Regeling vervallen per 01-01-2011

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN BRUGGELD 2007

Geldend van 19-03-2007 t/m 31-12-2010

RAADSBESLUIT

Nummer

:

Onderwerp

:

Vaststellen bruggeldverordening 2007

De raad van de gemeente Sneek

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van      

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

Besluit

vast te stellen de :

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN BRUGGELD 2007

(Bruggeldverordening 2007)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    bedieningstijden: de tijden waarop de bruggen regulier worden bediend zoals vastgesteld

    in de “Verordening bediening bruggen”.

  • b.

    abonnement: het recht om gedurende de periode 1 april tot 1 november, tijdens reguliere bedieningstijden, gebruik te maken van de in artikel 2, onder a., bedoelde diensten, zonder daarvoor een recht per doorvaart verschuldigd te zijn.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • Onder de naam van ‘bruggeld’ worden voor het van gemeentewege openen en geopend houden van

  • de Oppenhuizerbrug, de Lemmerbrug en de Woudvaartbrug de volgende rechten geheven:

a. een recht voor het doorlaten van een vaartuig dat in de richting binnenstad (te weten

Koopmansgracht en Prinsengracht) vaart tijdens reguliere bedieningstijden;

b. een recht voor het op verzoek doorlaten van een vaartuig door de stadsgrachten buiten de

reguliere bedieningstijden.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag de in artikel 2 bedoelde diensten worden verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

1. Het recht voor een doorvaart gedurende de reguliere bedieningstijden wordt niet geheven terzake

  • van:

    • a.

      een vaartuig dat rechtstreeks in gebruik is voor de rijks-, provinciale of gemeentedienst;

    • b.

      een vaartuig behorende tot de uitrusting van een ander vaartuig waarvoor de brug

      tegelijkertijd geopend of opengehouden is;

    • c.

      een baggermachine en een vaartuig dat daarbij gebezigd wordt voor het vervoer van

      baggerspecie;

    • d.

      een vaartuig dat uitsluitend in gebruik is voor charitatieve doeleinden.

      • 2.

        Het recht voor een doorvaart buiten de reguliere bedieningstijden wordt niet geheven terzake van

        een vaartuig die een gemeentelijk belang dienen.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1.

    Het recht als bedoeld in artikel 2, onder a., bedraagt per vaartuig per doorvaart € 2,=

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief van een abonnement,

    per vaartuig € 20,=

  • 3.

    Het recht als bedoeld in artikel 2, onder b. bedraagt per verzoek € 150,=

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt verstaan een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Artikel 7 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moet het bruggeld worden betaald indien de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in

  • geval van toezending daarvan, binnen twee weken na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van bruggelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met de betrekking tot de heffing en de invordering van bruggelden.

Artikel 10 Citeertitel, inwerkingtreding en overgangsbepaling

  • 1.

    Met ingang van de datum van inwerkingtreding van de verordening wordt ingetrokken de

    Verordening op de heffing en invordering van bruggelden 2002, vastgesteld bij raadsbesluit van

    20 november 2001, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die

    zich hebben voorgedaan vóór de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste werkdag van de week volgend op die waarin de

    bekendmaking heeft plaatsgevonden.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 april 2007.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Bruggeldverordening 2007".

Sneek

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van

,voorzitter

, griffier