Regeling vervallen per 09-08-2016

Verordening gemeentelijk noodfonds gemeente Moerdijk

Geldend van 01-11-2008 t/m 08-08-2016

Intitulé

Verordening gemeentelijk noodfonds gemeente Moerdijk

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 2 oktober 2008 ,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.1 juli 2008,

gelet op de bepalingen van de Wet werk en bijstand, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet

BESLUIT

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening gemeentelijk noodfonds Gemeente Moerdijk

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk

  • b.

    aanvrager: een inwoner van de Gemeente Moerdijk, die als zodanig staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

  • c.

    noodfonds: het gemeentelijk noodfonds

  • d.

    WWB: Wet werk en bijstand

Artikel 2 Het noodfonds

  • 1. Het noodfonds is bedoeld om snel een financiële tegemoetkoming te kunnen verstrekken in acute en schrijnende noodsituaties.

  • 2. Het noodfonds wordt beheerd door het college.

Artikel 3 De aanvraag

  • 1. Een aanvraag om een voorziening uit het noodfonds dient te worden aangevraagd bij het college. Het college beslist ook op deze aanvraag.

  • 2. Bij de beoordeling van een aanvraag wordt rekening gehouden met de ernst en de duur van de noodsituatie, de mogelijke gevolgen als niet wordt geholpen en de aanwezige alternatieven om het probleem op te lossen.

  • 3. Indien de aanvraag wordt gehonoreerd, geschiedt de betaling uiterlijk één week na indiening van het verzoek.

  • 4. Als het verzoek wordt afgewezen ontvangt de aanvrager binnen één week na indiening van het verzoek, schriftelijk bericht van de afwijzing.

  • 5. Een aanvraag wordt slechts toegekend indien en voor zover de financiële middelen in het noodfonds daartoe toereikend zijn.

Artikel 4 Voorwaarden en criteria

  • 1. Een beroep op het noodfonds is alleen mogelijk als de aanvrager geen aanspraak kan maken op een reeds bestaande voorziening in het kader van bijstandsverlening en/of schuldhulpverlening.

  • 2. Beroepen op het noodfonds zijn slechts mogelijk voor incidentele noden die het gevolg zijn van bijzondere omstandigheden van de persoon of het gezin; structurele aanvulling van een laag inkomen is uitgesloten.

  • 3. Het noodfonds voorziet niet in tegemoetkomingen indien de financiële situatie veroorzaakt is door verwijtbaar gedrag door de aanvrager.

  • 4. De hoogte van de noodbijdrage wordt afgestemd op de omstandigheden van het individuele geval.

  • 5. Per kalenderjaar kan een aanvrager in beginsel slecht éénmaal een beroep doen op het noodfonds.

  • 6. De uitkering wordt in beginsel in eerste instantie verstrekt a fonds perdu.

  • 7. De doelgroep voor beroep op het fonds wordt niet beperkt door het hanteren van inkomensgrenzen. Om in aanmerking te komen voor een vergoeding uit het fonds mag het vermogen van de aanvrager het vrij te laten vermogen conform de Wet werk en bijstand niet overstijgen.

  • 8. Bij aanvragen van personen op wie een schuldregeling of -sanering van toepassing is, of wie daartoe een aanvraag heeft ingediend, wordt vermeden dat die schuldregeling wordt doorkruist of belemmerd.

Artikel 5 Hardheidsclausule

Het college kan van deze verordening afwijken, voorzover dit leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Slotbepalingen

Artikel 6 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 november 2008.

  • 2. De verordening wordt met inachtneming van de bepalingen in de Gemeentewet bekendgemaakt in huis aan huis blad de Moerdijkse Bode.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als verordening gemeentelijk noodfonds gemeente Moerdijk.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 2 oktober 2008,

de griffier

J.A.M. Hereijgers

de voorzitter

Drs. W.M.J. Denie

Verordening noodfonds- artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen:

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 2 Het noodfonds:

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.

Artikel 3 De aanvraag:

In dit artikel wordt de aanvraagprocedure en de wijze van afwikkeling weergegeven.

Artikel 4 Voorwaarden en criteria:

In lid 3 is het volgende opgenomen: Het noodfonds voorziet niet in tegemoetkomingen indien de financiële situatie veroorzaakt is door verwijtbaar gedrag door de aanvrager.

Als er echter sprake is van een voorziening voor een minderjarige kind, dan stelt de gemeente zich op het standpunt dat het kind nooit de dupe mag worden van de keuzes van de ouders en dient overgegaan te worden tot toekenning uit het fonds, mits aan alle toekenningscriteria is voldaan.

Lid 4 geeft aan dat er geen maximale vergoeding geldt. De vergoedingen in het kader van de bijzondere bijstand zijn echter leidend, tenzij blijkt dat in het kader van het individuele geval maatwerk geleverd moet worden.

Als illustratie hiervan het volgende:

In het kader van de bijzondere bijstand verstrekt de gemeente € 365.00 bijstand voor de aanschaf van een combikinderwagen.In het kader van de rechtsgelijkheid kan het niet zo zijn dat een aanvrager met een veel hoger inkomen een heel ander bedrag ontvangt voor een dergelijke voorziening. Echter, iedere situatie dient altijd individueel benaderd te worden, waardoor dus ook per individueel geval een vergoeding wordt toegekend.

Uiteraard kan de aanvrager ook een verzoek doen op een bijdrage uit het fonds die niet gerelateerd zijn aan de bijzondere bijstandsvoorzieningen, denk hierbij aan een financiële bijdrage voor de opstart van een schuldsaneringkrediet. Hierbij geldt ook dat er steeds sprake is van maatwerk.

Artikel 5 Nadere regels:

Het college is bevoegd nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

Artikel 6 Inwerkingtreding:

In dit artikel is de datum van de inwerkingtreding van de verordening genoemd.

Artikel 7 Citeertitel:

In dit artikel is de citeertitel van de verordening vermeld.