Beleidsregels subsidies welzijn, cultuur en sport Smallingerland 2017

Geldend van 23-06-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-05-2017

Intitulé

Beleidsregels subsidies welzijn, cultuur en sport

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

1.1 Reikwijdte

  • 1.

    Deze beleidsregels zijn van toepassing op structurele subsidies voor organisaties en op eenmalige of jaarlijks terugkerende activiteiten / evenementen op het gebied van de amateurkunst, welzijn, sport, vrijwilligersorganisaties, cultuurhistorie, jubilea.

  • 2.

    Tenzij er afwijkende of aanvullende bepalingen zijn opgenomen, zijn de bepalingen uit de Algemene subsidieverordening Smallingerland 2009 van toepassing.

1.2 Hoogte van de subsidies / indexering

  • 1.

    Bij structurele subsidies kan een indexering worden toegepast. De hoogte van de indexering (accres) wordt jaarlijks door het college vastgesteld en vastgelegd in de Sturingsnota.

  • 2.

    In deze Beleidsregels en de bijlage worden ook vaste bedragen genoemd of bedragen per inwoner of per lid al dan niet in combinatie met een vast bedrag. Genoemde bedragen zijn de in 2016 toegepaste bedragen. Indien in de daaropvolgende jaren de bedragen worden bijgesteld, wordt dit opgenomen in de jaarlijks vast te stellen 'subsidiestaat'.

  • 3.

    Daar waar bedragen per inwoner worden genoemd, wordt het aantal inwoners gehanteerd, zoals opgenomen in het GBA op 1 januari van het jaar waarin de subsidieaanvraag wordt gedaan.

  • 4.

    Subsidiebedragen worden afgerond op een veelvoud van €10.

1.3 (Gedeeltelijke) weigering

  • 1.

    Een subsidie die voor drie of meer achtereenvolgende jaren is verstrekt voor dezelfde of in hoofdzaak dezelfde voortdurende activiteit kan voor een daarop aansluitend tijdvak (gedeeltelijk) worden geweigerd op grond van veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten.

  • 2.

    De (gedeeltelijke) weigering wordt minimaal 6 maanden voor het nieuwe tijdvak bekend gemaakt.

1.4 Aanvraag- en beslissingstermijn structurele subsidies voor organisaties

  • 1.

    Aanvragen voor een structurele subsidie worden ingediend voor 1 mei van het jaar voorafgaand aan het subsidietijdvak.

  • 2.

    Het college kan instemmen met een afwijken van deze datum.

  • 3.

    Het college beslist op de aanvraag voor 31 december van het jaar voorafgaand aan het subsidietijdvak.

1.5 Aanvraag- en beslissingstermijn subsidies voor eenmalige of jaarlijks terugkerende evenementen en activiteiten

  • 1.

    Aanvragen voor subsidies voor eenmalige of jaarlijks terugkerende evenementen en activiteiten worden tenminste acht weken voorafgaand aan het evenement / de activiteit aangevraagd.

  • 2.

    Het college kan instemmen met een afwijking van deze termijn.

  • 3.

    Het college beslist binnen acht weken op de aanvraag. Indien dit door omstandigheden niet lukt, wordt de aanvrager geïnformeerd; indien mogelijk onder vermelding van de termijn waarbinnen de beslissing wordt genomen.

1.6 Inzet subsidiemiddelen

Vanuit het oogpunt van een efficiënte inzet van middelen kan subsidie worden geweigerd indien in de activiteit, waar de aanvraag betrekking op heeft, al wordt voorzien door een andere structureel gesubsidieerde instelling. In de bijlage zijn de instellingen genoemd, die in principe als enige instelling subsidie ontvangen voor de betreffende activiteiten op hun specifieke terreinen. Het college kan hiervan in bijzondere omstandigheden afwijken.

1.7 Subsidieplafond

De onderscheiden subsidieplafonds zijn opgenomen in de begroting van het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft. Voor subsidies, waarvoor een subsidietijdvak van twee jaar geldt, is het subsidieplafond van het eerste jaar volgend op de aanvraag van toepassing.

HOOFDSTUK 2 STRUCTURELE SUBSIDIES AMATEURKUNST

2.1 Doelgroep / aanvragers

  • 1.

    Tot de doelgroep / aanvragers amateurkunst behoren groepen, die in verenigingsverband amateurkunst beoefenen, zoals zangverenigingen, muziekkorpsen, toneelverenigingen, dansverenigingen en andere culturele verenigingen.

  • 2.

    Het college beoordeelt of de aanvrager een culturele vereniging is.

2.2 Voorwaarden

Subsidie kan slechts worden verleend onder de volgende voorwaarden:

  • 1.

    De vereniging is statutair gevestigd in Smallingerland. Een kopie van de statuten wordt eenmalig cq. bij de eerste subsidieaanvraag overlegd.

  • 2.

    De vereniging kent het volgende minimum aantal betalende leden:

    • a.

      zangverenigingen: 20

    • b.

      muziekkorpsen: 20

    • c.

      toneelverenigingen: 6

    • d.

      dansverenigingen: 6

    • e.

      culturele verenigingen: 6

  • 3.

    Aan de aanvraag worden de volgende gegevens overlegd:

    • a.

      Een door het bestuur getekende ledenlijst met namen en adressen overlegd.

    • b.

      De hoogte van de contributie per lid;

    • c.

      Een verklaring van het bestuur dat het de bedoeling is om jaarlijks 1 à 2 openbare voorstellingen te geven.

  • 3.

    De teldatum van het aantal betalende leden is 1 januari van het jaar voorafgaand aan het tijdvak waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 4.

    Minimaal 50 % van de betalende leden woont in Smallingerland.

2.3 Aanvraag

Voor de subsidieaanvraag is van gemeentewege een aanvraagformulier beschikbaar.

2.4 Tijdvak waarvoor de subsidie verstrekt wordt

De subsidie wordt in de vorm van een waarderingssubsidie voor 2 jaren verstrekt.

2.5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bestaat uit een basisbedrag van € 435 per jaar.

  • 2.

    Daarop komt een subsidiebedrag per lid per jaar:

    a. voor de muziekverenigingen € 32,50.

    b. voor de zang-, toneel-, dans- en andere culturele verenigingen € 5,40.

HOOFDSTUK 3 SUBSIDIE VOOR JAARLIJKS TERUGKERENDE EN EENMALIGE EVENEMENTEN EN ACTIVITEITEN CULTUUR

3.1 Doelgroep / aanvragers

  • 1.

    Het betreft jaarlijks terugkerende of eenmalige evenementen of activiteiten die een structurele meerwaarde hebben of een eenmalige impuls geven voor de cultuur of het culturele klimaat van de gemeente.

  • 2.

    Het college beslist of zulks het geval is.

3.2 Voorwaarden

Om in geval van jaarlijks terugkerende evenementen / activiteiten of een eenmalig evenement / activiteit voor subsidie in aanmerking te komen, gelden de volgende voorwaarden:

  • 1.

    Het evenement / de activiteit is van bijzondere betekenis voor het culturele klimaat in de gemeente, c.q. heeft een promotionele waarde voor de cultuur.

  • 2.

    Het evenement / de activiteit is bereikbaar voor een breed publiek.

  • 3.

    Het evenement / de activiteit heeft een promotionele waarde voor de gemeente.

  • 4.

    De aanvrager verklaart dat in de bekendmaking van het evenement / de activiteit wordt aangegeven dat de gemeente subsidie heeft gegeven.

3.3 Hoogte van de subsidie

Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op eigen initiatief dan wel op basis van het begrote tekort dat hij wenst te subsidiëren.

HOOFDSTUK 4 SUBSIDIE VOOR EENMALIGE EVENEMENTEN EN ACTIVITEITEN CULTUURHISTORIE

4.1 Doelgroep / aanvragers

  • 1.

    Het betreft evenementen of activiteiten die een impuls geven aan de beleving van de cultuurhistorie van de gemeente.

  • 2.

    Het college beslist of zulks het geval is.

4.2 Voorwaarden

Om in geval van een eenmalig evenement / activiteit voor subsidie in aanmerking te komen, gelden de volgende voorwaarden:

  • 1.

    Het evenement / de activiteit is van bijzondere betekenis voor het cultuurhistorische klimaat in de gemeente, c.q. maakt de plaatselijke geschiedenis voor een breed publiek bekend, c.q. heeft een promotionele waarde voor de cultuurhistorie.

  • 2.

    Het evenement / de activiteit is bereikbaar voor een breed publiek.

  • 3.

    Het evenement / de activiteit heeft een promotionele waarde voor de gemeente.

  • 4.

    De aanvrager verklaart dat in de bekendmaking van het evenement / de activiteit wordt aangegeven dat de gemeente subsidie heeft gegeven.

4.3 Hoogte van de subsidie

Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op eigen initiatief dan wel op basis van het begrote tekort dat hij wenst te subsidiëren.

HOOFDSTUK 5 SUBSIDIES VOOR JAARLIJKS TERUGKERENDE EN VOOR EENMALIGE EVENEMENTEN EN ACTIVITEITEN SPORT

5.1 Doelgroep / aanvragers

  • 1.

    Het betreft jaarlijks terugkerende of eenmalige evenementen / activiteiten die een structurele meerwaarde hebben voor of een eenmalige impuls geven aan het sportieve klimaat van de gemeente.

  • 2.

    Het college beslist of zulks het geval is.

5.2 Voorwaarden

Om in geval van jaarlijks terugkerende evenementen / activiteiten of een eenmalig evenement / activiteit voor subsidie in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:

  • 1.

    Het evenement / de activiteit is van bijzondere betekenis voor het sportieve klimaat in de gemeente, c.q. heeft een promotionele waarde voor de sport.

  • 2.

    Het evenement / de activiteit is bereikbaar voor een breed publiek.

  • 3.

    Het evenement / de activiteit heeft een promotionele waarde voor de gemeente.

  • 4.

    De aanvrager verklaart dat in de bekendmaking van het evenement / de activiteit wordt aangegeven dat de gemeente subsidie heeft gegeven.

5.3 Hoogte van de subsidie

Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op eigen initiatief dan wel op basis van het begrote tekort dat hij wenst te subsidiëren.

HOOFDSTUK 6 VRIJWILLIGERSORGANISATIES

6.1 Jongeren

6.1.1 Structurele subsidiesOpen jeugd- en jongerenwerk (jongerensozen)

6.1.1.1 Doelgroep / aanvrager

Tot de aanvragers behoren de jeugd- en jongerensozen in de dorpen (met uitzondering van Drachten), die (soos)activiteiten gericht op ontmoeting en recreatie aanbieden aan jongeren van ongeveer 13 tot en met 18 jaar.

6.1.1.2 Voorwaarden

Subsidie kan slechts worden verleend onder de volgende voorwaarden

  • 1

    De aanvrager is een rechtspersoon. Een kopie van de statuten wordt eenmalig cq. bij de eerste subsidieaanvraag overlegd.

  • 2

    Per dorp komt 1 soos in aanmerking voor subsidie.

  • 3

    Er wordt minimaal 2 x per week een dagdeel soosactiviteit aangeboden.

  • 4

    De activiteit is algemeen toegankelijk voor de doelgroep.

  • 5

    In de activiteiten is niet al op een andere wijze voorzien.

  • 6

    Bij het organiseren van activiteiten wordt gestreefd naar ten minste 20 deelnemers.

6.1.1.3 De aanvraag

  • 1

    Voor de aanvraag is van gemeentewege een formulier beschikbaar.

  • 2

    Bij de aanvraag wordt verslag gedaan over de uitgevoerde activiteiten van het vorige jaar.

6.1.1.4 Tijdvak waarvoor de subsidie wordt verstrekt

De subsidie wordt in de vorm van een waarderingssubsidie voor 2 jaren verstrekt.

6.1.1.5 Hoogte van de subsidie

De subsidie bestaat uit een basisbedrag van € 3.500 en een bedrag per inwoner van het betreffende dorp in de leeftijdscategorie 13 tot en met 18 jaar van € 10.

6.1.2 Structurele subsidies Kinderwerk

6.1.2.1 Doelgroep / aanvrager

Tot de aanvragers behoren organisaties die activiteiten aanbieden aan kinderen jonger dan 12 jaar in de dorpen (met uitzondering van Drachten).

6.1.2.2 Voorwaarden

Subsidie kan slechts worden verleend onder de volgende voorwaarden

  • 1

    De aanvrager is een rechtspersoon. Een kopie van de statuten wordt eenmalig cq. bij de eerste subsidieaanvraag overlegd.

  • 2

    Per dorp komt 1 organisatie in aanmerking voor subsidie.

  • 3

    Er wordt minimaal 1 x per week een activiteit aangeboden.

  • 4

    De activiteit is algemeen toegankelijk voor de doelgroep.

  • 5

    In de activiteiten is niet al op een andere wijze voorzien.

  • 6

    Bij het organiseren van activiteiten wordt gestreefd naar ten minste 10 deelnemers.

6.1.2.3 De aanvraag

  • 1

    Voor de aanvraag is van gemeentewege een formulier beschikbaar.

  • 2

    Bij de aanvraag wordt verslag gedaan over de uitgevoerde activiteiten van het vorige jaar. subsidietijdvak.

6.1.2.4 Tijdvak waarvoor de subsidie wordt verstrekt

De subsidie wordt in de vorm van een waarderingssubsidie voor 2 jaren verstrekt.

6.1.2.5 Hoogte van de subsidie

De subsidie bestaat uit een bedrag per inwoner van het betreffende dorp in de leeftijdscategorie 0 tot en met 12 jaar van € 5.

6.2. Belangenbehartiging en advies

6.2.1 Structurele subsidies Wijkraden en verenigingen van dorpsbelangen

6.2.1.1 Doelgroep / aanvrager

De wijkraden en verenigingen van dorpsbelangen ontvangen een subsidie voor de (organisatie van) activiteiten, waarmee de belangen van de inwoners van hun wijk of dorp behartigd worden en die de leefbaarheid en sociale cohesie bevorderen.

6.2.1.2 Aanvraag

De wijkraden en verenigingen van dorpsbelangen hoeven geen aanvraag in te dienen.

6.2.1.3 Hoogte van de subsidie

De subsidie bestaat uit een basisbedrag van € 350 en een bedrag van € 0,65 per inwoner van het dorp of de wijk met een maximum van € 2.500.

6.3 Wijk- en dorpsactiviteiten

6.3.1 Eenmalige subsidies Buurtbudget

6.3.1.1 Doelstelling / aanvrager

  • 1

    Tot de aanvragers behoren wijkraden of verenigingen van dorpsbelang of inwoners van de wijk / het dorp.

  • 2

    Er kan een bijdrage worden gegeven voor een voorziening of een activiteit met als doel de vergroting van de leefbaarheid in een wijk of dorp en het stimuleren van burgerinitiatieven.

6.3.1.2 Voorwaarden

  • 1

    De voorziening of activiteit is gericht op verbeteringen in de directe woonomgeving, is openbaar toegankelijk en staat ten dienste van zoveel mogelijk inwoners van een wijk of een dorp zonder dat daarbij sprake is (om gebruik te maken van de betreffende voorziening of activiteit) van een financiële bijdrage of een lidmaatschap.

  • 2

    Het plan moet binnen één jaar gerealiseerd of uitgevoerd zijn;

  • 3

    Het plan mag niet in strijd zijn met gemeentelijk beleid en mag geen onderdeel zijn van lopende projecten of procedures;

  • 4

    Over het plan mag niet in een eerder stadium al een (negatief) gemeentelijk besluit zijn genomen;

  • 5

    Er dient sprake te zijn van draagvlak voor het plan, hetgeen blijkt uit een positief advies van de wijkraad of vereniging van dorpsbelangen of – bij het ontbreken van deze organisaties – de ondersteuning van minimaal 25 medestanders uit de wijk of het dorp.

  • 6

    Alleen de kosten die een direct verband houden met de te realiseren voorziening of te houden activiteit komen voor vergoeding in aanmerking.

6.3.1.3 Hoogte van de subsidie en wijze van subsidiëren

  • 1

    Het buurtbudget is per kalenderjaar beschikbaar en kent een subsidieplafond.

  • 2

    De hoogte van het buurtbudget wordt jaarlijks vastgesteld.

  • 3

    Voor iedere wijk cq. dorp wordt een evenredig deel van het budget gereserveerd tot 1 oktober.

  • 4

    (Deel)aanvragen voor een bijdrage hoger dan dit (deel)budget worden aangehouden tot na 1 oktober.

  • 5

    Op deze aanvragen wordt na 1 oktober besloten op volgorde van binnenkomst.

  • 6

    Toewijzing is afhankelijk van de hoogte van het nog beschikbare budget, naast het voldoen aan de overige voorwaarden.

  • 7

    De aan het eind van het kalenderjaar nog beschikbare buurtbudget vloeit terug naar de algemene middelen.

  • 8

    Bij het plan voor de voorziening of de activiteit wordt een begroting gevoegd. Hieruit blijkt dat de aanvrager ook zelf financiële middelen inbrengt, zoals via fondsenwerving of eigen werkzaamheid. Het uitgangspunt hierbij is 80% gemeente en 20% aanvrager. Het college kan in voorkomende gevallen hiervan afwijken, zulks ter beoordeling aan het college.

6.3.2 Eenmalige subsidies Wijk- en dorpsfeesten

6.3.2.1 Doelgroep / aanvrager

Tot de aanvragers behoren wijkraden of verenigingen van dorpsbelang (of bij het ontbreken hiervan een wijk of dorp breed werkende commissie).

6.3.2.2 Voorwaarden

  • 1.

    Er kan ten hoogste 1 maal per 5 jaar een aanvraag worden gedaan op subsidie voor een te houden wijk- of dorpsfeest.

  • 2.

    Festiviteiten anders dan hiervoor genoemd vallen buiten deze regeling.

6.3.2.2 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De maximale bijdrage daarvoor is € 1.000 en is afhankelijk van een reële begroting van de aanvrager.

  • 2.

    Het toegekende bedrag is onderdeel van het gereserveerde buurtbudget voor het dorp of de wijk en wordt dan ook in mindering gebracht op dit bedrag.

6.3.3 Eenmalige subsidies Oud en Nieuw vieringen

6.3.3.1 Doelstelling / aanvrager

Vanuit de wijken en dorpen kan jaarlijks een subsidie worden aangevraagd voor de viering van Oud en Nieuw.

6.3.3.2 Voorwaarden

  • 1

    Het evenement is voor iedere wijk- en dorpsbewoner toegankelijk.

  • 2

    De organisatie draagt zorg voor de benodigde vergunningen.

  • 3

    De locatie van het evenement wordt na afloop in de oude staat gebracht.

  • 4

    Draagvlak in de wijk en het dorp en de wijkindeling worden beoordeeld.

  • 5

    Er mag een bijdrage van de deelnemers worden gevraagd.

6.3.3.3 Hoogte van de subsidie

  • 1

    De subsidie bestaat uit een basisbedrag van € 115 en een bedrag van € 0,50 per inwoner van het dorp of de wijk.

  • 2

    Er is een subsidieplafond. De aanvragen worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

6.3.4 Structurele subsidies Activiteitencommissies in dorpen

6.3.4.1 Doelstelling / aanvrager

Aanvragers zijn activiteitencommissies in de dorpen (met uitzondering van Drachten).

6.3.4.2 Voorwaarden

  • 1

    Per dorp komt één activiteitencommissie voor subsidie in aanmerking.

  • 2

    Er wordt minimaal 4 keer per jaar een activiteit georganiseerd gericht op zoveel mogelijk deelnemers en toeschouwers.

  • 3

    De activiteit is algemeen toegankelijk voor de doelgroep.

  • 4

    In de activiteiten is niet al op een andere wijze voorzien.

  • 5

    Bij het organiseren van activiteiten wordt gestreefd naar ten minste 20 deelnemers.

6.3.4.3 Tijdvak waarvoor de subsidie wordt verstrekt

De subsidie wordt tweejaarlijks in de vorm van een waarderingssubsidie verstrekt.

6.3.4.4 De aanvraag

  • 1

    Voor de aanvraag is van gemeentewege een formulier beschikbaar.

  • 2

    Bij de aanvraag wordt verslag gedaan over de uitgevoerde activiteiten van het vorige jaar.

6.3.4.5 Hoogte van de subsidie

De subsidie bestaat uit een basisbedrag van € 500 en een bedrag van € 1 per inwoner van het betreffende dorp.

HOOFDSTUK 7 EENMALIGE SUBSIDIES JUBILEA

7.1 Jubilea scholen

7.1.1 Doelgroep / aanvrager

Tot de doelgroep behoren scholen die vallen onder de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra die een 25 jarig jubileum of veelvoud daarvan vieren.

7.1.2 Voorwaarden

Subsidie kan worden verleend indien:

  • o

    het jubileum gevierd wordt

  • o

    en het college wordt uitgenodigd.

7.1.3 Hoogte van de subsidie

De subsidie bestaat uit een basisbedrag van € 200 en € 15 per leerling tot een maximum van € 3.000.

7.2 Jubilea amateurkunstverenigingen en sportverenigingen e.a.

7.2.1 Doelgroep / aanvrager

  • 1.

    Tot de doelgroep behoren amateurkunst- en sportverenigingen die een jubileum van minimaal 25 jaar vieren.

  • 2.

    Het college kan bepalen dat ook andere organisaties, waarvan het gemeentelijk belang onderkend wordt, hiervoor in aanmerking komen.

7.2.2 Voorwaarden

Subsidie kan worden verleend indien:

  • o

    het jubileum gevierd wordt

  • o

    en het college wordt uitgenodigd.

7.2.3 Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt € 250 voor het 25 jarig jubileum en € 25 per 5 jaar van het bestaan.

HOOFDSTUK 8 SLOTBEPALINGEN

8.1 Niet genoemde werksoorten

Voor niet in deze beleidsregels genoemde werksoorten op de terreinen welzijn, sport, cultuur, zorg, wijken en dorpen, maatschappelijke ondersteuning, is de Algemene subsidieverordening 2009 van toepassing.

8.2 Onduidelijkheden

Het college kan, in bijzondere gevallen, artikelen van deze beleidsregels buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

8.3 Citeertitel

De citeertitel is Beleidsregels subsidies welzijn, cultuur en sport Smallingerland 2017.

8.4 Inwerkingtreding

  • 1.

    De beleidsregels 2013 worden gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregels ingetrokken.

  • 2.

    Deze beleidsregels treden in werking op 1 mei 2017.

  • 3.

    De beleidsregels zijn voor het eerst van toepassing op de subsidieaanvragen voor 2018 en op de afrekeningen over 2016

Bijlage

In deze bijlage zijn de instellingen / organisaties genoemd als bedoeld in 1.6 van de Beleidsregels Subsidies welzijn, cultuur en sport. Tenzij er afwijkende of aanvullende bepalingen zijn opgenomen, zijn de bepalingen uit de Algemene subsidieverordening Smallingerland 2009 van toepassing.

INSTELLINGEN CULTUUR

1 Cultureel Centrum de Lawei

1.1 Doelstelling / aanvrager

De Lawei

  • -

    verzorgt een brede programmering van theater, dans, opera, muziek, kunst, film die zowel professionele als amateurproducties bevat.

  • -

    ontwikkelt regionale producties en biedt hierin regionale talenten kansen.

  • -

    ontwikkelt een doorgaande leerlijn cultuureducatie in Smallingerland en een talentprogramma

Het aanbod is gericht op verschillende leeftijds- en doelgroepen en speelt in op diverse maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen in de kunst en cultuur.

1.2 Bepalingen omtrent reserves en voorzieningen

1.2.1 Egalisatiereserve

De instelling, die een structurele gemeentelijke subsidie ontvangt, vormt een egalisatiereserve.

  • 1.

    De egalisatiereserve is onderdeel van het eigen vermogen en is bedoeld voor het opvangen van eventuele nadelige exploitatieresultaten.

  • 2.

    De hoogte van de egalisatiereserve bedraagt:

    • a.

      Maximaal 15% van het subsidiebedrag die de instelling in het betreffende boekjaar van de gemeente heeft ontvangen.

    • b.

      Maximaal 15% van de eigen inkomsten, dit zijn inkomsten uit andere zaken dan subsidies, die de instelling in het betreffende boekjaar heeft ontvangen, waarbij geldt dat deze eigen inkomsten tenminste 20% van de financiering van de producten of activiteiten uitmaken.

    • c.

      De hoogte van de egalisatiereserve is derhalve maximaal 15% van de omzet in het betreffende boekjaar.

  • 3.

    Wanneer de egalisatiereserve uitkomt boven 15% van de omzet in het betreffende boekjaar, kan het meerdere door het college worden teruggevorderd.

1.2.2 Voorzieningen

  • 1.

    Een voorziening is onderdeel van het vreemd vermogen en is een passiefpost op de balans die een schatting geeft van een voorzienbare last in verband met risico's en verplichtingen, waarvan de omvang en het tijdstip van optreden per balansdatum min of meer onzeker zijn en die voortkomen uit de periode voorafgaand aan die datum.

  • 2.

    De Lawei vormt een voorziening ten behoeve van het onderhoud aan de gebouwen (waaronder eveneens vallen het onderhoud aan en de vervanging van de inrichting en de installaties) op basis van een actueel meerjaren onderhoudsplan.

  • 3.

    Voor de vorming van eventuele voorzieningen voor andere doelen is vooraf toestemming van het college noodzakelijk, behoudens die voorzieningen die noodzakelijk zijn op grond van relevante wet- en regelgeving.

1.3 Aanvullende voorwaarden aan het jaarverslag

  • 1.

    Behalve de gebruikelijke onderdelen die in een jaarverslag thuishoren, wordt specifiek aandacht besteed aan het personeelsbeleid en de resultaten daarvan. Daartoe worden in ieder geval de volgende kengetallen opgenomen:

  • -

    Aantal medewerkers

  • -

    De verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen

  • -

    Het aantal fte's

  • -

    De verhouding tussen het aantal fulltime en parttime medewerkers

  • -

    Nieuw in dienst

  • -

    Uit dienst met de redenen

  • -

    Ziekteverzuimpercentage

  • -

    Aantal werknemers met een vast contract en met een tijdelijk contract

  • -

    Leeftijdsopbouw van het personeelbestand

  • -

    Wijze van vormgeving van de medezeggenschap van het personeel.

  • 2.

    De instelling verklaart dat voldaan wordt aan het beginsel van goed werkgeverschap; hieronder wordt verstaan "het gedrag van de werkgever (en direct leidinggevenden) dat optimaal rekening houdt met de belangen en gevoelens van medewerkers vanuit de overtuiging dat dit voordeel heeft voor allen". Deze verklaring wordt eenmalig door de directeur of directeur-bestuurder ondertekend en overlegd.

2 Bibliotheek

2.1 Doelstelling / aanvrager

De bibliotheek

  • -

    onderhoudt, beheert en ontsluit de digitale en fysieke informatieve collectie

  • -

    maakt onderdeel uit van het landelijk bibliotheekbestel

  • -

    richt zich op de gebieden leesbevordering, opheffen van leesachterstanden, laaggeletterdheid

  • -

    ontwikkelt en ontsluit een activiteitenprogramma dat bijdraagt aan de ontwikkeling van inwoners en organisaties van Smallingerland.

  • -

    draagt bij aan de verzorging van de doorgaande leerlijn leesvaardigheid en mediawijsheid.

2.2 Bepalingen omtrent reserves en voorzieningen

2.2.1 Egalisatiereserve

De instelling, die een structurele gemeentelijke subsidie ontvangt, vormt een egalisatiereserve.

  • 1.

    De egalisatiereserve is onderdeel van het eigen vermogen en is bedoeld voor het opvangen van eventuele nadelige exploitatieresultaten.

  • 2.

    De hoogte van de egalisatiereserve bedraagt:

    • a.

      Maximaal 15% van het subsidiebedrag die de instelling in het betreffende boekjaar van de gemeente heeft ontvangen.

    • b.

      Maximaal 15% van de eigen inkomsten, dit zijn inkomsten uit andere zaken dan subsidies, die de instelling in het betreffende boekjaar heeft ontvangen, waarbij geldt dat deze eigen inkomsten tenminste 20% van de financiering van de producten of activiteiten uitmaken.

    • c.

      De hoogte van de egalisatiereserve is derhalve maximaal 15% van de omzet in het betreffende boekjaar.

  • 3.

    Wanneer de egalisatiereserve uitkomt boven 15% van de omzet in het betreffende boekjaar, kan het meerdere door het college worden teruggevorderd.

2.2.2 Voorzieningen

  • 1.

    Een voorziening is onderdeel van het vreemd vermogen en is een passiefpost op de balans die een schatting geeft van een voorzienbare last in verband met risico's en verplichtingen, waarvan de omvang en het tijdstip van optreden per balansdatum min of meer onzeker zijn en die voortkomen uit de periode voorafgaand aan die datum.

  • 2.

    De bibliotheek vormt een voorziening ten behoeve van het onderhoud aan de gebouwen (waaronder eveneens vallen het onderhoud aan en de vervanging van de inrichting en de installaties) op basis van een actueel meerjaren onderhoudsplan.

  • 3.

    Voor de vorming van eventuele voorzieningen voor andere doelen is vooraf toestemming van het college noodzakelijk, behoudens die voorzieningen die noodzakelijk zijn op grond van relevante wet- en regelgeving.

2.3 Aanvullende voorwaarden aan het jaarverslag

  • 1.

    Behalve de gebruikelijke onderdelen die in een jaarverslag thuishoren, wordt specifiek aandacht besteed aan het personeelsbeleid en de resultaten daarvan. Daartoe worden in ieder geval de volgende kengetallen opgenomen:

  • -

    Aantal medewerkers

  • -

    De verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen

  • -

    Het aantal fte's

  • -

    De verhouding tussen het aantal fulltime en parttime medewerkers

  • -

    Nieuw in dienst

  • -

    Uit dienst met de redenen

  • -

    Ziekteverzuimpercentage

  • -

    Aantal werknemers met een vast contract en met een tijdelijk contract

  • -

    Leeftijdsopbouw van het personeelbestand

  • -

    Wijze van vormgeving van de medezeggenschap van het personeel.

2. De instelling verklaart dat voldaan wordt aan het beginsel van goed werkgeverschap; hieronder wordt verstaan "het gedrag van de werkgever (en direct leidinggevenden) dat optimaal rekening houdt met de belangen en gevoelens van medewerkers vanuit de overtuiging dat dit voordeel heeft voor allen". Deze verklaring wordt eenmalig door de directeur of directeur-bestuurder ondertekend en overlegd.

3 Museum Dr8888

3.1 Doelstelling / aanvrager

Museum Dr8888:

  • -

    toont kunst uit de collectie kunst uit het interbellum (periode 1918-1940) en legt het accent op Dadaïsme en de Stijl

  • -

    belicht de geschiedenis van Smallingerland

  • -

    is een podium voor regionale en noordelijke kunstenaars.

  • -

    draagt zorg voor de kunst- en erfgoedcollectie van de gemeente en haar eigen collectie

  • -

    ontwikkelt en voert educatieprojecten uit op de scholen in Smallingerland die verband houden met het museum

En voert daaraan verbonden activiteiten uit, zoals exposities en lezingen. De tentoonstellingen zijn toegankelijk voor een breed publiek van verschillende leeftijden.

3.2 Bepalingen omtrent reserves en voorzieningen

3.2.1 Egalisatiereserve

De instelling, die een structurele gemeentelijke subsidie ontvangt, vormt een egalisatiereserve.

  • 1.

    De egalisatiereserve is onderdeel van het eigen vermogen en is bedoeld voor het opvangen van eventuele nadelige exploitatieresultaten.

  • 2.

    De hoogte van de egalisatiereserve bedraagt:

  • a.

    Maximaal 15% van het subsidiebedrag die de instelling in het betreffende boekjaar van de gemeente heeft ontvangen.

  • b.

    Maximaal 15% van de eigen inkomsten, dit zijn inkomsten uit andere zaken dan subsidies, die de instelling in het betreffende boekjaar heeft ontvangen, waarbij geldt dat deze eigen inkomsten tenminste 20% van de financiering van de producten of activiteiten uitmaken.

  • c.

    De hoogte van de egalisatiereserve is derhalve maximaal 15% van de omzet in het betreffende boekjaar.

  • 3.

    Wanneer de egalisatiereserve uitkomt boven 15% van de omzet in het betreffende boekjaar, kan het meerdere door het college worden teruggevorderd.

3.2.2 Voorzieningen

  • 1.

    Een voorziening is onderdeel van het vreemd vermogen en is een passiefpost op de balans die een schatting geeft van een voorzienbare last in verband met risico's en verplichtingen, waarvan de omvang en het tijdstip van optreden per balansdatum min of meer onzeker zijn en die voortkomen uit de periode voorafgaand aan die datum.

  • 2.

    Het museum vormt een voorziening ten behoeve van het onderhoud aan de gebouwen (waaronder eveneens vallen het onderhoud aan en de vervanging van de inrichting en de installaties) op basis van een actueel meerjaren onderhoudsplan.

  • 3.

    Voor de vorming van eventuele voorzieningen voor andere doelen is vooraf toestemming van het college noodzakelijk, behoudens die voorzieningen die noodzakelijk zijn op grond van relevante wet- en regelgeving.

3.2 Aanvullende voorwaarden aan het jaarverslag

  • 1.

    Behalve de gebruikelijke onderdelen die in een jaarverslag thuishoren, wordt specifiek aandacht besteed aan het personeelsbeleid en de resultaten daarvan. Daartoe worden in ieder geval de volgende kengetallen opgenomen:

  • -

    Aantal medewerkers

  • -

    De verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen

  • -

    Het aantal fte's

  • -

    De verhouding tussen het aantal fulltime en parttime medewerkers

  • -

    Nieuw in dienst

  • -

    Uit dienst met de redenen

  • -

    Ziekteverzuimpercentage

  • -

    Aantal werknemers met een vast contract en met een tijdelijk contract

  • -

    Leeftijdsopbouw van het personeelbestand

  • -

    Wijze van vormgeving van de medezeggenschap van het personeel.

2. De instelling verklaart dat voldaan wordt aan het beginsel van goed werkgeverschap; hieronder wordt verstaan "het gedrag van de werkgever (en direct leidinggevenden) dat optimaal rekening houdt met de belangen en gevoelens van medewerkers vanuit de overtuiging dat dit voordeel heeft voor allen". Deze verklaring wordt eenmalig door de directeur of directeur-bestuurder ondertekend en overlegd.

4 Lokale omroep Smelne FM

  • Smelne FM is de lokale omroep en verzorgt radio-uitzendingen in de gemeente waarin o.a. lokale thema’s aan de orde komen.

5 Afûk

  • De Afûk verzorgt cursussen in de Friese taal.

INSTELLINGEN SPORT

6 Sportbedrijf Smallingerland

6.1 Doelstelling / aanvrager

Het Sportbedrijf is gericht op het ondersteunen en stimuleren van beweging en het zorgdragen voor optimaal gebruik van de huidige gemeentelijke binnensportaccommodaties, waaronder Zwemcentrum de Welle.

6.2 Bepalingen omtrent reserves en voorzieningen

6.2.1 Egalisatiereserve

De instelling, die een structurele gemeentelijke subsidie ontvangt, vormt een egalisatiereserve.

  • 1.

    De egalisatiereserve is onderdeel van het eigen vermogen en is bedoeld voor het opvangen van eventuele nadelige exploitatieresultaten.

  • 2.

    De hoogte van de egalisatiereserve bedraagt:

  • a.

    Maximaal 15% van het subsidiebedrag die de instelling in het betreffende boekjaar van de gemeente heeft ontvangen.

  • b.

    Maximaal 15% van de eigen inkomsten, dit zijn inkomsten uit andere zaken dan subsidies, die de instelling in het betreffende boekjaar heeft ontvangen, waarbij geldt dat deze eigen inkomsten tenminste 20% van de financiering van de producten of activiteiten uitmaken.

  • c.

    De hoogte van de egalisatiereserve is derhalve maximaal 15% van de omzet in het betreffende boekjaar.

  • 3.

    Wanneer de egalisatiereserve uitkomt boven 15% van de omzet in het betreffende boekjaar, kan het meerdere door het college worden teruggevorderd.

6.2.2 Voorzieningen

  • 1.

    Een voorziening is onderdeel van het vreemd vermogen en is een passiefpost op de balans die een schatting geeft van een voorzienbare last in verband met risico's en verplichtingen, waarvan de omvang en het tijdstip van optreden per balansdatum min of meer onzeker zijn en die voortkomen uit de periode voorafgaand aan die datum.

  • 2.

    Het Sportbedrijf vormt een voorziening ten behoeve van het onderhoud aan de gebouwen (waaronder eveneens vallen het onderhoud aan en de vervanging van de inrichting en de installaties) op basis van een actueel meerjaren onderhoudsplan.

  • 3.

    Voor de vorming van eventuele voorzieningen voor andere doelen is vooraf toestemming van het college noodzakelijk, behoudens die voorzieningen die noodzakelijk zijn op grond van relevante wet- en regelgeving.

6.3 Aanvullende voorwaarden aan het jaarverslag

  • 1.

    Behalve de gebruikelijke onderdelen die in een jaarverslag thuishoren, wordt specifiek aandacht besteed aan het personeelsbeleid en de resultaten daarvan. Daartoe worden in ieder geval de volgende kengetallen opgenomen:

  • -

    Aantal medewerkers

  • -

    De verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen

  • -

    Het aantal fte's

  • -

    De verhouding tussen het aantal fulltime en parttime medewerkers

  • -

    Nieuw in dienst

  • -

    Uit dienst met de redenen

  • -

    Ziekteverzuimpercentage

  • -

    Aantal werknemers met een vast contract en met een tijdelijk contract

  • -

    Leeftijdsopbouw van het personeelbestand

  • -

    Wijze van vormgeving van de medezeggenschap van het personeel.

2. De instelling verklaart dat voldaan wordt aan het beginsel van goed werkgeverschap; hieronder wordt verstaan "het gedrag van de werkgever (en direct leidinggevenden) dat optimaal rekening houdt met de belangen en gevoelens van medewerkers vanuit de overtuiging dat dit voordeel heeft voor allen". Deze verklaring wordt eenmalig door de directeur of directeur-bestuurder ondertekend en overlegd.

7 Gymnastieklokalen die verhuurd worden aan sportverenigingen

7.1 Doelstelling / aanvrager

Er zijn thans 3 rechtspersonen, die een gymnastieklokaal in eigendom hebben dan wel exploiteren en die het gymnastieklokaal verhuren aan sportverenigingen. Het gaat om de volgende rechtspersonen:

  • -

    het Sportbedrijf

  • -

    MFC Oudega, de Gearrin

  • -

    Opo Furore.

7.2 Voorwaarden

Subsidie kan slechts worden verleend onder de volgende voorwaarden

  • 1

    Tot de aanvragers behoren alleen de in 9.1 genoemde rechtspersonen.

  • 2

    De subsidie is alleen beschikbaar voor gymnastieklokalen, gelegen in Smallingerland en in geval de verhuur plaatsvindt aan een sportvereniging.

7.3 Aanvraag

De aanvragers geven jaarlijks aan het verwachte aantal verhuurde uren aan sportverenigingen voor het daaropvolgende jaar.

7.4 Vaststelling

Ter vaststelling van de subsidie dient de aanvrager na afloop van het jaar waarvoor de subsidie verleend is, een overzicht in van het daadwerkelijk aantal verhuurde uren.

7.5 Hoogte van de subsidie

Voor de verhuur van de gymnastieklokaal aan een sportvereniging wordt  een vast bedrag per uur beschikbaar gesteld. In 2016 is dit bedrag € 9,60. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.

8 Tennisvereniging de Beampipers

  • De vereniging ontvangt middelen voor het onderhoud van het groen rondom de tennisbanen.

9 IJswegencentrale Smallingerland

9.1 Doelstelling / aanvrager

IJswegencentrale (IJWC) Smallingerland is een organisatie voor het bevorderen van de veiligheid op het ijs en voor het stimuleren van de schaatssport op natuurijs(op vaarten, kanalen en meren).

9.2 Hoogte van de subsidie

Waarderingssubsidie: € 520 per jaar.

INSTELLINGEN WELZIJN

10 Stichting Maatschappelijke Onderneming Smallingerland

10.1 Doelstelling / aanvrager

De Mos voert de activiteiten uit op het terrein van welzijn. Daartoe behoren o.a. het volgende: sociaal cultureel werk, opbouwwerk, ouderenwerk, peuterspeelzaalwerk en opvoedingsondersteuning en het poppodium Iduna.

10.2 Bepalingen omtrent reserves en voorzieningen

10.2.1 Egalisatiereserve

De instelling, die een structurele gemeentelijke subsidie ontvangt, vormt een egalisatiereserve.

  • 1.

    De egalisatiereserve is onderdeel van het eigen vermogen en is bedoeld voor het opvangen van eventuele nadelige exploitatieresultaten.

  • 2.

    De hoogte van de egalisatiereserve bedraagt:

  • a.

    Maximaal 15% van het subsidiebedrag die de instelling in het betreffende boekjaar van de gemeente heeft ontvangen.

  • b.

    Maximaal 15% van de eigen inkomsten, dit zijn inkomsten uit andere zaken dan subsidies, die de instelling in het betreffende boekjaar heeft ontvangen, waarbij geldt dat deze eigen inkomsten tenminste 20% van de financiering van de producten of activiteiten uitmaken.

  • c.

    De hoogte van de egalisatiereserve is derhalve maximaal 15% van de omzet in het betreffende boekjaar.

  • 3.

    Wanneer de egalisatiereserve uitkomt boven 15% van de omzet in het betreffende boekjaar, kan het meerdere door het college worden teruggevorderd.

10.2.2 Voorzieningen

  • 1.

    Een voorziening is onderdeel van het vreemd vermogen en is een passiefpost op de balans die een schatting geeft van een voorzienbare last in verband met risico's en verplichtingen, waarvan de omvang en het tijdstip van optreden per balansdatum min of meer onzeker zijn en die voortkomen uit de periode voorafgaand aan die datum.

  • 2.

    MOS vormt een voorziening ten behoeve van het onderhoud aan de gebouwen (waaronder eveneens vallen het onderhoud aan en de vervanging van de inrichting en de installaties) op basis van een actueel meerjaren onderhoudsplan. Over het meer jaren onderhoudsplan overleggen MOS en gemeente.

  • 3.

    Voor de vorming van eventuele voorzieningen voor andere doelen is vooraf toestemming van het college noodzakelijk, behoudens die voorzieningen die noodzakelijk zijn op grond van relevante wet- en regelgeving.

10.3 Aanvullende voorwaarden aan het jaarverslag

  • 1.

    Behalve de gebruikelijke onderdelen die in een jaarverslag thuishoren, wordt specifiek aandacht besteed aan het personeelsbeleid en de resultaten daarvan. Daartoe worden in ieder geval de volgende kengetallen opgenomen:

  • -

    Aantal medewerkers

  • -

    De verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen

  • -

    Het aantal fte's

  • -

    De verhouding tussen het aantal fulltime en parttime medewerkers

  • -

    Nieuw in dienst

  • -

    Uit dienst met de redenen

  • -

    Ziekteverzuimpercentage

  • -

    Aantal werknemers met een vast contract en met een tijdelijk contract

  • -

    Leeftijdsopbouw van het personeelbestand

  • -

    Wijze van vormgeving van de medezeggenschap van het personeel.

2. De instelling verklaart dat voldaan wordt aan het beginsel van goed werkgeverschap; hieronder wordt verstaan "het gedrag van de werkgever (en direct leidinggevenden) dat optimaal rekening houdt met de belangen en gevoelens van medewerkers vanuit de overtuiging dat dit voordeel heeft voor allen". Deze verklaring wordt eenmalig door de directeur of directeur-bestuurder ondertekend en overlegd.

11 Coöperatie Brede Scholen Smallingerland

  • In de Coöperatie Brede Scholen Smallingerland werken de volgende partijen samen: het openbaar basisonderwijs, het pc basisonderwijs en de MOS, gericht op

    • -

      het zorgdragen voor een doorlopende ontwikkelingslijn voor kinderen van 0 tot 12 jaar;

    • -

      het stimuleren van ontwikkelingskansen en het ondersteunen van ouders en verzorgers bij hun opvoedende taak;

    • -

      het vergroten van de leefbaarheid in de wijk; de Brede School als kloppend hart in de wijk voor kinderen, hun ouders en de wijkbewoners.

    • -

      Uitbouw van het concept in andere wijken en de dorpen indien aan de orde.

12 Tumba

12.1 Doelstelling / aanvrager

Tumba is een provinciale organisatie op het gebied van mensenrechten, discriminatie en wereldburgerschap. Twee terreinen komen voor subsidie in aanmerking; activiteiten op het gebied van wereldburgerschap en discriminatie (klachten- en meldingregistratie en het organiseren van acties om discriminatie tegen te gaan, ook ten behoeve van onze gemeente).

12.2 Hoogte van de subsidie

  • -

    Voor de activiteiten op het terrein van (het tegengaan van) discriminatie bestaat de subsidie uit een bedrag per inwoner; in 2016 € 0,37 per inwoner;

  • -

    Voor de activiteiten op het terrein van wereldburgerschap wordt een waarderingssubsidie verstrekt ad € 350.

13 Stichting VluchtelingenwerkNoord Nederland

  • Vluchtelingenwerk Noord Nederland is een instelling die asielzoekers en vluchtelingen tijdens en na hun asielprocedure (juridisch) begeleidt. De instelling verzorgt algemene belangenbehartiging en voorlichting. Er worden activiteiten ten behoeve van asielzoekers en vluchtelingen in de gemeente uitgevoerd.

14 Werkgroep Ontwikkelingssamenwerking

  • De WOS houdt zich bezig met bewustwordingsactiviteiten over ontwikkelingssamenwerking, stimuleert en coördineert maatschappelijke activiteiten in het kader van de vriendschapsrelatie tussen de gemeente Smallingerland en de gemeente Gobabis (Namibië).

15 Dorpshuizen

15.1 Doelstelling / aanvrager

Er zijn thans 8 rechtspersonen, die een dorpshuis in eigendom hebben en/of in stand houden en exploiteren ten behoeve van activiteiten die georganiseerd worden door en ten behoeve van het dorp. Het beleid is erop gericht deze dorpshuizen een waarderingssubsidie te verstrekken. Het gaat om de volgende dorpshuizen.

Gebouw

Dorp

Eigendom gemeente

De Huchte

Houtigehage

nee

Ora et Labora

De Tike

nee

De Wringe

Opeinde

ja

It Gebouke

Drachtstercompagnie

nee

It Tiksel

Rottevalle

nee

Op 'e Jister

Nijega

ja

't Bynt

Boornbergum

ja

De Gearrin

Oudega

nee

15.2 Voorwaarden

1 Tot de aanvragers behoren alleen de in 15.1 genoemde dorpshuizen.

2 De aanvrager is een rechtspersoon. Een kopie van de statuten wordt eenmalig overlegd.

3 De dorpshuizen voldoen aan de relevante wet- en regelgeving.

4 De subsidie hoeft niet te worden afgerekend indien het subsidiebedrag hoger is dan € 5.000.

15.3 Aanvraag

1 Voor de aanvraag is van gemeentewege een formulier beschikbaar.

2 Bij de aanvraag wordt een begroting en een activiteitenplan gevoegd.

15.4 Hoogte van de subsidie

De hoogte van de subsidie wordt als volgt bepaald:

  • -

    Voor alle in 15.1 genoemde dorpshuizen een vast bedrag van € 1.200.

  • -

    Voor dorpshuizen die in eigendom zijn van de aanvrager een vast bedrag van € 5.000, met uitzondering van het dorpshuis van Drachtstercompagnie: deze ontvangt een vast bedrag van € 3.000.

  • -

    Per inwoner van het betreffende dorp een vast bedrag van € 1.

16 Dierenparkjes

16.1 Doelstelling / aanvrager

Er zijn vijf rechtspersonen, die een dierenparkje in stand houden en exploiteren, o.a. ten behoeve van de ontmoetingsfunctie in de wijk of het dorp. Het beleid is erop gericht deze dierenparkjes een waarderingssubsidie te verstrekken. Het gaat om de volgende dierenparkjes.

Dierenpark

Wijk / dorp

Oppervlakte

Dierenparkje 'Reins Parkje'

De Wiken

4.745 m²

Hertenkamp Rottevalle

Rottevalle

3.850 m²

Dierenparkje 'It Bisteparadyske

Drachtstercompagnie

1.960 m²

Dierenparkje 'Us Pompeblêd'

Noord-oost

1.265 m²

Dierenparkje 'Albert Faberparkje'

Oudega

1.450 m²

16.2 Voorwaarden

1 Tot de aanvragers horen alleen de in 16.1 genoemde dierenparkjes.

2 De dierenparkjes voldoen aan de relevante wet- en regelgeving.

16.3 Aanvraag

Voor de aanvraag is van gemeentewege een formulier beschikbaar.

16.4 Hoogte van de subsidie

Tot 20 are € 200

20-30 are € 300

30-40 are € 400

40-50 are € 500

Instellingen zorg

17 Verslavingszorg Noord Nederland

  • Verslavingszorg Noord Nederland is een instelling voor de drie noordelijke provincies ten behoeve van de uitvoering van de verslavingszorg. Voor de gemeente worden de activiteiten hulpverlening, straathoekwerk en arbeidstoeleiding uitgevoerd.

18 Fier Fryslân

18.1 Doelstelling / aanvrager

Fier Fryslân is een provinciaal werkende instelling op het terrein van geweld in afhankelijkheidsrelaties en richt zich op hulpverlening, opvang en voorlichting. Er worden activiteiten ten behoeve van de gemeente uitgevoerd.

18.2 Hoogte van de subsidie

De bijdrage is gebaseerd op een bedrag per inwoner.

INSTELLINGEN JEUGD

19 Scouting Drachten

19.1 Doelstelling / aanvrager

Scouting biedt jeugdwerk aan en werkt daarbij volgens bepaalde methoden dan wel grondslagen. De bijeenkomsten / activiteiten zijn per (leeftijds)groep georganiseerd.

19.2 Voorwaarden

Subsidie wordt verleend onder de volgende voorwaarden

  • 1

    Een kopie van de statuten wordt eenmalig overlegd.

  • 2

    Er wordt minimaal 40 x per jaar een activiteit per groep aangeboden.

  • 3

    De leden betalen contributie.

19.3 Aanvraag

Voor de aanvraag is van gemeentewege een formulier beschikbaar.

Bij de aanvraag wordt verslag gedaan over de uitgevoerde activiteiten van het afgelopen subsidietijdvak.

19.4 Tijdvak waarvoor de subsidie verstrekt wordt

De subsidie wordt in de vorm van een waarderingssubsidie voor 2 jaren verstrekt.

19.5 Hoogte van de subsidie

De subsidie bestaat uit een bedrag per regulier lid van € 20 en per lid met een beperking van € 50.

20 Speeltuinen

20.1 Doelstelling / aanvrager

Er zijn 4rechtspersonen, die een speeltuin in stand houden en openstellen voor jeugd uit de buurt of gericht zijn op een bepaalde doelgroep. Het gaat om de volgende speeltuinen

  • -

    De Draaikolk

  • -

    De Singelhof

  • -

    De Wiken

  • -

    Bass Spijkerdorp.

20.2 Voorwaarden

Subsidie kan slechts worden verleend onder de volgende voorwaarden

  • 3

    Tot de aanvragers behoren alleen de in 22.1 genoemde speeltuinen.

  • 4

    De aanvrager is een rechtspersoon. Een kopie van de statuten wordt eenmalig overlegd.

  • 5

    De speeltuinen voldoen aan de daartoe gestelde veiligheidseisen.

  • 6

    De huidige openingstijden blijven gehandhaafd en omvatten in ieder geval de periode van mei tot en met september.

20.3 Aanvraag en verantwoording

Voor de aanvraag en voor de verantwoording is van gemeentewege een formulier beschikbaar.

20.4 Hoogte van de subsidie

De hoogte van de subsidies is gebaseerd op het Verbeterplan 2003 en omvat een bijdrage in de exploitatie, de kosten van beheer en de inrichting.

20.5 Incidentele investeringssubsidie

1 De gemeente draagt in principe zorg, in overleg met de speeltuinbesturen, voor vervanging van de speeltoestellen op basis van het vastgestelde meerjareninvesteringsplan.

2 Indien voor de vervanging van een speeltoestel op basis van dit meerjareninvesteringsplan een bijdrage van een fonds mogelijk is, vraagt het betreffende speeltuinbestuur een subsidie aan hiervoor bij de gemeente en bij het betreffende fonds.

INSTELLINGEN BELANGENBEHARTIGING

21 Wmo Adviesraad Smallingerland

De Wmo adviesraad ontvangt een subsidie voor hun wettelijk vastgelegde taak (artikelen 11 en 12 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 84 Gemeentewet). Deze taak behelst het behartigen van de collectieve belangen van inwoners die (potentiële) aanvragers zijn van voorzieningen van maatschappelijke ondersteuning door het adviseren van ons college over het WMO beleid en het jeugdbeleid.

INSTELLINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING

22 Stichting LETS Drachten e.o.

22.1 Doelstelling / aanvrager

Deze lokale vrijwilligersorganisatie biedt inwoners uit Smallingerland de gelegenheid om diensten en goederen met elkaar te ruilen. De deelnemers betalen jaarlijks een eigen bijdrage van € 20 aan de Stichting LETS Drachten e.o. voor het bijhouden van de administratie.

22.2 Tijdvak waarvoor de subsidie verstrekt wordt

De subsidie wordt in de vorm van een waarderingssubsidie voor 2 jaren verstrekt.

22.3 Hoogte van de subsidie

Waarderingssubsidie: € 3.490 per jaar.

23 Steunpunt Uitkeringsgerechtigden en Gehandicapten Smallingerland

23.1 Doelstelling / aanvrager

Deze lokale vrijwilligersorganisatie verstrekt gratis informatie, advies en praktische ondersteuning aan uitkeringsgerechtigde en gehandicapte inwoners uit Smallingerland die kampen met vragen op het gebied van uitkeringen, belastingen en voorzieningen.

23.2 Hoogte van de subsidie

€ 10.360 per jaar.

24 Stichting AanZet

  • Deze provinciaal werkende vrijwilligersorganisatie heeft ten doel het opzetten en uitvoeren van cliëntgestuurde projecten voor (ex-) cliënten van de geestelijke gezondheidszorg in Friesland. De gemeente Leeuwarden treedt namens de Friese gemeenten op als subsidiënt van Aanzet.

25 Stichting Pypskoft

25.1 Doelstelling / aanvrager

Deze regionale vrijwilligersorganisatie biedt ontspanningsactiviteiten aan verstandelijk en meervoudig gehandicapte mensen, om onderlinge contacten, ontwikkeling en ontplooiing in de samenleving van deze doelgroepen te bevorderen. De deelnemers betalen zelf circa 60% van de kosten van een activiteit.

25.2 Tijdvak waarvoor de subsidie verstrekt wordt

De subsidie wordt in de vorm van een waarderingssubsidie voor 2 jaren verstrekt.

25.3 Hoogte van de subsidie

Waarderingssubsidie: € 50 per jaar per verwachte deelnemer met een maximum van € 5.000.

26 Support Fryslân

26.1 Doelstelling / aanvrager

Support Fryslân is een provinciaal maatjesproject voor jongeren tussen de 12 en 20 jaar, die extra aandacht en een steuntje in de rug kunnen gebruiken. Vrijwilligers (maatjes) worden gekoppeld aan de jongere in kwestie. Jongeren kunnen zichzelf aanmelden maar vaak gaat dit via politie, jeugdhulpverlening, welzijnswerk etc.

26.2 Hoogte van de subsidie

€ 10.360 per jaar.

27 Vereniging Humanitas, afdeling Smallingerland/Opsterland

27.1 Doelstelling / aanvrager

De afdeling Drachten/Opsterland organiseert een groot aantal activiteiten voor diverse kwetsbare groepen in Smallingerland, gericht op het volwaardig kunnen deelnemen van deze groepen aan de samenleving.

27.2 Hoogte van de subsidie

De subsidie: de daadwerkelijk gemaakte kosten voor de diverse vrijwilligersactiviteiten worden vergoed tot een maximumbedrag van € 8.140 per jaar.

28 Vereniging de Zonnebloem, afdeling Drachten en afdeling Boornbergum

28.1 Doelstelling / aanvrager

De afdeling Drachten organiseert ontmoetingsactiviteiten en huisbezoeken voor zieke, oudere en gehandicapte inwoners van Smallingerland. Circa 220 inwoners uit Smallingerland maken gebruik van de aangeboden ontmoetingsactiviteiten en de huisbezoeken.

28.2 Tijdvak waarvoor de subsidie verstrekt wordt

De subsidie wordt in de vorm van een waarderingssubsidie voor 2 jaren verstrekt.

28.3 Hoogte van de subsidie

Waarderingssubsidie: € 10 per jaar per verwachte deelnemer, met een maximum van € 5.000.

29 Stichting Present

  • De Stichting heeft als doel het mobiliseren en bemiddelen van groepen vrijwilligers die zich inzetten voor inwoners van Smallingerland die hulp nodig hebben en die geen netwerk, geld en/of gezondheid hebben om deze hulp zelf te regelen. Stichting Present Smallingerland werft groepen vrijwilligers die incidenteel hun tijd en vaardigheden willen aanbieden voor klus-, verhuis- of schoonmaakprojecten, of voor sociale projecten. Het aanbod wordt vervolgens door de stichting onder de aandacht gebracht van bestaande maatschappelijke organisaties.