconcludeerd.

2.1Uitgangspunten

2.1.1 Basisvoorwaarden voor speelruimte

Helaas komt het nog steeds voor dat een speelterrein niet of nauwelijks wordt gebruikt. Een belangrijke oorzaak is dat het speelterrein niet voldoet aan de basisvoorwaarden voor een kwalitatief goede speelruimte.

We noemen hier de belangrijkste:

·Veiligheid

Kinderen leren door vallen en opstaan. Ze moeten nu eenmaal in risicosituaties verkeren om te kunnen leren en zich te ontwikkelen. Voorwaarde is wel dat ze deze risico’s moeten kunnen overzien en is dus afhankelijk van de leeftijd. Voor de speelterreinen betekent dit dat gezorgd moet worden voor een verantwoorde inrichting en deugdelijke constructies van de speeltoestellen, conform het WAS, en afgestemd op de doelgroep. Hierbij moet ook rekening worden gehouden met de verkeerssituatie (verkeersluwe woongebieden hebben de voorkeur) en de eventuele aanwezigheid van water.

Daarnaast moeten kinderen zich ook veilig kunnen vóelen. Dit betekent dat er zowel grotere open ruimtes moeten zijn waar je je lekker vrij kunt bewegen, maar ook beschutte en kleinere ruimtes. Tevens moet de woonomgeving herkenbaar zijn. Het gebruik van speciale materialen als paaltjes, lantaarnpalen, bankjes en dergelijke, kan deze herkenbaarheid van de woonomgeving vergroten.

·Bereikbaarheid

De actieradius van kinderen, dat wil zeggen de afstand die zij zelfstandig van huis gaan, wordt vaak gerelateerd aan de leeftijd: van 0-5 jaar 100 meter, van 6-12 jaar 400 meter en kinderen van 13 jaar en ouder 1000 meter en verder. Uit recente onderzoeken blijkt echter dat de eigen woning het centrum blijft in de speelomgeving van het kind, ook als ze bijvoorbeeld inmiddels 15 jaar zijn. De mate waarin kinderen hun omgeving gaan ontdekken is mede afhankelijk van hun karakter, het al dan niet aanwezig zijn van leeftijdgenoten in de buurt, de mate van bezorgdheid van de ouders, de kwaliteit van de woonomgeving, de sociale veiligheid en de verkeerssituatie.

·Variatie

Het spel van kinderen kent een bijna onuitputtelijke diversiteit. Naast de vele vormen van actief bewegen, zoals rennen, springen, klimmen, zwaaien, duikelen en dergelijke, zijn er wedstrijdjes als tikkertje en verstoppertje, het maken en bouwen van dingen, het rollenspel, bijvoorbeeld cowboytje en circusje spelen en zoals al eerder vermeld bestaat het kinderspel zeker ook uit rust, waarbij ze lekker kletsen, een beetje rondhangen en kijken naar andere kinderen.

·Betrokkenheid van buurtbewoners

Inspraak door de buurtbewoners en de gebruikers van de speelruimte bij de inrichting hiervan is onmisbaar. Pas als de bewoners zich betrokken voelen, zijn ze bereid mee te denken en de zorg voor de woonomgeving op zich te nemen. In 2.1.3. Bewonersparticipatie (inclusief jongerenparticipatie) komen we hier uitgebreider op terug.

Wil een speelterrein een kwalitatief goede speelvoorziening zijn dan komt daar dus nogal wat bij kijken. Het alleen maar plaatsen van speeltoestellen biedt geen voorwaarde dat daarmee ook aan de speelbehoefte van kinderen wordt voldaan. Elke wijk, elke kern in de gemeente Terneuzen kent zijn eigen situatie. In samenspraak met alle betrokkenen, zowel intern als extern, moet getracht worden tegemoet te komen aan deze speelbehoefte, waarbij de ‘bespeelbare woonomgeving’ centraal dient te staan.

2.1.2Integrale afstemming

Zoals in de inleiding reeds is verwoord maakt het speelruimtebeleid deel uit van het jeugdbeleid. In de Kadernota Jeugdbeleid 2005-2008 wordt jeugdbeleid gedefinieerd als ‘het overheidshandelen op alle beleidsterreinen dat, bedoeld of onbedoeld, invloed heeft op de ontwikkelingsmogelijkheden en maatschappelijke positie van alle jeugdigen in de gemeente van 0 t/m 25 jaar. Het is beleid dat plaatsvindt binnen een breed scala van directies, afdelingen en clusters binnen de gemeente. Jeugdbeleid is hierdoor beleid dat niet op zichzelf staat, maar facetbeleid. Het is een verantwoordelijkheid die door de gehele organisatie gedragen dient te worden, wil het een integraal karakter krijgen. Om dit te kunnen realiseren is het zinvol om dwarsverbanden te leggen met andere beleidsterreinen als het onderwijsbeleid, welzijnsbeleid, veiligheidsbeleid, cultuurbeleid, volkshuisvesting, ruimtelijk beleid, gezondheidsbeleid, sportbeleid en wijkbeheer.’ Vertaald naar het speelruimtebeleid betekent dit dat er met name intensieve samenwerking moet zijn met de organisatieonderdelen Wijkbeheer, Ruimte en Groenbeheer en in mindere mate met Onderwijs, Welzijn en Sport, Beheer en Onderhoud.

Daarnaast is er in de Kadernota Jeugdbeleid sprake van externe afstemming. Voor het speelruimtebeleid betekent dit met name samenwerking met Stichting Welzijn Terneuzen, scholen en de politie. De politie wordt met name ingeschakeld bij overlastplegende jeugd. Hiertoe is een plan opgesteld met betrekking tot een uniforme aanpak binnen de wijkteams van de gemeente Terneuzen.

2.1.3Bewonersparticipatie (inclusief jongerenparticipatie)

Bewonersparticipatie is belangrijk omdat het een positieve uitwerking heeft op de woonomgeving. Wanneer bewoners een duidelijk aandeel hebben in de planvorming, de realisatie en het beheer, blijken zij zich verantwoordelijker te voelen voor hun woonomgeving. Bewonersparticipatie blijkt sociale isolatie te voorkomen en leidt tot het terugdringen van vandalisme en vervuiling’, aldus het Handboek Speelruimtebeleid 1999 (uitgebracht door de NUSO en Jantje Beton). Naast de in de vorige paragraaf omschreven samenwerking zal dan ook sprake moeten zijn van samenwerking met kern- en wijkraden, buurtverenigingen, omwonenden, ouders en de jeugd zelf, om gezamenlijk te komen tot het verbeteren van de formele en informele speelruimte.

Voor het speelruimtebeleid zijn met name de kern- en wijkraden het eerste aanspreekpunt voor zowel de gemeente als de bewoners als het gaat om verzoeken en initiatieven voor speelvoorzieningen.

Waar we het hier hebben over bewoners, hebben we het uiteraard ook over jongeren. Zij zijn de meest intensieve gebruikers van de woonomgeving, en moeten dan ook actief betrokken worden bij de inrichting daarvan. Omdat zij als geen ander kunnen aangeven wat ze nodig hebben, wordt een betere afstemming op de speelbehoefte van jongeren bereikt.

Hoe deze jongerenparticipatie gestalte kan krijgen is neergelegd in de Kadernota Jeugdbeleid en vormt één van de gebieden die uitgewerkt zullen worden in een deelnotitie. Momenteel wordt, voor wat betreft het speelruimtebeleid, gekozen voor incidentele participatie, in de zin van medezeggenschap en betrokkenheid. Hierbij speelt de Stichting Welzijn Terneuzen, als uitvoerend jeugd- en jongerenwerkorgaan, een intermediaire rol.

2.2 Doelstelling van het speelruimtebeleid

Uitgaande van het in Hoofdstuk 1 geformuleerde belang van spelen en de in de vorige paragraaf vermelde uitgangspunten komen wij tot de volgende doelstelling voor het speelruimtebeleid in de gemeente Terneuzen:

Het tegemoetkomen aan de speelbehoefte en bevorderen van het buitenspelen van kinderen en jongeren, door het integraal realiseren en in stand houden van voldoende, kwalitatief goede en uitdagende speelvoorzieningen, welke evenwichtig verspreid zijn over de gemeente Terneuzen, waarbij rekening wordt gehouden met te onderscheiden leeftijdsgroepen en waarbij bewonersparticipatie, en dus ook jongerenparticipatie, een belangrijke rol speelt.

Hoofdstuk 3: Algemene voorwaarden

In dit hoofdstuk besteden we aandacht aan de algemene voorwaarden die er gelden voor speelruimte en speelvoorzieningen. Hierin worden een aantal richtlijnen aangegeven voor wat er minimaal nodig is om aan de doelstelling, zoals geformuleerd in hoofdstuk 2, gestalte te geven, en worden enkele wettelijke kaders besproken waar speelruimtebeleid aan moet voldoen.

3.1Richtlijnen voor speelruimtereservering en inrichting

3.1.1. Richtlijnen voor speelruimtereservering

In Nederland is het nog steeds zo dat het bijvoorbeeld wel wettelijk is geregeld hoeveel parkeerplaatsen er per woning moeten zijn, maar niet hoeveel speelruimte er voor kinderen gereserveerd moet zijn. Pogingen hiertoe hebben geleid tot heftige discussies in spelend Nederland. De initiatiefwet Buitenspeelruimte, waarin wordt voorzien in regels met betrekking tot de bevordering van de aanleg en behoud van buitenspeelruimte voor kinderen, is in oktober 2005 behandeld in de Tweede Kamer. Alhoewel de Tweede Kamer de doelstelling van deze initiatiefwet breed steunt, en het belang van buiten spelen voor kinderen wordt erkend, lopen de meningen uiteen als het gaat over de manier waarop voldoende speelruimte voor kinderen kan worden gegarandeerd. Een aantal partijen is van mening dat dit niet door de landelijke overheid geregeld zou moeten worden, maar een taak is van de gemeenten. Ook werd gepleit voor een meer flexibele norm: gemeenten moeten onder bepaalde omstandigheden kunnen afwijken van de voorgestelde norm. Naar aanleiding van de gemaakte opmerkingen tijdens het debat zal een gewijzigd wetsvoorstel worden gemaakt.

Vooruitlopend en inspelend op deze wet betekent het voor de gemeenten dat zij hun eigen normen en richtlijnen moeten stellen als het gaat om reservering van speelruimte. Binnen onze gemeente is een dergelijke richtlijn of norm (tot nu toe) niet gebruikelijk. Bij elk nieuw bestemmings- of (her)structureringsplan wordt apart bekeken hoeveel openbaar groen, en daarmee ook speelruimte, er wordt gereserveerd.

Om tot een goede richtlijn of norm te komen zijn de volgende zaken bekeken.

  • ·

    drie te onderscheiden leeftijdsgroepen, met daaraan gerelateerd de actieradius:

    • 1.

      0-5 jaar: 100 meter

    • 2.

      6-12 jaar: 400 meter

    • 3.

      13–18 jaar : 1.000 meter en verder

Voor 0-5 jarigen en 6-12 jarigen geldt dat zij spelen binnen de eigen wijk of kern;

13-18 jarigen spelen binnen de eigen wijk of kern, maar zeker ook daarbuiten. De locatiekeuze van de speelterreinen (spreiding) dient hier recht aan te doen.

  • ·

    het aantal m2 dat een speelterrein minimaal moet hebben:

    • 1.

      0-5 jaar: 100 tot 500 m2

    • 2.

      6-12 jaar: 500 tot 1.000 m2

    • 3.

      13-18 jaar: afhankelijk van de voorziening.

  • ·

    gebruiksdruk: per wijk of kern is het aantal m2 formele speelruimte gerelateerd aan het aantal kinderen dat er gebruik van maakt in de leeftijd van 0-12 jaar. De gebruiksdruk kan op twee verschillende manieren worden uitgedrukt: het aantal m2 per kind, dan wel het aantal kinderen per m2. De gemiddelde gebruiksdruk in de gemeente Terneuzen bedraagt respectievelijk 13,1 m2 per kind, dan wel 0,08 kinderen per m2.

  • ·

    Bij het bepalen van de gebruiksdrukis de leeftijdsgroep van 13 –18 jaar niet meegerekend. Dit is gedaan omdat deze groep jongeren in principe niet gebonden is aan de wijk of kern waarin ze wonen. Uiteraard moet er per wijk of kern wel minimaal één voorziening zijn voor deze leeftijdsgroep. De grootte hiervan is afhankelijk van de voorziening. Uit landelijk onderzoek blijkt dat per 85-100 jongeren een voorziening gewenst is. Voor het speelruimte beleid is dit overgenomen als richtlijn.

Wijken of kernen met minder dan 85 jongeren in deze leeftijdsgroep komen in principe niet in aanmerking voor een specifieke voorziening.

3.1.2. Richtlijnen voor inrichting van speelruimte

Hoe de gereserveerde ruimte daadwerkelijk ingericht gaat worden is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de demografische opbouw van de wijk, de ligging van de wijk, de financiële ruimte, en zeker ook de wensen die er leven bij de gebruikers. Hierbij zijn echter wel een aantal richtlijnen te geven.

Leeftijdsgroep 0-5 jaar

Kinderen in de leeftijd tot vijf jaar spelen vaak óf alleen óf naast elkaar, maar nog niet mét elkaar. Bij de inrichting van de speelplek dient, naast de basisvoorwaarden voor speelruimte, hier rekening mee te worden gehouden.

  • .

    veiligheid: goedgekeurde speeltoestellen, verkeersluwe speelplek

  • .

    bereikbaar: actieradius tot 100 meter

  • .

    variatie: minimaal vier actieve bewegingsmogelijkheden, waar bij de voorkeur uitgaat naar minimaal vier verschillende speeltoestellen en speelaanleidingen.

Leeftijdsgroep 6-12 jaar

Kinderen in deze leeftijdsgroep gaan steeds meer samenspelen. Ook hier geldt dat de inrichting van de speelplek hierop toegerust moet zijn.

  • .

    veiligheid: goedgekeurde speeltoestellen, verkeersluwe speelplek

  • .

    bereikbaarheid: actieradius tot 400 meter

  • .

    variatie: minimaal vier actieve bewegingsmogelijkheden, waarbij de voorkeur uitgaat naar speeltoestellen die meerdere bewegingsmogelijkheden in zich hebben (combinatietoestellen), maar zeker ook ruimte ‘om te rennen’. In elke wijk of kern dient een trapveld(je) aanwezig te zijn.

Leeftijdsgroep 13-18 jaar

  • .

    veiligheid: goedgekeurde speeltoestellen, verkeersluwe speelplek

  • .

    bereikbaarheid: 1.000 meter en verder

  • .

    variatie is afhankelijk van de soort voorziening: trapveldje, skatebaan, multifunctioneel speelveld, speelterrein specifiek ingericht voor deze groep. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat gestreefd wordt naar ‘doe-plekken’, en niet naar hangplekken. Dit streven is mede ingegeven door de opgedane negatieve ervaringen met specifieke hangplekken in Axel, Hoek, Koewacht en Zaamslag.

3.2 Kostenposten

Met welke kostenposten moet er rekening worden gehouden voor speelruimte? In deze paragraaf geven we enkele aanbevelingen voor financiële richtlijnen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen:

  • 1.

    nieuwe bestemmingsplannen en (her)structureringsplannen

  • 2.

    bestaande wijken en kernen

  • 3.

    bijzondere voorzieningen

   

3.2.1 Nieuwe bestemmings- en (her)structureringsplannen

In de huidige praktijk wordt speelruimte meestal als stelpost opgenomen in de totale begroting van nieuwe bestemmingsplannen, hetgeen meestal tot gevolg heeft dat er uiteindelijk een willekeurig bedrag beschikbaar komt. Kinderen zijn immers geen marktpartij waarmee rechtstreeks onderhandeld moet worden. Om dit in de toekomst te voorkomen is het aan te bevelen om, uitgaande van de richtlijnen/norm voor reservering en inrichting van de speelruimte, én uitgaande van het huidige prijspeil, minimaal een bedrag van €15.000,00 te reserveren per in te richten speelplek, waaruit de aanschaf van speeltoestellen en de benodigde wettelijk verplichte valdempende ondergrond kan worden bekostigd.

Gezien de gemiddelde levensduur van een speeltoestel is het tevens aan te bevelen 10% van het investeringsbedrag op te nemen in de reguliere begroting voor Speelruimte ter vervanging van de speeltoestellen en 5 % van het investeringsbedrag voor onderhoud en beheer.

 

3.2.2 Bestaande wijken en kernen

In het reguliere budget voor speelgelegenheden is momenteel een bedrag opgenomen van € 22.000,00 voor de aanschaf van speeltoestellen. Op basis van de resultaten van de jaarlijks verplichte veiligheidsinspectie wordt dit bedrag aangewend voor het vervangen van afgekeurde speeltoestellen. De financiële ruimte om bijvoorbeeld in te gaan op verzoeken van bewoners voor het plaatsen van extra speeltoestellen of het realiseren van een nieuw speelterrein is gering tot nihil. Daarnaast is er een bedrag van € 32.000,00 opgenomen voor het onderhoud van de speeltoestellen. Dit bedrag wordt gebruikt om het bestaande arsenaal aan speeltoestellen te repareren (indien nodig) en voor het aanbrengen van de benodigde valdempende ondergrond onder ieder speeltoestel.

Voor de bestaande wijken en kernen is het aan te bevelen een bedrag op te nemen in de reguliere begroting dat gebaseerd is op het huidige prijspeil voor aanschaf van speeltoestellen en een levensduur van 10 jaar. Evenals bij nieuwe bestemmings- en (her)structureringsplannen, wordt dan respectievelijk 10% en 5% van dit herwaarderingsbedrag opgenomen voor vervanging, en onderhoud en beheer.

 

3.2.3 Bijzondere voorzieningen

  • 1.

    De Speelneus

De Speelneus is een vandalismebestendige zeecontainer, van waaruit speelgoed uitgeleend kan worden aan kinderen van vier tot veertien jaar en is ingezet als instrument (middel) om het woon- en leefklimaat in de buurt te verbeteren (doel). Momenteel staat er een Speelneus in de wijk Triniteit en een in de Binnenstad van Terneuzen. Daarnaast wordt er gekeken naar de mogelijkheden voor een mobiele Speel- en sportneus die daar waar nodig ingezet kan worden in de hele gemeente Terneuzen. Iedere Speelneus kent drie medewerkers en/of vrijwilligers die de Speelneus beheren, ondersteund door een Speelneusbaas. De leiding voor het totaal van de Speelneuzen wordt gedragen door een medewerker van de SWT. De hierboven geschetste projectorganisatie valt onder de verantwoording van de Stichting Welzijn Terneuzen. In beginsel is de Speelneus als apart project van de SWT gesubsidieerd voor een bedrag van

€ 12.315,00 per Speelneus op jaarbasis. In het kader van de herstructurering van het professioneel welzijnswerk is deze financiering opgenomen in het reguliere subsidiebudget voor de SWT. Voor de aanschaf en inrichting van de derde, mobiele, Speelneus is een bedrag beschikbaar van € 29.057,00.

  • 1.

    Speeltuinen

De gemeente Terneuzen kent drie speeltuinen die worden gerund door vrijwilligers, te weten: Stichting Speeltuin Oranjekwartier in de Noordpolder, Speeltuinvereniging De Miertjes in Sluiskil en Speeltuin Ons Nootje in Othenepolder.

Met de invoering van het Besluit Veiligheid Attractie- en Speeltoestellen (nu Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen, kortweg WAS geheten) in 1997 zijn de speeltuinen geconfronteerd met speeltoestellen die niet voldoen aan de veiligheidseisen, hetgeen er in veel gevallen toe heeft geleid dat de speeltoestellen zijn verwijderd. Kon voor de invoering van het WAS een nieuw speeltoestel nog vervaardigd worden door een aantal handige vrijwilligers, met de nieuwe regelgeving is dit onmogelijk geworden. De kosten die verbonden zijn aan de aanschaf van een speeltoestel dat voldoet aan de nieuwe regelgeving zijn door de speeltuinen niet op te brengen. Om de grootste nood te ledigen is er in 1999 een eenmalige financiële injectie verleend aan Oranjekwartier (f. 60.000,00/€27.272,00) en De Miertjes (f. 40.000,00/€18.151,00). Speeltuin Ons Nootje had als recentelijk gerenoveerde speeltuin niet te kampen met afgekeurde speeltoestellen. Daar ook dit niet voldoende bleek om de speeltuinen op een veilige manier open te kunnen houden is bij raadsbesluit van 31 oktober 2002 een bedrag beschikbaar gesteld van € 100.000,00 waarop de speeltuinen in de periode 2003-2008, indien nodig, een beroep kunnen doen: Stichting Speeltuin Oranjekwartier €50.000,00, Speeltuin De Miertjes €35.000,00 en Speeltuin Ons Nootje

€ 15.000,00. Van deze bedragen resteren respectievelijk €35.000,00, €6.281,00 en

€ 0,00. Om een eind te maken aan deze incidentele subsidies en de speeltuinen voor eens en altijd uit de brand te helpen is in samenspraak met de besturen van de speeltuinverenigingen een nieuwe subsidieregeling tot stand gekomen en voorgelegd aan de gemeenteraad. Bij raadsbesluit van 15 december 2005 is de navolgende subsidiegrondslag voor speeltuinverenigingen van kracht:

  • 1.

    De subsidiegrondslag bestaat uit een prestatiesubsidie welke is opgebouwd uit

  • 2.

    een basisbedrag, vermeerderd met een x-bedrag per geleverde prestatie, waaraan bepaalde

  • 3.

    maximumbedragen zijn verbonden.

  • 4.

    Het basisbedrag bestaat uit € 1,00 per m2 grondoppervlak, waar bij een eventuele uitbreiding van de speeltuin het basisbedrag evenredig wordt verhoogd.

  • 5.

    Gewaardeerde prestaties:

  • 1.

    aantal dagdelen waarop de speeltuin open is onder toezicht: € 6,00 per dagdeel tot een maximum van € 1.500,00;

  • 2.

    het organiseren van extra activiteiten voor kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar tijdens feestdagen en vakanties: € 100,00 per activiteit tot een maximum van € 1.000,00; de te organiseren activiteiten dienen verband te houden met spelactiviteiten.

  • 3.

    aantrekken van vaste groepen bezoekers in de leeftijd van 4-12 jaar, zoals scholen, kinderopvang, buurtverenigingen, sportverenigingen e.d. : € 50,00 per afspraak/contract tot een maximum van € 500,00.

  • 1.

    Het maximum aan gewaardeerde prestaties komt hiermee op € 3.000,00.

  • 2.

    De te verlenen subsidie voor enig jaar zal bestaan uit het basisbedrag, vermeerderd met de geleverde prestaties van het voorafgaande jaar.

  • 3.

    Op basis van deze subsidiegrondslag kunnen de speeltuinen in aanmerking komen voor de volgende maximale subsidiebedragen:

 

speeltuin

basisbedrag

prestatiebedrag

totaal per speeltuin

Oranjekwartier

€ 2.600,00

€ 3.000,00

€ 5.600,00

De Miertjes

€ 2.000,00

€ 3.000,00

€ 5.000,00

Ons Nootje

€ 1.400,00

€ 3.000,00

€ 4.400,00

Totaal

 6.000,00

€ 9.000,00

 15.000,00

 

Daarnaast wordt de verplichte jaarlijkse veiligheidsinspectie voor alle speeltuinen bekostigd door de gemeente.

 

De speeltuinen die voor deze subsidie in aanmerking komen kunnen gekarakteriseerd worden als ‘traditionele speeltuin’. Momenteel loopt er een haalbaarheidsonderzoek naar de mogelijkheden voor de realisatie van een natuurspeeltuin. Een natuurspeeltuin is een speeltuin waar de basiselementen van de natuur, te weten water, vuur, aarde en lucht, beleefbaar aanwezig zijn. Bij een positieve uitslag van het haalbaarheidsonderzoek zal een separaat collegevoorstel aan de gemeenteraad worden voorgelegd.

  • 1.

    Schoolpleinen

Schoolpleinen bij scholen liggen vaak op een centrale locatie in de wijk of kern. Over het algemeen zijn het zeer geschikte locaties om speelplekken te situeren. Ze zijn veilig en er is voldoende ruimte waardoor zij een grote aantrekkingskracht hebben op de jeugd. De tendens van dit ogenblik is dat er steeds meer scholen overgaan op het omheinen van het schoolterrein, met name om vandalisme tegen te gaan. Gevolg is wel dat deze speelplekken buiten schooltijd niet meer toegankelijk zijn. Het is dan ook aan te bevelen om in overleg te treden met verschillende schoolbesturen en/of directies of en hoe deze tendens is te keren, zodat alle aanwezige speelvoorzieningen binnen een wijk of kern optimaal benut kunnen worden. In hoeverre de speelplaatsen onderdeel gaan uitmaken van het speelruimtebeleid en welke financiële consequenties dit heeft zal blijken uit de te voeren gesprekken.

 

  • 1.

    3.1 Veiligheidsvoorschriften

De veiligheid van speeltoestellen is geregeld in een wettelijk kader, in beperkte mate in het Bouwbesluit, maar vooral in het al eerder genoemde Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen, het WAS.

 

  • 1.

    3.1.1 Bouwbesluit

Het Bouwbesluit is een algemene maatregel van bestuur op basis van de Woningwet en geeft algemene technische voorschriften voor het bouwen van bouwwerken. In de terminologie van het Bouwbesluit is een speeltoestel een‘bouwwerk, geen gebouw zijnde’. Een speeltoestel moet daarom voldoen aan de eisen die het Bouwbesluit stelt. Het gaat dan met name om de constructieve veiligheid, de gebruiksveiligheid en de brandveiligheid.

De Woningwet regelt ook voor welke bouwwerken een bouwvergunning moet worden aangevraagd. Voor het plaatsen van speeltoestellen is officieel een bouwvergunning verplicht, wanneer het toestel drie meter of hoger is.

3.3.2Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS)

De veiligheidseisen die in het Bouwbesluit worden gesteld, zijn niet specifiek van toepassing op speeltoestellen. Van grotere betekenis voor de veiligheid van speeltoestellen is het WAS, als onderdeel van de Wet op de gevaarlijke werktuigen, waarin regels zijn opgenomen die een bepaald veiligheidsniveau bij het gebruik van speeltoestellen moet waarborgen. Voorheen werd het WAS het Besluit Veiligheid Attractie- en Speeltoestellen genoemd, welke op 26 maart 1997 van kracht is geworden. De voornaamste doelstelling van het WAS is het reduceren van het aantal ongelukken, veroorzaakt door speeltoestellen, met 25% over een periode van tien jaar.

In het WAS zijn verschillende eisen opgenomen waaraan je als eigenaar en beheerder van speelvoorzieningen moet voldoen. Naast de eis dat speeltoestellen moeten voldoen aan bepaalde toestelspecifieke veiligheidsnormen, moet ook zorg gedragen worden voor het bijhouden van een logboek voor elk speeltoestel en dienen er maandelijkse, halfjaarlijkse en jaarlijkse inspecties te worden gehouden. Met uitzondering van de jaarlijkse inspectie wordt dit momenteel uitgevoerd door de cluster Groenbeheer. De jaarlijkse inspectie is uitbesteed aan Dethon Groen.

  • 1.

    3.1 Wettelijke aansprakelijkheid

De gemeente is als eigenaar en beheerder van speeltoestellen of van de grond in meer of mindere mate aansprakelijk voor ongevallen en schade. De Voedsel en Warenautoriteit, Keuringsdienst van Waren is de instantie die belast is met het toezicht op de naleving van het WAS. Indien de speelvoorzieningen niet voldoen aan de veiligheidseisen is er sprake van een strafbaar feit.

Ook in het geval dat de gemeente eigenaar is van de grond, maar de speeltoestellen het eigendom zijn van derden (bijvoorbeeld van een speeltuin- of buurtvereniging), kan zij mede aansprakelijk gesteld worden bij ongeval of schade. In een dergelijk geval dient in het contract opgenomen te worden, dat de gemeente uitgesloten wordt van aansprakelijkheid voor ongeval of schade veroorzaakt door een speeltoestel.

De gemeentelijke Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering voorziet in die gevallen dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld.

 

Naast het belang van spelen en de uitgangspunten voor het Terneuzense speelruimtebeleid dient er ook aan een aantal (wettelijke) voorwaarden te worden voldaan, waarbij tevens enkele aanbevelingen worden gedaan:

  • 1.

    bij nieuwe bestemmingsplannen of (her)structureringsplannen de gemeentelijke norm/richtlijn volgen bij het reserveren en inrichten van speelruimte;

  • 2.

    voor de inrichting hiervan per speelplek minimaal een bedrag van € 15.000,00 reserveren, waarbij 10% van het bedrag wordt opgenomen in het reguliere budget voor Speelruimte ter vervanging van de speeltoestellen en 5% voor onderhoud en beheer, inclusief inspectie;

  • 3.

    bij bestaande wijken en kernen voor zover mogelijk rekening houden met, maar in ieder geval streven naar de gemeentelijke norm/richtlijn voor reservering en inrichting van speelruimte;

  • 4.

    voor de invulling hiervan het bestaande budget voor Speelruimte aanpassen, op basis van een herwaardering van de speeltoestellen naar het huidige prijspeil en een levensduur van 10 jaar, waarbij 10% van het herwaarderingsbedrag wordt gereserveerd voor vervanging van speeltoestellen en 5 % voor onderhoud en beheer, inclusief de inspectie;

  • 5.

    de ontwikkelingen rond de mobiele Speelneus verder uitwerken;

  • 6.

    de subsidiegrondslag voor de speeltuinverenigingen jaarlijks evalueren;

  • 7.

    de mogelijkheden om de speelterreinen bij de scholen beter te benutten dan tot nu toe het geval is en hiertoe in overleg treden met de schoolbesturen en/of directies;

  • 8.

    de veiligheid van speeltoestellen is geregeld in een wettelijk kader, in beperkte mate in het Bouwbesluit en meer specifiek in het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS) Indien niet wordt voldaan aan de gestelde veiligheidseisen is spraken van een strafbaar feit.

Hoofdstuk 4 Inventarisatie van de huidige situatie

Bij de inventarisatie van de huidige situatie, de nulmeting, is eerst een inventarisatie gemaakt van de gemeentelijke wijken en kernen waar speelvoorzieningen voorkomen. Vervolgens wordt per wijk of kern speelruimte in de meest brede zin in beeld gebracht. Hierbij wordt aandacht geschonken aan formele en informele speelplekken en de aanwezigheid van andere speelvoorzieningen, bv. bij scholen. Hierbij wordt tevens aangegeven wat de demografische opbouw is en worden voor de desbetreffende wijk of kern conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. De volledige inventarisatie is opgenomen in Bijlage I. Voor de leesbaarheid van de beleidsnota zijn alleen de conclusies en aanbevelingen opgenomen.

 Tot slot van dit hoofdstuk worden algemene conclusies getrokken.

4.1 Wijk- en kernindeling van de gemeente Terneuzen

In de onderstaande wijk- en kernindeling zijn alleen voor de kern Terneuzen de woonwijken apart opgenomen en worden de buitenkernen gezien als één geheel. Daarnaast is het Java, als onderdeel van de Binnenstad opgenomen als aparte wijk en is de wijk Zeldenrust-St.Annapolder opgenomen als twee aparte wijken. 

1. Terneuzen

Binnenstad

Driewegen

Java

Katspolder

Lievenspolder

NoordpolderOthene

Oudelandse Hoeve

Oude Vaart

Serlippenspolder

St. Annapolder

Triniteit

Zeldenrust

Zuiderpark

Zuidpolder

2. Axel

3. Biervliet

4. Hoek

5. Koewacht

6. Overslag

7. Philippine

8. Sas van Gent

9. Sluiskil

10. Spui

11. Westdorpe

12. Zaamslag

13. Zandstraat

14. Zuiddorpe

 

4.2 Speelruimte per wijk of kern

Zoals hierboven al aangegeven zijn voor wat betreft de beleidsnota alleen de conclusies per wijk of kern opgenomen, alsmede enkele aanbevelingen. Voor de conclusies en aanbevelingen is, naast de gegevens van de inventarisatie, onder andere gebruik gemaakt van de Kern- en wijkfoto’s en het rapport ‘Inventarisatie & Actiepunten Stichting Welzijn Terneuzen’.

 

In Bijlage I is de volledige inventarisatie opgenomen. Per wijk of kern is het aantal locaties met formele speelruimte opgenomen, met daaraan gekoppeld de leeftijdsgroep die er gebruik van maakt, de spreiding over de wijk of kern, gerelateerd aan de gemeentelijke norm/richtlijn voor reservering van speelruimte. Bij elke formele speelvoorziening is gekeken naar de kwaliteit en veiligheid van de voorziening, waarbij de ‘basisvoorwaarden voor speelruimte’ als leidraad dienen. Daarnaast wordt in het kort informatie verstrekt over de kwaliteit van de informele speelruimte en de aanwezigheid van bijzondere voorzieningen, zoals bijvoorbeeld speeltuinen, schoolpleinen en sportvoorzieningen. Tevens geven we per wijk of kern de demografische opbouw weer. Aan de hand van deze inventarisatie worden vervolgens onderstaande conclusies en aanbevelingen gedaan. Bij de conclusies wordt de gebruiksdruk aangegeven: het eerste getal betreft het aantal vierkante meters formele speelruimte dat er aanwezig is per kind voor de leeftijdsgroep 0-12 jaar; het tweede getal geeft het aantal kinderen per vierkante meter speelruimte weer, ook weer voor de leeftijdsgroep 0-12 jaar. Bij de aanbevelingen is tevens een prioriteit aangegeven, welke is gerelateerd aan de gebruiksdruk.

 1. Terneuzen1.1 Binnenstad

Conclusies

Gebruiksdruk: 7,9 - 0,13

De Binnenstad heeft acht formele speelplekken, waarvan alleen Pasterbos 1 en 2 voldoen aan de norm. Pasterbos 1 ligt centraal in de wijk en is mede geschikt voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar. De overige speelplekken zijn matig verspreid binnen de wijk, met name omdat ten oosten van de Noordstraat geen enkele speelvoorziening is. De variatie binnen de wijk is matig, er is een overdaad aan evenwichts- en duikeltoestellen. Met uitzondering van het Pasterbos 1 en 2 is de variatie per speelplek onvoldoende tot matig te noemen. De kwaliteit van de informele speelruimte is voldoende. Met name de centrale voorziening in de wijk (speeltuin, verhard speelveld en Speelneus), gecombineerd met de welzijnsvoorziening en de school, wordt ervaren als een uitstekende voorziening. Elleboog/Dwarsstraat is eigenlijk geen speelplek, maar een speeltoestel op straat.

Aanbevelingen

Vooralsnog de voorzieningen laten zoals ze zijn. Op het moment dat een speeltoestel wordt afgekeurd dit vervangen door een speeltoestel dat ten goede komt aan de variatie van de desbetreffende speelplek. Indien het speeltoestel in de Elleboog/Dwarsstraat wordt afgekeurd komt deze speelplek te vervallen.

Opmerking: momenteel wordt in samenspraak met de bewoners gekeken naar de inrichting van de Westelijke Stadsrand. Voor wat betreft de speelvoorzieningen betekent dit dat de Schependijk en het Schelpenpad hierin worden opgenomen.

Prioriteit: 10

 1.2 Driewegen

Conclusies

Gebruiksdruk: 15,6 – 0,06

Driewegen heeft één relatief grote formele speelplek (Hogendijk) die geschikt is voor kinderen van 0-12 jaar, en voldoet aan de norm. Gezien het aantal kinderen in die leeftijdscategorie (32) is dit voldoende. Hetzelfde kan gezegd worden van de variatie en de verkeersveiligheid. De kwaliteit van de informele speelruimte is voldoende.

De ligging van de speelplek is verre van ideaal, aan de uiterste rand van de wijk en te dicht op een schrootverwerkingsbedrijf.

Aanbevelingen

In samenspraak met de bewoners bekijken of de ze speelplek in zijn geheel kan worden verplaatst. Een alternatieve locatie zou bijvoorbeeld het doodlopende stuk van de Hogendijk kunnen zijn.

Prioriteit: 19

 1.3 Java

Conclusies

Gebruiksdruk: 3,8 – 0,27

Het Java heeft twee kleine formele speelplekken die met name geschikt zijn voor kinderen tot 12 jaar, die beide niet voldoen aan de norm. Er is geen voorziening voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar. De spreiding van de voorzieningen is matig, de variatie is voldoende. De kwaliteit van de informele speelruimte is voldoende, zo ook de verkeersveiligheid.

Wat met name wordt gemist is een trapveld. Helaas is verdere uitbreiding van de speelvoorzieningen niet mogelijk in verband met een gebrek aan ruimte. De behoefte wordt wel erkend.

Aanbevelingen

De speelvoorziening in de Martinus Eijkestraat uitbreiden met één speeltoestel. Afhankelijk van de toestelkeuze en de daar bijhorende veiligheidszone een gedeelte van het aanwezige groen verwijderen. Bekijken of er mogelijkheden zijn de speelvoorziening in de Kazernestraat uit te breiden met één speeltoestel.

In samenspraak met Lievenspolder (prioriteit 3) de mogelijkheden bekijken voor het realiseren van trapveld/speelveld op grens Java/Lievenspolder (van Steenbergenlaan).

Prioriteit: 1

 1.4 Katspolder

Conclusies

Gebruiksdruk: 7,1 – 0,14

De wijk Katspolder beschikt over twee formele speelplekken, waarvan de van Kinsbergenlaan voldoet aan de norm. De speelplek aan de Noteneeweg is mede geschikt voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar. De spreiding in de wijk is onvoldoende, evenals de variatie. De kwaliteit van de informele speelruimte is voldoende, evenals de verkeersveiligheid. De bereikbaarheid van beide speelplekken is onvoldoende. De variatie per speelplek is voldoende. Algemene indruk is dat de speelvoorzieningen verouderd zijn en niet meer voldoen aan de behoefte.

Aanbevelingen

Gezien het tekort aantal formele speelplekken en de geringe uitstraling hiervan in samenspraak met de bewoners komen tot een nieuw speelplan voor de hele wijk dat recht doet aan de doelstelling van het speelruimtebeleid.

Prioriteit: 8

 1.5 Lievenspolder

Conclusies

Gebruiksdruk: 4,3 – 0,23

Lievenspolder beschikt over twee formele speelplekken, waarvan de van der Peijlstraat niet voldoet aan de norm. De Rozenstraat is mede geschikt voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar. De speelplekken zijn uitsluitend aan de westrand van de wijk te vinden. De spreiding in de wijk is dan ook onvoldoende, evenals de variatie binnen de wijk. De kwaliteit van de informele speelruimte is voldoende, zo ook de verkeersveiligheid. De variatie per speelplek is onvoldoende (van der Peijlstraat) tot voldoende (Rozenstraat). De Axelsestraat deelt de wijk in tweeën: ten oosten van deze straat zijn geen formele speelplekken.

Aanbevelingen

De norm voor speelruimte toepassen bij de ontwikkelingen rond de Brede School en de inrichting van de overige ruimte. Bekijken of uitbreiding van de speelplek in de Van der Peijlstraat wenselijk is. In samenspraak met de bewoners ten oosten van de Axelsestraat en het Java (prioriteit 1) komen tot een nieuw speelplan dat recht doet aan de doelstelling en norm van het speelruimtebeleid.

Prioriteit: 3

 

Opmerking: bij de uitwerking van de aanbevelingen dient rekening te worden gehouden het Definitief Ontwerp van het gebied tussen de Dokweg en de Kerkhoflaan. Bij het uitbrengen van deze speelruimtenota was deze nog niet bekend.

 1.6 Noordpolder

Gebruiksdruk: 11,7 – 0,08

Conclusies

Noordpolder beschikt over vijf formele speelplekken waarvan twee te klein (P. de Hooghstraat en Breitnerstraat 2); de overige drie voldoen aan de norm. De spreiding is matig, evenals de variatie binnen de wijk. Dit wordt enigszins gecompenseerd door de aanwezigheid van Speeltuin Oranjekwartier, welke jaarlijks open is vanaf Koninginnedag tot eind oktober. De variatie per speelplek is over het algemeen voldoende, alleen P. de Hooghstraat scoort onvoldoende.

Aanbevelingen

Speelterrein in P. de Hooghstraat uitbreiden met één speeltoestel.

Prioriteit: 17

 1.7 Othene (Noord)

Conclusies

Gebruiksdruk: 7,0 – 0,14

Othene (Noord) kent 7 formele speelplekken die met name geschikt zijn voor kinderen van

0-12 jaar. Een voorziening voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar ontbreekt. Door de bewoners wordt met name om een trapveldje gevraagd.

De spreiding is matig, evenals de variatie binnen de wijk. De kwaliteit van de informele speelruimte is voldoende. De variatie per speelplek is onvoldoende tot voldoende.

 

Aanbevelingen

De mogelijkheden onderzoeken voor de realisering van een speelterrein voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar. Indien mogelijk de speelplek in de Bleuslaan, Robijnboog, Summertimeplein uitbreiden zodat voldaan wordt aan de gestelde norm.

Prioriteit: 7

 

Opmerking: Bij de nieuwbouw in Othene (Zuid) zal zoveel als mogelijk rekening worden gehouden met de norm voor speelruimte. Speelruimte voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar krijgt hierin ruim aandacht. Een zogenaamde ’speelkooi’ bij de nog te realiseren school behoort tot de plannen.

 1.8 Oudelandse Hoeve

Conclusies

Gebruiksdruk: 8,3 – 0,11

Oudelandse Hoeve beschikt over vijf formele speelplekken, waarvan één te klein (Sweelinckhof). De spreiding is matig, evenals de variatie binnen de wijk. De kwaliteit van de informele speelruimte is voldoende. De variatie per speelplek is onvoldoende tot voldoende. Het grote combinatietoestel in de Rossinistraat is blijkens de laatste inspectieronde afgekeurd en is/wordt vervangen.

Aanbevelingen

Afgekeurd speeltoestel vervangen door één of meerdere speeltoestellen. Bekijken of speelplek in Sweelinckhof kan worden uitgebreid met minimaal één speeltoestel; eea. in samenspraak met het wijkteam.

Prioriteit: 11 (vwb. vervanging afgekeurd speeltoestel: prioriteit 1)

 1.9 Oude Vaart

Conclusies

Gebruiksdruk: 6,2 – 0,16

In de wijk Oude Vaart zijn zeven formele speelplaatsen, waarvan er vier te klein zijn (Gentiaanstraat, Kaardebolstraat, Oude Vaart en Valeriaanstraat). Op sportcentrum Vliegende Vaart is tevens een skatebaan voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar. De spreiding van de speelplekken binnen de wijk is goed te noemen, evenals de variatie en de kwaliteit van de informele speelruimte. De verkeersveiligheid is voldoende tot goed.

De variatie per speelplek varieert van matig (Akkerwindelaan, Kaardebolstraat, Oude Vaart), naar voldoende (Gentiaanstraat, Klaprooslaan) tot goed (Valeriaanstraat, skatebaan).

Aanbevelingen

De speelplekken die een matige variatie kennen uitbreiden met één of meerdere speeltoestellen, afhankelijk van de beschikbare ruimte en in samenspraak met de buurtvereniging en de direct omwonenden.

Prioriteit: 6

 

Opmerking: omdat de skatebaan in principe onderdeel uitmaakt van sportcentrum Vliegende Vaart en daardoor buiten de woonwijk ligt is deze niet meegenomen bij de berekening van de gebruiksdruk.

 1.10 Serlippenspolder

Conclusies

Gebruiksdruk: 11,6 – 0,08

Serlippenspolder heeft vier formele speelplekken die redelijk tot goed voldoen aan de norm voor speelruimte. De voorziening in de Simon Stevinhof is (mede) geschikt voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar. Zowel de spreiding, als de kwaliteit van de informele speelruimte, als de variatie binnen de wijk is voldoende.. Vwb. de variatie per speelplek scoort alleen de Fahrenheitlaan onvoldoende. De Serlippensstraat deelt de wijk op in twee delen. Hierbij valt op dat ten zuiden van deze straat maar één speelplek is gesitueerd.

De verkeersveiligheid in de Fahrenheitlaan en de Lorenzlaan is onvoldoende.

Aanbevelingen

De speelplek in de Fahrenheitlaan is toe aan een grondige opknapbeurt, waarbij tevens uitbreiding van het aantal speeltoestellen moet worden bekeken. Op termijn dient tevens bekeken te worden of de speelplek in de Lorenzlaan kan worden uitgebreid.

Bekijken hoe de verkeersveiligheid kan worden bevorderd.

Prioriteit: 16

 

Opmerking: in verband met de verbouwing van de Zuidlandschool tot Brede School wordt de inrichting rond de speelplek op deze locatie (Simon Stevinhof) herzien.

 1.11 St. Annapolder

Conclusies

Gebruiksdruk: 19,1 – 0,05

In de St. Annapolder zijn vier formele speelplekken, waarvan alleen de Maassingel voldoet aan de norm. Deze speelplek is mede geschikt voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar. De spreiding én de variatie binnen de wijk zijn matig, waarbij de kwaliteit van de informele speelruimte als onvoldoende wordt gekwalificeerd. De verkeersveiligheid van de speelplekken is voldoende. De variatie per speelplek is matig tot voldoende. De compacte opzet van de wijk (veel woningbouw, weinig openbaar groen) biedt weinig mogelijkheden tot uitbreiding van het aantal speelvoorzieningen. Met uitzondering van de speelvoorziening in Everingen bestaan er geen mogelijkheden extra speeltoestellen te plaatsen. Ondanks de compacte bouw van de wijk valt de gebruiksdruk mee. Dit komt met name doordat er relatief gezien weinig kinderen wonen (90 kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar).

Aanbevelingen

In samenspraak met de bewoners en de direct omwonenden de speelplek in Everingen uitbreiden met een aantal speeltoestellen voor kinderen van 0-12 jaar. De mogelijkheden bekijken tot uitbreiden van het aantal speelplekken door bijvoorbeeld het verwijderen van openbaar groen.

Prioriteit: 22

 1.12 Triniteit

Conclusie

Gebruiksdruk: 19,1 – 0,05.

Triniteit beschikt over 7 formele speelplekken die allemaal voldoen aan de gestelde norm. twee van deze speelplekken zijn geschikt voor de leeftijdsgroep van 13-18 jaar.

De spreiding inde wijk is voldoende, evenals de variatie, de kwaliteit van de informele speelruimte en de verkeersveiligheid. Een pluspunt in de wijk is de Speelneus. De variatie per speelplek is matig (Eikenstraat) tot voldoende.

Aanbevelingen

Geen.

 1.13 Zeldenrust

Conclusies

Gebruiksdruk: 4,3 – 0,23.

In Zeldenrust zijn 5 formele speelplekken, waarvan alleen de Sloelaan voldoet aan de norm. Deze speelplek is ook geschikt voor de leeftijdsgroep van 13-18 jaar. De spreiding van de speelvoorzieningen binnen de wijk is, evenals de variatie, matig. De kwaliteit van de informele speelruimte is voldoende. Voor wat betreft de variatie per speelplek scoren met name de Lingestraat en Rivierenpark onvoldoende.

Aanbevelingen

In overleg met de buurtvereniging een speelplan maken, dat recht doet aan de doelstelling en normen van de beleidsnota Speelruimte

Prioriteit: 4

 1.14 Zuiderpark

Conclusies

Gebruiksdruk: 26,2 – 0,04

In het Zuiderpark zijn 3 formele speelplekken die voldoen aan de norm. Een speelplek voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar ontbreekt. De spreiding is onvoldoende, evenals de variatie binnen de wijk. De kwaliteit van de informele speelruimte is voldoende, evenals de verkeersveiligheid. De variatie per speelplek is alleen in Parkhove onvoldoende.

Aanbevelingen

Gezien het aantal kinderen van 26 in de leeftijdsgroep van 13-18 jaar hier geen aparte voorziening voor treffen. De speelvoorziening in Parkhove kan uitgebreid worden. In de Jacob van Lennepstraat is voldoende ruimte voor uitbreiding. Gezien de onvoldoende spreiding in de wijk in samenspraak met de buurtvereniging de mogelijkheden bekijken voor een extra speelplek.

Prioriteit: 24

  1.15 Zuidpolder

Conclusies

Gebruiksdruk: 28,4 – 0,03.

Zuidpolder kent 3 formele speelplekken, waarvan Schuberthof 1 niet voldoet aan de norm. Schuberthof 2, met een aantal sportvoorzieningen, voldoet voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar. De spreiding binnen de wijk is onvoldoende. De variatie en de kwaliteit van de informele speelruimte is voldoende. De variatie per speelplek is alleen onvoldoende in Schuberthof 1

Aanbevelingen

Uitbreidingsmogelijkheden bekijken voor Schuberthof 1 en eventuele uitbreiding met één speelplek in bijvoorbeeld de Mozarthof.

Prioriteit: 25.

 2. Axel

Conclusies

Gebruiksdruk: 15,7 – 0,06.

Axel heeft 16 formele speelplekken, waarvan er zeven matig voldoen aan de norm. Zes speelplekken zijn ook geschikt voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar, met name de speelplek bij Oud Oosteinde met een skatebaan, trapveld en basketbalveld is een prima voorziening. Het trapveld aan de Zuidsingel ligt volledig buiten de woonwijk en is dan ook slecht bereikbaar. De spreiding van de speelvoorzieningen binnen de kern Axel is voldoende, de variatie echter onvoldoende. Op bijna alle speelplekken is uitgegaan van het concept ‘enkele wip-dubbele schommel-glijbaan-klautertoestel’, waardoor de verschillende speelplekken bijna identiek zijn. Overigens is de variatie per speelplek, met uitzondering van de locatie Achterpad/Nieuwendijk, voldoende. De kwaliteit van de informele speelruimte is voldoende. Op zich zijn de speelplekken gerealiseerd op geschikte locaties die goed in de kern verspreid liggen en zeker qua bereikbaarheid en verkeersveiligheid goed voldoen.

Aanbevelingen

Op het moment dat een speeltoestel in aanmerking komt voor vervanging rekening houden met meer variatie binnen de kern. Vanwege de ‘witte vlek’ centraal in Axel de mogelijkheden bekijken voor de realisatie van een speelplek voor met name de jongste leeftijdsgroep.

Locatie aan de Zuidsingel opheffen daar deze volledig buiten de woonwijk ligt en men een drukke verkeersweg over moet steken. De doeltjes kunnen herplaatst worden.

Prioriteit: 20.

 3. Biervliet

Conclusies

Gebruiksdruk: 9,6 – 0,10.

Biervliet kent 3 formele speelplekken, waarvan één in buurtschap Driewegen, die redelijk tot goed voldoen aan de norm. De speelplek aan de Braakmanlaan is mede geschikt voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar. Hier is ook een skatebaan gerealiseerd. De spreiding in de kern is matig, de variatie is voldoende, alsook de kwaliteit van de informele speelruimte, de verkeersveiligheid en de variatie per speelplek.

Aanbevelingen

Op termijn onderzoeken of er behoefte is aan één extra speelplek.

Prioriteit: 13.

Opmerking: naar aanleiding van een gesprek met de jeugd en een openbare vergadering met Leefbaarheidswensen heeft Dorpsraad Biervliet een groot aantal ideeën voor de jeugd op papier gezet. Op termijn zal door de Dorpsraad bekeken worden welke ideeën aan de gemeente worden aangeboden.

 4. Hoek

Conclusies

Gebruiksdruk: 4,6 – 0,22.

In Hoek zijn er 5 formele speelplekken, waarvan de Jasmijnlaan en Burgermeester Hendrik Wolferthof niet voldoen aan de norm. De in 2005 geplaatste ‘speelkooi’ in de Molendreef is geschikt voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar. De spreiding in de kern is matig. Wat met name opvalt is de afwezigheid van speelplekken ten oosten van de kreek. De variatie voldoende, evenals de kwaliteit van de informele speelruimte, de verkeersveiligheid en de variatie per speelplek.

Aanbevelingen

In overleg met Dorpsbelangen Hoek komen tot een speelplan dat recht doet aan de doelstelling en normen van het speelruimtebeleid.

Prioriteit: 5.

 5. Koewacht

Conclusies

Gebruiksdruk: 11,0 – 0,09.

Koewacht kent 7 formele speelplekken, waarvan de Benedenstraat en Oude Karnemelkstraat niet voldoen aan de norm. Het speelterrein bij het zwembad en de in 2005 gerealiseerde skatebaan zijn geschikt voor de leeftijdsgroep van 13-18 jaar. De spreiding is voldoende, evenals de variatie binnen de kern. De kwaliteit van de informele speelruimte is voldoende. De verkeersveiligheid in de Kerklaan en de Oude Karnemelkstraat is onvoldoende. De variatie per speelplek is matig tot voldoende.

Aanbevelingen

Samen met de Dorpsraad mogelijke oplossingen voor de verkeersveiligheid in de Kerklaan en de Oude Karnemelkstraat bekijken. In 2005 is een verzoek met handtekeningenlijst binnengekomen voor de aanleg van een trapveldje. Afspraak is dat de Dorpsraad een geschikte locatie zoekt; de gemeente zal op deze locatie doeltjes plaatsen.

Prioriteit: 15.

 6. Overslag

Conclusies

Gebruiksdruk: 4,2 – 0,24.

Met het wegvallen van het trapveldje in de Keizerputstraat (terrein met woonbestemming is verkocht) is er in Overslag 1 formele speelplek voor 0-12 jarigen, welke niet voldoet aan de norm. Van spreiding is geen sprake. De kwaliteit van de informele speelruimte is onvoldoende, de variatie op de speelplek is matig.

Aanbevelingen

In samenspraak met de nog op te richten bewonersvertegenwoordiging de mogelijkheden bekijken voor de realisatie van één volwaardige speelplek die voldoet aan de normen en geschikt is voor alle leeftijdsgroepen. De speelplek op locatie ’t Hoeksen kan dan komen te vervallen.

Prioriteit: 2.

 7. Philippine

Conclusies

Gebruiksdruk: 10,3 – 0,10.

Philippine beschikt over 4 formele speelplekken, waarvan alleen de Kokhaan niet voldoet aan de norm. De speelplek bij Sportpark ’t Bermpje is mede geschikt voor de leeftijdsgroep van 13-18 jaar. De spreiding en variatie binnen de kern is voldoende, evenals de kwaliteit van de informele speelruimte en de verkeersveiligheid. De variatie per speelplek is voldoende, met uitzondering van de Kokhaan (matig).

Aanbevelingen

De speelplek aan de Kokhaan eventueel uitbreiden met één speeltoestel.

prioriteit: 14.

Opmerking: de Dorpsraad Philippine heeft gevraagd of er een mogelijkheid is om een speelplek te realiseren in de oude kern. Kinderen uit deze oude kern moeten, om een speelplek te bereiken, de Kasteelstraat oversteken.

 8. Sas van Gent

Conclusies

Gebruiksdruk: 14,8 – 0,07.

In Sas van Gent zijn er 11 formele speelplekken, waarvan er 5 niet voldoen aan de norm en 4 mede geschikt zijn voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar. De spreiding binnen de kern Sas van Gent is onvoldoende, met name doordat 8 van de 11 speelplekken geconcentreerd zijn ten westen van de spoorlijn. De kwaliteit van de informele speelruimte is voldoende, de variatie binnen de kern matig. De variatie per speelplek is over het algemeen voldoende, met uitzondering van de Coehoornstraat (matig) en het Ambachtenplantsoen (onvoldoende).

Aanbevelingen

In samenspraak met Stadsraad Sas van Gent de mogelijkheden bekijken om het aantal speeltoestellen in de Coehoornstraat en het Ambachtenplantsoen uit te breiden. Tevens de mogelijkheden onderzoeken voor de realisering van een speelplek in het woongebied ten oosten van de spoorlijn.

Prioriteit: 18.

Opmerking: met de jongeren van Sas van Gent wordt op dit moment gewerkt aan de realisering van een skatebaan op het Kanaaleiland.

 9. Sluiskil

Conclusies

Gebruiksdruk: 16,2 – 0,06.

Sluiskil heeft 6 formele speelplekken die, met uitzondering van Zuidhof, voldoen aan de norm. De speelvoorzieningen in het Dorpspark (St. Elisabethlaan) zijn mede geschikt voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar. De spreiding in de kern is matig. De kwaliteit van de informele speelruimte en de variatie binnen de kern is voldoende. De variatie per speelplek is voldoende, met uitzondering van Zuidhof (matig).

Aanbevelingen

In samenspraak met Dorpsraad Sluiskil de mogelijkheden bekijken voor de realisatie van een speelplek in het woongebied tussen de Nieuwe Kerkstraat en de Schepenenstraat. De speelplek in Zuidhof is gelegen op het woonwagencentrum; uitbreiding is niet mogelijk.

Prioriteit: 21.

Opmerking: de Stichting Buitenspeelmogelijkheden Sluiskil is bezig met de plaatsing van een skatebaan in Dorpspark Sluiskil.

10. Spui

Conclusies

Gebruiksdruk: 78,0 – 0,01.

In buurtschap Spui is 1 formele speelplek voor kinderen van 0-12 jaar, welke voldoet aan de norm. De kwaliteit van de informele speelruimte is voldoende, evenals de variatie op de speelplek.

Aanbevelingen

Gezien het geringe aantal kinderen in de leeftijdsgroep 13-18 jaar (8), bestaat er geen noodzaak een geschikte speelvoorziening voor hen te treffen. Wel kan bekeken worden of er, overeenkomstig een verzoek van Belangengroep Spui, een basketbalpaal kan worden bijgeplaatst op de al bestaande speelplek.

Prioriteit: 28.

 11. Westdorpe

Conclusies

Gebruiksdruk: 9,6 – 0,10.

Westdorpe heeft 3/4 formele speelplekken voor kinderen van 0-12 jaar, waarvan de Bernhardstraat niet voldoet aan de norm. Er zijn geen speelvoorzieningen voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar. De spreiding binnen de kern is onvoldoende. De kwaliteit van de informele speelruimte is voldoende, de variatie binnen de kern matig. De variatie per speelplek is onvoldoende (Bernhardstraat) tot voldoende.

Aanbevelingen

Basisschool De Kreeke is momenteel bezig met de herinrichting van het schoolplein. De bedoeling is deze zo in te richten dat er door alle leeftijdsgroepen kan worden gespeeld, inclusief de leeftijdsgroep 13-18 jaar. Daarnaast is verzocht een speelplek te realiseren ter hoogte van de kruising Graaf Jansdijk/Axelsestraat. Gezien de onvoldoende spreiding binnen de kern Westdorpe in overleg met de Dorpsraad en de directie van de school de mogelijkheden bespreken.

Prioriteit: 12.

 12. Zaamslag

Conclusies

Gebruiksdruk: 7,2 – 0,14.

In Zaamslag zijn er 7 formele speelplekken, waarvan Oosthof en Polderstraat niet voldoen aan de norm. De speelplekken in de Sportlaan , bij het zwembad en Torenberg zijn mede geschikt voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar. De spreiding in de kern is matig, mede veroorzaakt door een vierdeling van deze kern door de Terneuzensestraat-Plein-Veerstraat aan de ene kant en de Axelsestraat-Polderstraat aan de andere kant. De kwaliteit van de informele speelruimte is voldoende, de variatie in de kern matig. De variatie per speelplek is matig tot voldoende.

Aanbevelingen

Vanuit Zaamslag zijn er verschillende verzoeken binnengekomen van met name de oudste leeftijdsgroep een aantal voorzieningen te treffen: skatebaan, pannaveldje, trapveld. De mogelijkheden worden bekeken om een en ander te realiseren binnen plan Molenhof, waar overigens ook aandacht zal worden besteed aan de andere twee leeftijdsgroepen. Realisatie van de inrichting van het buitengebied is gepland eind 2007-begin 2008. Omdat dit, zeker voor de jeugd, nog lang duurt is/wordt gezocht naar tijdelijke voorzieningen.

Prioriteit: 9 (er is reeds een start gemaakt).

 13. Zandstraat

Conclusies

Gebruiksdruk: 68,9 – 0,01.

Zandstraat beschikt over 1 formele speelplek die geschikt is voor alle leeftijden en voldoet aan de norm. De variatie op deze speelplek is voldoende, evenals de verkeersveiligheid. De kwaliteit van de informele speelruimte in onvoldoende, maar dit wordt ruimschoots gecompenseerd door de formele speelplek.

Aanbevelingen

Geen.

 14. Zuiddorpe

Conclusies

Gebruiksdruk: 37,4 – 0,03.

In Zuiddorpe zijn er 3 formele speelplekken, waarvan alleen de Boekweitstraat voldoet aan de norm. Deze speelplek is mede geschikt voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar, er is onder andere een hangplek gerealiseerd. De spreiding binnen de kern is voldoende, zo ook de kwaliteit van de informele speelruimte en de variatie binnen de kern. De variatie per speelplek is voldoende.

Aanbevelingen

Geen.

Opmerking: eind 2005 is er een traject gestart om samen met de Dorpsraad en de Jeugdraad een verhard basketbalveld te realiseren op het speelterrein in de Boekweitstraat.

 

4.3 Algemene conclusies en aanbevelingen

Conclusies

Gemiddelde gebruiksdruk: 13,1 – 0,08.

Kijkend naar de gebruiksdruk zijn twee kernen met heel veel speelruimte per kind (Spui en Zandstraat) en een aantal wijken en kernen met heel weinig speelruimte per kind (Java, Overslag, Lievenspolder, Zeldenrust en Hoek). Van de in totaal 28 wijken en kernen zijn er 17 die scoren onder het gemiddelde.

Met name voor de kinderen in de leeftijdsgroep 6-12 jaar zijn er ruim voldoende speelplekken met een goede spreiding. Voor de kinderen in de leeftijdsgroep tot en met 5 jaar is dit al iets minder, waarbij met name de spreiding en de grootte van de speelplekken aandacht verdient.

Speelplekken die specifiek zijn ingericht voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar zijn er niet of nauwelijks, alhoewel er in bijna elke wijk of kern wel een speelplek is die mede geschikt is voor deze leeftijdsgroep.

Aanbevelingen

In de prioriteitenlijst (blz. 26) is per wijk of kern de gebruiksdruk weergegeven. Het is aan te bevelen om de komende raadsperiode (2006-2009) voor met name de wijken en kernen in de ‘top 10’ een plan van aanpak te maken in overleg met de bewonersvertegenwoordigingen.

Zoals uit de inventarisatie is gebleken beschikt niet iedere wijk of kern over voldoende ruimte om het aantal speelplekken uit te breiden. Zo zal voor het Java hoogstwaarschijnlijk uitgeweken moeten worden naar het aangrenzende Lievenspolder, waardoor er een wijkoverschrijdende voorziening komt. Daarnaast moet er rekening mee worden gehouden dat er (nog) niet overal een bewonersvertegenwoordiging bestaat. Vooraleer er aandacht kan worden besteed aan speelruimte binnen deze wijken en kernen, dient eerst deze bewonersvertegenwoordiging gestalte te krijgen. Overigens zijn de eerste stappen hiertoe al gezet.

Daarnaast is het aan te bevelen om, ongeacht de plaats op de prioriteitenlijst, de reeds in gang gezette trajecten voor de realisering van speelvoorzieningen te continueren. Het gaat dan met name om de speelvoorzieningen voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar in Zaamslag, de inrichting van de Westelijke Stadsrand in de Binnenstad, de speelvoorzieningen in Westdorpe, de plaatsing van een skatebaan op het Kanaaleiland in Sas van Gent en het basketbalveld in Zuiddorpe.

Prioriteitenlijst 

prioriteit

locatie

gebruiksdruk

aantal m2 per kind

aantal kinderen per m2

1

Java

3,8

0,27

2

Overslag

4,2

0,24

3

Lievenspolder

4,3

0,23

4

Zeldenrust

4,3

0,23

5

Hoek

4,6

0,22

6

Oude Vaart

6,2

0,16

7

Othene

7,0

0,14

8

Katspolder

7,1

0,14

9

Zaamslag

7,2

0,14

10

Binnenstad

7,9

0,13

11

Oudelandse Hoeve

8,3

0,11

12

Westdorpe

9,6

0,10

13

Biervliet

9,6

0,10

14

Philippine

10,3

0,10

15

Koewacht

11,0

0,09

16

Serlippenspolder

11,6

0,08

17

Noordpolder

11,7

0,08

18

Sas van Gent

14,8

0,07

19

Driewegen

15,6

0,06

20

Axel

15,7

0,06

21

Sluiskil

16,2

0,06

22

St. Annapolder

19,1

0,05

23

Triniteit

19,1

0,05

24

Zuiderpark

26,2

0,04

25

Zuidpolder

28,4

0,03

26

Zuiddorpe

37,4

0,03

27

Zandstraat

68,9

0,01

28

Spui

78,0

0,01

gemiddeld

 

13,1

0,08

   

Bij de inventarisatie van de huidige situatie, de nulmeting, is eerst een inventarisatie gemaakt van de gemeentelijke wijken en kernen waar speelvoorzieningen voorkomen. Vervolgens wordt per wijk of kern speelruimte in de meest brede zin in beeld gebracht. Hierbij wordt aandacht geschonken aan formele en informele speelplekken en de aanwezigheid van andere speelvoorzieningen, bv. bij scholen. Hierbij wordt tevens aangegeven wat de demografische opbouw is en worden voor de desbetreffende wijk of kern conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. De volledige inventarisatie is opgenomen in Bijlage I.

 

Hieronder volgen de algemene conclusies en aanbevelingen.

Conclusies

Gemiddelde gebruiksdruk: 13,1 – 0,08.

Kijkend naar de gebruiksdruk zijn twee kernen met heel veel speelruimte per kind (Spui en Zandstraat) en een aantal wijken en kernen met heel weinig speelruimte per kind (Java, Overslag, Lievenspolder, Zeldenrust en Hoek). Van de in totaal 28 wijken en kernen zijn er 17 die scoren onder het gemiddelde.

Met name voor de kinderen in de leeftijdsgroep 6-12 jaar zijn er ruim voldoende speelplekken met een goede spreiding. Voor de kinderen in de leeftijdsgroep tot en met 5 jaar is dit al iets minder, waarbij met name de spreiding en de grootte van de speelplekken aandacht verdient.

Speelplekken die specifiek zijn ingericht voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar zijn er niet of nauwelijks, alhoewel er in bijna elke wijk of kern wel een speelplek is die mede geschikt is voor deze leeftijdsgroep.

Aanbevelingen

In de prioriteitenlijst is per wijk of kern de gebruiksdruk weergegeven. Het is aan te bevelen om de komende raadsperiode (2006-2009) voor met name de wijken en kernen in de ‘top 10’ een plan van aanpak te maken in overleg met de bewonersvertegenwoordigingen.

Zoals uit de inventarisatie is gebleken beschikt niet iedere wijk of kern over voldoende ruimte om het aantal speelplekken uit te breiden. Zo zal voor het Java hoogstwaarschijnlijk uitgeweken moeten worden naar het aangrenzende Lievenspolder, waardoor er een wijkoverschrijdende voorziening komt. Daarnaast moet er rekening mee worden gehouden dat er (nog) niet overal een bewonersvertegenwoordiging bestaat. Vooraleer er aandacht kan worden besteed aan speelruimte binnen deze wijken en kernen, dient eerst deze bewonersvertegenwoordiging gestalte te krijgen. Overigens zijn de eerste stappen hiertoe al gezet.

Daarnaast is het aan te bevelen om, ongeacht de plaats op de prioriteitenlijst, de reeds in gang gezette trajecten voor de realisering van speelvoorzieningen te continueren. Het gaat dan met name om de speelvoorzieningen voor de leeftijdsgroep 13-18 jaar in Zaamslag, de inrichting van de Westelijke Stadsrand in de Binnenstad, de speelvoorzieningen in Westdorpe, de plaatsing van een skatebaan op het Kanaaleiland in Sas van Gent en het basketbalveld in Zuiddorpe.

 

Hoofdstuk 5 Financiële consequenties

De aanbevelingen die zijn gedaan in het vorige hoofdstuk hebben uiteraard ook financiële consequenties. In dit hoofdstuk zetten we het een en ander op een rij.

Om te beginnen wordt een kostenraming gemaakt van de reeds lopende initiatieven en de ‘top 10’ van de prioriteitenlijst. Vervolgens worden de financiële consequenties van de bijzondere voorzieningen benoemd. Ten slotte geven we geven we een overzicht van de beschikbare budgetten, en waaraan dit wordt besteed.

5.1 Lopende initiatieven

Op verschillende locaties in de gemeente Terneuzen zijn reeds initiatieven gestart voor het realiseren van speelvoorzieningen voor met name de leeftijdsgroep 13-18 jaar. Deze dienen uiteraard gecontinueerd te worden, ongeacht de plaats op de prioriteitenlijst.

Zaamslag: € 100.000,00

  • -

    speelplek voor de leeftijdsgroep 0-5 jaar in Molenhof: €15.000,00;

  • -

    speelplek voor de leeftijdsgroep 6-12 jaar in Molenhof: € 15.000,00;

  • -

    (tijdelijke) voorziening leeftijdsgroep 13-18 jaar in Molenhof, waaronder een skatebaan: € 70.000,00.

Binnenstad: € 50.000,00

  • -

    inrichting Westelijke Stadsrand voor de leeftijdsgroep 0-12 jaar

Westdorpe: € 10.000,00

  • -

    speelplek kruising Graaf Jansdijk/Axelsestraat voor de leeftijdsgroep 0-5 jaar: € 10.000,00;

  • -

    voor de inrichting van het schoolplein van de basisschool zijn geen kosten geraamd: de school probeert deze zelf te realiseren.

Sas van Gent: € 50.000,00

Realisering van een skatebaan op het kanaaleiland:

  • -

    skatetoestellen: € 20.000,00. De jongeren proberen dit bedrag zelf bij elkaar te brengen door subsidies, sponsoring, donaties, en dergelijke. Zij worden hierin begeleid door een medewerker van Stichting Welzijn Terneuzen.

  • -

    asfaltering: € 30.000,00.

Zuiddorpe: € 25.000,00

Realisering van een verhard basketbalveld:

  • -

    2 baskets, eventueel 2 multidoelen (voetbal/basket): € 5.000,00;

  • -

    asfaltering: € 20.000.

locatie

geraamde kosten

dekking

Zaamslag

prioriteitenlijst: 9

100.000

min. 30.000

max. 70.000

project Molenhof

investeringsprogramma 2007-2010

(nog beschikbaar te stellen)

Binnenstad

prioriteitenlijst: 10

50.000

25.000

25.000

project Westelijke Stadsrand

investeringskrediet: speelvoorzieningen algemeen

Westdorpe

10.000

10.000

investeringskrediet: speelvoorzieningen algemeen

Sas van Gent

50.000

20.000

30.000

jongeren zelf – skatetoestellen

investeringsprogramma 2007-2010

(nog beschikbaar te stellen)

Zuiddorpe

25.000

5.000

15.163

4.837

Dorps/Jeugdraad Zuiddorpe

regulier budget

investeringskrediet speelvoorzieningen algemeen

totaal

235.000

235.000

5.2 Prioriteitenlijst

Naast de reeds gestarte initiatieven is het aanbevolen een inhaalslag te maken voor die wijken en kernen waar te weinig speelruimte is. Voor de raadsperiode 2006-2010 zal een start gemaakt worden met de ‘top 10’. Daar Zaamslag (prioriteit 9) en de Binnenstad (prioriteit 10) al opgenomen zijn bij de lopende initiatieven blijven zij hier buiten beschouwing.

Java: € 15.000,00

  • -

    speeltoestel M. Eijkestraat: € 2.500,00;

  • -

    speeltoestel Kazernestraat: € 2.500,00;

  • -

    trapveld/speelveld grens Java/ Lievenspolder: € 10.000,00.

Overslag: € 10.000,00

Inrichting speelplek voor alle leeftijdsgroepen (0-18 jaar).

  • -

    de doeltjes, ballenvangers (Keizerputstraat) en speeltoestellen bij het buurthuis ver- en herplaatsen: € 5.000,00;

  • -

    afhankelijk van de beschikbare ruimte 1 of 2 speeltoestellen bijplaatsen: € 5.000,00.

Lievenspolder: € 25.000,00

  • -

    trapveld/speelveld grens Lievenspolder/Java : € 10.000,00 (samen met Java is voor deze plek € 20.000,00 geraamd);

  • -

    inrichten speelplek 0-12 jaar: € 15.000,00.

Zeldenrust: € 30.000,00

Speelplan maken in overleg met de buurtvereniging. Een en ander is afhankelijk van de wensen die er leven in de wijk.

Hoek: € 30.000,00

Speelplan maken in overleg met de Dorpsbelangen Hoek. Een en ander is afhankelijk van de wensen die er leven in de kern.

Oude Vaart: € 20.000,00

  • -

    speeltoestellen bijplaatsen in de Akkerwindelaan: € 8.000,00;

  • -

    1 speeltoestel in Kaardebolstraat: € 4.000,00;

  • -

    speeltoestellen bijplaatsen in Oude Vaart: € 8.000,00.

Othene: € 80.000,00

  • -

    speeltoestellen bijplaatsen in de Blueslaan: € 5.000,00;

  • -

    1 speeltoestel Robijnboog 1: € 2.500,00;

  • -

    trapveldje Robijnboog 2: € 5.000,00;

  • -

    speeltoestellen bijplaatsen op Summertimeplein: € 7.500,00;

  • -

    speelkooi bij de nog te realiseren school: € 60.000,00.

Katspolder: € 50.000,00

Speelplan maken in overleg met de buurtvereniging. Een en ander is afhankelijk van de wensen die er leven in de wijk.

locatie

geraamde kosten

dekking

1

Java

15.000

15.000

investeringskrediet Speelvoorzieningen algemeen

2

Overslag

10.000

10.000

investeringskrediet aanpassen veiligheidszones

3

Lievenspolder

25.000

25.000

reserve jeugd- en jongerenwerk

(nog beschikbaar te stellen)

4

Zeldenrust

30.000

30.000

reserve jeugd- en jongerenwerk

(nog beschikbaar te stellen)

5

Hoek

30.000

30.000

investeringsprogramma 2007-2010

(nog beschikbaar te stellen)

6

Oude Vaart

20.000

20.000

investeringsprogramma 2007-2010

(nog beschikbaar te stellen)

7

Othene

20.000

20.000

investeringsprogramma 2007-2010

(nog beschikbaar te stellen)

60.000

60.000

investeringsprogramma 2007-2010

(nog beschikbaar te stellen)

8

Katspolder

50.000

50.000

investeringsprogramma 2007-2010

(nog beschikbaar te stellen)

totaal

260.000

260.000

5.3 Bijzondere voorzieningen

voorziening

kosten

dekking

Speelneus

36.947

36.947

opgenomen in regulier subsidiebudget Stichting Welzijn Terneuzen

29.057

29.057

investeringskrediet Speelneus

Speeltuinen

56.261

15.000

regulier budget speelvoorzieningen

41.261

algemene reserve

Schoolpleinen

pm

pm

totaal

122.265

122.265

5.4Beschikbare budgetten

Voor de uitwerking van de Beleidsnota Speelruimte is in totaal een bedrag benodigd van€ 598.955,00. Hierin is ook het reguliere beleid opgenomen, waarvoor uiteraard financiële dekking bestaat. Voor de reeds lopende initiatieven en de inhaalslag voor de ‘top 10’ is in totaal een bedrag benodigd van € 495.000,00. In onderstaande tabel wordt een totaaloverzicht gegeven van de beschikbare budgetten en waaraan dit kan worden besteed.

budget

bedrag

besteding

locatie/

onderdeel

regulier budget

73.800

6.837

15.163

vervanging afgekeurde speeltoestellen

Zuiddorpe

32.000

Onderhoud

4.800

Inspectie

15.000

subsidie speeltuinverenigingen

reserve jeugd- en jongerenwerk

55.000

25.000

Lievenspolder (nog beschikbaar te stellen)

30.000

Zeldenrust (nog beschikbaar te stellen)

investeringskrediet speelvoorzieningen algemeen

54.837

25.000

Binnenstad

10.000

Westdorpe

15.000

Java

4.837

Zuiddorpe

investeringskrediet aanpassen veiligheidszones

10.000

10.000

Overslag

investeringskrediet Speelneus

29.057

29.057

mobiele Speelneus

project Molenhof

30.000

30.000

Zaamslag

project Westelijke Stadsrand

25.000

25.000

Binnenstad

algemene reserve

41.261

41.261

extra subsidie speeltuinverenigingen

Investeringsprogramma 2007-2010

280.000

70.000

Zaamslag (nog beschikbaar te stellen)

30.000

Sas van Gent (nog beschikbaar te stellen)

30.000

Hoek (nog beschikbaar te stellen)

20.000

Oude Vaart (nog beschikbaar te stellen)

20.000

Othene (nog beschikbaar te stellen)

60.000

Othene (speelkooi, nog beschikbaar te stellen)

50.000

Katspolder (nog beschikbaar te stellen)

Totaal

598.955

598.955