Nota Dierenwelzijn Velsen 2017-2020

Geldend van 11-05-2017 t/m heden

Intitulé

Nota Dierenwelzijn Velsen 2017-2020

Nota Dierenwelzijn Velsen 2017-2020

Inhoud Pagina

  • 1.

    Inleiding31.1. Nota Dierenwelzijn Velsen 2017-2020 3

  • 2.

    Leeswijzer4

  • 3.

    Nu en in de Toekomst5 3.1. Wat hebben we al gedaan of bereikt? 5 3.2. Wat willen we nog doen of bereiken? 5

  • 4.

    Dierenwelzijn in Velsen is mensenwelzijn6

    4.1. Diervriendelijke gemeente 6

  • 5.

    Wettelijk Kader dierenwelzijn en dierenbeleid7

5.1. Algemeen 7

5.2. Wet Dieren 7

5.3. Besluit houders van dieren 7

5.4. Wet Natuurbescherming 8

5.5. Natura-2000 8

5.6. Gedragscode Flora en Faunawet 8

5.7. Bouw- en bestemmingsplannen 8

5.8. Gemeentelijk aanvullende regelgeving 9

5.9. Taak voor gemeente vanuit het Burgerlijk Wetboek 9

  • 5.

    10. Taak voor gemeente vanuit het Algemene Wet Bestuursrecht 9

  • 5.

    11. Landschapsbeleidsplan Velsen 10

  • 6.

    Belangrijke partners voor uitvoering beleid11

6.1. Dierenambulances 11

6.1.1. Dierenambulance Kennemerland 11

6.1.2. Dierenambulance Velsen 11

6.2. Dierenbescherming - regio Noordwest 12

6.2.1. Kerbert Dierentehuis 13

6.2.2. Stichting Knaagdierencentrum 13 6.3. Stichting Reddings Team Zeedieren-Velsen 13

6.4. Stichting Vogelrampenfonds (Vogelhospitaal Haarlem) 14

6.5. Stichting Vogelopvangcentrum Zaanstreek 14

7.Overige dieren die een rol spelen in de gemeente Velsen15

7.1. Bijen 15

7.2. Damherten 15

7.3. Honden 16

7.4. (Zwerf)katten 17

7.5. Paarden 17

7.6. Visserij 18 7.6.1. Sportvissen 18 7.6.2. Hengelsportvereniging Velsen 19

7.6.3. Vismigratie 20

8.Bescherming van dieren21

8.1. Bescherming in het wild levende dieren 21

8.2. Botulisme 21

8.3. Dierenmishandeling: Indicator van huiselijk geweld 21

8.3.1. Dierenmishandeling: Verwaarlozing dieren 22

8.3.2. Dierplagen en overlastbestrijding 22

8.4. Evenementen met dieren en circussen 23

8.5. Houden van exotische dieren 23

8.6. Rampenplan en Borging dierenwelzijn 23

8.7. Natuurvriendelijke oevers 24

8.8. Verkeer 25

9.Educatie en bewustwording26

9.1. Kinderboerderij Velserbeek 26

9.2. Pieter Vermeulen Museum 27

9.3. Eenden/vogels voeren 27

10.Handhaving, wie ziet toe op Dierenwelzijn28

10. 10.1. Team Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte 28

10. 11. Financiële paragraaf29

10. 11.1. Budget 29

10. 11.2. Waarom een kostendekkende vergoeding voor geleverde 29

10. diensten?

10. 11.3. Kostenoverzicht 29

12. Communicatie inzet op dierenwelzijn30

12.1. Communicatiedoelen 30

Bijlage 1 Adressen van belangrijke partners voor uitvoering beleid 31

Bijlage 2 Links naar wetteksten 32

2017

Afdeling Algemene Zaken

Mevrouw J. Vermaat

B&W d.d. 21 maart 2017 (Rs17.00297)

Raad d.d. 11 mei 2017 (R17.017)

1.Inleiding

Met het op 26 april 2012 vaststellen van de eerste kadernota Dierenwelzijn werd een begin gemaakt de uitvoering van het dierenwelzijnsbeleid in de gemeente Velsen.

Het beleid heeft zich in de loop der tijd doorontwikkeld, verbeterd en er is aangetoond dat dierenwelzijn een onderdeel is geworden van de samenwerking tussen de interne en externe actoren in de gemeente Velsen. De stand-, uitgangspunten en acties zijn behandeld en uitgewerkt in het Uitvoeringsprogramma 2015.

Afgelopen jaren is er nauw samengewerkt met de Dierenbescherming Regio Noordwest (Kerbert Dierentehuis en Knaagdierencentrum), beide dierenambulances Velsen en Kennemerland, Hengelsportvereniging Velsen, Stichting Reddings Team Zeedieren-Velsen (voorheen Eerste Hulp bij Zeehonden) en Vogelopvangcentra, die voor de gemeente Velsen actief zijn.

Nota Dierenwelzijn Velsen 2017-2020

In verband met het aflopen van de kadernota Dierenwelzijn 2012-2016 is een nieuwe nota Dierenwelzijn Velsen 2017-2020 opgesteld. In belangrijke mate gaat het om voortzetting van de activiteiten. Om het beleid op de agenda te houden wordt er door het jaar heen de acties gemonitord en kan het dierenwelzijnsbeleid verantwoordt worden. 2- jaarlijks komt er een verslag van acties en ontwikkelingen en wordt aangegeven wat de eventuele plannen en het budget zijn voor de komende jaren.

De strekking van de nota blijft hetzelfde verwoord, n.l.:

In onze samenleving zijn mensen en dieren met elkaar verbonden. Immers zonder dieren zou de samenleving een gebrek hebben aan levendigheid en veelzijdigheid in de stedelijke omgeving. Als mensen hebben wij een verplichting tegenover de dieren, de zorg voor hun welzijn, gezondheid en omdat dieren in en om een dorp of stad vaak afhankelijk zijn van de mens zelfs een extra zorgplicht. Dieren hebben een eigenwaarde, een zogenoemde intrinsieke waarde.

Bij steeds meer gemeenten in ons land is Dierenwelzijn een vast onderdeel van het

gemeentelijk beleid. De gemeente Velsen heeft sinds 2012 een wethouder Dierenwelzijn én een nota Dierenwelzijn. Naast een morele verantwoordelijkheid ten aanzien van dieren heeft de gemeente ook een juridische verantwoordelijkheid. Dieren die in de gemeente gevonden worden vallen conform het Burgerlijk Wetboek (boek 5, artikel 8, lid 3) onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. De opvangplicht van de gemeente beperkt zich niet alleen tot honden en katten. Het gaat om alle gevonden dieren die vermoedelijk een eigenaar hebben. Het kan dus ook gaan om een konijn, papegaai of cavia die ontsnapt is, maar ook om het verwijderen (ruimen) van kadavers.

Kortom in deze nota wordt aangegeven op welke gebieden de gemeente Velsen het welzijn van de dieren in onze gemeente waarborgt. Daarnaast worden ook de zaken vermeld die al vastgelegd zijn in bestaande wet- en regelgeving en beleidsvoering. Hierdoor wordt een zo compleet mogelijk beeld geschetst van het totale beleid aangaande dierenwelzijn.

2.Leeswijzer

De nota dierenwelzijn is op de volgende manier opgebouwd.

Allereerst wordt in hoofdstuk 1 in de inleiding de nieuwe nota benoemd.

Hoofdstuk 3 somt op wat er in de afgelopen periode van 2012-2016 is bereikt op het gebied van dierenwelzijn en wat het streven is in de toekomst om nog te bereiken.

Dierenwelzijn in Velsen is mensenwelzijn en geeft aan dat de gemeente Velsen het welzijn van dieren serieus neemt en wordt dan ook benadrukt in hoofdstuk 4.

In hoofdstuk 5 wordt het wettelijk en bestuurlijk kader weergegeven ter bescherming van de dieren en vervolgens wordt aandacht besteed aan de belangrijke partners voor de uitvoering van het beleid in hoofdstuk 6.

In hoofdstuk 7 worden de overige dieren die aanwezig kunnen zijn in Velsen beschreven en hoe daar mee omgegaan wordt. De verzorging en de gemeentelijke invulling wordt behandeld in hoofdstuk 8, o.a. borging dierenwelzijn in het rampenplan.

Hoofdstuk 9 gaat in over educatie en bewustwording aan onder andere een ieder die van dieren houdt en de verzorging hiervan. In hoofdstuk 10 wordt de Handhaving van dierenwelzijn verwoord en hoofdstuk 11 gaat over de financiële vertaling van het dierenwelzijnsbeleid.

Om een ieder op de hoogte te brengen van dierenwelzijn in Velsen is in hoofdstuk 12 de communicatie beschreven.

In de bijlagen is wettekst te vinden en een aantal websites van organisaties, met betrekking tot dierenwelzijn.

3.Nu en in de Toekomst

3.1.Wat hebben we al gedaan of bereikt inde periode 2012-2016?

  • ·

    De gemeente voldoet aan de wens van de raad dat er een wethouder Dierenwelzijn is én een nota aanwezig is.

  • ·

    De wettelijke opvangplicht is uitbesteed aan gespecialiseerde organisaties in de gemeente en regio. De gemeente kan niet zelf de opvangplicht uitvoeren.

  • ·

    De afspraken met deze organisaties zijn in overeenkomsten vastgelegd en worden jaarlijks geëvalueerd.

  • ·

    De organisaties die dieren opvangen hebben een actief herplaatsingsbeleid. Er wordt alles aan gedaan om de dieren, na de wettelijke opvangtermijn, te herplaatsen. Dit komt ten goede van het welzijn van het dier.

  • ·

    Door goede afspraken met organisaties blijft Dierenwelzijn gewaarborgd in de gemeente Velsen.

  • ·

    De Landelijke Inspectie Dienst (LID) kan controleren of aan alle wet- en regelgeving wordt/is voldaan en kan handhaven.

  • ·

    Informatie over Dierenwelzijn op de gemeentelijke website (Bestuur en organisatie/Beleid/Dierenwelzijn), social Media, Huis- aan Huisbladen en in de gemeentegids. Het is een taak van de gemeente om haar burgers te blijven informeren over Dierenwelzijn.

  • ·

    Het dragen van de “poepzak” voor paarden is gewijzigd in de A.P.V. (17 oktober 2013). Er is een “paardenconvenant” met de desbetreffende bedrijven afgesloten.

  • ·

    De Kinderboerderij Velsen heef een positief Risico Inventarisatie (RI&E) behaald.

  • ·

    Het bijenconvenant is afgesloten in 2016.

  • ·

    Financiën voor Dierenwelzijn is als aparte post opgenomen in de begroting.

3.2.Wat willen we nog doen of bereiken van 2017 tot en met 2020?

  • ·

    Dierenwelzijn nadrukkelijker betrekken bij beleidsvelden van de gemeente.

  • ·

    Het bestaan en vooral de inhoud van de nota Dierenwelzijn kenbaar maken binnen de eigen organisatie en aan externen.

  • ·

    Pro-actief verstrekken van informatie aan de burgers, bijvoorbeeld wat er speelt op het gebied van dierenwelzijn en wat de afspraken hieromtrent zijn.

  • ·

    Bezien hoe de voeder- c.q. vogeloverlast (o.a. eenden, meeuwen en duiven) verminderd kan worden, mede in overleg met de woningcorporaties en dierenbescherming.

  • ·

    Educatie bevorderen in samenwerking met de partners.

  • ·

    Operatie Steenbreek (verwijderen van de verharding in tuinen en meer groen en bijen).

  • ·

    Met waterschappen nagaan op welke locaties vismigraties gewenst zijn.

    • 4.

      Dierenwelzijn in Velsen is mensenwelzijn

De inwoners van Velsen houden uiteenlopende gezelschapsdieren. Dieren verrijken het leven van veel mensen, geven afleiding, nodigen uit tot zorg en maken het makkelijker om contacten met anderen aan te gaan.

In Velsen wordt een relatief groot aantal paarden gehouden. In de natuur- en recreatiegebieden en in de (kinder)boerderij bevinden zich verder landbouwhuisdieren met een economische, educatieve, recreatieve en sociale waarde. De grootste groep dieren in onze gemeente wordt gevormd door in het wild levende dieren, vooral vogels, knaagdieren en vissen.

Tegenover al deze dieren hebben wij als mens verplichtingen. Wij hebben zelfs een extra zorgplicht omdat dieren binnen de gemeente Velsen in hoge mate afhankelijk zijn van ons. Veel besluiten en handelingen van de gemeente zijn van invloed op het welzijn van dieren. Dat geldt zowel voor huisdieren als voor in het wild levende dieren.

Het college gaat uit van de eigen waarde van dieren, een intrinsieke waarde die onafhankelijk is van hun nut, noodzaak of schade voor de mens. Dieren vormen een belangrijk deel van de samenleving. Het welzijn van dieren in Velsen is ook in de ogen van het college een kwestie van beschaving en geweten. Dit welzijn dient in harmonie met het welbevinden van de menselijke bewoners van Velsen geborgd te worden. Waar de grenzen zijn bereikt en sprake is van overlast moet dit op creatieve wijze en met respect voor beider belangen worden opgelost.

De visie op dierenwelzijn richt zich op vier kernpunten:

  • ·

    dierenwelzijn mee laten wegen in beslissingen van de gemeente;

  • ·

    bewustwording van dierenwelzijn onder de bevolking bevorderen;

  • ·

    samenwerking met en tussen de lokale instanties om dierenwelzijn te blijven bevorderen;

  • ·

    voorwaarden scheppen voor een gezond leefklimaat voor alle dieren.

De boodschap die de gemeente wil blijven uitdragen is dat het onze verantwoordelijkheid is om het welzijn van de dieren binnen onze gemeente serieus te nemen en de (wettelijke) taken goed uit te willen voeren.

Dierenwelzijn is en blijft facetbeleid. Bij het opstellen van gemeentelijke plannen is dierenwelzijn van wezenlijk belang. Als men een Omgevingsvergunning aanvraagt bij de gemeente dan wordt ook bekeken of natuurtoestemming noodzakelijk is en of het niet in strijd is met de dierenbelangen.

4.1.Diervriendelijke gemeente

Een diervriendelijke gemeente investeert óók in het welzijn van (wilde)dieren. Dit kan door bij het inrichten van de openbare ruimte er rekening mee te houden dat er plaats is voor dieren, of ze nu in het wild leven, of bij mensen in huis. Mensen leven gezamenlijk én samen met de dieren. In bijna de helft van alle gezinnen maakt een hond of kat onderdeel uit van het gezin.

5.Wettelijk kader dierenwelzijn en dierenbeleid

5.1.Algemeen

Ten aanzien van het dierenwelzijn geldt voor de gemeente het landelijk juridisch kader. Regelgeving en handhaving op dit terrein zijn in principe een zaak van het Rijk. Handhaving van de naleving van de Wet dieren gebeurt door inspecteurs van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I), dit in samenwerking met de afdeling van de Dierenbescherming Noordwest en de (lokale) politie.

De rol van de gemeente ligt meer in de voorwaarde scheppende sfeer. De gemeente kan ervoor zorgen dat burgers de weg vinden op het gebied van dierenwelzijn (informatievoorziening op de website) en dat ondersteunende organisaties goed kunnen blijven functioneren (bekostigen van lokale of regionale opvang, de dierenambulance en dierenwelzijnsorganisaties).

Naast de kaderstellende voorschriften zijn er nog een aantal overkoepelende wetten en regelgevingen van kracht die (indirect) ook bescherming bieden aan de dieren in onze gemeente. Dit betreft de Europese regelgeving: De voorschriften van de Vogelrichtlijn (VRL) bescherming en beheer van alle op het grondgebied van de Europese Unie (EU) in het wild levende broed -en trekvogels en hun leefomgeving) en de Habitatrichtlijn (HBL) (ten behoeve van het in stand houden van voor de EU van belang zijnde dieren – en plantensoorten en hun leefomgeving) zijn geïmplementeerd en verankerd in de Wet Natuurbescherming.

5.2.Wet Dieren

Op 1 januari 2013 is de Wet dieren in werking getreden. De Wet dieren is een kaderwet. Dit betekent dat de wet zelf een beperkt aantal regels stelt en daarnaast de mogelijkheid biedt om allerlei (deel-) onderwerpen (bijvoorbeeld regels ten aanzien van houden en doden van dieren) te regelen via Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB's) en ministeriële regelingen.

De volgende bestaande wetten gaan op in de Wet dieren en komen fasegewijs (deels) te vervallen:

  • ·

    Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (GWwD);

  • ·

    Diergeneesmiddelenwet;

  • ·

    Wet op de dierenbescherming (inclusief Waak- en Heemhondenbesluit);

  • ·

    Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990.

De Wet dieren gaat uit van de erkenning van de intrinsieke waarde (eigen waarde) van het dier. Dit is nu expliciet als uitgangspunt vastgelegd en het verplicht chippen van honden is nu geregeld.

5.3.Besluit houders van dieren

In het Besluit houders van dieren zijn algemene regels opgenomen voor het houden van dieren, het doden van dieren en evenementen met (wilde) dieren. Ook bevat dit besluit aanvullende regels met betrekking tot dierenmishandeling en specifieke regels voor het houden van bepaalde diersoorten. Vooral dit besluit bevat regels die nu nog gelden op grond van de GWwD.

5.4.Wet Natuurbescherming

Per 1 januari 2017 is de nieuwe Wet natuurbescherming inwerking getreden. Deze vervangt drie wetten, n.l.: Natuurbeschermingswet 1998, Boswet en Flora- en Faunawet.

Deze wet moet zorgen voor een breed draagvlak voor natuur in Nederland, met een goede bescherming van de biodiversiteit en tegelijkertijd ruimte om te ondernemen. De Rijksoverheid streeft in ieder geval naar minder regeldruk en is voornemens zo veel mogelijk te decentraliseren naar de provincies, in het kader van een kleinere rijksoverheid.

5.5.Natura-2000

Natura-2000 zijn bijzonder waardevolle en kwetsbare natuurgebieden, die extra bescherming nodig hebben. Wanneer deze gebieden zich binnen een gemeente bevinden, moet deze gemeente eerst bij de provincie een vergunning aanvragen als zij activiteiten, zoals bouw- of sloopwerkzaamheden, wil laten plaatsvinden in of om het gebied. Natura-2000 is een samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden en is een initiatief van de Europese Unie, met als doel de gevarieerde en rijke natuur in Europa te behouden. Binnen Natura-2000 vallen alle gebieden die zijn beschermd op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en ook zijn opgenomen in de Natuurbeschermingswet.

Voor het beheren van gebieden worden beheerplannen opgesteld met als doel de natuur te verbeteren. De gemeente heeft formeel geen bevoegdheden ten aanzien van beheerplannen, maar bij het opstellen van beheerplannen voor Natura-2000 gebieden moet de gemeente wel worden betrokken, omdat het grondgebied van de gemeente betreft. Vergunningen worden alleen door de provincie (gemandateerd naar de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord) afgegeven, als op basis van ecologisch onderzoek vast is komen te staan dat de activiteit geen aantasting van natuurlijke kenmerken van het gebied tot gevolg.

5.6.Gedragscode Flora en Faunawet

De gedragscode is de concretisering van de algemene zorgplicht voor de beschermde soorten genoemd in de AMvB van de Flora en Faunawet. De gedragscode beschrijft hoe in redelijkheid, activiteiten kunnen worden vermeden die schadelijk en nadelig kan zijn voor de genoemde dieren en planten. De genoemde gedragsregels zorgen ervoor dat er geen negatieve invloed van de werkzaamheden op het lokale voortbestaan van soorten uitgaat. De vrijstelling uitsluitend voor de uitvoering van de werkzaamheden in het kader van het bestendig beheer en onderhoud en/of ruimtelijke ordening. De gedragscode is van toepassing binnen de grenzen van Velsen op alle medewerkers van de gemeente Velsen die zelf of samen met anderen werkzaamheden uitvoeren of die daartoe opdracht geven aan derden. Deze derden verklaren bij hun werkzaamheden de “Gedragscode flora en fauna van de gemeente Velsen” te onderschrijven en te volgen. Voor de inwoners van Velsen wordt het helder dat de gemeente in het beheer en onderhoud rekening behoudt met de hier voorkomende beschermde soorten. De gedragscode staat vermeld op de website van Velsen.

De code is een tevens een praktisch instrument om te voorkomen dat voor elke beschermde soort een ontheffing aangevraagd.

5.7.Bouwplannen en bestemmingsplannen

De Wet Natuurbescherming is van toepassing bij bouw- en bestemmingsplannen. De gemeente is verantwoordelijk voor het toetsten op deze wet van ruimtelijke ingrepen en werkzaamheden in de openbare ruimte als onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing. De ingreep wordt beoordeeld op nadelige gevolgen van de flora en fauna. Een bouwplan kan stilgelegd worden als bijvoorbeeld een Noordse woelmuis aanwezig blijkt te zijn. De gemeente Velsen voert deze toetst uit bij bestemmingsplannen en (grote) bouwlocaties. Hierbij wordt een quick-scan uitgevoerd naar beschermde planten en diersoorten. Zonodig wordt advies gegeven over de aanpassing van de plannen.

5.8.Gemeentelijk aanvullende regelgeving

Het uitvoeren van bovengenoemde regelgeving en handhaving van deze regelgeving op het gebied van dierenwelzijn zijn primair een taak van het Rijk. Gemeenten zijn bevoegd om aanvullende regelgeving vast te stellen om hinder en overlast te voorkomen en bestrijden, de volksgezondheid te bewaken en de openbare orde te handhaven. Gemeenten zijn (vooralsnog) niet bevoegd om aanvullende regels op het gebied van dierenwelzijn op te stellen. Aanvullende regelgeving van de gemeente Velsen staat omschreven in de Algemene Plaatselijke Verordening (A.P.V.). De artikelen 2:45 tot en met 2:51, afdeling 4, 5.43, van de A.P.V. hebben betrekking op dieren. De bepalingen gaan in op aspecten als:

  • ·

    loslopende honden;

  • ·

    verontreiniging door honden;

  • ·

    overlast door honden;

  • ·

    gevaarlijke honden;

  • ·

    houden of voeren van hinderlijke en schadelijke dieren;

  • ·

    loslopend vee en pluimvee;

  • ·

    bescherming van flora en fauna;

  • ·

    verzamelen van visvoer;

  • ·

    berijden of gebruik rij- en trekdieren op het strand.

5.9.Taak voor gemeente vanuit het Burgerlijk Wetboek

Naast een morele verantwoordelijkheid voor dieren hebben gemeenten een

juridische verantwoordelijkheid. Het Burgerlijk Wetboek, boek 5 art.8 lid 3 zegt: dat, indien een gevonden dier aan de gemeente in bewaring is gegeven, de burgemeester na verloop van twee weken, nadat het dier door de gemeente in bewaring is genomen, bevoegd is het dier zo mogelijk tegen betaling van een koopprijs, en anders om niet, aan een derde in eigendom over te dragen etc. Een aan de gemeente aangeboden gevonden dier dient derhalve, indien de eigenaar het dier niet ophaalt, minimaal twee weken door de gemeente te worden bewaard/verzorgd. Deze wettelijke verplichting heeft in verleden geleid tot het beleid om verschillende dierenwelzijnsorganisaties, die de ‘bewaaractiviteit’ van de gemeente verzorgden, via subsidiëring te ondersteunen. De dekking hiervoor is in de loop van de jaren niet meer reëel te noemen. De wettelijke taken voor de gemeenten worden door deze organisaties overgenomen en zijn onder andere: het ophalen van, al dan niet gewonde, gevonden dieren; het ophalen van kadavers van huisdieren en wild die door het verkeer of anderszins zijn omgekomen; het opvangen en verzorgen van dieren waarvan de eigenaar niet direct is te achterhalen. Vanuit de dierenwelzijnsorganisaties wordt ervoor gepleit om, ter zake van de financiering van de organisaties, van subsidiëring over te gaan naar een financiering op basis van geleverde prestaties. De gemeente Velsen is in 2012 overgegaan tot het sluiten van dienstverleningsovereenkomsten met de dierenorganisaties.

5.10.Taak voor gemeente vanuit het Algemene Wet Bestuursrecht

Bij huisuitzettingen, detenties of vanwege gezondheidsrisico’s kunnen politie en GGD huisdieren gedwongen op laten nemen. Deze gedwongen opvang valt conform de Algemene Wet Bestuursrecht (artikelen 5:29 en 5:30) ook onder de wettelijke taak van de gemeente. Hier geldt een maximale opvangtermijn van 13 weken.

5.11.Landschapsbeleidsplan Velsen

In de Startnotitie Landschapsbeleidsplan Velsen zijn de kaders en doelstellingen voor het plan vastgelegd. Wat betreft de kaderstelling is met name de Structuurvisie Velsen 2025 van belang. Ontwikkelingen die vanuit het Landschapsbeleidsplan worden voorgesteld, mogen niet strijdig zijn met de doelstellingen van de Structuurvisie en mogen de realisatie daarvan niet frustreren. Er is een inventarisatie van de bestaande situatie van het landschap, aan de hand van de thema’s water, ecologie en ruimtelijke structuur. In het plan staat o.a. beschreven het realiseren van landschappelijke en ecologische verbindingszones tussen het duingebied Zuid-Kennemerland en recreatiegebied Spaarnwoude, verbeteren beeldkwaliteit paardenhouderijen en het versterken ecologische samenhang tussen de duingebieden ten noorden en ten zuiden van het Noordzeekanaal.

6.Belangrijke partners voor uitvoering beleid

Eén van de uitgangspunten van deze nota is de samenwerking tussen (lokale) instanties om zo zorg te dragen voor vergroten van dierenwelzijn in Velsen. De inzet van kennis en ervaring van instanties is onontbeerlijk. Hieronder wordt weergegeven met welke partijen ad hoc en/of regulier contactmomenten worden onderhouden. Het kan hierbij gaan om een adviesvraag over dieren en/of dierenwelzijn, hulp bij beantwoorden van allerhande vragen of het gezamenlijk optrekken om te pogen op landelijk niveau bepaalde doelen te bereiken.

De partners zijn:

  • ·

    Dierenambulance Kennemerland

  • ·

    Dierenambulance Velsen

  • ·

    Dierenbescherming, Regio Noordwest

    • o

      Kerbert Dierentehuis

    • o

      Knaagdierencentrum

  • ·

    Stichting Reddings Team Zeedieren-Velsen (RTZ)

  • ·

    Stichting Vogelrampenfonds (Vogelhospitaal Haarlem)

  • ·

    Stichting Vogelopvangcentrum Zaanstreek (VOCZ)

6.1.Dierenambulances

In Velsen zijn twee dierenambulanceorganisaties actief. Beide stichtingen vervullen al jaren op zeer professionele wijze een zeer nuttige functie.

6.1.1. Dierenambulance Kennemerland (DAK)

DAK is opgericht in 1973 en is gevestigd te Heemskerk. Zij verzorgen de dieren uit het gemeentedeel Velsen-Noord. DAK beschikt thans over een eigen pand, een apart gedeelte voor kantoor- en lesruimte, drie ambulances en een transportwagen met paardentrailer. Momenteel zijn er rond de 100 vrijwilligers (bestuur, rijders, centralisten, dierverzorgers en administratie). Om alles in goede banen te leiden is er een manager die 40 uur per week in dienst is. Door hoogwaardige dierennoodhulp en –welzijn te verrichten in een optimale werkomgeving, kan men met plezier werken.

In maart 2014 is een Certificaat van de Stichting Dierkeur afgegeven aan DAK. Het Dierkeur ontwikkelt en beheert keurmerken voor organisaties en bedrijven die zich op deskundige zorg voor (gezelschaps)dieren richten. Daarbij vragen vooral dieren in nood om extra aandacht. Voor deze dieren is verantwoord vervoer, zorg en onderdak van groot belang. Dierkeur beoordeelt organisaties die diensten ten behoeve van deze dieren aanbieden. Via een keurmerk wordt zichtbaar dat in deze organisaties kwaliteit en dierenwelzijn voorop staan.

6.1.2.Dierenambulance Velsen (DAV)

DAV is opgericht 1980 en is gevestigd te IJmuiden en heeft de gemeentedelen: IJmuiden Driehuis, Santpoort-Zuid en Noord, Velsen-Zuid en Velserbroek onder hun beheer.

Bij DAV zijn ca. 45 vrijwilligers (inclusief bestuur) aanwezig om de werkzaamheden bij de Dierenambulance te waarborgen. Ze zijn in het bezit van 3 ambulances en zijn 24/7 bereikbaar.

De belangrijkste taken/functies zijn van beide dierenambulances zijn:

  • ·

    het vervoeren van gewonde dieren naar de dierenarts;

  • ·

    het ophalen en onderbrengen van zwerfdieren naar het Kerbert Dierentehuis, het Knaagdierencentrum en het Vogelopvangcentrum Haarlem en Zaanstad;

  • ·

    het vervoer van overleden dieren naar een crematorium of begraafplaats en

  • ·

    het ruimen van kadavers van de openbare weg.

De dierenambulanceorganisaties beschikken over goed opgeleide vrijwilligers, die bovenstaande taken op professionele wijze uitvoeren. Iedere vrijwilliger draagt zijn of haar steentje bij in het uitvoeren van de verschillende werkzaamheden. Iedereen die betrokken is bij de stichting doet dit werk geheel op vrijwillige basis en daar staat dan ook geen enkele vergoeding tegenover (er is wel een mogelijkheid voor onkostenvergoeding, maar onder bepaalde voorwaarden). De vrijwilligers doen dit werk echt vanuit hun liefde voor dieren.

Beide dierenambulances zijn lid van de Federatie Dierenambulances Nederland

(FDN). De FDN is een branchevereniging van dierenambulances en bevordert de professionalisering van dierenambulances in Nederland.

De dierenambulances zijn zelfstandige stichtingen die los staan van de Dierenbescherming, maar door de nauwe samenwerking wel ketenpartners zijn van elkaar.

Vergoeding

Met beide stichtingen is sinds 2012 een overeenkomst aangegaan. Voor elk gereden rit ontvangt men een kostendekkende vergoeding. Per kwartaal wordt de factuur ingediend (met onderbouwing van de uitgevoerde ritten). De overeenkomst en de tarieven worden elk jaar besproken met de besturen. In geval de eigenaar van het dier bekend is worden de kosten voor de rit aan hem/haar doorberekend.

6.2.Dierenbescherming, Regio Noordwest

De Dierenbescherming is een landelijke organisatie. De gemeente Velsen valt onder het werkgebied Dierenbescherming Regio Noordwest. De activiteiten richten zich op de vier kerntaken van de landelijke Dierenbescherming.

Kerntaak 1. Dierennoodhulp:

De Dierenbescherming komt op voor dieren in nood. Men vangt zwerf-, afstands- en gedumpte dieren op in haar asielen.

Kerntaak 2. Inspectie:

Alle meldingen aangaande dierenmishandeling of verwaarlozing worden doorgeschakeld naar het landelijke nummer 144. De LID en NVWA spelen hier ook een rol (ook verwoord onder kopje verwaarlozing en/of mishandeling van dieren).

Kerntaak 3: Maatschappelijke beïnvloeding:

De Dierenbescherming steekt veel energie in voorlichting over correcte omgang met dieren. Denk aan voorlichting over verantwoord huisdierenbezit, diervriendelijk consumeren en over de jacht.

Kerntaak 4: Politieke beïnvloeding:

Met intensieve politieke lobby probeert de Dierenbescherming diervriendelijke wet- en regelgeving te bevorderen. Daarnaast fungeert zij als vraagbaak voor gemeenten voor allerhande kwesties met betrekking tot het welzijn van dieren.

De regio Noordwest is bezig om zoveel mogelijk gemeenten te stimuleren een degelijk dierenwelzijnsbeleid op te zetten.

In beheer bij Dierenbescherming Noordwest:

De opvang en verzorgende taak van honden, katten, knaagdieren en konijnen is door de gemeente Velsen overgedragen aan de Dierenbescherming, afdeling Noordwest. Met de dierenbescherming zijn overeenkomsten afgesloten voor geleverde diensten aan het Kerbert Dierentehuis en Knaagdierencentrum. In 2015 is overeengekomen dat een vergoeding per inwoner wordt betaald en het betreft hier dan ook een kostendekkende vergoeding.

6.2.1.Kerbert Dierentehuis (asiel voor honden en katten)

Het Kerbert Dierentehuis te IJmuiden heeft als doelstelling te zorgen voor opvang, verzorging en herplaatsing van zwerf- en afstandsdieren. Het Kerbert Dierentehuis heeft ook faciliteiten voor pensionopvang van honden en katten. Het asiel heeft een regionale functie: het verzorgt de opvang van zwerfdieren uit de gemeenten Velsen, Heemskerk, Beverwijk en Uitgeest. Per 18 januari 2017 heeft het Kerbert Dierentehuis het keurmerk Opvang (http://www.keurmerkopvang.com/) ontvangen. Dit keurmerk is ontvangen omdat het asiel een vastgestelde werkwijze heeft, ter zake van het beleid van opname, verzorging en plaatsing van dieren. Een en ander moet minimaal overeenkomen met de wettelijke eisen (Wet dieren 2015).

6.2.2.Stichting Knaagdierencentrum (asiel voor konijnen en knaagdieren)

Het Knaagdierencentrum (momenteel gehuisvest) te IJmuiden vangt konijnen en knaagdieren die zwervend of achtergelaten worden op straat of in een park worden aangetroffen. Deze zwerfdieren vallen ook onder de wettelijke plicht van de gemeente om te zorgen voor passende opvang. Het asiel heeft een regionale functie: het verzorgt de opvang van zwerfdieren uit de gemeenten Velsen, Heemskerk, Beverwijk en Uitgeest.

Per 18 januari 2017 heeft het Knaagdierencentrum het keurmerk Opvang (http://www.keurmerkopvang.com/) ontvangen. Dit keurmerk is ontvangen omdat het asiel een vastgestelde werkwijze heeft, ter zake van het beleid van opname, verzorging en plaatsing van dieren. Een en ander moet minimaal overeenkomen met de wettelijke eisen (Wet dieren 2015).

De komst van het internet draagt er toe bij dat er sneller sprake is van herplaatsing. In huis-aan-huis bladen wordt met enige regelmaat aandacht gevraagd voor herplaatsbare (huis)dieren. Het chippen van huisdieren, volgens de Europese Richtlijnen, zal verplicht worden. Voor honden geldt deze verplichting per 1 april 2013.

6.3 Stichting Reddings Team Zeedieren-Velsen (RTZ)

Per 1 januari 2017 is er een naamswijziging doorgevoerd voor het team Eerste Hulp bij Zeehonden. Het is nu een stichting geworden met de naam: Reddings Team Zeedieren- Velsen. De stichting is een ketenpartner van de dierenambulances te Velsen en is 24 uur per dag bereikbaar voor hulp aan alle zee(zoog)dieren die aan de kust van Zandvoort tot Bergen aan Zee aanspoelen. De stichting werkt in Velsen alleen op het grondgebied van de gemeente voor de verzorging van de zeezoogdieren. De stichting bestaat volledig uit vrijwilligers, die zich 24/7 inzetten voor de verzorging van de zee(zoog)dieren. Met de RTZ-Velsen is tevens een overeenkomst gesloten en men ontvangt een vergoeding per gereden kilometer. Elk kwartaal wordt de rekening ingediend. Bij een melding van een gestrand zeezoogdier gaat men naar de opgegeven locatie en wordt er eventueel eerste hulp en medicatie gegeven. Zonodig wordt het zeezoogdier naar de opvang, de Zeehondencrèche Pieterburen of Stellendam gebracht. Daar wordt het zeezoogdier verder behandeld en eventueel uitgezet in de Waddenzee. Kadavers worden voor onderzoek naar Utrecht vervoerd.

6.4.Stichting Vogelrampenfonds Haarlem (Vogelhospitaal Haarlem)

Het Vogelrampenfonds is opgericht in 1956 om vogels tijdens strenge winters te helpen. In 1973 is het Vogelhospitaal in gebruik genomen op de Stadskweektuin te Haarlem. Sinds 2015 is de nieuwe locatie aan de Vergierdeweg te Haarlem-Noord.

Deze locatie is groter en moderner en beter bereikbaar voor de gehele regio Kennemerland-Zuid. Naast de verzorging van de vogels, kan er nu ook op educatief vlak meer aandacht worden besteed, zodat de bewustwording over en daarmee het behoud van onze flora en fauna beter onder de aandacht gebracht wordt.

De vogels vanuit gemeentedelen: IJmuiden Driehuis, Santpoort-Zuid en Noord, Velsen-Zuid en Velserbroek worden hier verzorgd.

In 2016 is er een overeenkomst afgesloten voor een vergoeding per opgevangen dier. In beginsel voor 800 vogels. Ook hier is een kostendekkende vergoeding noodzakelijk.

6.5.Stichting Vogelopvangcentrum Zaanstreek e.o. (VOCZ)

De Stichting Vogel Opvangcentrum Zaanstreek is de enige opvang in het waterrijke Zaanse land en houdt zich sedert 1980 bezig met de opvang, het verzorgen en laten revalideren van zieke, uitgeputte of gewonde vogels, egels en sinds 2015 ook wilde konijnen en hazen. Jaarlijks worden er 4000 dieren opgevangen, gerevalideerd en weer uitgezet. De dieren die het niet redden worden ingeslapen. In 2015 is het oorspronkelijke werkgebied verdubbeld op verzoek van de gemeenten Alkmaar, Heerhugowaard, Heiloo en Bergen. Het aantal dieren dat in de opvang terecht kwam is daardoor ook verdubbeld.

Het werkgebied van de stichting beslaat nu de gemeenten Zaanstad, Wormerland, Oostzaan, Beverwijk, Castricum, Heemskerk, Limmen, Uitgeest, Velsen-Noord en Wijk aan Zee. De zieke/gewonde of verweesde dieren uit het gemeentedeel Velsen-Noord worden in het VOCZ opgevangen, verzorgd en uitgezet in de natuur.

VOCZ is in 2012 begonnen met een nieuw beleid, waarin de beleidsregels verwerkt zijn van het Ministerie Economische Zaken. Het ministerie heeft onderstaande ontheffingen verleend voor het opvangen aan de VOCZ:

  • ·

    sinds juli 2012: vogels

  • ·

    sinds juli 2013: egels

  • ·

    sinds juni 2015: hazen

Het VOCZ is sinds 2016 ook in het bezit van een CBF erkenning tot ‘goed doel’.

Met VOCZ is in 2015 een dienstverleningsovereenkomst afgesloten voor verzorging van 100 vogels, waarin een kostendekkende vergoeding is vastgelegd.

Oorzaak waar dieren slachtoffer van worden

Voor beide opvangcentra geldt dat de dieren vaak het slachtoffer zijn van bijvoorbeeld sportvissers die hun afval, zoals vishaken met snoer en al, achterlaten, het weer, de vervuiling of door mensen aangebrachte belemmeringen zoals prikkeldraad, afrasteringen, het verkeer of ramen van woningen.

Jaarlijks overleg

Met alle dierenorganisaties vindt er jaarlijks overleg plaats. De samenwerking en de punten in de overeenkomst worden dan besproken.

7.Overige dieren die een rol spelen in de gemeente Velsen

7.1.Bijen

Er is een belangrijke relatie tussen groenbeheer van de gemeente Velsen en het Landschapsbeleid. In deze visie wordt beschreven hoe de samenhang is tussen beide kaders. Een voorbeeld van diervriendelijk groenbeheer is het ecologisch beheren van bloemrijke bermen. Bijen en andere insecten hebben een belangrijke functie voor bestuiving van planten zodat deze vruchten krijgen. Daarmee hebben ze ook een economisch belang. De gemeente bevordert al een aantal jaren actief het bijenstand door meer gevarieerde bloeiende beplantingen (b.v. het planten van voorjaarsbolletjes, vaste planen en bloeiende heesters en of bomen) aan te brengen en bermen ecologisch te beheren. Het bestrijden van onkruid gebeurt niet meer met chemische bestrijdingsmiddelen. De gemeente geeft hiermee invulling /uitvoering aan een advies over de verbetering van de leefomstandigheden van bijen. In samenwerking met het Pieter Vermeulen Museum is er een denktank gestart om te zien hoe ook bedrijven en bewoners gestimuleerd kunnen worden bijvriendelijk te handelen.

De gemeente Velsen doet mee aan het landelijke Bijenlint, een keten van initiatieven om bijen betere bestaanskansen te geven. Bijen zijn belangrijk voor onze voedselvoorziening. Helaas gaat het niet goed met de bij. Met de ondertekening in oktober 2016 van het ‘Convenant Bijvriendelijk handelen’, dat is opgesteld door de Bijenstichting, draagt Velsen actief bij aan een gezonde leefomgeving van bijen (zowel wilde bijen als honingbijen). Door bij de aanleg van groene daken te kiezen voor bloeiende soorten dragen groene daken bij aan het bijenlint. Het vergroenen van tuinen is hiervan een voorbeeld: Operatie Steenbreek (is het verwijderen van de verharding in tuinen en daarvoor in de plaats meer groen aan te brengen).

Groene daken

In het Milieubeleidsplan is opgenomen dat Velsen de aanleg van groene daken gaat stimuleren. Naast milieuvoordelen zoals tegengaan van wateroverlast door hevige neerslag, zorgen voor verkoeling in huis en het vergroten van de levensduur van een dak vormt de aanleg van groen daken ook een mogelijkheid om de stedelijke omgeving te vergroenen. Groene daken bevorderen daarmee ook bijen en vlinders.

Imkervereniging

In de gemeente Velsen is een Imkervereniging actief. NBV-afdeling Velsen is dan ook een actieve vereniging. Deze vereniging geeft op scholen en organisaties uitleg over het houden van bijen, nut van bijen en wat imkers allemaal doen in een bijenvolk. Men is ook aanwezig op (informatie-) markten in Velsen.

In het park Velserbeek heeft een imker al vele jaren een aantal bijenkasten staan: de bijen zijn gek op de nectar uit de vele lindebomen die in het park staan.

7.2.Damherten

Damherten in onze regio vormen een groot probleem. In de Amsterdamse Waterleidingduinen en het Nationaal Park Zuid-Kennemerland leven er sinds een aantal jaren teveel herten. Er is overleg gevoerd met de provincie Noord-Holland, de gemeenten Amsterdam, Zandvoort en Bloemendaal om te bezien hoe hier mee om te gaan. In februari 2016 heeft de provincie Noord-Holland een ontheffing voor de jacht afgegeven. Het Faunabeheerplan is voldoende onderbouwd om aan te geven dat de flora en fauna en de verkeersveiligheid te lijden hebben als gevolg van de groeiende populatie damherten. In de zomermaanden mag er niet op de herten worden geschoten, omdat de hindes dan zwanger zijn. Ook mogen jagers niet schieten in gebieden waar veel recreanten rondlopen. Het is de bedoeling dat over ca. 5 jaar nog maar zo’n 1.000 herten rondlopen in de natuurgebieden. Op deze wijze worden zo alle belangen evenwichtig gediend (uitspraak rechtbank 30 augustus 2016 HAA16/558). Op 18 januari 2017 heeft de Raad van State de uitspraak gedaan (ECLI:N:RVS:2017:110)dat damherten die in het natuurgebied ten westen van Haarlem rondlopen mogen worden afgeschoten.

7.3.Honden

Er zijn weinig dieren beter voor de mens dan een hond. Toch is niet iedereen even dol op honden, vandaar dat er gedragsregels zijn opgesteld om het voor ons allen leuk te houden. Daarmee streeft de gemeente Velsen naar zo min mogelijk overlast. Met geven en nemen streven we altijd naar hogere leefbaarheid in de gemeente Velsen. In de gemeente zijn ongeveer 4.433 geregistreerde honden aanwezig (peil datum december 2016). Om overlast te beperken zijn de onderstaande regels vastgelegd:

  • ·

    Hondenpoep moet worden opgeruimd;

  • ·

    Een hond moet aangelijnd zijn;

  • ·

    Het aanlijngebod geldt niet op losloopplekken;

  • ·

    Kinderspeelplaatsen zijn voor honden verboden terrein;

  • ·

    Wie zijn hond uitlaat is verplicht een opruimmiddel bij zich te dragen (en te gebruiken). De opruimzakjes zijn te verkrijgen in dierspeciaalzaken en worden ook gratis door de gemeente aangeboden in de automaten die op diverse plaatsen geplaatst zijn. Op de routes naar de hondenuitlaatplaatsen toe zijn speciale afvalbakken geplaatst om deze zakjes in te deponeren.

Uitlaat plaatsen

Op de uitlaatplaatsen (veldjes en groenstroken tussen de bebouwing) geldt geen opruimplicht. Hierdoor krijgen kleine uitlaatplaatsen soms meer het karakter van hondentoilet, met alle overlast van dien. De afdeling Wijkbeheer reinigt regelmatig daarom overbelaste losloopplaatsen door middel van de hondenpoepzuiger.

Handhaving van de hondenpoepregels is en blijft altijd een speerpunt van het team handhaving openbare ruimte (THOR) en krijgt dus (extra) aandacht. Niet alleen door feitelijke handhaving maar ook door waarschuwingscampagnes.

De uitlaatplekken zijn herkenbaar aan de groene borden uitlaatplek (of paaltjes met een groen schild).

Kinderspeelplaatsen zijn verboden voor honden, die plekken zijn herkenbaar aan het rode bord “speelplaats”

Honden op het strand

Om een goed evenwicht te vinden tussen alle gebruikers van het strand en de honden op het strand, zijn er op het strand een aantal regels. Op het strand in Velsen-Noord mag zomers de hond op het strand, maar moet wel zijn aangelijnd en poep ook op te ruimen. Er is een deel (zone 2) waar de hond in de zomer wel los mag lopen. Op het strand van IJmuiden (tussen de Zuidpier en IJmuiderslag) mogen van 1 april tot 1 oktober geen honden komen op het strand. Op het Kleine Strand in IJmuiden (tussen de Noord- en de Zuidpier) mogen in de zomer geen honden komen. Voor de eigenaren/huurders van huisjes op de stranden wordt een uitzondering gemaakt, zolang de hond aangelijnd in de directe nabijheid van het huisje blijft. Het gebied ten zuiden van het IJmuiderslag (tot aan de grens met Bloemendaal) mag het hele jaar met honden worden gelopen en mogen de honden ook loslopen. In de winter (van 1 oktober tot 1 april) is het op alle stranden in Velsen toegestaan om vrij met honden te lopen.

7.4.(Zwerf)Katten

Jaarlijks komen er in Nederland ca. 50.000 zwerf- en afstandskatten in het asiel terecht, twee maal zoveel als honden. Zo’n 38.000 katten zijn zwerfkatten zonder eigenaar. Hoeveel zwerfkatten Velsen e.o. precies telt is moeilijk aan te geven, er worden geen tellingen bijgehouden of stelselmatig vangacties georganiseerd. Pas bij overlast en klachten wordt ingegrepen maar dan is de situatie voor veel zwerfdieren al zeer betreurenswaardig.

In het havengebied maar ook daarbuiten bevinden zich veel zwerfkatten. Elders komt het ook wel voor dat overlast van huiskatten wordt ervaren. Sproeien, poepen en krabben zijn voor katten manieren om te communiceren, het betreft dus normaal (territoriaal) gedrag. Het is aan de eigenaar om te zorgen dat dit gedrag geen overlast aan derden bezorgt. Dit zal veelal goed mogelijk zijn, tenzij een eigenaar een (te) groot aantal katten houdt in een woning die hier niet geschikt voor is.

Naast voorlichting is vooral blijvende preventie nodig. Dit kan alleen door zwerfkatten te vangen, te neutraliseren en weer terug te zetten. Eénmaal terug in de groep is een geneutraliseerde kat veel rustiger. De paringsdrang, inclusief het krijsen, vechten en sproeien, is sterk verminderd. Omwonenden zullen dus veel minder last hebben. Ook groeit de populatie niet meer, omdat de dieren onvruchtbaar zijn gemaakt en nieuwe katten niet meer worden geaccepteerd. De ervaring leert dat de groep steeds kleiner wordt en op den duur uitsterft. Al sinds 1980 passen organisaties in binnen- en buitenland deze methode met succes toe.

De Stichting Zwerfkatten Havengebied IJmuiden is een particuliere organisatie. Deze stichting vangt al jaren de zwerfkatten vanuit het havengebied op. Ze worden door de stichting verzorgd en worden geneutraliseerd om zo de populatie terug te dringen.

De aanpak van problemen met zwerfkatten moet zich vooral richten op het tegengaan van nieuwe instroom.

7.5.Paarden

Paarden staan hoog aangeschreven in onze maatschappij. Men spreekt van ‘edele dieren' en beschouwt ze als trouwe, respectabele metgezellen. Althans, dat dachten we lange tijd. Maar de praktijk is pijnlijk anders, reden waarom de Dierenbescherming in 2009 campagne voerde voor beter welzijn van paarden.

In Nederland worden ongeveer 400.000 paarden gehouden. Velsen is een gemeente met een relatief hoge “paarddichtheid”. Het algemene beeld is dat van de dieren die als hobby worden gehouden, minstens de helft onvoldoende beweging krijgt. Paarden en pony’s zijn groepsdieren die van nature het grootste deel van de dag ‘wandelend’ op zoek zijn naar voedsel. Gedurende 23 uur per dag in een gesloten box verblijven is dus niet de bedoeling. Daar komt nog eens bij dat veel hobbypaarden geen of onvoldoende contact hebben met soortgenoten. Volgens de Dierenbescherming is het niet in de buurt hebben van een soortgenoot voor een paard een kwelling.

In 2008 kreeg de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming 2.210 meldingen van verwaarlozing binnen, ongeveer de helft bleek terecht. De Dierenbescherming denkt dat paardenleed in veel gevallen niet ontstaat door bewuste verwaarlozing, maar veelal door gebrek aan kennis bij de eigenaar over de verzorging.

Paardenconvenant in Velsen

In 2010 is er een convenant afgesloten met ondernemers in Velsen die een manege, stal of paarden houden. Er zijn een 6-tal punten beschreven waar men zich aan dient te houden (o.a. ruiters op de paden, opruimen van mest van het dier).

Weidegang en schuilgelegenheden

Weidegang is goed voor een paard. Grazen is tenslotte hun natuurlijke manier van voedselopname. Door het grazen beweegt hij en dat heeft een positieve invloed op zijn spijsvertering. Paarden die dag en nacht in de weide lopen, eten ongeveer 16 uur per dag en slapen slechts een uur of acht. Bij de weidegang is het, net als in de stal, van belang dat er contact is met andere paarden. Sociaal contact levert namelijk een bijdrage aan het welzijn van het paard. Weidegang kan stress en stalondeugden voorkomen.

In het Nederlandse klimaat is niet iedereen in de gelegenheid dieren bij slecht weer naar de stal te halen. Een schuilgelegenheid is daarbij noodzakelijk. Schuilgelegenheid kan worden geboden door een gebouwde voorziening of door natuurlijke beschutting. Het Landschapsbeleid gaat uit van natuurlijke beschutting, bijvoorbeeld door beplantingssingels. Eventuele gebouwde voorzieningen zullen bij de hoofdbebouwing gerealiseerd moeten worden. Deze bebouwmogelijkheden worden in het bestemmingsplan geregeld met een bouwvlak. Hierdoor wordt verrommeling van het landschap door diverse objecten (van partytenten tot voertuigen) tegengegaan en wordt het landschap aantrekkelijker gemaakt doordat meer dieren buiten kunnen lopen. In specifieke gevallen zijn burgemeester en wethouders bevoegd af te wijken van de omgevingsvergunning onder bepaalde voorwaarden.

7.6.Visserij

7.6.1 Sportvissen

Sportvissen is voor bijna twee miljoen mensen in Nederland een belangrijke manier om recreatief te ontspannen en van de natuur te genieten. De georganiseerde sportvisserij zet zich actief in om sportvissers op een verantwoorde manier te laten vissen. Hiervoor zijn gedragscodes ontwikkeld door het Ministerie van EL&I. Sportvisserij Nederland en Sportvissers MidWest Nederland (kantoor Uitgeest) zijn professionele organisaties die oog hebben voor de sportvisserij. Bij de Sportvisserij zijn er BOA’s in dienst om te controleren op zwartvisserij en visstroperij, maar ook op alle bepalingen en voorwaarden vastgelegd in de lijst van viswateren.

Er kunnen tegenstrijdige belangen een rol spelen wanneer het aankomt op dierenwelzijn. De sportvisserij (bedrijfsmatig, als sport en recreatie) is daar een voorbeeld van. Dierenwelzijnsorganisaties stellen dat sportvissen in strijd is met dierenwelzijn. Daar tegenover staat het belang van het verenigingsleven en het grote maatschappelijke belang. De zorgvuldige manier waarop gevist wordt en na de vangst met de dieren wordt omgegaan, is bepalend voor de mate waarin het welzijn van de vissen wordt aangetast.

Hoewel de gemeente geen aanvullende eisen zal opstellen, zal zij wel de

betrokken actoren vragen om op een verantwoordelijke manier met voorlichting, educatie en visserij om te gaan, zodat er zo diervriendelijk mogelijk omgegaan wordt met vissen.

7.6.2. HengelsportverenigingVelsen (HSV)

In de gemeente Velsen is de Hengelsport Vereniging Velsen actief. De HSV stelt diervriendelijke behandeling voorop. De vereniging heeft ca. 1.000 leden. Om te kunnen vissen moet met in het bezit zijn van een Vispas, zijnde het bewijs van lidmaatschap van een hengelsportvereniging, in combinatie met een lijst van viswateren of VISplan-app. waarin staat waar gevist kan worden. In Velsen wordt de Vispas door de HSV uitgegeven.

In 2012 is ook met de Hengelsportvereniging Velsen een overeenkomst gesloten. De overeenkomst is geldig voor 6 jaar. De vereniging betaald een geringe bijdrage aan de gemeente. De gemeente heeft aan de HSV onderstaande wateren verhuurd:

  • ·

    de wateren in het Wijkeroogpark en Wijkeroogplantsoen in Velsen-Noord;

  • ·

    de siervijvers langs de Santpoortse Dreef in Santpoort-Noord;

  • ·

    de siervijvers langs de Valckenhoeflaan in Santpoort-Noord;

  • ·

    de Jan Gijzenvaart in Santpoort-Zuid;

  • ·

    de wateren in het park Schoonenberg in Velsen-Zuid;

  • ·

    de wateren in Velserbroek.

De tunnelputten Noord en Zuid zijn in eigendom van Rijkswaterstaat. Voor de vereniging en haar leden gelden dezelfde regels als eerder omschreven wateren in gebruik van gemeente Velsen.

De leden van de vereniging controleren de bovenaangegeven wateren en bij calamiteiten kunnen zij inzetbaar zijn, zoals b.v. bij vissterfte door een riooloverstort of een lozing. De vereniging biedt tevens ondersteuning bij calamiteiten of werkzaamheden waarbij de visstand betrokken is. Denk bijvoorbeeld aan het adviseren over baggerwerkzaamheden om de watergangen optimaal te houden. Verder zet de vereniging zich in om de visstand op peil te houden en laat zich daarbij ondersteunen door professionals van Sportvisserij MidWest Nederland en Sportvisserij Nederland. Het kan dan bijvoorbeeld gaan over het uitzetten van diverse vissoorten die de sportvisser graag ziet.

Er zijn jaarlijks jeugdcursussen gericht op respect voor vissen en natuur en worden jeugdviswedstrijden gehouden onder begeleiding en hulp van ervaren vissers. De HSV heeft een website www.hsvvelsen.nl. Op de site wordt uitgebreid aandacht besteed aan de hengelsport (o.a. reportage viscursus voor de jeugd in het jeugdcentrum De Koe te Velserbroek).

Periodiek overleg is er met de gemeente en de Sportvisserij MidWest Federatie Nederland om de laatste lokale en landelijke richtlijnen met elkaar door te nemen.

7.6.3. Vismigratie

Zowel voor de goede ecologische toestand van het water als voor vissen is het van belang dat vissen zich vrij van het ene naar het andere gebied kunnen bewegen als het levensstadium of de omstandigheden daarom vragen. Dat geldt niet alleen voor trekvissen als stekelbaars of paling, maar ook voor vrijwel alle vissoorten die in de Hollandse polders voorkomen.

Vismigratie voorkomt dat door inteelt sprake is van verslechtering van de visstand, wat kan leiden tot vissterfte of overbevolking. Velsen heeft met de vishevel in Velsen-Noord een eerste grote stap gezet om vismigratie te bevorderen van soorten die in het Noordzeekanaal voorkomen. In een vijver langs de Wijkeroogstraat is een oppervlaktewatergemaal voorzien van de stroboscooplamp om vissen weg te jagen bij het gemaal. De schoepen van een gemaalpomp kunnen immers letsel of zelf sterfte veroorzaken bij vissen. Met deze techniek is nog weinig ervaring, zodat de opgedane ervaring gedeeld zal worden, zodat andere waterbeheerders daar hun voordeel mee kunnen doen.

8.Bescherming van dieren

8.1.Bescherming in het wild levende dieren

Vooral daar waar het buitengebied de stedelijke omgeving raakt (overgangen tussen verschillende biotopen), leven dieren en groeien planten. In het wild levende dieren geven kleur aan de gemeente, Voorbeelden in Velsen zijn bv. egels, vlinders, amfibieën en vogels. Zij leven en planten zich voort in de vrije natuur. De bescherming van inheemse en uitheemse planten- en diersoorten is geregeld in de Wet Natuurbescherming (voorheen Flora- en Faunawet). Voor de gemeente zijn er een aantal praktische maatregelen te nemen die het welzijn van de dieren en planten ten goede komen. Belangrijk is dat er bij het opstellen/maken van (ecologische of bouwkundige) plannen die ingrijpen in de natuur en het landschap rekening wordt gehouden met het dierenwelzijn. Bijvoorbeeld bij het droogleggen, baggeren of het verleggen van watergangen moet in de geschikte maand gebeuren, het kappen van bomen mag niet tijdens de broedtijd, zorgen voor mooi bloeiende natuurvriendelijke oevers en bermen en het achterwege laten van chemische onkruidbestrijding.

8.2.Botulisme

In warme zomers komt botulisme voor. Dit is een vergiftiging die onder andere bij watervogels voorkomt. Het wordt veroorzaakt door opname van voedsel en water waarin de bacterie Clostridium botulinum aanwezig is. Deze bacterie komt in zuurstofloos water voor en veroorzaakt bij watervogels verlammingsverschijnselen met vaak dood tot gevolg. Vogels met vergiftigingsverschijnselen kunnen naar de vogelopvang worden gebracht. Dode dieren moeten zo spoedig mogelijk worden verwijderd. Afdeling Openbare Werken haalt deze vogels op en worden volgens de richtlijnen van de destructiewet vernietigd. Zo nodig worden er waarschuwingsborden geplaatst op plaatsen waar de watervogels veel voorkomen.

8.3.Dierenmishandeling

8.3.1 Indicator van huiselijk geweld

Er zijn verschillende kruisverbanden tussen dierenmishandeling en huiselijk geweld. Deze zogenaamde “cruelty link” kent twee categorieën.

Ten eerste: het voorspellende karakter van dierenmishandeling.

Uit onderzoek blijkt dat plegers van geweldsmisdrijven vaak in hun jeugd al bekend stonden om hun wreedheid jegens dieren.

Ten tweede: het welzijn van dieren en dan vooral gezelschapshuisdieren

Dit kan een belangrijke indicator zijn bij het signaleren van huiselijk geweld, armoede en ontwikkelingsstoornissen bij kinderen.

Vanaf de jaren negentig geldt dierenmishandeling in verschillende landen als indicator van huiselijk geweld en andere geweldsdelicten en kent het een eigen meldcode. Ook in Nederland worden duidelijke verbanden tussen dierenmishandeling en huiselijk geweld waargenomen. Dierenartsen en dierenbeschermers blijken dus sleutelfiguren te zijn bij de melding en opsporing van huiselijk geweld. Andersom kunnen meldingen van huiselijk geweld gevallen van dierenmishandeling aan het licht brengen.

8.3.2. Verwaarlozing dieren

Dierenmishandeling en -verwaarlozing komen helaas vaker voor dan men denkt. Daarbij is lang niet altijd sprake van kwade opzet. De gemeente heeft zelf geen eigen meldpunt voor dierenmishandeling en -verwaarlozing.

Maar ook als een hond weinig wordt uitgelaten (en daardoor veel blaft) of iemand buitensporig veel huisdieren heeft (en daardoor voor stankoverlast zorgt), kan er sprake zijn van verstoord dierenwelzijn. Dierenbezitters zijn zich namelijk lang niet altijd bewust van hun (slechte) gedrag.

Een aantal collega ambtenaren gaan op huisbezoek in de gemeente. Indien men tijdens het huisbezoek wordt geconfronteerd met (mogelijk) dierenleed, is het in veel gevallen moeilijk om een inschatting te maken van de ernst van de situatie. In alle gevallen van dierenmishandeling (huiselijk geweld en sociaal-maatschappelijke problemen) kan het landelijke meldnummer 144 Red een Dier worden gealarmeerd. Bij zaken van huiselijk geweld kan er aandacht zijn voor eventuele huisdieren en zal zonodig de dierenbescherming worden geïnformeerd.

Red een Dier , Bel 144

Om het melden van dierenmishandeling en -verwaarlozing makkelijker te maken, is er één meldnummer voor heel Nederland gerealiseerd, nl. “144, Red een Dier”. Het meldpunt 144 is ondergebracht bij de Landelijke Eenheid van de nationale politie. Het meldpunt werkt samen met diverse organisaties om de melding goed af te handelen.

8.5.Dierplagen en overlastbestrijding (meeuwen, ganzen, duiven)

Binnen de gemeentegrenzen zijn er vaak gebieden of terreinen die voor bepaalde diersoorten aantrekkelijk zijn om te nestelen of te fourageren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan ganzen, meeuwen, duiven en zwanen. De meeste mensen vinden het leuk om naar dieren te kijken en zouden ze niet willen missen in hun omgeving. Maar sommige diersoorten kunnen ook, vooral als hun aantal toeneemt, diverse vormen van overlast veroorzaken. Onder andere door bevuiling van de openbare weg met uitwerpselen, door geluidsoverlast of zorgen voor onveilige situaties op verkeerswegen en voetpaden. Maar dierplagen in de stad komen vaak voort uit verkeerd menselijk gedrag, zoals het voeren van dieren en de aanwezigheid van zwerfvuil. In het wild levende dieren worden daardoor ongezond en afhankelijk.

Tegengaan meeuwenoverlast

In Velsen is met name sprake van duiven-, meeuwen- en (in mindere mate) ganzenoverlast. Via social media, website, flyers en berichten in huis-aan-huisbladen wordt uitleg gegeven hoe men dient te handelen om de overlast tegen te gaan of te beperken. Er is tevens nauw contact met woningcorporaties om ook aan hun bewoners informatie te geven hoe te handelen inzake de bestrijding van meeuwen en duiven etc. Op een aantal daken van de woningen van de corporaties worden vliegers geplaatst (genaamd Terror Hawk). Deze vliegers werken afdoende om de meeuwen te verjagen. Particuliere eigenaren worden hier ook op attent gemaakt. Tevens zijn er verschillende websites waar informatie staat om de overlast te bestrijden. In de overleggen met de wijkteams blijft dit ook een punt van aandacht.

Wanneer dieren in onze omgeving worden aangemerkt als schadelijk (plaagdieren) gaat het meestal om ratten, muizen of kakkerlakken. De dieren gedijen goed en nemen door het ontbreken van natuurlijke vijanden in aantal toe. Preventie is nog altijd het beste middel om schade of hinder te voorkomen en voor te zijn (afrasteren, dichten gaten/kieren, alert zijn op te veel voedsel). In principe ligt de verantwoordelijkheid van de bestrijding van plaagdieren bij de eigenaar van een woning of perceel. Deze dient ervoor te zorgen dat zijn eigendom ongediertevrij blijft en de gemeente is dan ook niet verplicht om mee te betalen aan de bestrijding of preventieve maatregelen op particulier terrein. De kosten van door het

plaagdier aangebrachte schade in huis en tuin wordt niet vergoed.

De gemeente Velsen zal bij dierplagen bij voorkeur eerst de meest diervriendelijke alternatieven inzetten eventueel in overleg met de Dierenbescherming. De particuliere markt is nadrukkelijk aanwezig in het bestrijden van overlastgevende dieren.

8.6.Evenementen met dieren en circussen

Het in behandeling nemen en verstrekken van vergunningen voor evenementen is een taak van de gemeente. De regelgeving rond dierenwelzijn en evenementen is een bevoegdheid van de Rijksoverheid. De Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming bewaakt de toepassing van de regels. Sinds 15 september 2015 is het verboden om met wilde zoogdieren op te treden, bijvoorbeeld in circussen (Besluit verbod wilde dieren in circussen). Door de gemeente wordt geen vergunning meer afgegeven voor evenementen waar wordt opgetreden met wilde zoogdieren. Uitzondering wordt gemaakt voor o.a.: ezels, paarden, honden, katten, runderen, schapen, gieten, varkens. Dit verbod geldt niet alleen voor evenementen in de openbare ruimte maar ook voor inpandige optredens. Het verbod spreekt zich alleen uit over evenementen met zoogdieren, maar niet voor andere evenementen met andere dieren, zoals vogels en reptielen. Roofvogels- en reptielenshows vallen dus niet onder dit verbod.

8.7.Houden van exotische dieren

Exotische dieren zijn dieren die niet van nature in Nederland voorkomen en nog niet lang in Nederland worden gehouden. Gedacht moet worden aan slangen, papegaaien en schildpadden. Zij worden soms gehouden als huisdier of in een dierentuin. Veel mensen realiseren zich niet dat de dieren hier niet thuishoren en hoe deze goed te verzorgen. Het verschil tussen een natuurlijke omgeving en een huiskamer is wel heel groot. Het welzijn van deze dieren kan daardoor ernstig geschaad worden. Het houden van bepaalde soorten reptielen vereist veel kennis en/of ervaring van de houder. Het komt vaak voor dat het dier groter worden dan verwacht, duurder in onderhoud en dat het dier behoorlijk oud kan worden. Veel reptielen worden dan afgedankt en komen dan weer in opvangcentra terecht of worden in beslag genomen. Dierentuinen hebben een vergunning waarin onder andere het welzijn van de dieren wordt geregeld. De gemeente Velsen is geen voorstander van het houden van exotische dieren. Bij de aanschaf van dit soort exoten moet juist goed worden nagedacht en goede voorlichting geven over waar je op moet letten. De gemeente Velsen heeft ook de ambitie om met meerdere gemeenten een positieflijst voor reptielen op te laten stellen door het ministerie van Economische Zaken. Gemeente Rotterdam is hier initiatiefnemer in.

8.8.Rampenplan en Borging dierenwelzijn

Nederland is opgedeeld in 25 veiligheidsregio’s. Velsen valt onder Veiligheidssregio Kennemerland (VRK). De VRK heeft een regionaal crisisplan. Het regionaal crisisplan is een plan waarin de aanpak van crisisbeheersing in de regio wordt vastgelegd voor alle partners uit het veiligheidswerkveld. Het beschrijft de taken, bevoegdheden, werkwijze en verantwoordelijkheden en de regionale operationele organisatie. Waar de Veiligheidsregio verantwoording draagt voor regionale deelprocessen, zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de invulling van lokale draaiboeken.

Deelplan Bevolkingszorg Kennemerland(zorg en vervoer van dieren bij een crisis):

In artikel 2 van de Wet veiligheidsregio’s staat dat het college van burgemeester en wethouders belast is met het organiseren van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening. Volgens artikel 3, lid 1 onderdeel b van de Wet veiligheidsrisico’s moet de brandweer in haar taken zorgen voor de veiligheid van mens én dier. Om naast het welzijn en de veiligheid van mensen, ook die van dieren te waarborgen in het geval van een ramp, is het belangrijk dat bij er rampen maatregelen worden genomen voor de veiligheid van alle dieren. In het Deelplan Bevolkingszorg Kennemerland, deel B Processen Bevolkingszorg is vastgelegd dat het opvangen en verzorgen van mens én dier een taak is van het ‘Actieteam Publieke Zorg’. Hierbij is de Dierenbescherming als formele samenwerkingspartner opgenomen. Op die manier krijgen dieren de professionele hulp/zorg die zij op dat moment nodig hebben en worden overige hulpdiensten op dit

gebied ontlast. Als de hulpverlening na rampen op gang komt, worden dieren vaak vergeten, maar ook zij worden slachtoffer van branden of overstromingen. Het blijkt dat mens en dier moeilijk te scheiden zijn en dat mensen over het algemeen rustiger zijn en blijven als ze merken dat er voor hun dieren goed wordt gezorgd. Wanneer er een ramp is die plaats of regio-overschrijdend is kunnen de dierenambulances Kennemerland en Velsen de hulp in roepen van collega’s die ook aangesloten zijn bij de Federatie Dierenambulances Nederland. De Federatie Dierenambulances Nederland is bezig om een aantal dierenambulances in Nederland aan te wijzen, die een leidende rol kunnen nemen bij calamiteiten en rampen. Deze dierenambulances hebben een rampenplan, hebben goed opgeleide mensen en zijn voorzien van goed en voldoende materieel.

8.9.Natuurvriendelijke oevers

Een traditionele oever bestaat uit beschoeiingen of steile taluds. Deze oevers bieden amper leefmogelijkheden voor diverse planten, vissen en andere waterdieren. Bij een natuurvriendelijke oever is die ruimte er wel. Planten trekken verschillende kleine waterdiertjes, vissen, insecten, vogels en zoogdieren aan, die er voedsel kunnen zoeken, schuilen of zich voortplanten. Ook wordt het zelfreinigend vermogen van een watergang hiermee vergroot. Sommige watergangen en vijvers zijn door Velsen aangewezen als viswater. De Hengelsportvereniging Velsen heeft hierbij het visrecht. In een natuurvriendelijke oever is meer vis aanwezig dan bij traditioneel beschoeide oevers. Met name roofvissen hebben baat bij natuurvriendelijke oevers omdat zij tussen de beplanting kunnen paaien en de beplanting nodig hebben bij het jagen op andere vissen. Roofvissen, zoals de snoek, zijn belangrijk voor de natuurlijke balans in het water. Zij jagen op onder andere brasem. De brasem is een echte bodemvis die er van houdt om in de modder te wroeten. Door opwerveling van in de bodem aanwezige voedingsstoffen dragen zij bij aan troebel en voedselrijk water. Om de omstandigheden voor gezond, schoon en aantrekkelijk water te creëren en de natuurlijke balans te herstellen is de aanwezigheid van roofvis van belang.

Bij kruisingen van wegen en waterlopen wordt de waterloop aan beide zijden via een duiker aan elkaar verbonden. Duikers vormen een belemmering voor kleine landgebonden dieren (o.a. egels, muizen, kikkers, padden en salamanders) om de duiker te passeren. Door het aanbrengen van loopstroken van hout, beton of kunststof wordt de duiker passeerbaar.

Daarbij dient geleidende beplanting aangebracht te worden om de dieren naar een faunapassage te geleiden. Belangrijk is dat deze beplanting dekking geeft. De beplanting is bij voorkeur houtachtig, dus bomen of struiken. Bij voorzieningen langs oevers kan dit ook een rietkraag zijn.

8.10.Verkeer

Het beschermen van dieren die door het verkeer worden bedreigd, vormt een belang dat valt onder de bredere omschrijving ‘het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast of schade‘. Dit betekent dat de gemeente met het oog op het beschermen van in het wild levende dieren verkeersbesluiten kan nemen. In het wild levende dieren trekken zich niets aan van gemeentegrenzen. Beleid zal dan ook in een regionale context gevoerd moeten worden. De gemeente Velsen zal bij vergunningverlening en inrichting van openbare ruimte en wegen, waar redelijkerwijs mogelijk, rekening houden met dierenwelzijnbelangen zoals het broedseizoen.

9.Educatie en bewustwording

Voorlichting is belangrijk, vooral aan de niet professionele dierenhouders.

In het Besluit gezelschapsdieren is een verplichting opgenomen voor handelaren om voorlichting te geven om de diereigenaar in staat te stellen het dier zo goed mogelijk te verzorgen. Het houden van dieren is een vak apart en vraagt om gedegen kennis en kunde over hoe het dier te huisvesten, te verzorgen en op te voeden. Door te weinig of verkeerde kennis van wat deze dieren specifiek nodig hebben kan het zijn dat ze niet goed worden verzorgd. Veel dieren ondervinden in meer- of mindere mate ongerief hierdoor. De voornaamste kennisbronnen voor niet-professionele gezelschapsdierenhouders zijn internet, dierenspeciaalzaken en deskundigen. Toekomstige dierhouders moeten zich bewust zijn van de consequenties en verantwoordelijkheden van het houden van dieren en zich hier ook naar gedragen. Mensen die dieren kopen en houden, moeten beschikken over de basale kennis en kunde om dieren verantwoord te kunnen houden. Ze moeten daarvoor gemakkelijk aan informatie kunnen komen en ze moeten het ook normaal vinden om informatie over hun dieren in te winnen. In de komende jaren zal de nadruk liggen op gedragsverandering van houders van dieren. Met verschillende actoren zal worden overlegd hoe we dierhouders van kennis kunnen voorzien of waar ze hulpbronnen kunnen vinden.

9.1.Kinderboerderij Velserbeek

De gemeente Velsen heeft een kinderboerderij en is gesitueerd in park Velserbeek te Velsen-Zuid. De verzorging van de dieren, beheer, onderhoud en toezicht wordt uitgevoerd door de gemeente Velsen, in samenwerking met een sociale werkvoorziening, vrijwilligers, re-integratiebureaus en stagiaires. De kinderboerderij is een erkend opleidingsbedrijf tot en met MBO-4 dierverzorging. Het park is een historische buitenplaats van 34 hectare groot en is een rijksmonument. Niet alleen een kinderboerderij, maar ook een hertenkamp, volière en twee schapenweiden zijn aanwezig in het park (foto voorkant nota). Op de kinderboerderij en andere verblijven zijn o.a. kippen, geiten, schapen, ezels, varkens, zwanen en pauwen te zien. Het zijn allemaal raszuivere dieren, waar onder andere Oud-Hollandse rassen bij zijn. Spelenderwijs komen kinderen op de kinderboerderij in aanraking met allerlei dieren. Ze zien oude en jonge dieren in een omgeving die als voorbeeld kan dienen. Het kennis maken met de dieren is niet alleen leuk, maar ook nog erg leerzaam. Het is een bewustwordings-proces waarmee empathie en mededogen wordt ontwikkeld. Bezoekers of inwoners kunnen oud brood, groente en fruit deponeren in daarvoor bestemde containers bij de Kinder-boerderij en wordt “hergebruikt” als voer voor de dieren.

Elk jaar controleert de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) de kinderboerderij om te zien of er maatregelen worden genomen om zoönosen te voorkomen en de kans op besmetting te beperken. Aan de hand van een stappenplan wordt samen met een dierenarts gekeken of er voldoende maatregelen zijn genomen hiervoor. Bij een goede score wordt het Keurmerk Zoönosen uitgereikt. De kinderboerderij heeft dit certificaat al 8 jaar achter elkaar ontvangen. De medewerkers zijn daar bijzonder trots op. Zo kan je de bezoekers tonen, dat er maatregelen worden genomen om ziektes die overdraagbaar zijn van dier op mens te voorkomen.

Voor de exploitatie van de kinderboerderij is jaarlijks een bedrag in de begroting opgenomen en valt onder afdeling Openbare Werken.

Sinds december 2016 is er een vuurwerkvrije zone ingesteld rondom de Kinderboerderij.

9.2.Pieter Vermeulen Museum (PVM)

Het Pieter Vermeulen Museum (PVM) is een (kindvriendelijk) museum.

Het werk van het PVM is verweven met Dierenwelzijn. De doelstelling van het museum is ten slotte: het vergroten van de bewustwording van haar doelgroepen over natuur, milieu landschap en de eigen invloed hierop alsmede het stimuleren van natuur- en milieuvriendelijk gedrag gericht op een duurzame samenleving.

In samenwerking met de Kinderboerderij Velserbeek wordt er extra aandacht besteed aan thema’s die in het seizoen spelen. Zo worden de kleinsten op een leuke manier anders bewust gemaakt van het belang van het leven in de natuur. In de zomer staat op de Kinderboerderij een boerderijwagen. Hier worden onder andere knutselmiddagen georganiseerd.

Om het museum in een breder perspectief te plaatsen en een morderniseringsslag te gaan maken met elkaar is er overleg om het PVM onder te brengen in het kustcentrum BRAK! IJmuiden in IJmuiden aan Zee.

PVM werkt samen met diverse organisaties welke ook in deze nota worden benoemd, o.a. Vogelhospitaal Haarlem, Kinderboerderij Velserbeek, Natuurmonumenten Nationaal Park Zuid Kennemerland en gemeentelijke afdelingen.

9.3 Vogels / eenden voeren

Het lijkt onschuldig, brood voeren aan eenden. Veel brood eten is echter ongezond voor eenden. Het is geen natuurlijk voedsel; het is te eenzijdig, waardoor ze voedingsstoffen missen, en er zit zout in, wat echt ongezond voor ze is. Het is niet nodig. Eenden eten ‘s winters vooral gras en waterplanten en dat kunnen ze prima vinden. Grote hoeveelheden brood blijven vaak liggen en dat trekt ook ratten en muizen aan. Of het wordt gegeten door meeuwen en kauwen die soms overlast in de wijk veroorzaken. Brood dat in het water blijft liggen vervuilt het water en is een voedingsbodem voor ziekteverwekkers. Overmatig voeren zorgt voor veel eenden in een heel klein gebiedje.

In het kader van bewustwording wordt ook op bladzijde 22 aandacht besteed aan tegengaan meeuwenoverlast.

10.Handhaving, wie ziet toe op Dierenwelzijn?

10.1.TeamToezicht en Handhaving Openbare Ruimte (THOR)

Op het gebied van handhaving en toezicht op dierenwelzijn zijn veel taken onderverdeeld bij landelijke inspectiediensten (benoemd onder kopje relevante wetgeving). Ook de gemeente heeft in handhaving een taak. Het team Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte (THOR) van de gemeente Velsen zijn de extra ogen en oren van de gemeente. Als de Buiten gewoon Opsporings Ambtenaar (BOA) misstanden waarneemt in het kader van Dierenwelzijn, dan wordt er direct contact opgenomen met de dierenpolitie.

Bijvoorbeeld bij:

·Vermoedelijke strafbare feiten

De dierenpolitie behandelt meldingen waarbij vermoedelijk sprake is van een strafbaar feit. Bijvoorbeeld als er sprake is van ernstige verwaarlozing of slechte huisvesting. De agenten behandelen meldingen over gezelschapsdieren (zoals honden en katten) en landbouwhuisdieren die als hobbydieren worden gehouden (zoals kippen en schapen). De dierenpolitie kan de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) inschakelen voor onderzoek. Deze dienst helpt bij het opsporen van verdachten en het houden van toezicht.

De LID kan bestuursrechtelijk optreden en de Dierenpolitie strafrechtelijk.

Bij het bestrijden van dierenleed werkt de LID nauw samen met de dierenpolitie, het ministerie van Economische Zaken en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

·Vermeende verwaarlozing van dieren

Meldingen over verwaarlozing waarbij geen sprake is van een strafbaar feit, gaan naar de Dierenbescherming. Bijvoorbeeld als een eigenaar persoonlijke problemen heeft en daarom niet goed voor een dier zorgt. Een preventiemedewerker van de Dierenbescherming bekijkt of het dierenwelzijn daadwerkelijk in gevaar is. En hoe dit verbeterd kan worden.

·Noodsituaties waarbij iedere seconde telt

Via 112 wordt de politie ingeschakeld bij noodsituaties als elke seconde telt. Bijvoorbeeld om een losgebroken paard te vangen.

·Snelle hulp aan een moeilijk bereikbaar dier

Via 112 wordt de brandweer ingeschakeld bij meldingen waar snelle hulp aan een moeilijk bereikbaar dier noodzakelijk is. Bijvoorbeeld een paard dat in de sloot is beland.

·Meldingen over bedrijfsmatig gehouden landbouwdieren

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) behandelt meldingen over bedrijfsmatig gehouden landbouwdieren, zoals schapen en kippen. De NVWA ziet toe of wetten en regels worden nageleefd voor het welzijn, de huisvesting en het vervoer van landbouwdieren.

11. Financiële paragraaf

11.1.Budget

In de begroting is een bedrag opgenomen voor Dierenbescherming Algemeen, ondergebracht in Programma 10, taakveld 1.2 (Veilige leef- en woonomgeving).Voor het voortzetten van het huidige dierenwelzijnsbeleid en uitvoering moeten de kosten structureel in de begroting worden opgenomen. Zoals eerder aangegeven is met organisaties een dienstverlenings-overeenkomst afgesloten. Door de open-einde financiering van deze overeenkomsten kunnen de bedragen per jaar mee- of tegenvallen.

11.2.Waarom een kostendekkende vergoeding voor geleverde diensten?

Veel gemeenten dragen bij in de kosten van dierenasielen in de vorm van subsidie. Gemeenten realiseren zich nog niet altijd dat zij de wettelijke plicht hebben om zwerfdieren minstens 14 dagen op te vangen. Dat kunnen gemeenten niet zelf en besteden dit uit aan het regionale- of lokale dierenasiel, vogel- of knaagdieren-opvangcentra. De gemeentelijke bijdrage dient niet te worden gezien als een subsidie, maar als een vergoeding voor geleverde diensten. De opvang en het vervoeren van dieren wordt vanaf 2013 goed geregeld en gemeenten behoren hun (wettelijke) taken op het gebied van dierenwelzijn uit te voeren. Het is daarom belangrijk dat gemeenten contracten afsluiten met dierenopvangcentra en ambulances in hun regio voor het opvangen en vervoeren van zwervend aangetroffen (inheemse) dieren en dieren in nood. Opvangcentra en ambulances zijn uitvoerders van een dienst en daarom zijn er afspraken gemaakt over de vergoeding van de kosten die hiermee gepaard gaan. De vergoedingen vanuit de gemeente dienen in ieder geval kostendekkend te zijn. Om het voortbestaan van kwalitatief goede dierenopvangcentra in de regio te garanderen, is het noodzakelijk dat gemeenten in onze regio samen de verantwoordelijkheid nemen. Er wordt immers gebruik gemaakt van dezelfde asielen of dierenopvangcentra (goede afspraken zijn gemaakt over de structurele financiële vergoedingen).

De overeenkomsten in de IJmond zijn in nauwe samenwerking met de wethouders dierenwelzijn en de ambtenaren tot stand gekomen. Jaarlijks worden deze overeenkomsten met elkaar besproken.

11.3.Kostenoverzicht

Organisaties

Budget 2015

Budget 2016

vergoeding

Kerbert Dierentehuis

60.501

61.155

Per inwoner

Knaagdierencentrum

15.345

12.910

Per inwoner

Dierenambulance Velsen

53.150

68.609

Per gereden rit

Dierenambulance

Kennemerland

7.901

8.141

Per gereden rit

Vogelopvang Krommenie

1.850

1.850

Opvang 100 vogels per jaar

Vogelopvang Haarlem

n.v.t.

14.800

Opvang 800 vogels per jaar

Stichting Reddings Team Zeedieren Velsen

3.480

1.928

Per gereden kilometer

Totaal

142.227

169.393

12.Communicatie inzet op dierenwelzijn

Communicatie is voor de uitvoering van het dierenwelzijnsbeleid een belangrijk instrument: communicatie over beleid (voorlichting) en communicatie als beleidsinstrument (gedragsbeïnvloeding).

In de Nota Dierenwelzijn is er vooral sprake van voorlichting. Hiermee kan de gemeente een bijdrage leveren aan het verbeteren van het dierenwelzijn. Voorlichting bestaat uit algemene uitleg hoe de gemeente bijdraagt aan de verbetering van dierenwelzijn, maar ook uit concrete tips en adviezen hoe Velsenaren zelf kunnen bijdragen aan verbetering van dierenwelzijn. De gemeente heeft op de website alle informatie over dierenwelzijn beschreven. De gemeente zet daarnaast andere communicatiekanalen in zoals social media, de media, eventueel bewonersbrieven.

12.1.Communicatiedoelen

Er zijn vele acties uit de Nota Dierenwelzijn waar communicatieacties aan verbonden zijn.

Communicatiedoelen

  • ·

    Vergroten van de kennis van Velsenaren over de rechten en plichten tot het houden van dieren, het omgaan met dieren en de aanschaf van dieren, specifiek voor exotische dieren.

  • ·

    Velsenaren weten waarom het niet goed is om dieren in de buitenruimte te voeren (m.n. eenden en duiven).

  • ·

    Velsenaren en maatschappelijke partners weten hoe ze dierenverwaarlozing en – mishandeling kunnen signaleren.

  • ·

    Velsenaren en maatschappelijke partners worden geïnformeerd over de uitvoering en handhaving van wettelijke taken.

  • ·

    Maatschappelijke partners kennen de inhoud en de rolverdeling van de Nota Dierenwelzijn. Met maatschappelijke partners zal actief samenwerking gezocht worden, bijvoorbeeld door samen met de Dierenbescherming voorlichting te geven.

  • ·

    Velsen stimuleert de aanleg van groene daken bij nieuwbouw of renovatie.

Bijlage 1Adressen van belangrijke partners voor uitvoering beleid

Dierenbescherming:Regio NoordWest

Hendrikje Stoffelstraat 57

1058 GC Amsterdam

Telefoon: 088-8113390

e-mailadres: info@dierenbeschermingnhn.nl.

Website: www.dierenbeschermingnhn.nl

Alarmnummer: 0251-215454

Kerbert Dierentehuis en Knaagdierencentrum

Heerenduinweg 8

1971 JE IJmuiden

Telefoon: 0255-515744

Website: www.kerbertdierentehuis.dierenbescherming.nl

Website: www.knaagdierencentrum.nl

Stichting Dierenambulance Kennemerland (DAK)

Correspondentieadres: Postbus 79

1960 AB Heemskerk

Telefoon: 0251 – 215 454

Website: www.dierenambulancekennemerland.nl

Stichting Dierenambulance Velsen (DAV)

Kromhoutstraat 54 012 1976 BM IJmuiden Telefoon: 0255-533239

Website: www.dierenambulancevelsen.nl

Stichting Reddings Team Zeedieren-Velsen (RTZ)

Middenhavenstraat 33 g

1976 CK IJmuiden

Telefoon: 06-2395870

E-mail: rtzvelsen@gmail.com

Website: www.rtzvelsen.nl

Vogel Opvang Centrum Zaanstreek (VOCZ)

Busch 2

1562 HH Krommenielefoon: 075-6213737

Telefoon: 075-6213737

E-mail: info@vocz.nl

Website: www.vocz.nl

Stichting Vogelrampenfonds (Vogelhospitaal Haarlem)

Vergierdeweg 292

2026 BJ Haarlem

Telefoon: 023-525 5302

E-mail: beheerder@vogelhospitaal.nl

Website: www.vogelhospitaal.nl

Bijlage 2 Links naar wetteksten

Brandweerwet

http://www.st-ab.nl/wetten/0052_Brandweerwet_1985.htm

Flora- en Faunawet

http://www.st-ab.nl/wetten/0087_Flora-_en_faunawet.htm

Jachtbesluit

http://wetten.overheid.nl/BWBR0011848/2013-01-01

Visserijwet

http://www.st-ab.nl/wetten/0343_Visserijwet_1963.htm

Wet Dieren

http://wetten.overheid.nl/BWBR0030250/2015-02-01

Wet Natuurbescherming

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2016-34.html